I "T KW® j| «s Een en Dertigste Jaargang. WOENSDAG 1 MEI 1901. No. 34. En zij werden den Tem pel uitgedreven! Officiéél gedeelte. Maandag den 13 Mei. Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. I het amendement-Rink, dat de overdracht Lm UITGEVER! Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM we in het belang van rust en orde en van de vreedzame, geleidelijke ontwikkeling van het gemeenschappelijke Vaderland de innige bede Dring ze dezen Tempel uit, laat hen niet den Voorhof binnengaan. Prjjs per kwartaal 70 cent franco per post 86 oent PRIJS der ADVERTENTIÉN van 15 gewone regels 40 cents. Voor eiken regel meer 7| cent. By abonnement is de pry's belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever. E Jeruzalem te ondernemen, pel te bezoeken. Verre, troostten de vrome pelgrims godsdienstig voorschrift te voldoen ren of trams waren er ze Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco aan Ut adres, uiterlyk Maandag en Donderdag middags 1 uur. Advertentiön Dingdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur. na verwerping van het de uitspraak van Minister Smidt in 1892, dat de letter de wet geheel iets anders be aangezien alleen met die letter ™Dts hun, vergunningsrecht kunnen verliezen. men het ver- Met den godsdienst valt niet te scbacheren. En met de politiek dan wel? Dan wel, als mon die godsdienstig wil doopen. Zegtkiezerszwijgt. Doet, wat u van hooger hand wordt bevolen. Van hooger handdat is van uwe leiders. Want niet waar? gij zelve zijt onmondig en kent uw eigen best niet. Hoort dan wat in uw belang is In ’t district Harlingen hebt ge eenvoudig den candidaat der christelijk historischen te stemmen. In ’t district Sneek dien der anti revolutionairen. Voor de verdere Frieeche districten geven we u evenzeer onze bevelenmitsgaders voor de verkiezing van de Staten der Provincie. En dat alles op gronddat wij zulks zijn ’t Moet in de rechte bed- ovr-^engekomen. Zelve hebt ge nu weinig anders te doen, dan op den dag der stemming onzen man zwart te maken. Gemakkelijk ge noeg. Och koopwaar wat doet het er toe, niet tegenpruttelen. Doen is een ding En de katholieken in beide districtenwat zullen zij doen De handlangers zijn van dit walgelijk compromis? Voor hen geene kans. Neenin Beverwijk en elders zullen deze ge holpen w’orden maar in Frieslandei neen in Friesland hebben zij niets te zeggen. Koophandelniets dan koophandel onder ’t mom van heiligheid. Wie ruimt in dit opzicht den Tempel van ontheiliging? jj De <lranl< wet beslissing-. De »Stichtsche Ct.” geeft uiting aan baar geringe ingenomenheid met den afloop der vergunningsquaestie, als gevolg van de handel wijze der Regeering, die tot haar groote ver bazing baar eigen voorstel introk en dat der heeren Marchant en Meesters overnam. Het blad herinnert, dat men algemeen hier over eens was, dat de bedoeling van den wetgever van ’81 geene andere was geweest, dan dat de na 1 Mei 1881 verkregen vergun ningen op 1 Mei 1901 vervallen zouden. Doch terwijl sommigen beweerden, dat die bedoeling ook uit de bewoordingen der wet onwederleg- baar bleek, oordeelden anderen, op gezag van kunnen blijven bestaan en aanzienlijke restau- naar paaldeen mocht worden gerekendachtte onomstootelijk bewezen, dat ook nè 1901 gunningen boven het maximum mochten blij ven doorloopen, als de houder maar zorgde het recht intijds te hebben voldaan. Drieërlei regeling was nu voorgesteld. De Regeering sloeg voor om alle vergunnin- leende vergunningen doen ophoudendoch inmiddels toestaan, dat tot dat tijdstip zulke vergunningen nog mochten worden o ver ge drag en. Ook dit voorstel beoogde dus de onduidelijkheid, in de wet van 1881 verscholen, weg te nemen en verschilde van het Regeerings- voorstel slechts hierin, dat de termijn een jaar vroeger eindigde, terwijl het overdrachtsrecht nog 3 jaar bleef bestaan. Van geheel andere strekking was echter het voorstel van de heeren Marchant en Meesters. Deze heeren wilden ook evenals de Minister het overdrachtsrecht voor na 1881 verkregen vergunningen met 1 Mei van dit jaar doen ophouden, maar de onduidelijkheid in de wet van 1881 lieten zij onaangeroerd. Alleen werd de termijn tot 1 Mei 1904 verlengd. Maar wat dan zal gebeuren, of de bedoelde vergunningen dan vervallen of verlengd kunnen worden, daarover werd door hun amendement met opzet niets beslist. Tot onze groote verbazing nu zegt het blad trok de Regeering in den loop der discussie haar eigen voorstel in en nam dat van de heeren Marchant en Meesters over, hetwelk de Kamer, amendement-Rinkmet groote meerderheid aannam. De quaestie trad hiermee een nieuw stadium inWant wel is het veler bedoeling, dat vóór Mei 1904 een nieuwe algemeene regeling zal worden getroffen, maar ook die bedoeling is weer niet in de wet uitgedrukt. En de waarschijnlijkheid is zeer groot, dat men later zich opnieuw uit de moeielijkheid zal trachten te redden door andermaal den termijn, nu op 1 Mei 1904 vastgesteld, te verschuiven. Dan zal men daardoor krijgen het zoogenaamde uitstervings-systeem. Dat wil zeggen, in alle gemeenten, waar op dit oogenblik meer ver gunningen zijn dan de wet veroorlooft, zal een vergunning, die door vertrek of overlijden van den houder vervalt, niet meer mogen worden vernieuwd. En dat zoolang totdat het wettelijk maximum zal zijn bereikt. De eigenaars van perceelen, waarin eene vergunning is gevestigd, weten dus wat hen boven bet hoofd hangt. Als hun tegenwoordige huurder om wat reden ook vertrekt, is de vergunning tevens onherroepelijk verloren. Even eens mogen bij sterfgeval de erfgenamen de zaak niet voortzetten. Dat dit tot zeer zonderlinge toestanden zal kunnen leiden, valt niet te ontkennen. Slechte, gevaarlijke kroegen in beruchte buurten zullen en het eerwaarde gebouw weder aan zijne be stemming deed beantwoorden. Waarom we nu aan deze oude Joodsche historie herinneren? Vooreerst, omdat ze nog zoo overbekend is en zelfs heden ten dage den Christenen wordt voorgehouden. Voldoende? Dat zal de vraag zijn. Wat zien we thans rondom ons gebeuren? Wederom een handel en wisselpartij in den voorhof des Tempels. Ja, maar alsjeblieft op politiek gebied Zeer zeker, maar wat onderscheidt het po litiek terrein tegenwoordig van het christelijke”? Of steken daar niet de lieden, die bij uit stek christelijk willen heeten, de hoofden bijeen om te trachten de huidige, volgens hen ont kerstende, maatschappij weder in de rechte bedding te leiden? Welke bedding deze nu moet zijn? Natuurlijk de rechte De katho lieke, de streng- rechtzinnig protestantscbe, de christelijk historische of nog een andere dat doet er niet toe. ding zijn en deze zal daarmee wel te vinden wezen. Ziet, tegenwoordig, al kan ieder christelijk zijn zooveel hij wil, deugt het niet. Al heeft men respect voor de knappe lieden, die het bestuur in handen hebben, er moeten christelijke lui zijn, alsof al de anderen nu maar zoo pardoes onchristelijk, heidensch of zoo iets zijn. De tempel, zelfs de voorhof was schoon van allen handel, en geldwisselaars werden er niet meer aangetroffen. Maar daar buiten groeide de menigte aan en door onderlinge bandje- plakkerij zal het gelukken dien voorhof weder binnen te treden om het o. i. snoode bedrijf van vroeger te hernieuwen. Eene nieuwe uit drijving uit den Tempel zal daarom later noo- dig worden. De politiek ten onzent was en is nog altijd godsdienstig. En deze richting is in overeen stemming met de ware behoefte des volks, met den noodigen waarborg van vrijheid van godsdienst voor iedereen. Dit behoeven we slechts weinig nader uiteen te zetten. Want gesteld eens vergun ons de uitdrukking een ellendig allegaartje van zoogenaamde christelijkheid behaalt de meerderheid, dan is het duidelijk, dat een kabinet uit die meer derheid moet worden samengesteld. Dit ka binet zal dan geformeerd worden uit wat men noemt, heterogene bestanddeelen, dat wil zeggen partijdige, onderling jaloersche. Welke eene kracht daarvan kan uitgaan, is reeds ge bleken bij de samenstelling van het kabinet Mackay De Savornin Lohman. Het smolt als sneeuw voor de zon hoewel het de zoogenaamde pacificatie op schoolgebied bewerkstelligde, altijd door hulp der liberalen. Eene pacificatie (bevrediging) echter, die zoo goed als niemand bevredigt, allerminst de ver schillende kerkelijke partijen. Bij elk samen stel van een Bewind behoort ten onzent de verdraagzaamheid vooraan te zitten. Daarover is alle twist overbodig. Dit is eenmaal de onafwijsbare eisch voor de algemeene vrijheid. Die verdraagzaamheid het echt godsdienstige zetelt in het heilige der heiligen. »God laat zijn zon opgaan over goeden en kwaden en regent over rechtvaardigen en onrechtvaar- digen.” En als daar dan bondgenootschappen worden gesloten om onder den schijn van gods dienst den voorhof' te veroverendan hebben BURGEMEESTER en WETHOUDERS van WORKUMnoodigen de ingezetenen uit de verhuizing voor dit jaar te doen plaats hebben op Workum, 30 April 1901. T. M. ten BERGE, burgemeester. J. OUDEBOON, Secretaris. Men kent de historie, ruim achttien eeuwen geleden spelende te Jeruzalem, de hoofdstad van het oude Palestina, ’t Joodsche land, ’t Beloofde Land, Kanaiin, het Land overvloeien- de van melk en honig, of hoe men het ver der noemen wil. Een historie leerrijk nog voor onze dagen. Jeruzalem had zijn tempel, een aan Jeho vah gewijd gebouw in den vorm ongeveer van een hoefijzer verdeeld in drie deelen. den grooten voorhof, het heilige en het heilige der heiligen, ’t centrum n. 1. Tot dit laatste bad alleen de hoogepriester toegang en wel slechts éénmaal per jaar. Daar waren de gewichtigste documenten der Joden bewaard, de verbonds ark, enz. Dat heilige der heiligen was als ’t ware de zetel van Jehovah of Javeh, als de Joden ihunnen” God noemden. ’t Behoorde tot de plichten der Joden min stens éénmaal in hun leven eene reis naar om daar den Tem- verre reizen ge- zich om aan bet en spo- natuurlijk niet als elkander de lange reize trachtten te ver korten, zongen ze hunne godsdienstige liederen voor een groot gedeelte bewaard en bekend onder den naam van psalmen Davids. Bekend zijn onder anderen »Uit diepten van ellenden”, of >Steekt hen de felle middagzon In ’t moerbeidal, Gij zijt hun bron”, of nog »Hoe branden mijn genegenheen Om s Heeren voorhof in te trêên”, enz. enz. Zoo ging het daar in de verte in de oud heid jaar in, jaar uit. En verwondering be hoeft het niet te baren, dat tegen de feest dagen tal van vreemdelingen in Jeruzalem als opgehoopt waren evenmin als dat ieder van deze trachtte te profiteeren van wat er zoo al aan zat. In dit opzicht is onze tegen woordige Christelijke maatschappij der Joodsche gelijk gebleven. Maar de handel de negotie, nam onge oorloofde verhoudingen aan. Men onteerde den schoonen tempel en gebruikte dienmen drong den voorhof binnen en negotiemannen en geldwisselaaars hadden er hunne zetels op geslagen. ’t Schoone gebouw, door wijlen David en Salomo gebouwd met steun van ko- ning Hyram, ofschoon de laatste een onge- loovige was, doch ’t welk door de eersten aan Gode gewijd werddat schoone gebouw werd ontheiligd en verlaagd tot gewone koop mansbeurs. Geen wonder, dat Jezus, dit alles aanschouwende, in verontwaardiging in eigen persoon de kooplieden en wisselaars uitdreef 1905 te laten doorloopen, maar dan zouden zij ook vervallen. I in gemeenten, waar meer vergunningen zijn dan geoorloofd is, nè. 1 Mei 1901 geene gunningen meer aan anderen mogen worden overgedragen. De knoop, in de wet van 1881 verborgen, werd daarmede dus doorge hakt. De heeren Rink, Kuyper en Mutsaers wilden reeds op 1 Mei 1904 die nè 1 Mei ’81 ver- prikkel bevatte om vóór dien tijd eene alge* ver- De een zal groote schade kunnen lijden en de ander even sterk bevoordeeld kunnen worden. Men heeft zich maar het geval te denken, dat van twee in elkanders onmiddelijke nabij heid gelegen restaurants één het vergunnings recht verliest, terwijl de ander het behoudt. De iStichtsche Ct.” is van de nieuwe bepa* gen, die na 1881 waren verkregen, tot 1 Mei ^nS dan ook geen bewonderaar. Aanneming V VSO J* A MM XV zl XV MM ZVM 4 I n I. zl XV 4 zl XV XXVT XX zl A XV1% 4 Bovendien zoüden”(altijd had willen blaten tot 1904, en dat een sterke meene regeling te treffen, ware h. i. wensche- lijker geweest. Thans kunnen zeer scheeve verhoudingen ontstaan. Het blad schaart zich van harte onder de vanen der drankbestrijders, maar wenscht de billijkheid niet uit bet oog te verliezen. (Uit 't Persoverzicht N. v. d. D.) i Jims- n tm i r. 11 i u: m.ui mii rii iisi. nn. r-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1901 | | pagina 1