voor WORKH en omliggende Gemeenten. 1 H 1 ZATERDAG 6 OCTOBER 1906. No. 41. Uit de Kamer. Buitenlandsch Nieuws. I 1 Eerste Jaargang. Binnenlandsch Nieuws. i' Uitgave van T. GAASTRA Bz., firma H. BRANDENBURGH Zoon te WORKUM. DUITSCHLAND. De arbeiders uit Russisch- Littauen en de vele Polen, die sedert jaren in het Rijnsch-Westfaalsche nij verheidsdistrict werk zaam zijn, hebben aanzegging gekregen, dat ze tegen 20 December die streek moeten verlaten. Sommigen zijn onmiddellijk weggejaagd. In 1885, onder het régime van Bismarck, werden de in Pruisen gevestigde Polen, voor zoover ze in de steden woonden, over de grenzen gezet. De landbouw kon hen echter niet missen en .daarom werd later voorgeschreven, dat de Polen van 20 December tot 1 Februari weer naar hun 'land moesten terugkeeren. Toen er zich in later ■tijd in Silezië en in het Westen van Pruisen ■tal van Poolsche arbeiders gingen vestigen, heeft Eeden. de bekende idealis- j soonlijk inzicht te regelen. De prijs der Advertentiën is van 1—5 regels 25 cents, elke regel meer 4 cents. Grootere letters worden berekend naar de ruimte die zij innemen. Bij abonnement belangrijk lager. Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents. Per post 0 65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur. niet alleen op de meest besliste manier, maar de Fransche gezant te Rome verklaarde ook op zijn woord van eer, dat Frankrijk nooit aan een bezetting van Tunis gedacht had. Op hetzelfde oogenblik bijna, dat Cairoli deze verklaring aan de Kamer mededeelde, landden de Franschen in Tunis. DENEMARKEN. Het eiland Myggenas, deel uitmakend van den archipel der Faroër, is door een aarbeving verwoest. Een groot gedeelte van het eiland is in zee verzonken. CHINA. De Kölln. Zeitung publiceert berich ten, welke ze per brief uit Zuid-Sjantoeng heeft ontvangen en waarin verzekerd wordt, dat er in China een ernstige catastrophe voor de deur staat. De onlusten van 1900 zullen maar kinder spel zijn geweest, vergeleken bij die, welke men nu mag verwachten. In het Chineesche volk heerscht een eigenaardige gisting. In Zuid- Sjantoeng is een opstand in optima forma uit gebroken, In Triantschorefoe staan 20000 roe vers onder de wapenen. De gegoede lieden vluchtten naar de steden, nadat de dorpen her haaldelijk waren geplunderd. LI1 men vooral in laatstgenoemde streek, de hand niet aan de bepaling gehouden. De Poolsche beweging krijgt thans echter volgens de Pruisische regeering hoe langer hoe meer een onrustbarend karakter en daarom zal men nu weer den ouden regel volgen. De internationale conferentie voor draadlooze telegrafie is Woensdag te Berlijn in het Rijks- dagsgebouw door den minister van Posterijen, Kratke, geopend. Spr. heette den afgevaar digden in ’s Keizers naam welkom, bracht de nieuwe vorderingen op het gebied der draadlooze telegrafie in herinnering en wenschte de con ferentie welslagen toe. De heer Delarge, afge vaardigde van België, sprak als oudste lid der conferentie haar hulde aan den Keizer uit, waar in van alle zijden met luid gejuich werd inge stemd. Hierop aanvaardde de vice-minister Sydow het voorzitterschap. Tot vice-voorzitters der algemeene vergaderingen werden aangewezen de heeren Manney (Amerika) Smith (Engeland) en Szalay (Hongarije). Hierna werd de ontwor pen regeling der werkzaamheden goedgekeurd en bijzondere commissiën ingesteld voor beraad slaging over het dienstreglement en voor tekst- opstelling der te nemen besluiten. De confe rentie zal beginnen met de beraadslaging over het plan van een internationaal verdrag. Hare zittingen zijn niet openbaar. ENGELAND. Omtrent de staking van de scheepsbouwers aan de Clyde wordt nog gemeld dat ze den patroons volstrekt niet onwelgevallig is en deze misschien weldra tot een algemeene uitsluiting zullen overgaan. Er worden niet veel schepen gebouwd, omdat de vrachten in den laatsten tijd dalende zijn. De eigenaars der scheepswerven zouden er daarom voordeel bij hebben, als ze de op stapel staande schepen niet vlug konden afleveren. Twintig vertegenwoordigers van Britsche Ka mers van Koophandel werden dezer dagen te Buda-Pest gevierd. Gedurende een banket uitte de Hongaarsche handelsminister Kossuth zich o.a. als volgt Ik hoop, dat ge ons bij nadere kennismaking uw vriendschap zult waardig keuren. Ge plaatst jaarlijks honderden millioenen in overzeesche ondernemingen. In Hongarije zou het Britsche kapitaal een rijk veld ter bearbeiding vinden. De vereeniging van Engelsche ondernemings geest en Hongaarschen arbeid, tot ’t scheppen van industrieën, waartoe alle voorwaarden ruim aanwezig zijn, zou voor beide landen zegenrijk zijn. ITALIË. Een diplomaat in actieven dienst levert in de Stampa een vernietigende critiek op de staatslieden van zijn land. Het Italiaan- sche volk is in zaken van bui tenlandsche politiek als een kind, dat alles hebben wil wat het ziet en alles, wat het gehad heeft, wegwerpt, steeds begeerig naar nieuwe sensaties, zegt hij. In de buitenlandsche politiek is het naïefhet komt licht in geestdrift bij elk humanitair idee, bij elke verwijzing naar het nationaliteitsbeginsel, op grond waarvan Italië opnieuw is ontstaan en ziet daarbij de oprechtheid err. de ware bedoe lingen der menschen, die het. idee ter sprake brengen of het nationaliteitsbe ginsel aanroepen, volkomen over ’t hoofd. Het ergste is, dat men in Italië niet alleen van de geschiedenis en de buitenlandsche politiek der an< lere staten, maar ook van de aardrijkskunde zoo goed als geen begrip heeft. In de meeste It aliaansche huisge zinnen vindt men geen atlas en als er een is, dateert hij uit het jaar 186 0. En de staats lieden zijn voor een deel al niet beter op de hoogte dan ’t gewone volk. Een minister van oorlog meende, dat Kharthoem in de buurt van Massoea lag en een ander wou Aden in Afrika zoeken. De diplomaat spreekt ten slotte over de ongelooflijke misgrepen van 1 878. Toen is, alleen doordien Italië op diplomatiek gebied minderwaardig was, op het Balika .nschiereiland de toestand geschapen, welke ee n gewapend conflict tusschen Oostenrijk en Italië vroeger of later niet onmogelijk doet schijnen. Dank zij ’t onverstand van den grijzen minister Nelegari weigerde Italië toen het aanbod van Engeland' en Oostenrijk om gemeenschappelij k over den toestand op het Balkanschiereiland te beraad slagen en het was niet meer dan natuurlijk, dat het later bij de verdeeling te Berlijn met leege handen uitging. Maar ’t ergst v cerd Italië door Frankrijk beetgenomen. Op Cairoli’s di recte vraag, of Frankrijk iets- tegen Tunis in ’t schild voerde, ontkende de Frar\sche,regeering De Tweede Kamer schijnt van haar voorne men om vlugger te werken wel ernst te maken. Nog nooit is het gebeurd, dat ze zoo vroeg al vergaderden, geen 14 dagen nog na het uitspre ken der Troonrede. Maar het gold hier de vorige week in dubbel opzicht een nieuwigheid. Ten einde tijdroovende interpellaties zoo veel mogelijk te voorkomen heeft de Kamer besloten de leden gelegenheid te geven op bepaalde dagen den ministers vragen te stellen. Ên van deze gelegenheid werd verleden Vrijdag gebruik ge maakt. ’t Was vragendag. Maar als alle vra- gendagen zoo zullen blijven, lijkt de nieuwe in stelling maar weinig om ’t lijf te hebben. De heeren Schaper en Van Kol hadden een paar vragen te doen. De eerste over de bekende kwestie van de directeuren der Maastrichtsche aardewerk-fabrieken, die gedreigd hadden hun fabrieken te sluiten indien het Arbeidsbesluit gegrond op art. 4 der Arbeidswet, niet werd gewijzigd, en de ander over Indische aangele genheden. De heer Schaper kreeg op zijn vragen een bescheid, waarmee hij zeker tevreden kon zijn. Na een nadere uiteenzetting der zaak, deelde minister Veegens mee, dat de bedreiging op hem niet den minsten indruk had gemaakt en hij integendeel de heeren had opgemerkt, dat hij schriftelijke bedreigingen naast zich zou neerleggen en mondelinge niet geliefde aan te hooren. Ook de heeren directeuren blijken hier mee tevreden te zijn geweest, want zij hebben hun fabrieken maar laten doorwerken. Toch zullen ze inzooverre succes hebben, dat het Arbeidsbesluit wordt gewijzigd, wel niet om hun bedreigingen maar om de belangen der arbeiders te bevorderen en voor de nijverheid gerezen bezwaren uit den weg te ruimen. Waarschijnlijk zal de heer Van Kol door de antwoorden van minister Fock minder bevredigd zijn, maar hij heeft dit dan voor een groot deel aan zich zelf te wijten. Hij vroeg waarom in Atjeh sommige leveranties en pachtcontracten onderhands zijn aanbesteed en gesloten. Minister Fok’s antwoord was, dat dit geoorloofd is, maar dat hij geen bijzondere inlichtingen kon geven omdat de heer Van Kol niet gezegd had, welke pachtcontracten hij bedoelde. En toen deze daarop een onderhandsch contract voor opium pacht noemde, waarbij de pachter 3 ton winst zou hebben gemaakt, moest hij zich met het bescheid tevreden stellen dat daaromtrent in de vraag niets vermeld stond en dus de minister zelf aan de Indische regeering nog inlichtingen zou moeten vragen. De tweede vraag van den heer Van Kol be trof het bestaan van misstanden in het binnen- landsch bestuur, waaromtrent hij door den mi nister tamelijk werd gerust gesteld. Nadat hiermee de vragen van de baan waren, stelde de Voorzitter, waartoe Jhr. Roell benoemd is, voor om na het afdeelings-onderzoek, maar niet voor 10 October in openbare vergadering te behandelen de volgende wetsontwerpenhet verdrag betreffende de toetreding der mogend heden tot de Vredesconferentie, wijziging van het Indisch regeerings-reglement, wijziging van de wet op de brievenposterij, aanlegging van spoorwegen door de Haarlemmermeer, invoering van Staatsschuldboekjes. De Kamer was het hiermee eens. Alleen gaf de heer Schaper in overweging alsnog in de secties te behandelen het ontwerp tot uitbreiding van de Ongevallenwet tot den landbouw. Welke wensch de Voorzitter beloofde aan de Centrale .Sectie over te brengen. Gemeenschappelijk bezit. Dr. Fredrik van tische socialist, die op «Walden” het stelsel van gemeenschappelijk bezit en gemeenschap pelijke productie in praktijk heeft trachten te brengen, deelt nu zijn ervaren mee in zijn blad de Pionier, waardoor hij veel collectivis- tische idealen wegvaagt. «Ronduit moet ik verklaren, dat wat ik tot nu toe van Gemeenschappelijk Bezit heb ge zien, altijd uitliep op verwaarloozing. Dit is een feit, een ervaring die men even onomwonden moet constateeren en uitspreken, als iedere wetenschappelijke ervaring. Het is ons niet te doen om een of andere theorie te bewijzen, het is ons te doen om de waarheid. De waarheid nu is, dat het in onze proef nemingen met Gemeenschappelijk Bezit meest al uitliep op verwaarloozing van dat bezit. Ja, men kan wel zeggen dat wij het Gemeen schappelijk Bezit alleen maar in zeer kleine groepjes, en bij uitzondering, werkelijk hebben zien bestaan. Waar het op groote schaal werd beproefd, volgde verwaarloozing en verlies. Daar waar werkelijk bloei ontstond, daar was het bezit ook niet werkelijk gemeenschappelijk. Er zijn in G. G. B. een aantal kleine groepjes, die zich zoo ongeveer bedruipen, deze hebben nog geen feitelijk bezit. Er zijn een paar lichamen, die zich aanzienlijk uitbreiden, en daar is het bezit, niet inderdaad gemeen schappelijk. En dan moet ik er dit nog bijvoegen, dat in zoover dat bezit practisch gemeenschappe lijk is, het ook inderdaad verwaarloosd wordt. Walden staat op naam van één persoon, maar in de practijk doet men alsof het ge meenschappelijk bezit is. En het gevolg is dat Walden jaren lang feitelijk verwaarloosd is. Ik ben het best in de gelegenheid ge weest het waar te nemen. Zoolang ik weet, tot dit oogenblik toe, is Walden verwaarloosd omdat het als gemeenschapsgoed is beschouwd. De industrieele bloei is toe te schrijven aan het feit dat iemand altijd de macht behield slechte krachten te verwijderen en goede op te nemen. Men zal dit een treurige ervaring noemen. Dat is het ook. Het bewijst dat de aller meeste menschen, al noemen ze zich nog met zulke mooie namen, onvoldoende plichtsbesef, energie, activiteit, verantwoordelijkheidsgevoel, ordelievendheid en gemeenschapszin hebben, om uit eigen beweging goed voor gemeen schappelijk eigendom te zorgen. Dat is de duidelijkste leer, die acht jaren lang probeeren heeft opgeleverd.” «In korte woorden is de uitkomst van de ervaring dezeGemeenschappelijk bezit is alleen houdbaar, en zal alleen dan niet tot verwaarloozing en achteruitgang leiden, wan neer het geplaatst is onder streng, verant woordelijk, persoonlijk beheer van een degelijk energiek, actief beheerder. Het spijt mij bijzonder van al de mooie theoriën, die natuurlijk zich hevig zullen ver zetten tegen deze gevolgtrekking. Maar in de wetenschap leeren we de waarheid en de haaldelijk waren geplunderd. Meermalen kwam feiten altijd meer liefhebben dan de mooiste het tot ernstige gevechten tusschen soldaten en roovers, waarbij de laatsten overwinnaars bleven. In den brief wordt gezegd, dat het voorgeno men terugtrekken der Europeesche troepen uitermate bedenkelijk zou zijn. Deze berichten komen hoogst waarschijnlijk uit den koker van Duitsche zendelingen. Het waren ook Duitsche zendelingen, die vooraf ge waarschuwd hebben voor het uitbreken der onlusten in 1900. Toen echter sloeg men geen geloof aan hun woorden. Misschien hecht men er nu wat meer gewicht aan. theorie. Ik ben begonnen aan te nemen dat het anders kon, dat het persoonlijk initiatief onder vrije werkers wel voldoende zou zijn. Niemand kan mij er van terughouden openlijk te ver klaren welke waarheid ik onomstootelijk heb gevonden in de practijk. Over ’t algemeen is van persoonlijk initiatief zeer weinig te wachten. Alles hangt af van enkele personen, die de stuwkraeht geven. Om een groote zaak, zooals onze moderne tijd ze on verbiddellijk eischt, tot stand te brengen en in stand te houden, is het noodig aan enkele daartoe bekwame menschen de volle bevoegdheid te geven alles naar hun per- Natuurlijk zooveel mogelijk rekening houdend met de individu- eele vrijheid en het initiatief.” De bevolking onzer provincie bedroeg bij het einde van 1905 356.007 zielen. Aan de stemming over aansluiting tot de Berner Conventie, gehouden onder de leden der «Vereeniging ter bevordering van de be langen des Boekhandels" hebben van de 642 leden (635 gewone en 7 eereleden) 607 leden deelgenomen. De meerderheid heeft zich tegen eene aansluiting verklaard, want de uitslag luidt als volgtvóór 238 stemmen, tegen 300 stemmenonverschillig 61 stemmenvan onwaarde 8 stemmen. Een bijzonderheid mag het heeten, zoo wordt uit Pingjum gemeld, dat twee zusters in geen 43 jaar elkaar hadden gezien en van eikaars bestaan niet meer wisten. Deze week sliepen ze weer samen. Door omstandigdheden van eikaars bestaan ver wittigd, kwam de 63-jarige Trijntje IJpma van Heerenveen over en bezocht hare 77- jarige zuster. Administratief gesol. Zaterdag zou te Langezwaag het lijk begraven worden van de vrouw van J. Jelsma, zoo jammerlijk bij het tramongeluk te Oudehaske omgekomen. De familie en genoodigden waren aanwezig om de laatste eer te bewijzen, maar toen bleek, dat ’t lijk niet ter laatste rustplaats kon worden gebracht. De vergunning tot be graven ontbrak. In Haskerland, waar ’t on geluk plaats vond, en binnen welke gemeente de vrouw ook overleed, maakte men bezwaar deze vergunning te verleenen. Men wendde zich toen tot Opsterland, waar de vrouw gedomiciliëerd wasook hier maakte men bezwaren. Het lijk werd nu niet begraven, maar in het lijkenhuisje geplaatst. Nader verneemt men, dat door Haskerland verlof tot begraven is verleend, zoodat de begrafenis thans heeft plaats gehad. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD II

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1906 | | pagina 1