eu omliggende Gemeenten. voor WMKUM BERICHT! ZATEKDAG 17 MAART 1906. No. 12. Buitenlandsch Nieuws. 1 Eerste Jaargang. Zij, die zich met 1 April a. s. op Friso wenschen te abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. De Uitgever. Binnenlandsch Nieuws. ADVERTENTIEBLAD NIEUWS- EN De directeur van de Belly-Montigny-mijn ver aart. dat. dank zii den WeRtfaalse.hen redders gift, dat krankzinnigen-gestichten heeft doen Zullen u-zelf l Uitgave van T. GAASTRA Bz., firma H. BRANDENBURGH ZOON te WORKUM. De prijs der Advertentiën is van I —5 regels 25 cents, elke regel meer 4 cents. Grootere letters worden berekend naar de ruimte die zij innemen. Bij abonnement belangrijk lager. is er tering, omdat vader en O o en dat speelhuizen en bordeelen worden Wij dienen ons oor tc c'.óitcr. veer De uitslag der stemming van een Lid Naar aanleiding van dit onderwerp trad genoemde heer Zondag 4 Maart als spreker op in eene Vergadering van de Neutrale Geheel-Onth.-Vereeniging in de Doopsgezinde Kerk alhier. Als inleiding zijner rede gaf Spr. de volgende fabel. Koning Dood, de vorst der hel en verschrikking, had zijn dienaren tot zich geroepen, om hem verslag te doen, wie hem het trouwst had gediend en de meeste ellende had J gebracht in de menschenwereld. Achtereen- I volgens verschenen de pest, de cholera, de tering, de honger, de laster en de oorlog. Op het punt zijnde aan den laatste de eerekroon uit te rei ken, trad nog één naar voren, in lompen ge huld en met vuil bedekt, met knikkende knieën en oogen, puilende uit hunne kassen. Hij had een kostelijke drank uitgevonden, die eerst vroo- lijk maakt, dan lichtzinnig en vaak krankzinnig, overal verkrijgbaar, zoowel bij fabrieken als kerken, langs stille wegen als drukke pleinen en straten. Hij had fabrikanten geruïneerd, en hunne arbeiders met hunne kinderen broodeloos gemaakt, schepen tegen de rotsen verpletterd, waarbij het angstgeschrei der bemanning hem als muziek in de ooren had geklonken, hij had koningen en hunne raadslieden in een roes laten besluiten hunne legers uit te zenden en eene zee van ellende doen vloeien, frissche wangen doen verbleeken en de hel vol gemaakt. Aan hem werd de eerekroon uitgereikt en voortaan was zijne plaats aan de rechterhand van zijn vorst. Met de hand op hart en geweten, ligt daarin geen waarheid Immers ja, want de drank heeft meer ellende gewrocht, dan pest, cholera, en anderen te zamen, in zijn uitwerking een ver- van rouw, door ons voorbeeld het en te toonen blijmoedige menschen kun- Wij onthouders zijn geloovigen in den van het woord, moed om te strijden ons geloof in het goede van den aan den adel der menschelijke natuur, sluimerende op den bodem 1Daaromwilt gij menschenvriend klaart, dat, dank zij den Westfaalschen redders het ontruimen der galerijen nu sneller zal gaan. De directie der maatschappij tot exploitatie der mijnen van Courrières maakt officieel bekend, dat het aantal vermisten 1212 bedraagt. Als een correspondent de tooneelen te Sallau- minus beschrijft waar de menigte in groepen van twintig bij de lijken werd toegelaten, zegt hij: Nooit van mijn leven heb ik iets zoo schrik kelijks gezien. Ik heb de slachtoffers van de ramp met de .«Hilda” aangestaard; ik heb de lijken gezien van de menschen, die bij de aard beving in Calabrië omgekomen waren, en hen die hun leven lieten in de weldadigheidsbazaar. Ik heb de overblijfselen gezien van menschen die verdronken, verbrand, vermoord waren, maar nooit, nooit heb ik een tafereel aanschouwd, zoo overweldigend afschuwelijk als dat wat ik te Sallaumines zag. Deze lijken zijn maar lijken in naam, het zijn eenvoudig sintels van beenen, armen of hoofden asch, die menschen is ge weest. De lijken die bovengebracht zijn worden dade lijk ter herkenning in een loods geplaatst. En de ommegang van weduwen en weezen, zoekend te midden van al die dooden naar man en vader, aan de Heidensche, de groote massa lacht om ons edel streven met dommen glimlach. Gelijk de Apostelen der eerste Christengemeenten op hunne vraagMannen, broeders, wat zullen wij doen van zich hebben geschud alle men- schenvrees, dienen ook wij aldus, als antwoord op de vraagwat moeten wij doen de wereld in te gaan. wij zeggenweest matig, beheersch Soms is dat voorbeeld van matig heid niet zonder vrucht, maar een rad ikale maat regel is het niet, het kwaad in zijn wortel aantasten, doet het niet. Die matigheidsvrienden meenen het misschien best, maar zij vergeten één dingbij de drank zijn de groote menschen als kleine kinderen. Een verstandige vader ont neemt zijne kinderen, wanneer zij spelen met naald of mes, die gevaarlijke speeltuigen, en daarom is er maar één middel de sterke drank moet de wereld uit, want blijft ze, dan weten wij zeker dat nog honderd-duizenden ellendig zullen worden, en die bloedschuld kunnen we niet op ons geweten laden. Zegt gevoor mij is het niet noodig, er zijn sterkeren dan gij bezweken, meent ge, dat het voor uw kind niet noodig is, er zijn andere, braver kinderen verloren gegaan. Zoo eenvoudig mogelijk, zonder zelfverheffing zeggen wijtegen onthouding is geen enkel degelijk bezwaar in te brengen. En al mogen er zijn die beweren sommigen zullen er stoffe lijke schade bij lijden, daar staat tegenover deze vraag: wat is beter dat enkelen stoffelijke schade lijden, dan dat anderen wel tienmaal grootere m aan hunne ziel en hun geheele menschzijn Het algemeen belang dient zwaar der te wegen dan dat van enkelen. Jammer bouwen naast gevangenissen, waarin, volgens de wettelijke statistieken, de helft dier bewoners, tengevolge den drank, een droevig en donker bestaan voortsleepen. De steen, die velen heeft doen vallen, is de drank, en moet dan niet, bij het zien dier gebouwen, een bittere klacht, die iets lijkt op een vloek, uit ons gemoed oprijzen tegen een menschenwereld, die zoo ongevoelig en harteloos is, en zoo weinig gevoelt voor het geluk harer broeders en zusters Feiten Zie hier een jongeling, vol idealisme de toekomst ingaande, het leven zoo mooi vin dende, om alom zegen te verspreiden, maar pas enkele jaren later, of zijn geestdrift is verflauwd, ja, eindelijk geheel verdwenen. Zie daar twee menschen, door den band dei' liefde omstrengeld, veel, ja alles voor elkaar willende zijn, het leven ingaan. En toch, na weinig tijds, en weg is de oude teederheid, ver loren gegaan de vreugde, de liefde, het geluk van weleer. Zie ginder een jong meisje. Zij weet, zijn hart is eerlijk en trouw, maar hij heeft één vyand, één gebrek. Niettegenstaande oogenblik- Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents. Per post 0.65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór i 1 uur. FRANKRIJK. De ramp van Courrières. Courrières, waar de ’t eerst uit Lens Zaterdag gemelde allerontzettendste mijnramp heeft plaats gehad, is een plaatsje van 4275 inwoners, 30 K.M. van Béthune, bij de Oostergrens van ’t departement Pas-de-Calais, aan den spoorweg van Lens naar Don Sainghin. De mijnen aldaar behooren aan de «Maatschappij van Courrières.” Zaterdagochtend hadden de aflossingen tusschen vier en vijf uur plaats gehad en bij ’t gewone onderzoek van de gedeelten, waar gasontwikke ling te duchten was had men niets bijzonders waargenomen. Te half zeven waren de 1800 man van dienst op hun post en de arbeid in vollen gang. Op eens hoorden de bovengrondsche werklieden een dof en aanhoudend gerommel in de diepte en bijna op ’t zelfde oogenblik kwam er uit de drie bovengenoemde schachten een geweldige luchtdruk, waardoor het dak werd geschokt, de metalen wanden losgeslagen, kooien uitgeworpen werden. Te Billy-Montigny werd iemand die vijftien meter van de schachtopening een wagen voortduwde door een uitgeslingerd stuk ijzer op slag gedood en de ophaalkooi sloeg de schacht uit tegen het gestel er boven aan. Een of twee minuten gingen voorbij. Daar kwamen uit schacht 11, welke aan no. 4 verbonden was, een twaalftal werklieden, langs de ladders opgeklauterd, te voorschijn, als uitzinnigen. «Schrikkelijk,” zei er een, toen hij wat tot zichzelven kwam. «Twee gekwetst. Een jong man bij me werd de arm afgerukt.” En de anderen «Allen dood”. Eerst eene stilte der ontzetting. Toen eene paniek. «Brand!” gilde er een. «Gas, gas,” schreeuwden anderen. En in ongelooflijk korten tijd was de Jobs-tijding verbreid, tot in Lens toe. De pogingen tot redding door Westfaalsche arbeiders gedaan naar gezegd wordt gezonden op last van Keizer Wilhelm hebben een wonder baarlijk goed gevolg gehad. Te elf uur ’s avonds was men, dank zij hun werktuigen, 500 meters vooruitgekomen. De reeds in ontbinding over gegane lijken werden opgeruimd, de lijken der paarden met kalk bedekt. De lijken door de Duitsche reddingsploegen naar boven gebracht, verspreiden een onver draaglijke lucht. Daar het gerucht liep, dat er weer lijken waren naar boven gebracht, kwamen zeer vele menschen toeloopen, in de hoop ze te herkennen. is wel het allerdroevigst. Stom van smart, zacht snikkend soms, gaan zij rond, kijkend naar elk misvormd lichaam. Plotseling klinkt: «dat is hij, ik herken hem aan zijn schoenen.” Op die manier werd Paul Malavaux herkend. Een vrouw in rouwkleeren knielt lang voor een doode. Dan in eens, «Pierre ben jij het Met beide handen pakt zij de koude hand van den doode om die te kussen. De hand laat los van het lichaam en de vrouw valt in on macht. Als twintig menschen hun gang volbracht heb ben, is het de beurt aan andere twintig. Mannen, vrouwen en kinderen gaan langs die vreeselijke doodkisten. Zij snikken en buigen zich voorover over die verminkte overblijfselen, zonder een er van te kunnen herkennen. Soms openbaart een kleine bijzonderheid den naam van den doode een horloge, een trouwring. Vijftien lijken zijn op deze wijze herkend, te midden van uitbarstingen van snikken en hart verscheurend leed, waarbij ik niet stil durf staan. Ik moest weg van dat hartbrekend tafereel, van de indrukken, de geluiden van die vreeselijke plaats. Mijne overspannen zenuwen konden het niet langer uithouden bij zulk een afschuwelijk schouw spel, zoo diep roerend zelfs voor de meest ver harde harten. ook geen enkelen druppel ellende. J geld te besparen zal hij niet vroegtijdig zijn afgesloofd, en i van het armbestuur. Het geldaan drank uit gegeven, is een diefstal, gepleegd aan vrouw en kind, terwijl een klein deel daarvan besteed aan chocolade, hem in staat stelt vrouw en kinderen een prettige, gezellige avond te verschaffen. Het feit, dat in ons land aan alkohol houdende dran ken 150 millioen gulden wordt uitgegeven is ontzettend, schreit ten hemel en vloekt tegen God. Een klein deel daarvan was voldoende, aan oude, afgeleefde werklieden een rustigen, zonnigen levensavond te bezorgen. Niettegenstaande dat alles toont de groote massa nog niet te weten dat de drank is in onze wereld de groote paoordenaar, wordt hij nog steeds in gehaald als een vriend, beschouwd ais een hulp bij alle kwalen en goed voor alle dingen, zoo wel tegen koude als hitte, voor afs tegen den slaap. Daarin ligt een groote leugen. Waarom zien de menschen het belachelijke, het schande lijke daarvan niet in Omdat zij het niet inzien willen, omdat zij niets gevoelen voor hunne naaste, hun hart omringen met een hoogen muur. Zij zijn de Kainskinderen van onzen tijd, door gewoonte en sleur verblind, als zijnde het altijd zoo geweest, van Noach tot op dezen tijd. Ofschoon in oude tijden alleen de hoogere stan den, zijn in onzen tijd alle standen er door ver giftigd. Het getuigt niet van een breeden ge zichtskring, dat het daarom zoo moet blijven. In streken van Amerika en Noorwegen, waar de alkohol is verbannen, is het leven veel zon niger. Had het genotmiddel der Indische samenleving, de opium, ook hier het burgerrecht verkregen, ieder zou zeker huiverend uitroepen daarvoor beware ons de hemel, en toch is het met de alkohol hetzelfde. En toch, de groote meerderheid zwijgt, onze zoogenaamde Christelijke samenleving is gelijk VERSLAG van de REDE van Ds. SCHöNFELD van Jorwerd over „Geheelonthouding een eisch van het Christendom.” ken van strijd en aarzeling, zegt toch een stem in haar binnenstede liefde overwint alles en dus is ook hij in de rechte banen te leiden. Een tijdlang gaat alles goed, maar eindelijk komt de dag, dat hij de verleiding niet kan weerstaan en twee jonge levens zijn weer vernietigd. Zie verder mannen, goedhartige, ferme kerels, beminnelijk van aard, volstrekt geen zwakkelingen maar toch zwak tegenover den drank. Telkens weer opnieuw bezwijkende, slaken zij, de hand op de borst slaande, de jammerklachtwee mij, ik ellendig mensch 1 En dan de kinderen dier drankzuchtigen 1 Met hen hebben wij het grootste medelijden, zij, door Jezus gezegend en zalig geprezen, en toch, zoo vele duizenden, wier levenspad geen licht, geen zonnestraaltje beschijnt, voor wie het woord vaderliefde klinkt als eene bespotting, die, slecht gekleed en gevoed, omdat vader drinkt, soms wreed als honden worden geranseld, voor wie het leven, met zooveel ellende, slechts een hel is. Welk eene bittere gedachte lag er opgesloten in het versje, door Spr. voorgedragenVader is nu dood I En als moeder drinkt Dan klinkt de angst kreet van het kind zoo rauw, van het kind, waarvoor ze misschien eenmaal God heeft ge dankt, maar dat ze nu vergeet, en waarvan ze thans geen moeder meer mag heeten, waar ze zelfs geen mensch meer is. Welk een vreeselijke waarheid spreekt er wel uit het antwoord van dat meisje, dat op eene vraag, die Generaal Booth, de man diezoovelen •j uit de klauwen van den drankduivel heeft gered, tot haar richtte, of ze zich hare moeder wel schade lijdei herinnerde, zeidedat was die dikke vrouw, rJ die mij altijd sloeg Was dat lijden van het kind, ofschoon reeds I zou het dan ook zijn dat de slavenhandel is af- erg genoeg, nog maar het eenigste, maar er is geschaft t.—j-->-J meer. Herinnerende aan de uitspraak van het gesloten. Wij dienen ons oor te sluiten voor Oude Testamentde vaderen hebben zure drui- die drogredenen, wij zullen blijven voortgaan ven gegeten, en nu zijn de tanden der kinderen j ieder onder het oog te brengen, geen bond- stomp geworden, hebben vele kinderen reeds bij genootschap te sluiten met den bewerker de geboorte het moordend gif in het bloed en zooveel bitteren eene vroegtijdige ondergang verzekerd, tenzij I beste propagandamiddel gevende, wonderen gebeuren. Hoevelen sterven aan 1 dat wij vroolijke en blijmoedige n J-x----X-J 1-nen zjjn> nr:: xl -1 melijke krachten hebben verspild aan den drank besten zin geesten. Aangrijpend was in dit verband het rnenschenziel, uit ons geloof voorgelezen gedicht van den alkohol, als een ----- lied van lijden, tranen en bloed. des harten. Maar ook zeer erg en groot is de geldverspil- zijn, verklaar dan dezen menschenvijand den ling. Een arbeider, die 50 ets. in de week uit- 1 oorlog. geeft voor drank, is nog zeer matig, maar Spr. Van Regeeringswege dient meer tegen drank- gunt hem geen enkelen druppel, en daarmee misbruik te worden gedaan, ofschoon ook van „«v Door dat deze Regeering niet veel te verwachten is. Maar iren zal hij niet vroegtijdig zijn wanneer wij nog sterker macht zijn geworden, niet overgegeven zijn aan de genade zullen wij daartoe dwingen, want aan ons is de toekomst, ons leger zal ten slotte overwinnen. Wij behoeven echter daartoe aller hulp. Men moet niet zeggenwat kan ik niet vragen in de eerste plaatswat het geeft, want dat een zaak goed is, is reeds reden genoeg. Wij kunnen wijzen op het welig opschieten van het reeds door ons gestrooide goede zaad als teekenen van vooruitgang, het steeds grooter worden van ons leger. Komen wij in gezel schap, dat lacht en spot om onthouding dan doen wij meermalen de blijde ervaring op, dat er minder geofferd wordt, als wij er zijn. Daar om vele duizenden zandkorrels vormen een duin, duizenden waterdruppels vullen de groote zee. Er zijn tijden in de geschiedenis van het Christendom of de menschheid aan te wijzen, waarin velen toonden hun leven ten offer te willen brengen voor eene goede en heilige zaak. Voor den strijd der onthouding behoeft men zich een enkele opoffering te getroostenhet weerstaan van een streeling van het verhemelte en het verduren van een spottenden glimlach. Gelijk in de bekende legende van den Drachen- felz ten slotte de oude Heidensche godsdienst moest wijken voor de godsdienst des Kruizes, die van het Christendom, zoo dient ook de drank duivel, dat nieuwe monster van dezen tijd, zich ook voedend met menschenbloed en vleesch, bekampt slechts met één middel, bekampt door het kruis, door den Godsdienst der liefde, en ieder zich in dien strijd vol broedermin en naastenliefde te scharen onder de heilige banier van het Christendom, de blauwe vaan. grootvader hunne licha- a nan tlnn drank 1 deze dus wel de ergste onder alle booze puttende uit was in den alkohol, als een en bloed.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1906 | | pagina 1