Hoog Water.
1
WOENSDAG 20 MAART 1901.
No. 23.
l
lets naar aanleiding van de
intrekking der legerwetten.
Een en Dertigste Jaargang.
Dit Blad versohjjnt eiken WOENSDAG en ZATEBDAG.
f
j
e
vervangen door meer militair ge- ministerieel mogelijk,
kant doen en een ander
UITGEVER:
Y KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
Wat
de toevoerkanalen
hun toedoen werden mannen als de heeren Van
Gilse, Bouman en anderen verkozen.
t*
het heen als het leger, de korte eerste-oefening als regel in de
wet zou worden opgenomen.
Is het niet, alsof de heeren nog meer minis
terieel waren dan de Minister zelf? Edoch, zij
worpen
zinden.
Deze
minder ter zake.
kiezingen de thans zitting hebbende leden voor
het behoud hunner zetels.
Zoo
De
j
bij wonen der zitting, toen bepaald werd, dat
van een oneven aantal zoons de grootste helft
dienstplichtig zoude zijn, waarbij dan tevens
ook het privilegie van te zijn eenige wettige
zoon werd opgeheven. De fout aangenomen
dat ’t er eene was, toen begaan, kon bij
de stemming over ’t amendement-Van Gilse
c. s. weder goedgemaakt worden, de katholieken
verleenden er dan ook hunnen steun aan.
De organen der liberale pers betreuren de
gevallen beslissing in meer of minder sterke
bewoordingen. Hier vooral wordt den Minister
zwakheid verweten. Wat daarvan te zeggen.
Staat zoo’n bewindsman stijf op zijn stuk dan
heet het dat hij van geen gemeen overleg met
de Staten-Generaal wil weten, dan deugt het
j niet en is bij een weinig meegaande ’t is
zwakheid en ’t deugt al evenmin. De beste
stuurlui staan in den regel aan den wal.
In zijn Persoverzicht van 16 dezer schrijft
het N. v. d. D. het volgende:
Over hetgeen gebeurd is door de aanneming
van het amendement-Van Gilse c.s. mag niet
verzuimd worden te hooren wat gezegd wordt
door de »Arnh. Ct.” (Hoofdredacteur Mr. Van
Gilse.)
Alle reden den loop te betreuren, dien de
behandeling der legerwetten in de Kamer ge
nomen heeft, omdat nu opnieuw de poging
is mislukt om tot eene eenigszins bevredigende
regeling der levende strijdkrachten en barer
organisatie te geraken, waarvan reeds bij de
mobilisatie van 1870 de noodzakelijkheid is
gebleken en waardoor o.m. ook de beweging,
welke tot de Grondwetsherziening van 1887
geleid heeft, gevoed geworden is. Dubbel is
waarvan de logica eischte dat, juist om den
Prjjs per kwartaal 70 cent franco per post 86 oent
PRIJS der ADVERTENTIÉN van 15 gewone regels 40 cents.
Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de prjjs belangryk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever.
volg rekening zal worden gehouden. Maar
i welke Minister zal geneigd worden bevonden
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan lit adres, niterljjk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiön Dingdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
en dit mag men niet
er
stoomgemalen, tijd noodig zijn, om van den
overlast bevrijd te worden.
Tegen de opstuiving van het water, als
in Hommerts, is er geen
Onze provincie geniet tegenwoordig de eer
een hoogen stand van het boezemwater te
hebben.
Onmiddelijk zijn de klagers bij de hand.
»Dat komt er van,” zoo wordt gezegd, »dat
de heeren te Leeuwarden het oor laten hangen
naar de smeekbeden van den Frieschen Ijsbond.
Als *t een Oostenwind is, waarom dan maar
niet doorgestroomd Het ijsbelang moge vroe
ger gegolden hebben, nu met de vele spoor-
en tramlijnen, ook in ons gewest, is het ijs
louter voor pleizier. Er staan daar tegenover
hoogere belangen op ’t spel, die van den
landbouw en de veeteelt. Hadde men maar
beter de sluizen laten werken, toen de wind
uit ’t Oosten blies. ’t Is waar, het voorjaar
brengt veel zegen aan, maar dit kan men
vooruit weten, ’t is ouder gewoonte, en dan
na den winter sukkelt men met den hoogen
waterstand. Al hadde men de kanalen ook
heelemaal leeg laten loopen, dan zoude er
tegenwoordig nog water in overvloed zijn.”
Aan overdrijving hapert het bij klagen
gewoonlijk niet. Gesteld, ’t ware alzoo geweest,
als de ontevredenen verlangen, hoe zouden ze
zich te moede hebben gevoeld, ook zij, met de
verbreking, de moedwillige verbreking van het
kostelijke ijs. Wel heeft het vervoer per
spoor- of tram hier en daar veel wijziging allen kant,
aangebracht, doch dit vervoer is voor geheel
Friesland niet mogelijk. Een aantal stoombooten,
beurt- en vrachtschepen vullen bet groote te
kort aan, ook nog daar waar snellere verbinding
bestaat en dit wel omdat dit vervoer goedkooper
en beter is, zij het ook minder snel. Op die
snelheid echter valt bij overlading »der markt”
ook veel af te dingen. Buitengewone toestanden
zijn minder goed geregeld. Men kan daarop
geene wagens nahouden, ’t geheele jaar door.
Derhalve als ’t nu ijs is, moet de voor
vaderlijke stede al weder dienst doen en als
men voor zijne benoodigdheden eenige centen
meer moet betalen, vanwege de slede-vracht,
dan geven we de verzekering dat ook de
meer begunstigden terzake het snelvervoer in
gelijke conditie verkeeren, om de zeer verklaar
bare reden, dat de vrachtprijzen hooger zijn
per wagen dan per vaartuig.
Een afstroomen tot op den bodem is bui
tendien onzin, ’t Kan eenvoudig niet en de
wensch daartoe getuigt van groote onwetendheid
met de .gesteldheid van ons gewest en den
toestand der zee, die dit voor ’t gro ter deel
omgeeft. De afstrooming staat daarmede in
het nauwste verband. Als we aangeven, dat
b. v. voor den Zuidwesthoek van Friesland
gewoon volzee nog een Meter hooger is dan
het zomerpeil van den binnenwaterstand, zal
men dit allicht begrijpen.
Bovendien, wat zouden onze zoet-watervis-
schers er van
hunne netten aan
bedrijf zoeken.
Geen water wat een lastmaar veel
water
Overheerlijk zullen de schippers zeggen.
Nu kunnen we varen naar hartelust met water
onder de kiel?”
Zacht wat, ook geene overdrijving aan den
anderen kant, ’t Is werkelijk voor een schipper
prettig een goeden waterweg te hebben. Me
nigmaal hebben we hem zien sukkelen niet
welk een
zoude de christelijk-historische partij het bard te betreuren, nu dit negatief resultaat al-
het gevolg is van de geheel onverklaar-
van den Minister van oorlog,
de erkenning in de wet van een
waarvoor hij gedurende ruim 3 jaren
om door het water, maar om door den modder
te komen. Maar bij zulk hoog water, neen,
daarnaar zijn de toestanden niet geregeld,
’t Valt hem, den schipper moeielijk den goeden
weg te kiezen. Hij moet vanwege de vele
ondergevloeide landen terdege uit de oogen
kijken, wil hij niet op strand verzeilen. En
wie helpt hem dan in de naakte omgeving?
Buitendien kan hij maar telkens in het
te nemen. En wanneer zal daarvan bij de
bekende langzame wijze van werken iets terecht
komen?
De pers heeft zich in tal van organen uit
gesproken. Het oordeel van »de Standaard”
hebben onze lezers in het vorig no. kunnen
lezen. De antirevolutionairen betreuren de
gevallen beslissing. De katholieke pers
daarentegen ziet het heengaan van den Minister
met minder leedwezen. Dit viel te verwachten,
toen een aantal leden dezer staatkundige partij
gunstige geval van doorvaart met de handen
in den zak staan. Bruggen, waaronder
door hij vroeger kon zijn schip n. 1.
moeten thans voor hem worden opengedraaid
en als-je- blieftbruggeldSchadelijk ook nog,
dat hooge water 1
»Welk een last, welk een last 1”
hooren we ook uit de Hommerts roepen,
opstuiving van het water deed het vloeiend
nat sommige kamers ongevraagd binnentreden.
Vrouwen vluchtten op hooger gelegen gedeelten,
de kelders liepen onder en ’t geschiedde
naar ons werd medegedeeld op Sylvester 1900,
als daar de strenge vorst onmiddelijk op
volgde, de met zorg vergaarde aardappelen
waren bevroren! Weg de naarstigheid van
den geheelen zomer
En nu hebben we nog wel als onderdeel
van het groote waterstaatsplan de scheiding
van Friesland in twee helften met de sluizen
te Terhorne
Men bemerkt het, pruttelen en klagen aan
Maar daarmede komt de zaak
in quaestie geen stap nader tot oplossing,
’t Is dan ook moeielijk het allenman naar den
zin te maken.
Eéne zaak is buiten twijfel. Hoog water
zoowel als laag water is schadelijk aan alle
kanten, ’t Komt er maar op aan het juiste
midden te treffen. Dit is de quaestie van
aanbelang. Wie de oplossing weet te geven,
zal zich ongetwijfeld den roem verwerven van
een verdienstelijk man te zijn. Hij moet
evenwel rekening houden zooveel met gewonen
als buitengewonen regen of sneeuwval, met
windrichting en windkracht enz.
Verschillende doctoren zijn reeds opgestaan
om de patiënte hier de provincie gene
zing aan te brengen. De een geeft den raad
»graaft van uit het centrum der provincie
flinke, breede, rechte kanalen naar het noorden,
het zuiden en het westen en er zal beterschap
komen Een ander zegt: stoomgemalen, man,
een paar flinke stoomgemalen, die ten allen
tijde het overtollige boezemwater over de dijken
heen pompen.” Een derde adviseert weer iets
anders. Maar voor ’t oogenblik geeft het
weinig. Al die plannen zijn goedkoop, de
uitvoering evenwel zal schatten kosten.
Intusschen geeft een nauwlettend gadeslaan
van den toestand, als die bestaat, reeds een
goed middel tot afdoening. Telkens weer aan
ziet men het verschijnsel, dat na eenige uren
stroomens het water in de nabijheid der sluizen
zeggen Zij mochten gerust aanmerkelijk is gedaald, om na enkele uren,
als de sluizen weer gesloten moeten worden,
opnieuw tot de vorige hoogte te rijzen
blijkt daaruit? Dit, dat
naar de sluizen niet in behoorlijken staat zijn.
Eene inspectie van die kanalen versterkt die
meening. Bochten in overvloed, een betrek
kelijk nauwe bodem, rietgewassen in menigte,
enz. Wij houden ons overtuigd, dat zoo het
met die kanalen’ in den haak was, de meer
dan honderd meter breede sluismonden (allen
te zamen genomen) wel in staat zouden blijken,
Bouman en
en
Wellicht
opmerking doet evenwel ook al weer weigerde °de consequentie te aanvaarden
1t Is gewoonte, ’t is regel, zjjn eigen sedert drie jaren ten aanzien
dat een volgend Parlement vooral in de eerste jen eerste-oefeningstijd aangenomen standpunt,
jaren eerbied heeft voor de beslissingen van
een voorgaand. Zoo b.v. ter zake de school- tegenstand der hoogere bevelhebbers in het
wet-Mackay. Waar zou 1
Vaderland in zijne wetten telkens her- en der
waarts geslingerd werd?
’t Ligt dus voor de band dat met de ge-1
bleken meening der Tweede Kamer in ’t ver-
onlangs b. v. i
ander middel dan droogmaking der meren,
die groote voorraadschuren van water.
De hooge waterstand heeft inmiddels doen
zien, dat er in onze provincie nog werk in
overvloed is. Het brengen van de zoogenaamde
buitenlanden in polders, het verhoogen en ver
zwaren van de bestaande polderdijken, dit alles
zal het kwaad kunnen breidelen, op den duur zoo tamelijk de les werd gelezen over het niet
voordeelig zijn voor de eigenaars en gedurende
de eerste jaren aan menig werkman arbeid en
daardoor brood verschaffen. H.
om in betrekkelijk korten tijd aan de behoefte
te voldoen. Want
uit ’t oog verliezen.
om nu i
gevolgtrekkingen voor de toekomst te maken.
Wie waarborgt toch bij de aanstaande ver- jen heeft
De verantwoordelijkheid
waarschijnlijk worden de heeren Van Gilse en jje zjoh
meerdere geestverwanten uitge- verklaarde, want in werkelijkheid was dit zoo
maar op den Minister
van oorlog die zonder eenig deugdelijk motief
i van
van
De Voorzitter der Kiesvereeniging »Wonse-
radeel” kan gerust zijn. Van de legerwetten
komt voorloopig niets. De heer Bouman heeft
medegewerkt tot het aannemen van het amen-
dement Van Gilse c.s. De Minister van Oorlog,
generaal Eland, heeft zijn ontslag ingediend.
Een ander mag de ondankbare portefeuille in
handen nemen.
Dat is dan nu eigenlijk de schuld van Wijbe
Cnossen, zegt een geestig schrijver. Hij her
innert aan de verkiezing in ’t district Sneek,
en hoe daar te IJlst aan genoemden Cnossen
op den dag der verkiezing een nieuw stembiljet
geweigerd werd, omdat hij het oude niet
had verloren. De geschiedenis is bekendin- j
dertijd is ze ook in dit blad in den breede
uiteengezet. Nu is de vinding wel aardig, in
zooverre ze den kiezers op ’t gewicht van zelfs
een enkele stem wijst, maar ze doet niets ter
zake. Vooreerst is bij nader onderzoek ge
bleken, dat de werkelijke uitslag der verkiezing
in ’t district Sneek tot andere cijfers leidde dan
die in eersten asnleg waren vastgesteld. Maar
bovendien is ’t bekende amendement niet alleen
voorgedragen door den heer Van Gilse alleen,
maar door de heeren Van Gilse c.s., dat is
met nog eenige andere heeren.
Wilde men verder gaan op dit terrein, dan
te verantwoorden krijgen. Immers vooral door j ieen
bare houding
die van
Hoe dwaas toch wordt verder opgemerkt 1 beginsel,
reeds uit de gevallen beslissingen bewonderenswaardige volharding en ondanks
een krachtige tegenkant ing in het leger gestre-
eene portefeuille quaestie maakte!
‘1 van het Dinsdag geval-
Wellicht, ja zeer ]en votum rust dan ook niet op de meerderheid,
i voor het amendement-Van Gilse c.s.
FRISO
i
vuns- b uinn h:\iii
nun mill FiiiEsinn.
5
1
1
f,
r
j
1
Q
'z.
LUVU Uivv VYÜ1AÜ 1U.1U1BUCL Zttl gUUUlgU WUIUÜU UÜIUUUCU
zal zelfs met de legerhervorming op breede schaal ter hand