ld 1 I f i WOENSDAG 5 DECEMBER 1900. No. 97. De voortgezette reis President Kruger door België is evenals een ware zegetocht geweest, was 41 Arm Friesland. Dertigste Jaargang. Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. II. onze aan te nemen, willen zij verhoeden i UITGEVER: Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM de bevolking naar de Pry's per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent PRIJS der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents. Voor eiken regel meer 7^ cent. Bij abonnement is de pry's belangrijk lager Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. rezen De oude parel aan landen was verbleekt sprake. Friesland was worden, Engeland is. het arme Friesland beklaagd en zelfs verscheen op zijn alouden, fleren grond een blad, ge titeld sArm Friesland” Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco aan dit adres uiterljjk Maandag en Donderdag middags 1 uur. Advertentiön Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur. studeerd. Dit Station zoude o. i. aan alle officieële scheikundigen van het- Vereenigd Koninkrijk, wekelijks de cijfers der analyses moeten zenden van die botersoortenwelke onder toezicht, in verschillende deelen van ons land worden gemaakt. In Engeland zoude dan de wijze van monstername der boter door de inspecteurs gewijzigd moeten worden. Daar de Engelsche scheikundigen, bij de thans vi- geerende wetten niet weten of de boter welke zij onderzoeken, uit Holland dan wel uit Au- van malaise. De kentering in de boter- fabricatie in afname was daar. De producten daalden in prijs, de producten en daarmede de waarde der perceelen benoodigd voor de productie. Een groot gedeelte van het roem ruchtig gewest zuchtte onder zware hypotheken. Daar was maar gebouwd, daar was maar ge boden op en tegen elkander en het einde droeg de last. Timmerlieden, ververs, manu facturiers, goudsmeden en alle andere nering doenden en ambachtslieden moesten ’t mee ontgelden. De werkman natuurlijk in de eerste plaats. Boerderijen werden verkocht, de op brengst was soms minder dan het bedrag der En thans? Zullen we spreken Dat nu van een hooren. Wie als wij, j. 1. Vrijdag de weekmarkt te Leeuwarden bezochten, hebben verbaasd gestaan niet alleen over het groot aantal Friezen en Friezinnen van het platte land, daar tegenwoor dig, (er was dikwerf geen doorkomen aan, maar vooral over de pracht en weelde waarin en waarmee de jonge deernen en de jonge heeren boerenzoons en dochters waren getooid. De fijnste stads-dametjes en heertjes konden er meermalen een puntje aan zuigen. Toiletten van het fijnste fluweel, prachtige witte boa’s of dergelijke dingen, enz., enz., welke vreemdeling, die dichte drommen aanschouwende, zou de meening onderschrijven, dat dit de telgen waren van de arme Friezen Eén ding trof ons. Bij al die pracht en weelde onzer Friesche scboonen misten we schier zonder uitzondering de oude Friesche kap. 't Schijnt dat de jongeren vooral zich over dit tooisel der ouden schamen, of wel, dat het meer van het land naar de stad is verhuisd. Althans onder de vrouwen van Leeuwarden zelve wordt die oude kap meer gedragen dan door de jongere dochteren van het boerenland. Deze opmerking zoo tusschenbeide. Van verschillende zijden hoort men van verhoogde prijzen der landerijen, van hoogere huren, enz. Eén ding is en blijft daarbij wenschelijk, dat de boeren” niet in dezelfde fout van vroeger vervallen, door maar tegenelkander op te bieden en uit te halen. Wij weten, ’t is ieder om een broodje te doen, maar als men zijn hoofd verliest, moet het met de broodwinning al bijzonder slecht gaan. Wij verheugen ons hartelijk over de herleving v' I JL Wij hebben de tijden gekend, dat Friesland een parel aan de kroon der Nederlanden heette. Overal welvaart, overal bloei 1 De landbouw leverde schatten, de veeteelt nog meer, de boerenstand was in optima forma, ’t Was eene eer boerenzoon of boeredochter te wezen, ’t hield zoo iets in van jonker en jonkvrouw Overal werden oude boerenplaatsen omver ge gooid, nieuwe verrezen met allerlei gemakken van steedsche weelde. Ze kostten duizenden, maar, wat deed dat er aan toede affaire was gewild en in zoo’n opgaanden tijd is de mensch ook zelve min of meer opgaande in weelde Timmerlieden en smeden, stucadoors schilderskooplieden en «bollesjeesen,” en wie van die in Frankrijk Van alle zijden stations gestroomd en het «Leve Kruger! Leven de BoerenLeve de Arbitrage 1” klonk uit duizenden en tienduizenden monden. Heeren zwaaiden de hoeden, dames wuifden met hunne zakdoeken. Ook de aankomst te Keulen was een en al triumf. Dat daar geene autoriteiten waren verschenen, bad ten oorzaak, dat van de komst géén officiéél bericht was gegeven zeker tengevolge van ’t een of andere verzuim. De bevolking van Europa’s vasteland heeft reeds gericht tusschen den Brit en den Boer en den eerste geheel in het ongelijk gesteld. De verschillende regeeringen zullen op dit feit hebben te letten. Dit kan niet anders. Als j ze zich nu asjeblieft maar wat haasten 1 Men weet nu dat de Keizer geweigerd heeft Kruger te ontvangen. Foei Wilhelm Men had niet kunnen verwachten dat de hooghartige Keizer van Duitschland zóó sterk zijn familietrek met den Prins van Wales zou verraden. en venters, bakkers en al niet meer, consta teerden als uit éénen mondals het den boer wel gaat, gaat het ons allen goed. Van den boer moeten we 't maar hebben Nu is daar veel van waar, maar alles zoo maar niet. De waarheid zit in de algeheele aaneensluiting van de schakels der onderlinge maatschappij. Maar voor 't oogenblik ge noeg. Friesland was rijk. We herinneren ons het antwoord op eene vraag eener deputaten- commissie uit ons gewest aan den betrokken Minister om subsidie ten behoeve der zeewe ringen (’t was in den tijd, dat het lid der Staten wijlen de heer W. M. Oppedijk, per brochure zijn noodkreet «Gevaar” deed hooren.) dat deze Minister eenvoudig te kenen gaf: «Friesland is rijk genoeg, dat gewest zal wel zorgen voor zijne zeeweringen, hulp van Staatswege is niet noodig.” Sedert is men altijd op dit oordeeldit ad vies te zeile gegaan. Wij herinneren ons niet, dat er ooit eenig Rijks subsidie bepaaldelijk voor de Friesche zeeweringen is verstrekt. Een buitengewoon als voor de werken aan de Lemmer de spoorwegbaven te Stavoren en nu voor de sluis te Molkwerum, dat is zoo ongeveer alles. Maar als gezegd 't is buitengewoon. Van Frieslands kant is nim mer gelet op de omstandigheid dat het rivier beheer zoozeer in de gunst des Rijks deelde de kamer verkiezingen hielden er geene re kening mede, zelden zag men in dit gewest gelet op de overigens zeer verklaarbare eisch rivierbescherming ginds en zeebescherming hier, ’t een zoowel als ’t ander is eene nationale zaak. Friesland stuurde zeer gemodereerd zijne afgevaardigden ter kamer de geeste lijke politiek nam eenvoudig de beslissing, en zoo bleef alles bij ’t oude: Friesland mocht zich zelve tegen de woede zoowel van de Noord- als van de Zuiderzee dekken. De provincie was er om subsidie te verleenen, subsidie aan verschillende waterschappen en gemeenten. We weten, hoe ’t daarmede ge schapen staatgemeenten, die gaarne alles zouden willen overdoen, worden gewongen te betalen voor veel, wat het algemeen ten bate komt. Friesland één waterschap, Friesland een in- tregeerend deel des Rijks. Zoo behoort het, maar zóó is het nog niet. Voorloopig ook zwijgen we over deze omstandigheid. Wij komen er later wel op terug. Friesland was rijk. Maar daar kwamen andere tijden. Acbteruitgaande, zei men, tijden onzer provincie, doch zijn daarmede niet blind voor de gebreken, die haar aankleven. Bij opruimen van allerlei misplaatste lasten, zie men kalm en bedaard zoowel in het staatkun dig als in het burgerlijk leven om zich heen en blijve zich zelf. Concurrentie uitstekend, maar zij blijve van edel allooi. voorgesteld Een ieder zorge mee, dat de betiteling van arm voor Friesland althans tot het verledene blijft behooren. Men zie niet om, maar zie vooruit! doorgelaten, doch terzelfder tijd zoude Enge land overstroomd worden met vervalschte boter welke eveneens dit cijfer zoude aangeven, en waardoor het Engelsche publiek maar ook onze eerlijke handel groot nadeel zoude ondervinden. Door sommi e personen hier te lande wordt 1 een Staat-Zuivel-station op te rich- i ten hetwelk onze boter als onvervalscht zoude garandeeren doch wij achten dit voorstel even gevaarlijk als onpraktisch. Het eenige gevolg van dezen maatregel toch zoude zijn, dat de scheikundigen in Engeland de boterwelke volgens hun oordeel te lage cijfers geeft, toch als vervalscht zouden verklaren, en indien nu bleek dat de Staat der Nederlanden deze zoude hebben gegarandeerd als onvervalscht, dan zoude het uitsluitende resultaat zijn, dat het prestige van onzen Staat zoude verminderen zonder dat de opinie van de scheikundigen resp. der Rechtbank, in het minst zoude wor den gewijzigd. Onze Regeering schijnt dit bezwaar te heb ben ingezien, en nu wordt voorgesteld door particulier initiatief een Controle-station voor Friesche boterfabrikanten (anderen willen voor geheel Nederland) op te richten. Doch het zelfde bezwaar blijft ook bier bestaan. Al wordt dit station met de beste bedoelingen opgerichten de statuten aldus gemaaktdat vervalsching streng gestraft wordt, dan nog zal de Engelsche scheikundige respde Recht bank zeggen«Er zijn lage cijfers geconsta teerd bij de analysehetgeen bewijst dat uwe garantie, boe goed misschien in principe ook gemeend, onvoldoende is,” en als eenige ver- oordeelingen zullen zijn gevolgd, zal in de oogen van de Engelschen de waarde van de uitspraken van dit Controle-station tot het nulpunt zijn ge daald. Want hiervan zij men overtuigd, (en wij spreken op grond van jarenlange persoonlijke ervaring en omgang met gezaghebbende schei kundigen in Engeland zelf), nooit zullen de Engelsche scheikundigen toegeven dat boter, welke volgens den tegenwoordigen stand der wetenschap, dezelfde samenstelling heeft, als boter welke met margarine vervalscht kan zijn, deugdelijke natuurboter is,en wel om de reeds vermelde gewichtige reden. Maar, zal men zeggen, moeten wij dan maar zonder tegenweer onvervalschte Hollandsche voor vervalscht laten ver- hypotheek. Vroeger tamelijk welgestelde lieden waren arm geworden, arm zoo maar par does, al was de crisis lang reeds voorzien. Men had niet geleerd de bakens te verzetten, als het getij zou verloopen. Intusschen de historie der jongste malaise in Friesland is zoo algemeen bekend, ook de omstandigheid, dat de geest der ontevreden heid en hoe kon het anders? daarmede opging. Socialen, sociaal-democraten, ze ver- als paddestoelen uit den grond de kroon der Neder- van schittering geen voor Nederland ge- wat Ierland zoo ongeveer tegenover Van verschillende zijden werd van een rijk Friesland? maar zoo een twee-drie niet. Maar arm Friesland willen we niet meer Onze boter in Engeland. Wij hadden gelegenheid door besprekingen met ons bevriende Engelsche scheikundigen waaronder ook diegenenwelke tegen Hol landsche boter in Engeland onlangs voor ver schillende rechtbanken opgetreden zijnde quaestie der botervervalschingen in Engeland, zoowel van een Hollandsch als van een Engelsch standpunt te beschouwen en zijn wij tot de conclusie gekomendat de tot nog toe in boter in Engeland Nederland heerschende meening hierover, niet klaren, en is er dan geen middel om de waar de eigentlijke kern der zaak raakt. Wij willen heid te doen uitkomen? Dit middel bestaat, in korte trekken de conclusie der gevoerde i doch moet grootendeels door Engeland toege- besprekingenbenevens onze beschouwingen past worden, daarover mededeelen. Door onze Regeering is reeds een uitstekenden Aan de Engelsche «public analysts” (offici- maatregel genomen, doordien zij een Rijks eele stedelijke of provinciale scheikundigen) Zuivel-station op gaat richtenalwaar de me- wordt de boter door de inspecteurs ter onder- thoden van boteronderzoek zullen worden be zoek aangebodenzonder dat hun het land van oorsprong, of de tijd waarop de boter ge fabriceerd is bekend is. Deze scheikundigen nemen een zeker cijfer voor de vluchtige vet zuren (gelijk bekend isde hoofdbasis der be- oordeeling) aan, waaraan volgens hun oordeel de boter voldoen moet. Is het door de analyse gevon den getal lager dan het standaardcijfer, dan wordt de boter beschouwd te zijn «inferior” of ver valscht. Laat ons thans veronderstellen, dat door deze deskundigen een lager standaard cijfer zoude worden aangenomen (hetgeen hier stralië is, en evenmin wanneer de boter gemaakt te lande verlangd wordt) dan zoude voorzeker is, is een juiste beoordeeling der botersoorten de onvervalschte Hollandsche boter, welke ge- in twijfelachtige gevallen onmogelijk. Zij zijn durende een korten tijd van het jaar lage dus wel gedwongen, een betrekkelijk hoog stand- cijfers kan aanwijzen, als onvervalscht worden \aard-cijfer FRISO nun mini FiiiEsb nn. inns- n initiimut- I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1900 | | pagina 1