WOENSDAG 6 FEBRUARI 1901.
No. 11.
In hut en paleis.
Buitenlandsch Nieuws.
Een en Dertigste Jaargang.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
in
vreugde en
zijn wijzen op Knop vaderland hebben verlaten, hij vindt hier
Haar
loos
van
H.
UITGEVER:
Y KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
vaal te noemen, heeft te kennen gegeven, dat
hij zijn trots wil laten varen en onderhandelen
met de «rebellen”.
De Paris Nouvelles weet te melden, dat de
stemming tegen Kitchener hoe langer hoe
wordt.
k lage
I in de geschiedenis des vaderlands.
Hare vriend- paleis rijst de eenstemmige bede:
«God zegene het vorstelijk Paar!”
Wij vereenigen ons
Verwanten mogen niets dan vreugde beleven
’t Purper
Het Vorstelijk Paar
overtuigen, dat in ’t
't Zelfde kleed wordt weggedragen,
Dat hier God aan de arme gaf.”
Koningin Victoria is overleden en begraven.
Hare assche ruste in vrede.
Pry's per kwartaal 70 oent franco per post 8S cent
PRIJS der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents.
Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de prys belangt
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever.
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlyk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiön Din-dag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
Den Haag, om een blijk
aan Koningin Wilhelmina
ter gelegenheid van haar huwelijk. Graaf
Selir heeft daarna een onderhoud gehad met
minister Arroyo, en zal wellicht naar Holland
vertrekken. Hoewel Novidades nadrukkelijk
zegt, dat aan zulk een zending van Selir geen
staatkundige beteekenis gehecht zou mogen
worden, zou men haar toch mogen opvatten
als een uitvloeisel van Portugal’s wensch om
het geschil over consul Pott van de baan te
schuiven.
TURKIJE. Naar uit Konstantinopel aan
de Frkf. Ztg. gemeld wordt, heeft de Otto-
voor rekening van de Porte
aan de firma Krupp de 80,000 uitbetaald,
van het feit, dat 7 Februari vereeuwigt. En
dit huwelijk worde het vaderland ten zegen.
In hut en paleis blijve het
Gelijk de slanke hop zich
zijne mengelt,
En samen zoo vereend én storm én onweer
tart,
Zoo hecht zich vrouwenliefde aan ’t moe
dig mannenhart,
Als steunpilaar van den Troon blijke de
Vorstelijke Gemaal de eik te zijn!
waar
om den eikstam
strengelt,
Zijn vaste schors omvat, haar blad aan ’t
Wanneer we ’t niet wisten, zouden de te
genwoordige dagen ’t ons kunnen leeren, dat
er niets bestendigs op aarde is dan alleen de
onbestendigheid. Reeds vroeger haalden we de
woorden van den dichter aan
«Alles wat we ons zien omringen
In den Schouwburg der natuur,
Toont ons vormverwisselingen,
Wanklen stand en korten duur I”
Men moge daar veel op tegen hebben, er
tegen protesteeren zooveel men wil, ’t is even
wel niet anders
«Daar is een tijd van komen,
Daar is een tijd van gaan
Zoo is er tevens een tijd van
een tijd van leed.
’t Open roosje, rijk van blad,
Zei aan ’t nog gesloten knopje,
Dat aan ’t zelfde steeltje zat,
Ziet gij klein, onaardig propje,
Ziet, hoe luisterijk en schoon
Sprei ik al mijn glans ten toon”.
’t Knopje zweeg en hoorde ’t aan,
Maar de middag kwam het wreken,
Deed zijn boezem opengaan
En de volle roos verbleeken”
Is het niet of die woorden van den Fran-
schen dichter Victor Hugo voor deze dagen
geschreven zijn? Zeker, ze gelden altijd, doch
slechts bij uitzondering worden we er zoo di
rect aan herinnerd.
De ijzeren wet van komen en gaan, van
vreugde en leed kent rang noch stand. Zij
heeft haar gebied in hut en paleis. Zij geldt
geheel de wereld door en bovendien is ze zoo
DUITSCHLAND. Men is van plan om
April 1902 het vijftigjarig regeeringsjubileum
van Groothertog Friedrich van
denken. P
bestaande uit vertegenwoordigers
Kamers, steden Vereenigingen en corporaties.
Het plan is een
en dat den Groothertog aan te bieden, opdat
die het zal kunnen besteden voor een weldadig
doel.
FRANKRIJK. Vrijdag is men in de Kamer
eindelijk zoo ver gevorderd, dat artikel 1 van j
de wet op de Vereeniging is aangenomen en j
wel met 358 tegen 93 stemmen,
eerst drie amendementen er op verworpenéén
van den beer Renault Molière, één van den
abbé Lemire één van den heer Julien Gaujon.
Een klein toevoegsel, voorgesteld door Charles
Ferry, heeft echter genade gevonden, na door
het Gouvernement en de parlementaire com-1
missie te zijn overgenomen. Het waren de
woordend’une fa^on permanente. Artikel 1
toch behelst niets anders dan een definitie van
VereenigingDe overeenkomst, door welke
twee of meer personen hun kennis of hun
werkkracht in gemeenschap brengen, met een
ander doel dan er winst uit te trekken. De
bedoelde inlassching van «op een bestendige
wijze”, achter de woorden «in gemeenschap
brengen”, heeft blijkbaar geen ander doel dan
de bevoegdheid van het Gouvernement of van
de rechtbank te beperken,
daar deze Staatslichamen anders elke samen
komst, hoe onschuldig ook, elk pleizierpartijtje
bijv, zouden kunnen komen verstoren. Een
vereeniging heeft trouwens altijd een karakter
van duurzaamheid. Gaat men er eenmaal toe
over van een wetsartikel een pure definitie te
maken, iets, waarvan de wenschelijkheid door
menig modern jurist wordt ontkend, dan kan
zulk een definitie niet te volledig zijn. Van- I
daar, dat de toevoeging der bedoelde beperking I
zeer nuttig te achten is.
Van het standpunt van den minister president
daarenboven is het overnemen van het voorstel
in quaestie een concessie, die van een zucht
tot toenadering en van een mate van bezadig-
heid getuigt, welke door alle weldenkenden op
prijs zal gesteld worden.
De jjany NeWs het blad, dat
i van Jingo-
I orgaan nu een pro-Boer blad is geworden, doet
een beroep op de regeering om
tot verzoening te geraken. Het blad houdt de
plechtige begrafenis der Koningin, bij wier dood
zelfs de gevangen Boeren hun deelneming
En aan deze zijde der zee?
Daar ontvangt de jeudige Koningin als
Bruid Haren Bruidegom. Is er ginds leed,
hier is gejubel. Hier betreedt de vreugde
het paleis en is het vooruitzicht van een schoon,
een gelukkig leven geboren. Niet waar? de
tegenstelling is opmerkelijk. Laat Engeland
treuren om zijn verlies, Nederland mag zich
verblijden. Weenen met de weenenden, maar
ook blijde zijn met de blijden, onchristelijk is
dit niet. Wij verheugen ons in het geluk
van H. M. onze Koningin. Al staan we van
verre en zien we niets van al het schitterende
dat de Bruidsstoet zal omgeven, wij hooren
in eigen omgeving de beste wenschen uiten.
Zij mogen daar in officieele klanken klinken
in het Paleis, zij wellen niet minder welge
meend op in de harten der hutbewoners.
En ouden en jongen verheugen zich, zelfs in
’t betrekkelijk ver afgelegen Friesland. De
dichter Schepers teekent dit zoo treffend, als
hij, ijverig beoefenaar der Friesche taal, de
kinderen laat zeggen
«Ues mem het, doe ’k nei schoalle goeng,
Oranje oan min baitsje boun,
De famkes drage ’t om ’e mul,” enz.
Ja, ook in Friesland is de feestvreugde zoo
goed als algemeen en waar dit nog min
der het geval moge wezenwacht men be
scheiden op de eer, dat het Hooge Echtpaar
dit aloud gewest, de bakermat der latere
oud als er menschen zijn en zal ze, door geen Oranjes zal bezoeken,
a ki;;OQ» zal zich dan kunnen
Noorden de harten niet minder warm kloppen
dan in het centrum des lands.
Hertog Hendrik is Nederlander geworden
en alszoodanig reeds begroet. De woorden
waarin dit gedaan is onderschrijft het Neder
landsche volk ten volle. Z. II. moge zijn
I J L-^LLz^w» wA»lnlz\n L>i T7 i r» rl kinw een
trouw en liefhebbend volk terug, een volk, dat
dweept met zijn Koningin.
De zevende Februari negentienhonderd een
zal met gouden letteren geboekstaafd worden
In hut en
enkel amendement gewijzigd, blijven bestaan
zoo lang er menschen leven. Op hare eeuwig
durende werking wijzende, zei dan ook De Ge-
nestet
«Dat hebt ge vaak vernomen,
Maar hebt ge ’t ook verstaan?”
En Victor Hugo, na
en Bloesem
«Hoop en dartelend genot,
Zie uw beeld en ’t menschlijk Ut
Vooral in onze dagen, schreven we.
Ziet, daar is eene Noordzee,
schappelijke, doch bij afwisseling ook dreigen
de golven klotsen zoowel tegen Engeland als
Nederland. Over beide historische Rijken re
geerden Koninginnen. Ginds de grijsheid, hier
de jeugd. En thans?
De oude Victoria is heengegaan,
stoffelijk overschot is «bijgezet.”
Prachtig was de begrafenis,
rouwde.
De kannonnen donderden. Duizenden en
tienduizenden, ook gekroonde hoofden, waren
getuigen van de plechtigheid en een schat van
bloemen was aangebracht. Bloemen in en
voor den winter
Wij behoeven in geene bijzonderheden te
treden, noch eene vergelijking te maken met
eene eenvoudige begrafenis van een armen
sukkel. Genoeg, de dood was geslopen in
een paleis, en
«Prachtig moog de staatsiewagen,
Plechtig zijn de tocht naar ’t graf,
Baden te her-
Daarvoor is reeds een comité gevormd, bnterïe? wordt. Hij doet niets dan’klagen,
vaD beide bij geen troepen meer krijgt, die het leger-
-. bestuur hem niet kan zenden; dit vindt de
groot on s bijeen te brengen regeerjDg natuurlijk zeer onaangenaam. Som-
migen achten dat hij troepen genoeg heeft,
anderen daarentegen zijn van meening, dat hij
voor de hem opgedragen taak niet berekend
is. Hij zelf zou gedreigd hebben met ontslag-
aanvrage. De Paris Nouvelles verwacht dan
ook, dat na de begrafenis, als het Parlement
Men had bjjeen komt, een wijziging in het opperbevel
in Z -Afrika zal plaats hebben.
Wie van de Engelsche generaals heeft er
nu nog zijn reputatie te verliezen?
OOSTENRIJK-HONGARIJE. De leden van
den Rijksdag zijn uitgenoodigd om den 4den
Februari bijeen te komen in den Hofburg,
waar Keizer Frans J zef de troonrede zal uit
spreken. Het is te hopen dat het daar rusti
ger zal toegaan, dan bij de eerste zitting op
eergisteren. De Czechen hebben toen reeds
geroepen tegen de Regeering: «Wee u als er
één woord tegen het Czechenvolk in de troon
rede voorkomt!”
Overigens zal het er niet al te vol worden,
want de «Alldeutsche” Vereeniging heeft be
sloten het voorlezen van de troonrede niet bij
te wonen. Deze Vereeniging heeft eergiste-
Zij is zeer logisch, renavon(j een overwinningsfeest gevierd, in het
Colosseum waarbij meer dan 2000 personen
j tegenwoordig waren en de bekende Afgevaar-
I digde Wolf de feestrede hield.
In het Oostenrijksche Heerenhuis is het,
zooals onder oudere heeren betaamt, vrijwat
rustiger toegegaan dan in het Huis van Af
gevaardigden. De minster Von Körber stelde
daar het door den Keizer benoemde praesidium
voor, waarna Prins Windischgriitz de leiding
overnam en een drievuldig hoera I op den Kei
zer uitbracht.
Daarna wijdde hij eenige woorden aan de
nagedachtenis van Koningin Victoria, waarbij
de Afgevaardigden van hunne zetels gingen
ópstaan. Nadat de leden voor de commissies
waren gekozen, ging het Huis uiteen. Het
Huis van Afgevaardigden zal den 5en weer
bijeenkomen.
PORTUGAL. De bijzondere correspondent
van de N. Rott. Ct. te Lissabon schrijft:
Novidades, het erkende orgaan van het Hof
en het ministerie van Buitenlandsche Zaken,
had aangedrongen op het zenden van den
Portugeeschen gezant bij het Nederlandsche
Hof, graaf Selir, naar Den Haag, om een blijk
van hulde te geven
ter gelegenheid
De vraag is nu echter maar met wie er
onderhandeld moet worden. De regeering
heeft de republieken geannexeerd en door deze
onverzoenlijke houding heeft zij elk compromis
afgesneden. Volgens den Londenschen corres
pondent van de Temps begint men echter te
Londen in te zien welk een misslag men daar- Rank
door heeft begaan. Ook deze meent dat de g
Koning door zich Oppersten Heer van Trans-
ENGELAND.
onlangs van richting is veranderd en
thans openlijk
zonder eemg voorbehoud
daarmede. Geluk, geluk o Koningin geluk
i gij jonge Vorst! De huwelijksband omstrengle
U tot in lengte van dagen! Uwe wederzijdsche hebben bektuifd’ voor een gunstige gelegenheid,
- - om de geheele quaestie met de Z.-Afnkaansche
republieken nog eens na te gaan en een ge
meenschappelijken grondslag voor verzoening
te zoeken. De gelegenheid is thans voorbeelde-
gunstig meent het blad en heil van het
Britsche rijk hangt af van het gebruik dat
men daarvan maakt.
is nu echter i
moet worden.
min huik fiiii si.imi.
NIEUWS- El IIIIEII1EV1IE-
ISO.
A.i.aon nn nr.uR.iAr hlnó ia
Fr» F tintTonninrr