voor WORM en omliggende Gemeenten.
De Poëzie van den Eiffeltoren.
Tweede Jaargang.
No. 36.
Officieel Gedeelte.
Binnenlandsch Nieuws.
Buitenlandsch Nieuws.
A
Bi
ZATERDAG'31 AUGUSTUS 1907.
i.
7.
8.
9.
En weiger vooral geen ziel aan
van
Weest
dagblad
hij niet
2.
3.
4.
5.
Uitgave van T. GAASTRA Bz.,
firma H. BRANDENBURGH Zoon
te WORKUM.
gestald
een zesde geval is geconstateerd bij vee
van den landbouwer G. Bouma te Steggerda
(Weststellingwerf). Het tweede geval dus in
die gemeente.
De nikkelen 5-centsstukken. De minister
van Financiën maakt bekend dat met ingang
van den 2en September a. s. door de Rijks-
betaalmeesters in omloop zullen worden gebracht,
nikkelen 5 centsstukken, geslagen ingevolge
de wet van den 31 en December 1906 (Staatsblad
no. 376).
Deze muntstukken vervaardigd van munt
in de omstreken. Zij werd met blijdschap ver
nomen. Deputation van de stammen komen
van alle kanten aan om den nieuwen Sultan
geluk te wenschen. Orde heerscht in de stad.
Ieder houdt zich zonder eenige ongerustheid
met zijne zaken bezig. Moelaï Hafid wil zich
met een door de stammen voor hem gereed ge
maakt geleide den eersten dag der *aanstaande
maand Sjaaban naar Rabat begeven. God geve
dat het voor ons welzijn moge wezen 1
IP -
1 .a;-.
Een Eiffeltoren?
Hoog ja, maarzielloos
De burggraaf E. M. de Vogüé, lid der Aca
demie Franpaise, dacht daar anders over.
Uit de Revue des deux mondes van 1889
brengen wij een vertaald stuk onder de aan
dacht van de lezers van Friso, die er, evenals
wij, wellicht met ingenomenheid kennis van
zullen nemen.
Na eenige algemeene beschouwingen over het -r-
technisch nut van den Eiffeltoren en opmer- ^eb geen behoefte
kingen van tegenstanders, vervolgt de geleerde
schrijver aldus:
Maar hij heeft nog een ander nut en dat is
het genoegen der honderden die dagelijks in
hem opklimmen. Elke gram ijzer van deze
massa van zeven millioen kilogrammen is reeds
betaald door een oogenblik van genot van een
menschelijk wezen. Is dit niet reeds een nut
dat kan meetellen?
Het uitzicht, dat men boven geniet, brengt
De Vogüé in verrukking. Hij is er ’s avonds
gebleven na zonsondergang. In de kleine kooi,
waarlangs de wind zucht en klaagt, waant hij
zich op een schip; alleen de oceaan ontbreekt.
De duisternis stijgt van de aarde op. Één voor
één verdwijnen de kwartieren van Parijs; eerst
zinkt de grijze massa der woonhuizen weg, dan
de groote gebouwen, wier namen de geschied-
boeken vermelden; de kerkgebouwen drijven
nog een oogenblik boven, doch ook deze worden
verzwolgen door de duistere zee. Daar ver
schijnen lichtjes, zij vermenigvuldigen zich en
weldra vervullen millioenen lichtpunten den
donkeren afgrond, als een wonderlijk gesternte,
dat aan den horizont zich vereenigt met den
nachtelijken sterrenhemel. Men meent een
omgekeerd uitspansel te zien met een grooten
rijkdom van sterren. Vreugdesterren en sterren
van smart; de borst wordt beklemd door de
gedachte, dat elk harer het drama bijlicht van
een menschelijk bestaan, zoo nietig in de massa,
maar zoo tragisch en de wereld vervullende voor
hem, die het ondergaat, zonder het te begrijpen.
De blik gleed van de sterren omhoog naar die
omlaag, gene geheimzinnig, deze aantrekkelijk,
omdat wij gevoelen, wat elk harer beschijnt.
Maar de eene zoowel als de andere volbrengen
dezelfde taak, de eeuwige taak van alle wezens
de taak van te leven...
Eensklaps schoten twee stralen van licht ter
aarde. Het waren de groote lichtbundels uit de
electrische projectietoestellen, die in den top van
den toren rond wentelen, de lichtbundels waar
van men eiken avond het weerlichten ziet langs
de vensters in de verst afgelegen hoekjes van
Parijs, als ware de bliksem getemd. Van boven
gezien, schijnen de twee lichtende armen de
duisternis te betasten, gelijk de slakken het
omringende betasten met hare voelhorens. Het
schijnt, dat zij iets zoeken. Van tyd tot tijd
De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke
regel meer 4 cents. Grootere letters worden berekend naar
de ruimte die zij innemen. Bij abonnement belangrijk lager.
Staatkundige brieven van mr. van Houten.
De voorspelling, onlangs door een
gedaan, dat mr. S. van Houten, nu
herkozen is tot lid van de Eerste Kamer, weer
staatkundige brieven zou gaan schrijven, is
uitgekomen; No. 1 van de serie 1907 is
verschenen.
Mr. Van Houten vertelt daarin, dat zijn
driejarig lidmaatschap van de Eerste Kamer
zijn kennis van politieke personen en zaken
opgefrischt heeft en dat de uitgave van een
serie staatkundige brieven het aangewezen
middel is, om haar, zoo mogelijk, voor het
land vruchtbaar te maken.
Dan herinnert hij er aan, dat zijn laatste
parlementaire arbeid gewijd was aan de be
strijding van het wetsontwerp, betreffende het
Arbeidscontract, welke bestrijding hij in dezen
eersten brief voortzet.
In het bijzonder richt hij zijn schrijven tot de
magistraten van hoogeren en lageren rang en
de practizijns, die de wet hebben uit te voe
ren.
Wijziging motor en rijwiehvet. Naar aan
leiding van de motie, in de gemeenteraad te
’s Gravenhage voorgesteld, om bij de regeering
aan te dringen op een wijziging van de Motor
en Rijwielwet 1905 (Stbl.) no. 69), verneemt
de N. Ct. van welingelichte zijde, dat een
wetsontwerp tot wijziging van die wet, o.m.
om het stellen van een snelheidsmaximum voor
alle wegen binnen de bebouwde kom mogelijk
te maken, sedert eenigen tijd bij den Raad
van State aanhangig is De regeering schijnt
deze wijziging reeds vóór het bekende ongeluk
aan het Kanaal ter hand te hebben ge
nomen.
Zaterdagavond is te Domburg, waar hij
bij zijn broeder de vacantierust genoot,
plotseling aan een hartverlamming overleden,
de heer P. L. Tak, een der bekende figuren
in de sociaal-democratische partij, lid der
Tweede Kamer voor het kiesdistrict Franeker.
Mond- en Klauwzeer in Friesland.
Wat gevreesd werd, gebeurt reeds: het
mond- en klauwzeer blijft niet beperkt tot
het eene geval te Koevorderhuis, maar ’t
breidt zich uit over de provincie.
Een tweede geval is geconstateerd bij vee
P. de Jong te Scharren
een derde geval op de boerderij van G.
d Meer te Heeg;
een vierde geval op de boerderij van H.
Zijlstra te Syteburen onder Grouw;
een vijfde geval bij drie van de zeven,
stuks hoornvee (2 koeien en 1 pink) van
den veehouder F. Buisman te Spanga. Op
een grenzelooze barmhartigheid en een godde
lijke hoop”.
Ziedaar, zegt De Vogüé, wat ik boven op den
Eiffeltoren meende te hooren. En toen hij, bij
het afdalen op het onderste plat gekomen, het
oog nog eens naar boven richtte, zag hij hoe de
beide lichtarmen bij het zwaaien door het
luchtruim eensklaps poosden in een stand, lood
recht opelkander. Óp den donkeren hemel
teekenden zij toen voor een oogenblik een schit
terend kruis.
Het teeken van den ootmoed en aanbidding
werd ten top geheven door dit nieuwe licht,
die onstoffelijke kracht, die ginds in de hoogte
het slicht der lichten” wordt. Gedurende dat
oogenblik werd de toren voltooidhet voetstuk
had zijn natuurlijke bekroning ontvangen.
Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents.
Per post 0.65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder
dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur.
vereenigen zij zich op één punt. Zij glijden van
VERGADERING van den Raad der Ge
meente Hemelumer Oldeph. en Noord-
wolde op Dinsdag 3 September 1907,
’s voorm. 91/2 uur.
Punten van behandeling
Beëediging van de benoemde leden van den
Raad.
Notulen.
Mededeelingen.
Aanbieding van de gemeente- en armvoogdij-
begrootingen voor 1908.
Voorstel tot ruiling van grond.
Idem, omtrent vervanging van het voetpad
SouLaaxum door een grindweg.
Idem, tot verlenging van den termijn van
ontruiming der onbewoonbaar verklaarde
woning van A. F. van der Zee te Warns.
Verzoek van H. Knobbe, vr. v. H. de Boer,
om eervol ontslag als onderwijzeres in vak
K, aan de school te Nijega.
Benoeming van een lid en een boekhouder
van het Burgerlijk Armbestuur te Hemelum.
Koudum, De Burgemeester,
29 Augs. ’07. G. A. M. KALLENBACH.
kleine huisjes op paleizen en van paleizen op
landhuizen in de verte. Men volgt ze onwille
keurig met de oogen, omdat zij den indruk
geven te handelen volgens eigen wil en begeerte.
Hier trekken ze uit het duister een heuvel
achtig bosch op met witte vlekken op den voor
grond dat zijn de graven van Père-Lachaise.
Ginds zich opvouwende, blijven de lichtstralen
gevestigd op de Notre Dame. De gevel teekent
zich af, bleek, maar scherp. In de ontwakende
torens meent De Vogüé een stem te hooren,
die zegt:
Waarom stoort gij onze rust, onheilige
nabootsing van den christelijken toren. Te
vergeefs verheft gij u in uw eigenwaan hooger
dan wij. Op onvergankelijk steen zijn wij ge
grond. Ge zijt leelijk en hol, wij zijn schoon
en vol van God. Kunstenaars hebben ons ge
bouwd met heilige liefdede eeuwen hebben
ons gewijd. Gij zijt stom en dom. Wij hebben
onze kansels, onze orgels, onze klokken, al het
geen den geest en het hart beheerscht. Gij zijt
trotsch op uw wetenschap, maar gij weet weinig
omdat ge niet kunt bidden. Gij kunt den
menschen verbazen, gij kunt ze echter niet aan
bieden wat wij hun gevenvertroosting in het
lijden. Bij u zullen zij zich gaan vermaken, bij
ons komen ze weenen. Waan van den dag, gij
zult niet leven want gij zijt zielloos.
De Eiffeltoren is echter niefr stom. De wind,-
die in de metalen snaren grijpt, verleent hem
een stem. En die stem antwoordt:
Oude, verlaten torens, men leent u niet
meer het oor. Ziet ge niet dat de wereld van
pool is veranderd, en dat zij thans om mijn as
van ijzer draait? Ik vertegenwoordig de alge
meene kracht, gedrild door de, wiskunde. De
menschelijke gedachte stijgt op langs mijne
leden. Mijn hoofd draagt een krans van weer
licht, ontleend aan de eigen bronnen van het
licht. Gij waart de onkunde, ik ben de kennis.
Gij hieldt den mensch in slavernij, ik maak
hem vrij. Ik ken het geheim uwer wonderen,
die uw getrouwen schrik inboezemden. Mijn
grenslooze macht zal het heelal herscheppen en
uw kinderlijk paradijs hier beneden vinden. Ik
meer aan uw schepper, nu
ik de wetten der schepping ken. Die wetten
zijn mij voldoende, gelijk zij den geesten vol
doen, die ik op u veroverde en die niet meer
tot u zullen terugkeeren.
Toen de Eiffeltoren zweeg, schoten de twee
groote lichtbundels eensklaps met een schok
omhoog, de trilling der lichtdeeltjes ging over
in geluidstrillingen en een heldere stem klonk
uit de teedere lichtvloeiïng op:
Dingen van het ondermaansche, zwaar
wichtige dingen, uw woorden zijn onjuist en
uw oogen kortzichtig. Gij, godsdienstige gotische
torens, waarom zoudt gij uw jongeren broeder
verhinderen schoon te worden. Wanneer men
een Griek uit Athene' aan uw voet had ge
bracht op het oogenblik dat de meesters u
maakten, zou hij van u hebben gezegd, wat gij
thans zegt van hem. Hij zou u een barbaarsch
monster gescholden hebben, eene beleediging van
de heilige lijnen van het Parthenon. Toch is
men ook uwe schoonheid gaan erkennen naast
die andere, die men vóór u bewonderde. Duld
dan ook dat er een andere ontstaat, als de tijd
is gekomen. T
hen, die haar zoeken. Gij hebt de uwe ont- j
leend aan de basilieken, die haar op hun beurt
van de catacomben hebben genomen. Indien
de ijzeren bogen haar thans aan u gaan ont
nemen, tracht dan te gehoorzamen aan de wet,
die wil dat alle vormen voorbijgaan. Weest
moederlijk tegenover de zoekende wereld. Zij
volgt haar instinct door andere wegen in te
slaan, waar zij echter zal terugvinden, wat
eeuwig is in u.
Én gij, zoon van de kennis, beheersch uw
gevoel van eigenwaarde. Uw wetenschap is
schoon en nuttig en onaantastbaar, maar het is
niet voldoende de geesten te verlichten wanneer
de eeuwige wonden van het hart ongenezen
blijven. Uw voorganger gaf den menschen
waaraan zij behoefte hadden: liefde voor den
naaste en hoop. Indien ge hem wenscht op te
volgen, tracht dan de tempel te zijn van het
nieuwe verbond tusschen wetenschap en geloof.
Laat de onzichtbare ziel, die in u huist, de ziel,
die wij voor u zoeken in deze nieuwe wereld,
voor den dag treden. Gij bezit haar door het
verstand, doch gij zult slechts dan in waarheid
over haar gebieden, wanneer gij aan de onge-
lukkigen kunt schenken wat zij ginds vonden
DUITSCHLAND. De Duitsche bladen gaan
voort met hunne beschouwingen over hét bezoek
van den Franschen gezant Cambon aan prins
Von Bülow op Norderriey.
De Post hoopt op eene openhartige verklaring
der Duitsche Regeering, die alle mogelijke be
kommeringen of misverstand inzake de betrek
kingen met Frankrijk zou wegnemen. Verder,
zinspelende op de gebeurtenissen in Marokko,
hoopt het blad voor den algemeenen vrede, dat
Frankrijk en Duitschland steeds hand in hand
zullen gaan in deze zaak en zoo dit een gevolg
is van het bezoek op Norderney, mag men er
zich hartelijk in verheugen.
ENGELAND. De zitting van ’t Parlement is
verdaagd met eene rede van den Koning waarin
met genoegen gewaagd wordt van ’t bezoek des
Konings en der Koningin van Denemarken, als
niet kunnende missen de vriendschappelijke be
trekkingen der twee landen nog beter te maken.
Voorts spreekt Z. M. zijne ingenomenheid
uit met het bezoek van Prins Foesjimi. De
betrekkingen met de buitenlandsche Mogend
heden, zoo luidt de troonrede verder, zijn
vriendschappelijk; met Spanje is eene overeen
komst aangegaan tot instandhouding van de
wederzijdsche belangen in de Middellandsche
Zee en in den Atlantischen Oceaan. De Koning
vertrouwt dat de beraadslagingen ter Haagsche
Conferentie leiden mogen tot het aangaan van
overeenkomsten, strekkende om de ellende van den
oorlog te temperen en den wereldvrede te ver
zekeren. Verbetering wordt aangekondigd in
’t raderwerk van ’t bestuur in Indië en het ver
trouwen uitgesproken dat het verleenen van
zelfbestuur aan ’t volk der Oranje-rivierkolonie
tot zijn welzijn en tevredenheid leiden moge.
In ’t verder beloop der rede wordt over
binnenlandsche aangelegenheden gehandeld.
ZWITSERLAND. De Zwitsersche Bondsraad
heeft in plaats van den tegen ’t einde van
October aftredenden «Geheimen Postraad” Her
man Galle den «Opperpostraad” Sieblist te Keulen
tot vice-directeur van ’t internationaal bureau
der Wereld-postvereeniging gekozen.
MAROKKO. De berichtgever der Temps te
Tanger verklaart stellig te weten, dat de Ma-
rokkaansche minister van Oorlog El Guebbasen
des Sultans vertegenwoordiger Mohammed el
Torres aldaar reeds officieel brieven van Moelaï
Hafid te Marakesj ontvangen hebben, hun zijne
komst tot den troon berichtende. Voorts deelt
hij den volgenden kenschetsenden brief mede
van een voornaam koopman te Marekesj, indeze
hoedanigheid tot de vergadering der Ulema, die
den nieuwen Sultan uitriepen, genoodigd. aan
een hooggeplaatst ambtenaar te Tanger, d. d.
19 dezer, gericht en aldus luidende
Dat de tijding die ik u zende, o mijn vriend
onzen vrede en ons geluk moge verzekeren!
^eet dan, dat heden na het gebed ik bij Moelaï ]asf. van den digtricts-veearts zijn alle beesten
Hafid geroepen ben. Ik vond bij hem vereenigd - - J
den glawi en de groote kaïds der andere stammmen
ulema, sjeoerfa’s en aanzienlijken der stad. Ons
werd medegedeeld, dat men tot het welzijn van
den Islam en wegens de tegenwoordige omstan-
heden Moelaï Abd el Aziz had vervallen
verklaard en besloten om Moelaï Hafid in
zijne plaats uit te roepen. Men legde ons de
biha [het proces-verbaalj der afkondiging van
den nieuwen Sultan voor. Ik deed als de anderen
ik teekende; daarop wierp ieder op zijne beurt
en naar zijnen rang zich voor Moelaï Hafid neder
en wenschte hem met zijne verheffing tot den
troon geluk. Vervolgens donderde het kanon om
de goede tijding aan de bevolking bekend te
maken en de openbare omroepers verbreidden haar
r
'A
4
NIE W S- E N A D V E R T E N TIE B L A D