j
1
God in het Staatsbestuur.
Een en Dertigste Jaargang.
No. 54.
Binnenlandsche Berichten.
WOENSDAG 10 JULI 1901.
Leve de stemuitruiling!
Officiéél gedeelte.
1
Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM.
U
i
FRISO
ras- ES III1EII1EVEIE-
iiliii loiiii niiEsusii.
Dit Blad versohjjnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
H.
herbenoeming
Alsvoren
i
U I T G R V E Bt
knap
man.
van het beginsel der
het vervolg evenwel
Het wellicht reeds lang voorbereide en te
onzaliger ure volbrachte werk der «stemuitrui
ling” beeft niet slechts gestalte aangenomen bij
de directe, maar ook bij de getrapte verkiezin
gen. De ontwerpers daarvan hebben eer van
hun werk, misschien wel meer dan hun lief is.
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterljjk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiön Din dag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
De Directie van de Noord-Friesche
Lokaalspoorweg maatschappij heeft de Staten
van Friesland uitgenoodigd tot een proefrid van
Leeuwarden naar Ferwerd, op Woensdag a. s.
tot zeer verrassende uitkomsten leiden. Of de
uitvinders dan nog evenveel genoegen van hun
systeem zullen belevendat zal te bezien
staan.
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 85 oent
PRIJS der ADVEBTENTIEN van 15 gewone regels 40 cents.
Voor eiken regel meer 7j cent. Bjj abonnement is de prjjs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever.
Gaarne voldoen wij aan het verzoek van
Mr. Julius Verwer om het onderstaande over
te nemen uit Ons Noorden van 8 Juli.
Met hem zijn wij het eens dat beschermende
rechten niet behooren tot een gezonde staat
huishoudkunde.
De quaestie van zilveren en gouden stand
aard is echter niet met een paar woorden uit
te maken.
Het Ministerie Mackay-Lohman-
Keuchenius heeft weliswaar niet veel tot stand
gebracht, maar het heeft toch belangrijke maat
regelen voorgedragen, en nu heb ik eens na-
M. de R.l
Mag ik u verzoeken, bijgaande zinsnede over
te nemen uit het verslag van onzen consul
te Kobe De daar uitgesprokene gedachte ligt
geheel in dezelfde lijn als mijn art. van 13
Sept. 1.1. in «Ons Noorden”, waarin ik betoogde,
Hoofdelijken omslag over j
9. Vaststelling van het kohier van schoolgelden
over het 2de kwartaal 1901.
VERGADERING van den RAAD der ge
meente WORKUM, op Donderdag den
11 Juli 1901, ’s namiddags te 7} uur, zljn recht zal komen,
teneinde te beraadslagen over de hier- - -
onder vermelde punten.
De Burgemeester,
T. M. ten BERGE.
Notulen der 2 vorige vergaderingen.
Mededeeling van ingekomen stukken.
Adres om afschrijving van Hoofdelijken om-
te stellen. Er werd nooit met een enkel woord
naar gevraagd. Al die memories konden even
goed van een liberaal Ministerie zijn uitgegaan.
Onder het Ministerie-Mackay werd o.a. de
invoering van den persoonlijken dienstplicht
voorgesteld. Daarover vlogen de bondgenooten
elkander in 't haar. De anti-revolutionairen
waren er even warm vóór als de katholieken
er tegen, ofschoon het een katholiek Minister
was, van wien het voorstel uitging. Werd nu
van antirevolutionaire zijde beweerd, dat het
voorstel goed was, omdat het steunde op een
ordinantie Gods? Of werd het van katholieke
zijde bestreden, op grond, dat het in strijd zou
zijn met Gods woord? Noch het ééne noch
het andere was het geval. De Minister Ber-
gansius constateerde, dat zelfs geen poging was
beproefd om aan te toonen, dat het voorstel in
strijd was met het katholiek geloof of met
eenige katholieke leerstelling. Men was er
tegen, omdat men de plaatsvervanging een bil
lijke instelling vond, omdat men vreesde, dat
in de toekomst ook priesters wel eens tot dienst
neming konden worden gedwongen, omdat men
het uit maatschappelijk oogpunt verkeerd vond
ook de meergegoeden te noodzaken hunne zonen
voor het leger af te staan, kortom, om tal
van sociale en anti-sociale redenen, maar Gods
Woord bleef geheel buiten geding.
En zoo ging het zegt de schrijver ten slotte
ook telkens bij de behandeling der hervor
mingen, door het jongste liberale Ministerie
voorgesteld. «Door onze medewerking, door
onze hulp zijn die hervormingen tot stand ge
komen,” zeggen de zoogenaamde clericalen.
Maar dat is dan immers het bewijs, dat die
liberale hervormingen niet in strijd waren met
anti-revolutionaire of katholieke ordinantiën,
want anders was het immers onverantwoordelijk
van die zijde er hunne medewerking aan te
verleenen.
belang, billijkheid en utiliteit, maar dat er nooit
aan gedacht is daarbij eenig gebod uit de Schrift
of een Goddelijke ordinantie op den voorgrond
Bezwaarschriften tegen aanslagen in het
iu:I
fing van pacht, tengevolge de herstelling van de veering altijd geschiedde op gronden van ’s lands
Z6681U18. i 1_; hm t_l_—U ..iïiia-ïxi t
7. A Is voren van U. Zwolsman, om maatregelen
te nemen dat de tijd van sluiting der zeesluis
niet langer duurt dan drie maanden.
8. r
primitief kohier
1901.
Over de kamerverkiezingen spreken we niet.
Wij zijn geen vrienden van napleiten. En al
het vertoon in *t district Harlingen laat ons
koud. Op zijn hoogst kan daar eene nieuwe
verkiezing worden uitgeschreven en dan komt
mr. Schokking natuurlijk weder uit de stembus,
alleen hebben de gemeenten weder zoo ’t een
en ander te betalen. Maar dat hindert niet.
De gemeente-ontvangers zijn daar goed voor.
De radicale heeren hebben ook hunne rechten,
niettegenstaande sommige hunner, naar ons
tamelijk goed bekend is, verzuimden zich als
kiezers te laten inschrijvenietswat in ons
oog al een radicale fout is.
Voor ’t heden hebben we ’t oog op de ver
kiezing van Gedeputeerde Staten en wel voor
namelijk wat aangaat de provinciën Zuid-Hol-
land en Friesland. Op deze vooral was het
politieke oog der verbonden anti-liberalen ge
vestigd. Men weet het Zuid-Holland ging wel
en Friesland ging niet om.
Hoe nu bij de eerste handeling, de verkie
zing van Gedeputeerde Staten?
Wel het beginsel der stemuitruiling schijnt
zoo maar pardoes ingang gevonden te hebben.
In Zuid-Holland bad men ’t in zijn macht het
geheele College Gedeputeerden anti revolutionair
of iets van dien aard te makenin Friesland
konden de liberalen het halen.
En Zuid-Holland bestendigde met algemeene
stemmen den liberaal Goekoop en Friesland
koos evenzeer met algemeene stemmen den
anti-revolutionair Pollema
Precies eender I ’t Beginsel der stemuitruiling
had geen beter practischer toepassing kunnen
erlangen, den uitvinder daarvan ons compli
ment
Nu komt men wel aansjouwen met allerlei
dilten en daden en maren. Doch dit betee-
kent alles niets. Goekoop is een knap man
en Pollema is evenzeer een knap man. De
heeren hebben ’t verdiend
Och, wat blief je? De tegenwoordige Minis
ters hadden verdiend, dat ze minstens nog een
viertal jaren hunne portefeuilles hadden behou
den, maar wie spreekt er nu in de politiek van
dankbaarheid? Met kamerleden gaat het net
zoo. Van daag «Suzannah” en morgen «Krast
hem zei de meid, en heelemaal ongelijk had
ze niet.
Intusschen schijnt die wederkeerige stem
uitruiling ten opzichte van Gedeputeerden ook
al niet in aller smaak te vallen. Een der
christelijke organen in Zuid-Holland althans
meent, dat de overwinnende partij verkeerd
deed met slechts één zetel door de liberalen
te doen bezetten. Er had gerust nog een
tweede bij kunnen zijn. Dan hadden de heeren
(de liberale natuurlijk) met den «liberalen”
Commissaris der Koningin altijd nog de min
derheid uitgemaakt en men (de nieuwe meer
derheid altijd) had dan nog kunnen profiteeren
van de heerendie het vak reeds zoo lang
hebben bediend
Alle begin is moeielijk. Dat zal ook de heer
Pollema ondervinden. Maar een knap man als
hij, slaat zich daar wel door heen, ’t Zal
evenwel te bezien staan of hij, na een zestal
jaren van arbeid nog een even gewilde persoon
lijkheid is als thans. Gewoonlijk hebben de
zwijgers en niets doeners veel voor. Let slechts
op den uitslag der verkiezingen voor de Staten
van het eigen gewest.
De verdere toepassing
stemuitruiling kan voor
1.
2.
3.
slag dienst 1901.
4 Alsvoren van J. Bogtstra om herbenoeming
als Directeur-boekhonder der Gemeentelijke gas
fabriek.
5. Alsvoren van het Bestuur van het water-
Het kan niet anders dan aangenaam zijn als
men, wat zijne meening aangaat, menschen ont
moet, die van gelijke of ongeveer gelijke denk
beelden zijn. Wij voor ons hebben geprotes
teerd tegen het misbruik maken van Gods naam
tijdens de jongste verkiezingen en dat misbruik
verwezen naar het juiste adres.
Thans vinden we in den Haagschen corres
pondent der Zutfensche Ct. een bondgenoot.
Zijn oordeel (in uittreksel) volgt hieronder.
Vooraf willen we even opmerken, dat de
tegenpartij een heele bluf slaat uit het feitI
dat door eene Rotterdamsche liberale kiesver-
eeniging eene (opzettelijke of niet opzettelijke)
v ergissing is begaan, door een stuk van chris
telijk historischen aard (zonder datum, doch dat J
vier jaren vroeger dienst heeft moeten doen)
op ’t laatste uur nu heeft gepubliceerd.
O, wee, wat een schande, wat een onrecht!
Wjj leven zoo kort. En beginselen die al
vier jaren oud zijn, deugen immers tegenwoor
dig niet meer. Hoe konden «verlichte mannen”
ook zulk een flater slaan!
Doch vier jaren en duizenden jaren verschil
len bitter weinig. Met God of zonder God be-
teekent toch heel iets anders dan met of zonder
de christelijk-historischen. Dat de politiek reeds
thans zich gaat verzeilen in dit laatste gehar
rewar is al een men vergunne ons de uit
drukking misselijk begin, dat weinig voor
de toekomst voorspelt.
Het misbruik maken van Gods naam is van
erger allooi. Daarover werd door de misbrui
kers tot heden niet gesproken.
Wij evenwel wenschen voet bij stuk te hou
den. En dan verwachten we voor de toekomst
een regeer met God. De toekomst zal uitmaken
met welken God.
Voor ’t verleden meenen we thans het woord
te mogen geven aan den bovengenoemden cor
respondent.
dat wij niet den weg van invoerrechten op
moeten, doch de verbetering onzer sociale toe
standen moeten zoeken in den terugkeer tot
den zilveren muntstandaard. Het greidboers-
bedrijf de boofdbron van bestaan in Fries
land kan onmogelijk door protectie bevoor
deeld, doch slechts benadeeld worden. Van
den anderen kant kan de, om protectie roepende
industrie, even goed geholpen worden door den
terugkeer tot den zilveren standaard als door
de invoering van beschermende rechten.
Daar het laatste m. i. voor Friesland de
doodsteek zou zijnacht ik het van allesover-
wegend economisch belang, dat het muntvraag-
stuk op den voorgrond worde gesteld, en ver
zoek ik beleefd alle bladen in Friesland om
het even van welke politieke kleur ter
wille van het algemeene belangdit stukje te
willen overnemen.
Mr. JULIUS VERWER.
«Door eenige groote zakenmannen in Japan,
o.a. door den groothandelaar K. Okura, wordt
het overgaan van zilveren in gouden standaard
voor eene groote fout gehouden. Deze heer
gaat daarbij van het volgende standpunt uit,
dat, wijl Japan China, dat feitelijk een zilver-
land is, tot grootste afzetgebied heeft, het aldaar
tegenover andere zilverlanden, als Britsch-Indië
o.a., in een ongunstigen toestand is gekomen
en dat bovendien de zilveren standaard aan
Japans nijverheid eene bescherming tegen de
goudlanden verleende, die het bij den tegen-
woordigen gouden standaard mist. Het is het
zelfde als waarom Spanje met een gedepreci
eerd zilveren ruilmiddel, bij export van aldaar
geproduceerde goederen, eene protectie juist in
dat ruilmiddel vindt niettegenstaande het bijv,
in Frankrijk, dat een goudland is, invoerrech
ten in goud op zijne wijnen te betalen heeft
die toch met succes en voordeel daarheen kan
exporteeren. Een gedeprecieerd ruilmiddel is
eene feitelijke exportpremie, dat hebben ook
de toestanden in Argentinië en Brazilië bewe
zen. Het werkt tevens als een beschermings-
invoerrecht voor de binnenlandsche nijverheid.”
De Haagsche correspondent van de Zutfen-
sche Crt. geeft een beschouwing over de belofte
der rechterzijde, dat in de nieuwe periode God
in het Staatsbestuur van Nederland beter tot
Het is niet de vraag of
de naam van God en de woorden van Christus
meer dan vroeger zullen worden gebruikt, maar
of de maatregelen en hervormingen, door een
zoogenaamd Christelijk Ministerie voorgedragen,
meer dan vroeger door hun inhoud het bewijs
zullen leveren op werkelijk Christelijke begin
selen te steunen.
Waaruit blijkt, dat het «kostelijke, Christe
lijke” Ministerie van 1889 meer naar Gods
ordinantiën heeft geregeerd dan latere liberale
Ministeries?
schap „het Work. Nieuwland” om eene subsidie
van 25 pCt. in de kosten ad f 1600 voor de uit
dieping van de Oostervaart.
6. Alsvoren van Jan Bouma, Sjoerd Miedema gegaan, hoe die maatregelen werden gemoti-
en J A. Koch, pachters van bruggen, om onthef- veerd. Daarbij is mij gebleken, dat die moti-