WOENSDAG 2 MEI 1900.
No. 35.
Kruid en Onkruid.
Buitenlandsch Nieuws.
Dertigste Jaargang.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATEBDAG.
de Vrijzin-
moedig
De meeste planten hebben een verwonderlijk regen,
worden.
bewaardmet hoeveel
Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
‘1
een of ander eiland terecht en tieren daar
even lustig als in het moederland.
Zoo zijn ook in dit opzicht velerlei krachten
aan het inzicht der natuur; waar-
eene enkele tabaksplant 40.000 zaden ge-
den, doch deze zijn dikwijls rond
j hebben.
4
Prijs per kwartaal 70 oent franco per post 86 oent
PRIJS der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents.
Voor eiken regel meer 7} cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever.
en ginds, en
Dan volgt de
waar als
en
door de vogelen des hemels wordt gegeten, en
een ander deel tusschen de doornen valt en
verstikt of den kalen steengrond door de zonne
hitte wordt verschroeid, even zeker is het
ook, dat er veel in goede aarde terecht komt,
en honderdvoudige vruchten voortbrengt.
Wel zijn vele zaden te groot en te zwaar,
om door de luchtstroomen opgenomen te wor-
1 en glad; ze
en de minste stoot
van mensch of dier schuift ze vooruit.
Andere zijn van
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiön Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
Nooit genoeg kan
over
der planten, waarmede de natuur ieder jaar
de aarde bekleedt. Binnen de beperkte ruimte, I
die wij met een enkelen oogslag kunnen over
zien, treft ons reeds de veelvuldigheid der
vormen, het kleurenspel, de overvloed, dien
wij aanschouwen in deze werkplaats der nooit
uitgeputte kracht. Niet minder moet men zich
verbazen over de snelheid, waarmede de natuur
ieder ledig plaatsje op onbebouwde plekken
op weinig beloopen wegen, op muren en daken, I
overal waar slechts een handvol aarde gevallen ’s
bezet met gras en onkruid, op den grond omwoelen en in de hoogte voe-
Men let er dikwijls ren, dan is de natuur bezig met zaaien,
en terwijl wij vreezen en klagen, bewijst zij
ons eene weldaad.
Dan drijven en
vollen wasdom komen. En waar vroeger geene
plant stond, kwam nu evenmin iets.
En als wij ons nu voorstellen, dat hij
in dien langen tijd slechts 50 maal vruchten
draagt en eiken keer in zijn wijde armen 500 haakjes voorzien
eikels bergt, dan levert hij toch 25000 stuks, huid der dieren en aan de kleeding der
waarvan ieder weer het vermogen bezit, om
tot een eikeboom uit te groeien. Stelt u eens
voor, dat dit werkelijk gebeurde, en
dezelfde wijze nog eens, dan had één enkele I
eik in het tweede geslacht zich vermenigvuldigd
tot een woud van 625 millioen boomen.
Maar dat is juist een plaag voor den land-
zult ge zeggen, dat er zooveel opkomt,
Op de gansche wijde wereld wat we niet gezaaid hebbenen telkens weer
aan opkomt, al wieden wij het ook zorgvuldig weg,
sociaal democraten, de Polen en
nige Volkspartij.
In Oost-Pruisen komen in de laatste dagen
op verschillende plaatsen ernstige ongeregeld
heden voor naar aanleiding van een moord te
Konitz, gepleegd op een achttienjarigen gym
nasiast Winter. Deze was op zekeren dag
onnaspeurlijk verdwenen en eenigen tijd later
werd zijn lijk, dat wil zeggen, de romp er
van, in een meer in de nabijheid van de stad
gevonden. Later werden ook het hoofd, de
ledematen, een hand, enz. hier en daar ver
spreid gevonden. De rechterhand werd ge
vonden op het evangelische kerkhof. Van
den dader is geen spoor gevonden en uit het
feit, dat er eene diepe snede in den hals van
den verslagene gevonden is, en er geen bloed
aan de romp werd gevonden, hebben de anti
semieten de gevolgtrekking gemaakt, dat men
een ritueelen moord te doen zou
Dit hebben zij in hunne organen
en daardoor is de bevolking zeer
gebeten geworden op de in de streken van
Konitz vrij talrijke jodenbevolking. Telkens
komen er in de dorpen en steden in de buurt
oproertjes voor, bij welke gelegenheid dan
van joodsche huizen de ruiten worden inge
gooid.
Er is reeds een hooggeplaatst ambtenaar
uit Berlijn naar die streken gezonden met de
uitgebreidste volmacht om die opstootjes te
onderdrukken. De militaire macht staat hem
daarbij ten dienste.
De verantwoording voor deze oproerige be
weging komt geheel voor rekening van de
anti-semietische ophitsers, die niet veel moeite
hebben gehad om eene zeer bijgeloovige be
volking als de Oost Pruisische is tegen de
Joden op te zetten.
FRANKRIJK. De heugelijke datum, waarop
aan de Universeele Parijsche Tentoonstelling
van 1900 alles kant en klaar zal zijn, is nu
al verschoven op 28 Mei. Dus nog vier
weken speling. De opening der Paleizen
voor Schoone Kunsten in de Champs Elysées
blijft bepaald op primo Mei, maar, zegt men,
het zou wel kunnen wezen, dat er voor het
overige, om alles en overal geheel af te wer
ken en om den bedoelden «laatsten spijker”
in te slaan, nog tijd noodig ware tot den
28sten Mei. »Het zoude wel kunnen wezen”
wij willen het gaarne geloovenwij zullen
ons zelfs gelukkig prijzen op dien heuglijken
28sten Mei alles volkomen voltooid te zien
Gelooven zullen wij dat eigenlijk niet vóór
wij het met onze oogen waarnemen. Zooveel
is er nog te doen, dat het een nieuw kunst
werk zoude wezen, indien dat alles in vier
weken in de puntjes en volslagen werd vol
bracht. Sommige overdrevenen beweren al,
dat aan de tentoonstelling tot op den dag der
sluiting zal worden gearbeid en afgewerkt,
dat ze nimmer af zal komen 1 Het zou er
mee gaan als met de Dreyfus zaak, die ook
nimmer afkomt en waarvan men zegt, dat
Dreyfus eene villa in de omstreken van Genè
ve betrokken zou hebben om van daar uit
met Zwitsersche vrienden eene nieuwe veld
tocht te beramendat Joseph Reinach, on
langs te Rome gezien, in de hoofdsteden van
Europa een bond van aanhangers zal vormen,
teneinde na afloop der expositie een nieuwe
voorstelling der zaak op touw te zetten, waar
voor de hemel ons behoede.
F
of verzameld is,
met varens en mossen,
niet op en men ziet het niet eens, omdat men
het van zijn jeugd af zóó gewoon is, en toch
zou
puttelijke kracht
der natuur.
Op onzen goeden raad is niet gewachtmaar
vooruit is daar tegen voldoende gewaakt.
i men zich verwonderen Vele zaden worden, om zoo te zeggen, met
de verscheidenheid en het groote aantal een bons uit de zaaddoos gestooten ze vliegen
van zelf heinde en ver. De meeste zijn klein
en licht en worden door iedere beweging in
de lucht meegevoerd; andere zijn van haartjes
of veertjes voorzien, zooals bv. die van de
Paardebloemde kinderen blazen ze uit elkaar
en doen daarmee de natuur ook een kleinen
dienst, zonder het te wetennog andere eindi
gen in dunne vliezen of breede vleugels, die
als de zeilen ieder tochtje opvangen.
Als de storm huilt, of de wervelwinden, die
zomers aan de onweders vooraf gaan, alles
zendtallen over.
ontbreekt het nergens aan zaden, wel
ruimte en geschikte plaats.
Als iedere rijpe zaadkorrel, die zich van de
moederplant los maakte, recht op den grond
viel en dan bleef liggen, dan zouden ze
elkaar verstikken, en i
nauwlettendheid wordt het aan den grond toe
vertrouwd. Het ontkiemen en opkomen wordt
met zorg bespied, en ziedaar, nu kan men bet
verdere verloop nog maar niet aan de lieve
zon en den malschen regen overlaten.
Daar komt het onkruid in dicht gelid ook
uit den grond opzetten, het wast tegen allerlei
ongunstige invloeden in, en weldra zou het de
cultuurplanten geheel over het hoofd groeien
en onderdrukken. De ruwe natuurkinderen
gedijen van zelf, onze troetelkindertjes moeten
worden verzorgd en verpleegd. Ze zijn te
zwak en te teer, om in den strijd om het be
staan te kunnen zegevieren, en zonder het
voortdurend toezicht van den mensch zouden
ze teniet gaan, of terugvallen in haren vorigen
staat van barbaarschheid.
Het onkruid echter weet van geen wijken
moedig en standvastig houdt het den kamp semieien
vol tegen hare natuurgenooten en tegen den hier met
vijandigen mensch.
Deze kan het onkruid bedwingen, maar het meegedeeld
uitroeien ligt in den regel boven zijne macht.
Eén enkel plantje, dat aan het scherpe oog
ontsnapt, en dat het gelukt zaad voort te
brengen, zorgt weer voor eene voldoende na
komelingschap.
En dat is alweer goed ookwant de me
daille heeft ook hare keerzijde.
Vooreerst is de mensch niet alleen op de
werelder zijn nog duizenden andere schepselen
die ook door de natuur gevoed worden. En
menig onkruidje strekt weer tot voedsel aan
dieren en diertjes, die ook hun nut doen, al
weten we het niet altijd.
En ten tweede heeft de mensch al van menig
plantje voordeel getrokken, dat hij niet zelf
had gezaaid, niet gedekt tegen den nachtvorst
en niet begoten bij zomerhitte.
Bijna alle geneeskrachtige kruiden zijn »on-
kruid”. Als de mensch camille en klaproos,
valeriaan en lepelblad en zoovele andere, die
bij ziekte of pijn heel en genezing brengen,
niet in het wild vond, maar zelf moest kweeken
en verzorgen, hoe zou hij dan eerst klagen
over de moeiten en zorgen van den zwaren
levensstrijd.
En ten laatstezijn ook al onze nuttige
planten niet eenmaal onkruid geweest? Wie
weet, hoevele nu nog verachte en gehate plant
jes door den mensch zullen worden opgezocht,
verzorgd, gekweekt en veredeld tot hoogst
nuttige gewassen van den bloementuin.
(Enkh. Ct.) MO NIS.
DUITSCHLAND. De begrootings-commis-
sie uit den Rijksdag heeft, zooals reeds met
een enkel woord is gemeld, een bemiddelings
voorstel van het Centrum in zake de vloot-
plannen aangenomen. Dit voorstel wilde alle
gevraagde linieschepen toestaan, doch den aan
bouw van kleine kruisers, voor den dienst in
vreemde wateren, schrappen. De vijf groote
en vijf kleine kruisers, die de Regeering hier
voor verlangde, zullen dus vermoedelijk ook
door den Rijksdag wel niet worden toege
staan. Daar echter de Regeering eerst in
1906 aan den bouw van deze schepen dacht
te beginnen, zal dit voor haar geen groote
teleurstelling zijn, vermoedelijk toch zullen
deze haar bij eene volgende begrooting wel
worden toegestaan.
Tegen het bemiddelingsvoorstel stemden de
Vele zaden gaan onverteerd en zonder iets
van hunne kiemkracht verloren te hebben door
de ingewanden van dieren, die ze voor voedsel
Hoeveel een millioen is, gelooft menigeen te dachten te gebruiken, maar die ze nu eenvou-
weten, en toch is het slechts weinigen helder, dig naar eene andere plaats brengen. Zoo
Wie alle dagen van den Isten Januari af tot I weten we met zekerheid, dat de zaden van
den 31 sten December toe duizend streepjes sommige planten door trekvogels zijn over-
teekende, had nog geen millioen bijeenen na gebracht.
twee jaar evenmin en eerst den 26sten Sep- Soms vallen er zaden in het water, drijven
tember van het derde jaar kwam hij gereed. niet den stroom mee, doch worden op eene
Maar ons eikenwoud had 625 zulke milli- andere plaats weer aan wal gezet; ja, enkele
oenenworden door de rivieren naar zee gevoerd
Bij andere planten zou het naar evenredig- maken een langen tocht over den oceaan, komen
heid gaan, zonder aan de talrijke vermeerde- j op
ringen door uitloopers en wortelstokken, knol
len en bollen, te denken. Geen wonder dus,
dat er steeds overvloed heerscht. Want, of- dienstbaar
schoon vele duizenden zaden verloren gaan, j voor de mensch niet zorgt, wordt toch door
omdat ze door menschen of dieren worden wind en regen, door storm en stroom over de
verbruikt; vele duizenden in den grond ver- aarde uitgezaaid.
stikken of verrottenvele andere duizenden bij
het opkomen door vorst of slecht weer te gronde
gaan, steeds blijven er andere en genoeg dui- man,
opkomt, al wieden wij het ook zorgvuldig weg,
omdat het de ruimte beneemt aan hetgeen wij
geplant hebben.
De zaak is inderdaad erg. Hoeveel moeite
wordt er niet besteed aan het toebereiden van
den akker; met hoeveel zorg wordt het zaai-
geen enkele zou tot j zaad uitgezocht en
men zich moeten verbazen over de onuit- j Dan drijven en golven en vliegen honderden
en den weergaloozen rijkdom onzichtbare kiemen in de dwarrelende lucht,
en vallen op den grond, hier
worden door het stof bedekt.
om ze te besproeienen even
sterk vermogen, om zich te vermenigvuldigenhet is, dat een gedeelte op den weg valt
zooals ieder opmerkzaam landbouwer wel weet.
Duizend zaadkorrels van een enkele plant ge
durende haar geheele leven, schijnt reeds veel;
’t is het ook inderdaad, en lang niet iedere
plant bereikt dat aantal, maar het is op verre
na niet het hoogste cijfer. Men heeft wel eens
aan
teld, die in een enkel jaar tot rijpheid gebracht
waren. Men rekent, dat een eikeboom onder - v- u
gunstige omstandigheden 500 jaar oud kan rollen langs iedere helling
omgebogen punten of weer-
ze blijven hangen aan den
men
schen ze worden meegedragen en ergens
anders soms weer afgeschud of afgeborsteld, en
daarna op onbewust uitgezaaid.
utui wil iiiii 'i.nii
MEIIIS- El Uil nillAHE
UITGEVER:
1
r