De aanstaande verkiezingen.
WOENSDAG 24 APRIL 1901.
No. 32.
Frieschen Locaal-Spoorweg
althans voor het baanvak Leeuwarden-Ferwerd
is heden, Zaterdag 20 april, geschied. De
stations hadden een feestelijk aanzien, de ge-
noodigden waren tegenwoordig en, hoewel een
weinig later dan wel bepaald was, reden de
feestelijke treinen naar het tot heden nog zoo
In de Leeuwarder Cou-
beden kan men de bijzonderheden
Een dagblad heeft natuurlijk veel
t op een blad, dat slechts tweemalen
per week verschijnt. Daarom zullen we om
trent de officieele openingook maar zwijgen, maar
alleen melding maken van het feit, dat de Directie
voor het vervolg van den dag in ruime mate
kaarten beschikbaar stelde voor een gratis
rijtoer van uit het Noorden naar Leeuwarden
en dat van die aanbieding zeer algemeen ge
bruik werd gemaakt. Een aantal fanfare-corp-
sen, wij meenden er niet minder dan vijf te
tellen, blies lustig op en Leeuwarden zag de
menigte door zijne straten dolen, vergezeld van
eene groote meerderheid der schoone sekse,
gewapend de heeren natuurlijk met het
teeken hunner waardigheid de gestreepte pet,
Officiéél gedeelte.
Een en Dertigste Jaargang.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATEBDAG.
Ons trof die eensluidende, stille hulde, ge»
En dit voor-
Hoe zeer werd hier de werkelijke adel ge-
H.
H.
Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
Leeuwarden, Friesland, ja heel ’t
Vaderland verliest in dezen een wakkeren,
Maar
De
man
Jhr. Mr. F. J J. van Eijsinga f
Onderscheidene bladen maken gewag van
het overlijden van
hoogen ouderdom,
schiedenis, herinneren
geïsoleerde Noorden.
rant van heden kt
I reeds lezen.
was een rijk, ver-
inge- mogend man.
vaart tegenwoordig,
dezen stoeren Fries in j
Vele geven zijne levensge-
aan de hem verleende
onderscheidingen tengevolge van zijn werkzaam
leven op allerlei gebied. Zij noemen hem Mi-
nister van Staat, oud-Voorzitter van de Eerste
Kamer der Staten Generaal, enz. enz. Alles
volkomen terecht. Wij behoeven daaraan
niets toe te voegen. Maar waar we alleen
op willen wijzen is dit:
De heer Van Eijsinga,
mans begrafenis. Slechts een zevental rijtuigen
volgden de lijkkoets. Bij het graf werd niet
gesproken dan alleen het hoog noodige, de
dankbetuiging aan de vertegenwoordiger van
H. M. de Koningin, tegelijk met de dankbe
tuiging aan alle anderen voor de betoonde be
langstelling.
De wereld gaat voorbij. En de dichter moge
zeggen
«Prachtig zij de staatsie-wagen,
Glimmend zij de steen van ’t graf,
’t Zelfde kleed wordt weggedragen,
Wat hier God aan d’arme gaf,”
volkomen waar. Maar ’t komt er maar op
aan welke geest in dat kleed heeft gewoond.
En een geest als die van den genoemden ont
slapene zouden we wenschen in elke gestalte,
hoog of laag geboren, die zijn tijd en talen-
I ten zoo ter beschikking weet te stellen als hij,
die na een welbesteed leven zoo eenvoudig
grafwaarts werd gebracht.
’t Loopt er tegen aan.
Wij zijn nog wel April, maar spoediger dan
men ’t denkt is ’t Juni. Wie had b.v. de
zomer zoo plotseling verwacht na den winter
van vier maanden.
Op uw post dus kiezers I
Op uw post, vooral gij liberale kiezers. En
dit vooral om niet overrompeld of misleid te
worden. Waar men U tracht diets te maken,
dat de liberalen eigenlijk niet meer weten wat
ze willen, dat ze geen programma (als ’t
heet) hebben aan te toonen, meenen we voor
het heden goed te doen met U te wijzen op
een verslag van de gecombineerde vergadering
van de negen district-vereenigingen van «Voor-
uitgang” te Amsterdam, belegd ter bespreking
van het aan de leden toegezonden prae advies
van het Centraal Comité, inzake de bij de a.s.
algemeene verkiezingen te volgen gedragslijn.
Dit verslag door ons ontleend aan ’t N. v. d.
D. van 20 April, luidt in hoofdzaak als volgt
In dat prae-advies wordt eerst uiteengezet
waarom een nadere omschrijving van de be
ginselen, in de reglementen neergelegd, alsnog
niet wordt vereischt. In het nu verloopen
4-jarig tijdvak zijn verschillende maatregelen
tot stand gebracht welke de vereenigingen in
1897 op den voorgrond hadden gesteld en voor
welker verdere ontwikkeling en uitvoering nog
veel te doen valt, zoodat deze maatregelen nog
op het program behooren te blijven, zooals
leerplicht, persoonlijke dienstplicht, ongevallen
wet, gezondheids- en woningwetten, verbetering
van verkeerswegen enz.
Tot voortzetting van dezen aangevangen ar
beid wijst bet Centraal Comité op het vele dat
nog te doen valt, als verstrekking op ruime
schaal van vak- en ambachtsonderwijs, regeling
van arbeids- en rusttijden, herziening der armen
wet, verbetering van den rechtstoestand der
gehuwde vrouw, Indische comptabiliteit, betere
regeling der administratieve rechtspraak, der
onteigening, successiebelasting, handelswetgeving
enz., waarvan reeds veel is voorbereid.
Wat het kiesrecht betreft, is het Centraal-
Comité van oordeel, dat «Vooruitgang” zeker
tot finale regeling moet willen medewerken,
doch eerst dan wanneer omtrent die regeling
meer overeenstemming is verkregen. Noch
omtrent de grenzen, noch omtrent evenredig
kiesrecht en het daarvoor aan te nemen stelsel,
noch over het kiesrecht der vrouw bestaat nog
een wel gevestigde overtuiging bij de meerder
heid der vrijzinnige kiezers. Verdere uitbrei-
F. S. van
zinnige kiesverenigingen «Vooruitgang”, ken- langstellenden. Wij deden dit met opzet om
met eigen ooren te vernemen, wat men wel
omtrent dezen doode zou getuigen. Zoo dik
werf hoorden we bij de uitvaart van welge-
stelden uit meer dan éénen mond«dat is nu
de laatste gang, de man kan ook al niets
meenemen en zoo voort in dezen geest.
er geen groot man is geweest die op de be- I
staande aanteekeningen heeft gemaakt, maar
omdat er geen behoefte aan bestaat, omdat er
onder het volk geen drang is naar grondwets
herziening. De kiezers weten dat thans de
wagen weer aan het rijden is, dat er weer
stoom op is en dat er op het oogenblik werk
wordt afgeleverd dat ons land en ons volk ten
goede zal komen. De kiezers zijn door de
kieswet van 1895 verjongd. De tegenwoordige
regeeringspartij moet kunnen toonen dat zij
waard is regeeringspartij te blijven en dat
wordt bedreigd als men zich nu reeds teleur
gesteld toont. Dat is geen vrijzinnigheid meer,
dat is eigenzinnigheid, een verkeerd vasthouden
aan eigen geliefkoosde meeningen. Men ver-
wijt het huidige ministerie gemis van homo
geniteit, maar Spr. vraagt, of ’t mogehjk is, in
onzen tijd waarin de denkbeelden zich zoo snel j
ontwikkelen negen menschen bijeen te brengen
die in alles eenstemmig denken. Men moet
hierin aandringen op homogeniteit bij de afge
vaardigden, opdat dezen beter dan tot nog toe
geecbiedde, ..meuwe.k.n d»»r„e.ke. kun- De openjng yan de Noord.
De motie werd daarna met op één na alge
meene stemmen aangenomen, waarna de ver
gadering, na het afdoen van eenige huishoude
lijke aangelegenheden, in verband met de ver
kiezingen, gesloten werd.
De Amsterdamscbe motie, welks inboud uit
de toelichting duidelijk blijkt, kan heel wel
door geheel het Vaderland worden aangenomen
als de leuze van de liberale partij. Worde zij
behartigd, het Vaderland heil!
korte toelichting door den eersten bekwamen, welmeenenden en weldoenden zoon,
voorsteller, die erop wees dat het in het be-
ons land zou zijn, in- vloeid uit den mond van menschen van ver
dien afgevaardigden werden gekozen in den schillenden stand en godsdienst.
geest dezer circulaire was het woord aan den al in de hoofdplaats van een district, dat voor
lieer C. H. den Hertog. eenige jaren zelfs een sociaal-democraat ter
Hij verklaarde ook verheugd te zijn ge- Tweede Kamer ging verkiezen
v eest door den inhoud van deze circulaire.
lang der toekomst van
ding is naar
Grondwetsherziening, welke in de eerste jaren
niet uitvoerbaar zal zijn.
De heer Mr. I. A- Levy noemde deze cir
culaire een uiterst practische handleiding voor
de verkiezingen. Daarin plaatst zich «Vooruit
gang” op practischer standpunt dan men ziet
doen door de nieuwe partij, de Vrijzinnig-demo-
cratische, welke Spr. niet anders kan karakteri-
seeren dan als een politieke partij zonder mid
del en zonder doel. In een constitutioneelen
staat toch behoort men in alles uit te gaan van
de publieke opinie, en wat wil nu deze partij
Allen mannen en vrouwen kiesrecht met inbe
grip van de bedeelden.
Nu kan men met het ontwerp Tak van oor
deel zijn-dat het kiesrecht dient uitgebreid te
worden tot allen die in staat zijn, al is ’t ook
op de meest schamele wijze, hun gezin te on
derhouden, maar moet men dat recht ook geven
aan hen, die de voorwaarden tot de allereerste
materiëele zelfstandigheid missen?
Ten aanzien van de vrouw is men ’t in
Nederland eens, dat zij privaatrechterlijk be- '_^r is tegen grondwetsherziening, niet omdat waardeerdEenvoudig als zijn leven was ’a
hoort te worden gelijk gesteld met den man,
maar volgt daaruit dat men in Nederland heeft
de gevestigde overtuiging dat aan alle vrouwen
het kiesrecht moet worden gegeven, zoodat voor
haar wordt ontsloten de toegang tot ieder re-
geerings college. Het is steeds hetzelfde kleine
kringetje van menschen waarin men deze theo
riën verkondigen hoort. In werkelijkheid is er
ten onzent ontstentenis van een openbare mee-
ning nopens die punten waarnaar met urgentie
door de nieuwe partij wordt gestreefd.
Spr. herinnert nog dat de Grondwetsherzie
ning van 1848 een voorbereiding had van
minstens 8 jaren, dat Thorbecke reeds in 1840
zijn «Aanteekeningen op de Grondwet” had
uitgegeven en dat er in ’48 een stroom van
literatuur over het onderwerp bestond. Heeft
men op het oogenblik, vroeg hij, iets dat in
de verte op zoodanige voorbereiding gelijkt?
Politiek is de kunst van het bereikbare heeft
men gezegd, maar is er zweem of schaduw van
mogelijkheid om bij de tegenwoordige samen
stelling der Tweede Kamer te kunnen verwach
ten wat de nieuwe party te bereiken wenscbt?
Spr. ontkent ’t beslist en meent dat zulk drij
ven moet uitloopen op krachtsverspilling, of een
legislatieve periode, die tot onvruchtbaarheid
gedoemd is.
Spr. vroeg, het doel van de nieuwe partij
besprekende, of zij ’t in haar macht zou heb
ben de Grondwetsherziening te beperken uit
sluitend tot het verleenen van het kiesrecht
gelijkelijk aan den man als aan de vrouw?
Zullen niet, indien die herziening is tot stand
gekomen, andere vragen zich op den voorgrond
dringen, zooals de verbetering der verhouding
tusschen moederland en koloniën, algeheele
gelijkstelling van het hooger met het lager
onderwijs, scheiding van kerk en staat (het
stokpaardje, zegt Spr., van de overleden maar
in de Vrijzinnig-democratische partij naar op
standing voerende radicale partij) onderwerpen,
die nu als onbruikbaar tengevolge van de
Grondwet op den achtergrond moeten blijven.
Spr. noemt deze nieuwe politiek, een politiek
die experimenteert, zonder voorbereiding, of
louter volksbelangen, waarbij het Nederlandsche
volk en zijn gewichtigste belangen de inzet zijn
en aan zoodanige politiek wenscbt bij niet
mede te doen (applaus).
Nadat nog enkele anderen het woord hebben
veler oordeel niet mogelijk zonder gevoerd, deelde de Voorz. mede, dat was inge- mogend man. En nu waren we bij zijne uit
komen de volgende motievaart tegenwoordig, ons begevende dan hier
«De vergadering van leden der negen vrij- dan daar onder de verschillende groepen be-
nis genomen hebbende van de circulaire van
het Centraal Comité, d.d. 12/4 1901, ver
klaart in de zienswijze van het Comité te dee-
len, en verzoekt het 0. C. bij het uitbrengen
van advies zich te laten leiden door de over
wegingen, in die circulaire uitgesproken”.
Deze motie was onderteekend door de heeren hier geen enkel woord van dien aard.
J. Boissevain, Mr. W. H. K. Mouthaan, Mr. I menigte gevoelde, dat daar een braaf
Nierop, I. van Hasselt, Mr. J. B. I grafwaarts werd gebracht en algemeen was het
Iloelvink, H. W. Groeneveld, Mr. I. A. Levy 1 oordeel7-4—- E,-:—4 -- 1 'L
en Armand Sassen.
Na een
mins- ei tin ui 11 i ii
min mini rinisi.t\n.
Prjjs per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent
PRIJS der AD VERTENTIÉN van 15 gewone regels 40 cents.
Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de prjjs belangrijk lager.
Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever.
UITGEVER:
1.
2.
3.
vooruit
Hoofdelijken
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan lit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiên Din-dag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
VERGADERING van den RAAD der ge
meente WORKUM, op Vrydag den
26 April 1901, ’s namiddags te 6 ure,
teneinde te beraadslagen over de hier
onder vermelde punten
De Burgemeester,
T. M. ten BERGE.
Notulen der beide vorige vergaderingen.
Mededeeling van ingekomen stukken.
Voorstel van Burgemees'er en Wethouders
tot het toestaan van een crediet, voor het onder
zoek der haven en bank.
4. Adressen om afschrijving van
omslag over 1901.
5. Adres van de heeren A. Santee Landweer
en J. J. Snoep, omtrent de waarneming der armen
praktijk.