voor WORKUM en omliggende Gemeenten.
u
i:
I
1 ft
ïïavenwerken te workum. standigheden af, welke zij toen niet beoordee-
Eerste Jaargang.
No. 8.
Binnenlandsch Nieuws.
ZATERDAG’17 FEBRUARI 1906.
Buitenlancisch Nieuws.
L
2o.
i
k
e
I.
KI
t.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
J.
n
r
Workum het uitzicht te openen op het
5.
J.
S
e
i
e
s
Ik
1
t
van
voor
middelen.
ITALIË en OOSTENRIJK. De Oostenrijksche
1
t
9
l.
r
3
e
e
1.
e
i.
5.
n
L.
a
De prijs der Advertentiën is van 1-5 regels 25 cents, elke
regel meer 4 cents. Grootere letters worden berekend naar
de ruimte die zij innemen. Bij abonnement belangrijk lager.
(Getretener Quark wird breit, nicht stark,
deutsche hare opmerkingen, hetgeen doet ver-
moeden dat deze gevloeid zijn uit den inktkoker
I van Prins Billow zelf, den staatsman en werker
met citaten).
ENGELAND. Campell Bannerman verzekerde
FRANKRIJK en DUITSCHLAND. De (offi-
cieuse)Norddeutsche Allgemeine Zeitung schrijft:
Volgens de hier ter stede verschijnende bladen
moet de Temps een nieuw uittartend artikel
tegen Duitschlands houding inzake het vraagstuk
der Marokkaansche politie openbaar gemaakt
hebben. Scheldwoorden vormen geen argu
menten. Hoe meer zich in het artikel van de
Témps een door niets gerechtvaardigde opwin
ding uitspreekt, des te koeler zal men in Duitsch-
land deze verwijten opnemen en het ten hoogste
betreuren dat het daardoor moeielijker wordt
op de conferentie tot overeenstemming te gera
ken. De vertegenwoordigers van Duitschland en
Frankrijk in Algesiras hebben de opdracht zulk
eene overeenstemming te zoeken en inderdaad
was men reeds bezig elkaar vertrouwelijk te
polsen over de vraagpunten van de politie en de
staatsbank. Wie daartoe de eerste stappen
heeft gedaan en wie den een of anderen wensch
geuit heeft over de volgorde waarin deze quaes-
ties behandeld zullen moeten worden, zijn wer
kelijk vragen van ondergeschikt belang. Wij
gelooven, dat er ook in Frankrijk maar weinigen
zullen zijn die vermaak scheppen in de hate
lijkheden van een al te ijverig journalist, in elk
geval zijn deze uitlatingen niet door een vrede
lievend en geest in de pen gegeven en nieuws
bevatten zij niet. Een slechte zaak laat zich
moeielijk bepleiten.
een batterij berggeschut met volledig toebehoo-
ren ten geschenke heeft gedaan. ’t Is een
bekende zaak, dat Oostenrijk in het kleine, maar
sterke vorstendom der Zwarte Bergen een hin
derpaal ziet voor zijne uitbreiding langs het
Oostelijk kustgebied der Adriatische Zee. Der-
do stukken werden gesteld, meende ook dat halve is men in Oostenrijk slecht gemutst over
te ruime strekking had j het geschenk, dat Vorst Nicolaas door toedoen
iten besluit van 15 Juli van zijn koninklijken schoonzoon ontvangen heeft.
Om nu ook van zijn kant Italië, wat men
vulgo zegt, »een hak te zetten” heeft Oostenrijk
den negus van Abessinië, Italië’s strijdbaren
nabuur in Afrika, een insgelijks volledig uitge
ruste bergbatterij cadeau gegeven. De kruiser
Panther heeft deze batterij naar Djibouti over
gebracht, vanwaar zij met den nieuwen spoor
weg naar Addis-Abeba (Abessinië) vervoerd is.
Aldus profiteeren Montenegro en de negus
Menelik, van Oostenrijk’s en Italië’s, trots het
Drievoudig Verbond, onoverwinnelijk blijkende
wederzijdsche achterdocht.
DENEMARKEN. Reeds in de vroegte ver
drongen tallooze scharen volks zich om ’t lijk
des overleden Konings te zien, hetwelk te zes
uren van ’t paleis Amalienburg naar de kapel
van Christian borg was overgebracht.
Achter de rouwkoets volgden de Kroonprins,
Prins Waldemar, Prinses Marie, de oppercere-
moniemeester enz., en de plaatsing op de kata
falk aldaar had plaats onder ’t spelen van het
orgel, waarna de hofprediker een kort gebed
deed. Eerst te tien uren werd het publiek toe
gelaten en toen was de «queue” ruim een kwar
tier gaans lang en de menschen stonden vier aan
vier. De orde was voorbeeldig.
Bij ’t binnentreden had men een indrukma-
kenden aanblik. De kist rust op een witte ka
tafalk onder een wit satijnen hemel en de kroon
met zinnebeelden der koninklijke waardigheid
lagen op de kist. Op den voorgrond massa’s bloe
men en kransen. Dag en nacht wordt de doode
bewaakt door een eerewacht van twee luitenants
ter zee en twee van het leger onder bevel van
een gewezen aide-de-camp des dooden. In de
vestibule staat een tweede wacht van een on
derofficier met negen manschappen, die wanneer
het gebouw gesloten is er voor op en neder-
gaan.
Vanwege Keizer Wilhelm (die Zondagochtend
den dag der bijzetting, te Kopenhagen verwacht
wordt) heeft de secretaris van legatie prins Reuss
een krans op de kist gelegd met de woorden op
een wit lint: «Wilhelm II, Duitsch Keizer, in
dankbaarheid en vereering voor zijn vaderlijken
vriend.”
Maandagavond had in de tuinkamer van Ama-
lienborg, waar de kist stond, de laatste rouw
dienst met koorgezang plaats gehad, door alle
leden van ’t Koninklijk Huis, de heeren en da
mes van ’t Hof en anderen bijgewoond.
hoogstens 50 pCt van het I
uitbaggering der Workumer
van jaarhjksch onderhoud. I
door de provincie, zij het ook met ’s rijks Wat de bij het verzoek omschreven bagger-
hulp, tot stand te brengen. werken op zich zelven betreffen, merken in de National-liberaie Club zijn toehoorders,
blijkens dat de troonrede niets bevat, dat hen zal ver-
oowonderen. C’
wijze geen doel zullen treffen, terwijl zij foond, maar zijn geneesmiddel
i jrj kwaal. De liberalen haddei
voorts als hunne meemng uitspreken, dat de
aangegeven diepte van 2 70 meter onder
volzee, hun voor de haven van Workum bladen zijn kwalijk te spreken over het bericht
overtollig schijnt, in elk geval niet geëven- 1 dat de Italiaansche Regeering aan Montenegro
redigd aan de voortdurend geldelijke bezwa
ren, die aan het behouden dier diepte zouden
verbonden zijn. Zij stellen daarom voor, het
verzoek van de hand te wijzen
De Commissie uit de Staten, in wier handen
I len kon. bij gemis der vereischte voorlichting
van deskundigen, waarom zij voorstelde aan
heeren Gedeputeerde Staten op te dragen in
de volgende zomervergadering de zaak der
haven verbetering te Workum opnieuw aan to
brengen, alsdan aangevuld met het nog ont
brekende rapport van den heer hoofdingenieur.
Hieraan werd voldaan, maar wederom luidde
de conclusie in de zomervergadering van 1875,
om het verzoek af te wijzen.
De commissie uit de Staten kon zich niet
met alle motieven van heeren Gedeputeerden
en van den heer hoofdingenieur vereenigen
maar was het wel met hem eens. dat het ini
tiatief dezer zaak eigenaardig op Workum
rust; ook dat door de voorgenomen haven
verbetering de afstrooming van het boezem
water niet in die mate zal worden bevorderd
dat zij voor de provincie eene uitgaaf van
meer dan f 500.000 zou billijken. Zij meende
echter in het belang der gemeente Wor
kum, die misschien in vergelijking met andere
havenplaatsen, wat de finantieele hulp van
provincie of rijk aangaat, in een mingunstigen
toestand verkeert en met het oog op de
wenschelijkheid, dat althans de bestaande
haven bruikbaar blijve de vergadering te
kunnen voorstellen
lo Het verzoek van den Gemeenteraad
van Workum, zooals het thans is liggende,
te wijzen van de hand.
Daarvan mededeeling te doen aan de
adressanten.
3o. Aan het Gemeentebestuur van Workum
te kennen te geven, dat. zoo zijnerzijds eene
aanvraag bij deze Vergadering mocht worden j
gedaan om eene evenredige bijdrage tot de
verdieping van het vaarwater van de zeesluis
aldaar naar zee, deze in gunstige overweging
zal worden genomen.
Het lo. en het 2o. werden algemeen door
de Vergadering aangenomen, het 3o. met 22
tegen 11 stemmen, die der heeren Troelstra,
Breuning. Albarda, J. A. Lijcklama. van Ha-
rinxma, E. J. Attema, Fontein de Jong, mr.
E. Attema. Vegelin. Schippers en v. Panhuijs.
Het gemeentebestuur ontwierp toen een
ander plan voor eenige verbeteringen en her
stellingen aan de havenwerken te Workum,
zoomede wegens het uitbaggeren der haven
ter diepte van 2.70 meter beneden volzee,
van de zeesluis aldaar tot het einde van den
bestaanden steenen dam, over ongeveer 2500
meter, waarvan do kosten geraamd werden op
f 87.700, daarvoor 80 pCt. subsidie van de
provincie vragende.
Dit verzoek werd in de wintervergadering
van 1875 om rapport en voorstel aan heeren
Gedeputeerde Staten verzonden, die in de
zomervergadering van 1876 meedeelden met
den heer hoofdingenieur van oordeel te zijn
dat de gemeenteraad in zijn aanvraag veel
verder is gegaan dan in de bedoeling der
Staten lag toen deze hun bovenaangehaald
besluit van 15 Juli 1875 namen. Heeren
Gedeputeerden meenden dat de bedoeling was.
Van 20 tot en met 22 Juli zal te
Leeuwarden tijdens de Nijverheidstentoonstelling
een nationale rashonden-tentoonstelling worden
gehouden.
Over bet plan tot indijking der Lauwer
zee heeft Woensdag te Leeuwarden eene
samenkomst plaats gebad in het gouvernements
gebouw van commissiën uit de Ged. Staten
van Friesland en Groningen en uit de Lauwer-
zee-commissie.
Te Arnhem is een tuberculose-consul-
tatiebureau geopend, waar onvermogende, aan
eenigen vorm van tuberculose lijdende patiënten
met voorkennis van hun huisdoctor zich
Uitgave van T. GAASTRA Bz.,
firma H. BRANDENBURGH Zoon
te WORKUM.
wonderen. Chamberlain had de ziekte aange-
1 was erger dan de
hadden andere genees-
Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents.
Per post f 0 65. Enkele Nos. 3 ets. Ingezonden stukken Donder
dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur.
meenteraad zelf ongenegen scheen voor te gaan aan
In Friso van Juli en Augustes 1879 dus
nu bijna 27 jaren geleden, komen voor een
drietal artikels over de havenwerken te
Workum.
Wijst men tegenwoordig, en terecht, op de
noodzakelijkheid van verbetering men kan uit
deze stukken leeren hoe ook het vroeger
Gemeentebestuur en de burgerij daarvoor heeft
geijverd, en, ondanks teleurstelling, den moed
niet liet zakken.
Het komt ons voor
en cijfers, voorkomend in die drie artikels ook
heden nog der zake kunnen dienen.
Daarom brengen wij ze gaarne ook nu
onder de oogen onzer belangstellende lezers.
gedragen, hangt van verschillende nevenom-
Deze werken kunnen niet roemen op wereld-
sche welvaart en bloei en geen wonder
jaren lang werden zij door hunne wettige ver
zorgers zoo al niet verwaarloosd, toch zoo schraal
bedeeld, dat het hun aan innerlijke kracht en
zelfstandigheid ontbrak om, toen in Januari
1877 de storm opstak, de zee beroerde en
beiden met geweldige kracht die werken beukten,
ze trotsch te weerstaan en ongedeerd uit den
strijd tegen die elementen, der natuur te voor
schijn te treden.
Maar is het dan zoo treurig met deze wer
ken gesteld?
Kom op het hoofd, de wormen doorknagen
de palen en zijn daarmede reeds zoover ge
vorderd dat bij den stormvloed van Januari
1877 een gedeelte van het hoofd is wegge
slagen. Met moeite kan sedert het kleine
vuur worden ontstoken en steenen zijn van de
beer in het vaarwater geraakt, zoodat in- en
uitvaart der haven voor schepen gevaarlijker
wordt.
Hiervoor baten geen gewone herstellingen
meer, ze zouden geene verbetering meer
kunnen aanbrengen, want het fondament is niet
meer voldoende en er bestaat gegronde vrees,
dat alles, wat in dier voege gedaan werd, bij
den eersten storm de heste opnieuw zal ver
dwijnen.
De gemeenteraad was dan ook voorlang reeds
doordrongen van de noodzakelijkheid, om met
krachtige hand de verbetering der havenwer
ken aan te vatten maar dat kost veel geld
en de finantieele draagkracht van Workum is
niet onuitputtelijk daarom zoekt de raad
hulp bij de provincie, om daarna ook bij het
rijk aan te kloppen. Hij had reeds meerma
len plannen tot verbetering der havenwerken
ontworpen, maar nog geene gunstige resultaten
verkregen.
Om ons den tegen woordigen toestand voor
te stellen, veroorlooven we ons, een blik in het
verleden daaraan te laten voorafgaan en kee-
ren terug tot 1874, toen reeds algemeen de
behoefte aan verbetering werd ingezien De
gemeenteraad ontwierp destijds reeds een plan
tot havenverbetering op groote schaal en ver
zocht aan de Staten, dat het werk voor reke
ning der provincie mocht worden uitgevoerd
zoo noodig met medewerking van het rijk.
Dit verzoek werd ondersteund door de zeil-
vereeniging te Workum. Ongelukkig had de
heer hoofdingenieur het destijds wat volhandig
met werk, althans hem ontbrak den tijd om
het onderwerp zoo tijdig met zaakkennis te
beoordeelen, dat er in de wintervergadering
der Staten van dat jaar een rapport kon wor
den uitgebracht Die ambtenaar gaf echter
in zijn schrijven van 24 Oct. 1874 te kennen,
dat, naar zijn oordeel, het verzoek van den
gemeenteraad om verschillende redenen niet
voor inwilliging vatbaar was. Met dit gevoelen
vereenigden zich heeren Gedeputeerde Staten
en stelden aan de Staten voor, des raads verzoek
van de hand te wijzen, o a. omdat de ge
in het althans gedeeltelijk dragen der kosten verkrijgen van matige en evenredige subsidien Met dit citaat van Göthe eindigt de Aord-
1 - i /7zm /<3/»7iz> Enen nn mnrl-incron Lotrrnon rlno+ TOr_
voor de havenverbetermg, en het provinciaal ten bedrage
belang er niet in die mate bij betrokken was, kostenbedrag
om die verbetering, geraamd op f 640,179, haven, bij wijze
hulp, tot stand te brengen. werken op zich zelven l
De toenmalige commissie uit de Staten, deze heeren Gedeputeerden op, dat ze blijkens
argumenten geheel in hare waarde latende, ’s hoofdingenieurs advies op de voorgestelde
j meende evenwel, dat alles in ’t algemeen af- -
dat vele opmerkingen hangt van de vraag, of het belang eener zaak
opweegt tegen het daaraan verbonden geldehjk
offer, hetzij dan dat het rijk, de provincie of
de gemeente gezamenlijk of afzonderlijk dit
brengen. In welke mate nu moet worden bij-
de gemeenteraad een t
toegekend aan der Staten besluit
1875, waarin ligt eene genegenheid om sub
sidie te verleenen voor de verdieping van den
havengeul van de sluis naar zee, terwijl de
gemeenteraad subsidie vraagt voor
lo. het verlengen en de gedeeltelijke ver
nieuwing der noord er palagie
2o. de herstelling van het bestaande hou
ten havenhoofd
3o. herstelling van den steenen dam
4o. uitbaggering van het zool, ter lengte
van 2500 meter
Zij adviseert ook, het verzoek van Workum
zooals het is liggende, te wijzen van de hand,
met opdracht aan heeren Ged. Staten, dit
den raad mee te deelen. zooveel noodig met
vermelding der beweegredenen.
De Verg, der Staten dacht eveneens zon
der discussie of hoofdelijke stemming werd
overeenkomstig dat advies algemeen besloten.
Na dit besluit trad de zaak der havenver
betering te Workum een tijdperk van rust
in, voorzooverre betreft aanvragen om pro
vinciale hulp, welke tot de Verg, der Staten
doordrongen. Daarentegen een tijdperk van
beroering en zorg, wat aangaat de strijd
tegen de elementen der natuur, want hier
boven wezen we er reeds op, hoe noodlottig
de stormvloed van 1877 voor haar was.
En het Gem -Best van Workum heeft niot
stil gezeten, maar datgene gedaan wat het
I meende verplicht te zijn in het belang zijner
haven Wordt vervolgd I