b
Een streek van De Wet.
WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1901.
Een en Dertigste Jaargang.
No. 68.
De Tweede Kamer.
Dit Blad versohijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Eerst nabij, toen
UITGEVER:
Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM.
Maar nu kon hij
naar
terug. En dan ’s nachts op
Dat had hij met
Pry’s per kwartaal 70 oent franco per post 85 cent
PRIJS der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents.
Voor eiken regel meer 7| cent. By abonnement is de pry’s belangryk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever.
Wel wist hijdat hij
uur tot ’s morgens 6 uur
Dan kwam de patrouille uit het
hem af te lossen met een hand-
hij op moest rijden, want het
ver, zeer ver. Paardrijden, hij
bad het nooit gedaan in Engeland, bij zou niet
hebben gedurfd.
makkers hadden hem tusscben zich in geno
voort I was ’t gegaan. Hu als hij
dien eersten rit, hoe hij zijn
Eindelijk is dan de Tweede Kamer finaal
samengesteld, ’t Heeft van deze keer voeten
in de aarde gehad. Eerst de generale stemming,
daarna tal van herstemmingen. Toen wederom
’t zelfde bedrijf voor dubbel gekozenen en ten
derden male voor de opengevallen zetels door
hot optreden van gekozen Kamerleden als Mi
nisters. Het gevolg van al dat latere bedrijf
is, dat de Kamer wat de partij-verhouding be
treft, er precies uitziet als na afloop der
eerste actie.
In ons vorig no. gaven we eene lijst van
hare samenstelling. Legt men dit lijstje naast
dat van de oude Kamer dan krijgt men eene
belangrijke verandering. Een klein derde ge
deelte der Kamer bestaat uit nieuwe leden, die
daar voor het meerendeel nog nimmer geweest
zijn. Nu mag frischheid volstrekt geen kwaad,
als de frissche kracht en geur maar blijft en
niet te spoedig in den ouden sleur verloren
gaat.
Voor zielsziekten in de Kamer behoeft men
niet bevreesd te zijn. Er zitten er minstens
een tiental geestelijken van verschillend allooi,
mitsgaders een drietal onderwijzers. Maar ge
neeskundigen let wel geneeskundigen
naar den vleesche och, neen, men zoekt ze
er te vergeefs. Vroeger had men nog een dr.
Rombach of een dr. Idzerda, maar thans
het sanitair toezicht schijnt geene vertegen
woordiging in de Kamer noodig te hebben.
Wie let er op? De partij en nog eene de
party, dat is alles. Leger en vloot en Indië,
nu ja, dat gaat er zoo met-een van door. Zoo’n
enkele komt er wel eens kijken. Maar voor
’t overige«ieder burger wordt geacht de wet
te kennen”, zegt de kantonrechter en wij zeg
gen ’t hem naIeder kamerlid wordt geacht
met de toestanden hier te lande en met de
ihchen voor de koloniën volkomen op de hoog-
t te zijn. Immers de kiezers zijn dat ook 1
De kiezers, wie zijn ze?
Alle respect voor de heeren, men mag niet
onbeleefd wezen. Maar zoo’n beetje terug
houdend by zijne hulde, wie zal het kwalijk
kunnen nemen. En dan wil er bij ons nog
maar altijd niet inbet begrip van de reine
stem des volks.
Daar is indertijd gesproken van «stemvee”,
’t Woord klonk hard. En zeer te onpas en
zeer onverdiend werd het door eene opkomende
party aangenomen als tegen haar gericht. De
bedoeling was eene geheel andere. De bedoe
ling is ook weder bij de jongste verkiezingen
duidelijk gebleken.
Daar zijn er hoofdkwartieren,
overlegd en vastgesteld en worden instructiën
gegeven.
De partijen hebben te volgen. Zoo is het
geschied b v. in ons gewest, waar anti-revolu
tionairen en christelijk historischen onder het
motto van stemuitruiling ’t op een accoordje
gooiden. Zoo nu onlangs bij de verkiezing te
Lochem, waar de socialist den zetel innam door
do hulp der katholieken, die daarmee te zyner
tjd Enschede zullen trachten te heroveren.
’t Beginsel der stemuitruiling is niet nieuw.
V ,or de optreding van het christelyk Kabinet
Mackay had het ook plaats tusschen Schoter-
land en Weststellingwerf, waardoor de later
«gesneuvelde” heeren F. Domela Nieuwenhuis
en R. K. Okma als kamerleden optraden.
neemt. Al is de wraak nu minder edelalle
menschen zyn nog geene heiligen, zelfs een
priestergewaad (dit in uitgebreiden zin) bedekt
nog veel, wat onrein is.
Met het huidige stelsel zien we voor de toe
komst een wedren tusscben «christelijk en so
ciaal” doch onze innige overtuiging zegt
ons, dat dit stelsel onhoudbaar is. De voor
gaande artikelen motiveerden deze onze mea
ning, naar we meenen, voldoende en daar
om gaan we goedsmoeds de toekomst tegemoet,
wachtende de dingen, die komen zullen.
H.
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlyk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiên Din dag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
Op een en ander lettende vraagt men on
willekeurig: Wie kiezen nu wel, de eigenlijke
kiezers of de zoogenaamde leidslieden, de hoofd-
lui over honderd? En dan krijgt men minder
vrede met het tegenwoordige stelsel van ver
kiezing, de zoogenaamde puntjes-zwartmakerij.
Men mag warempel niet meer op zyn stem
biljet plaatsen, wie men wil, tenzij de man der
keuze toevallig door een aantal kiezers candi-
daat is gesteld. De nieuwe kieswet heeft zeker
het gewicht der stemmingen overgebracht van
het individu naar de kiesvereenigingen of hare
leiders.
Enfin, de Kamer is dan samengesteld zoo
zij is en napleiten geeft niet. Wij hebben
andermaal een «christelyk” Kabinet en moeten
zijne daden afwachten.
Weldra komt de nieuwe Kamer bijeen. Nog
ongeveer vier weken geduld. De Grondwet
toch zegt, dat de Staten-Generaal den derden
Dinsdag in September voor ’t eerst vergaderen.
Tot zoo lang derhalve bescheiden wachten. Dan
hebben weTroonrede, Adressen van antwoord,
Nominatie Voorzitter Tweede Kamer, Millioenen-
speech bij de indiening der Staatsbegrooting
alles voorafgegaan, tenminste het meeste, door
het trekken der afdeelingen, de verkiezingen
van hare voorzitters en ondervoorzitters, en
dientengevolge de samenstelling der Centrale
Sectie, de benoeming van de commissie voor
de verzoekschriften, enz., enz.
Eerst dan kan men wetendat er verande
ring heeft plaats gehad en kan men zoo lang
zamerhand bij zyn eigen oordeelen of deze ver
andering werkelijk eene verbetering is geweest.
men, en
nog dacht aan
stijgbeugels had losgelaten en zich aan den
zadel had vast gebonden 1
paardrijden. Hij reed immers eiken dag
het blokhuis en
post. Drie gulden daags,
scheren nooit verdiend.
En de kost. Ja, dat was ook een zwak
punt. De sergeant had hem vertelddat de
soldaten, die met de kolonnes meegingen, het
nog veel slechter hadden, maar dat kon hij
niet gelooven. Slechter kon ’t niet. Hij had nu
al in twee weken geen vleesch gezien. Altijd
maar cake (hardbrood), eiken dag weer opnieuw
cake. Soms verschimmeld soms verbrand
Melancholisch in de eenzaamheid van den
nacht voor zich uitstarend stond aan den over
weg van de Krugersdorp lijnongeveer 12
mijlen west van Johannesburg, een Engelsche
schildwacht.
De lucht was helder. Het zuiderkruis ver
toonde zich in al zyn pracht aan den toeschou
wer, een Engelschen yeoman, vroeger barbiers-
bediécde in een kleine provinciestad, nu sinds
2 maanden in Zuid-Afrika. Bij het licht der
sterren staarde hij den omtrek af; de golvende
terreinplooien verhinderden hem zyn vergezicht,
maar de lange zwarte tweelinglyn, die ver te
volgen was, vergoedde aan perspectief, wat
het golvende hoogeveld daaraan miste.
Aangenaam was bet hier niet. Hij had nooit
van de eenzaamheid gehouden. Niettemin, ge
vaar was geheel uitgesloten. Immers, toen hij
in Engeland nog schoor en haren knipte, was
de oorlog reeds uit. Hij was dan ook niet als
soldaat gegaan maar als lid van het politie
korps voor drie gulden per dag. En nu reeds
twee maanden was hij daar en had nog nooit
een Boer gezien. De sergeant van zyn com
pagnie, die wel eens een krant las, had laatst
verteld, dat boog in ’t noorden en ver in het
oosten nog enkele Boerenbenden rondzwierven,
maar hier, in ’t centrum des lands, was alles
rustig.
Ja, rustig was ’t hier in den kouden nacht.
Onhoorbaar, maar fijn en scherp woei de
droge, koude wind over ’t veld. Leeg en
unheimisch was de omtrek. Zijn nevenman
stond ver, misschien wel een kwartier verder,
hij wist het niet juist,
hier van ’s avonds 6
moest staan,
blokhuis om
paard, waar
blokhuis was
maar altijd cake. Een keer hadden ze van een
colonne, die naar Pretoria terug ging om «zieken
daar heen te brengen”, een paar hoenders ge
kregen maar toen hadden ze juist geen zout.
Hu, ’t was koudDat bad hij in Engeland
niet gedacht, dat *t in Afrika zóó koud kon
zyn. Maar zyn kleeren waren nog heeldaar
had je die arme Tom Baylle of die korporaal
Fletcher, wat liepen die arme kerels in de
lompen. Maar er zouden spoedig kleeren ko
men, de kapitein had ’t zelf verzekerd. «Als
de Wet den trein maar niet weer pakt”, had
zyn vriend Ben hem in ’t oor gefluisterd.
Bah, wat was ’t toch vervelend, zoo’n hee-
len nacht hier te staan 1 Kwam er nu nog
maar eens wat vaker een patrouille, dan kon
men toch nog eens een paar woorden spreken,
maar zoo alleen, ’t Scheen hem toe of ook
nooit meer iemand kwam te inspecteeren. Er
was zeker in ’t geheel geen gevaar meer hier.
Daar bewoog zich wat op den spoordyk. On
willekeurig nam onze Bill het geweer vaster
in zyn armen. De omtrekken van een ruiter,
die in een sukkeldrafje langs de rails nader
kwam, werden zichtbaar. Al spoedig zag Bill,
dat het een sergeant was van de Mounted
Infantry, zijn eigen corps. Hy behoefde geen
zorg te hebben, het was een der zijnen.
De ruiter kwam naderbij en groette Bill op
zijn groet vriendelijk terug. Hij hield zijn
paard in en vroeg hoever bij nog van Florida-
station af was. Bill, blij eens even zijn tong
te kunnen losmaken, gaf hem de verlangde
inlichtingen en beschreef hem zelfs den grooten
weg, die hier en daar van de spoorlijn iets
afboog.
Terwijl onze Bill zich ijverig kweet van zyn
taak als wegwijzer en met zyn band de boog
beschreef, die de weg nam, voelt bij plotseling
zich zyn geweer ontrukken, de loop van een
revolver verscheen voor zijn oogen en de ruiter,
dien hij pas nog voor een Engelsch sergeant
hield en die bet Engelsch dan ook vloeiend
sprak, fluisterde hem zacht maar bevelend toe
«Geen woord of ge zijt een kind des doods.
Houdt ge u stil, dan zal u geen haar gekrenkt
worden”. Kijk links van je, daar achter dien
hoop dwarsliggers, tusschen die klippen, ligt
een mijner mannen, je ziet dat geweer? Als
je je ook maar verroert, schiet hij je neer en
je weet, ’t is een Boer, dus een scherpschut
ter. Hij mist niet”.
Bill sidderde en beefde over zyn geheele
lichaam. Een blik overzij naar dien hoop
klippen overtuigde hem, dat de ruiter waarheid
sprak. Daar lag een Boer op hem te loeren.
Duidelijk zag hij zijn hoed en de zwarte loop
van het geweer was bij ’t licht der sterren te
onderscheiden
Hy gevoelde zich een levende schijf. Nauwe
lijks waagde hy te ademen, aan bewegen dacht
hij niet, want bij wist maar al te goed, dat
een Boer nooit misschiet. Wat hadden zijn
kameraden hem daar al niet van verteld! Bij
Colenso en Elandslaagte waren alle schoten
kopschoten geweest.
De vreemde ruiter liet een eigenaardig ge
schreeuw booren. Hij kende ’t geluid niet,
maar dacht, dat het een vogelkreet was. ’t
Was klaarblijkelijk een afgesproken teeken,
want het werd herhaald.
achter dien eersten bult.
Daar begon het eerst zoo doodsche terrein
te leven. Uit een plooi tusschen twee bulten
ontwikkelde zich snel, maar byna geruischloos
Maar hier moest hij. Twee
In ons lijstje van Zaterdag hebben wein
navolging van vele anderen de socialen geteld
bij de liberalen en de vrijzinnig democraten en
kregen we daardoor een totaal van 42 leden
der Linkerzijde. Die telling verdient nog eenige
toelichting, ’t Ligt voor de hand, dat de so
cialen het meest van de kerkelijke partijen
verwijderd zijn, doch de uitersten raken elkan
der, althans in sommige gevallen. Boven is
dit reeds gebleken bij den onderlingen steun
van antirevolutionair, katholiek en socialist.
De heeren kunnen elkander noodig hebben.
En de socialen kunnen den liberalen afvallen,
als ze dit o.a. hebben gedaan bij de stemming
over de Leerplichtwet.
Maar op ’t wezen der zaak lettendestaan
«christelijke” lui en socialen vierkant tegen
over elkander. En dan zal het «heilige”
i zevental moeielijk te vinden zyn met het hui
dige Kabinet mee te gaan, tenzij dit rationeele
hervormingen voorstaat. Doch dan ook zal
geen enkele liberaal of vrijzinnig-democraat zijne
Hier wordt stem terug trekken.
Alleen dan, als het Kabinet met bijzon
dere allures te voorschijn treedt, mag het
gewapend verzet ontmoeten en in dat geval
voorzien we steeds scherpere tegenstellingen.
Het zoogenaamd christelyk drijven zal ons be
zorgen eene groote aanwinst van sociaal-demo-
cratische kamerleden en het zij den nieuwen
Premier gegund het uit te vechten tegenover
de meer dan dubbele macht dezer heeren. Wij
zijn het volkomen eens met hen, die verzekeren,
dat de zegepraal van sommige socialen ook het
werk van liberalen is. ’t Komt er van. Wan
neer men de scherpe kanten zoekt, de puntjes
op de i’s wil zetten, als men ’t noemt, dan
moet en kan men verwachten, dat ook de
tegenstander ontwaakt en te zyner tijd revanche
1
JIMS- B lllllllilAIII
w in mi riiiisii\h.
b