voor WORKll en omliggende Gemeenten. Van het Wereldtooneel. Over dit en dat. ZATERDAG 5 OCTOBER 1907. Tweede Jaargang. No. 41. Officieel Gedeelte. Uit de Kamers. l I was. 4. 7. zachtere zeden gewoon I Zij heeft dat trouwens met andere regee- ringen gemeen, die vaak evenmin schromen zulke oppositie hardhandig het zwijgen op te 1. 3. benden, die reeds een 1 bezet hebben, is geld noodig. te Teheran geld ingezameld, een flinke som Er zijn slechts een paar menschenlevens te betreuren. De groothertog van Uitgave van T. GAASTRA Bz., firma H. BRANDENBURGH Zoon te WORKUM. Rabat aan. L r schijnt veel kleiner dan men eerst meende. In het zuiden van Frankrijk hebben en overstroomingen ontzaggelijke dan eensklaps gebeurt er aan alle hoop op eindelijke De groothertog van Baden, Frederik I i is overleden. Zijn zoon is hem als Frederik II opgevolgd. Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents. Per post 0 65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur. geheele leven geen dienst kan doen, toch voor sommige onderdeden, voor handel, voor spoor wegdiensten en dergelijke van groot en belang rijk nut kan zijn. Al gaat nu de eerzucht en de droom van den schepper van het Esperanto zeker verder, zijn werk kan op de bovenbedoelde wijze voor de rnenschheid zeker van belang zijn. En het schijpt wel, dat men dat meer en meer gaat toegeven. De ontvangst der Espe rantisten, te Cambridge, waar ze hun congres hielden, bewijst, dat men ook daar de beweging te belangrijk vond en zeker de moeite waard om er voldoende notitie van te nemen. Zijn de Esperantisten daardoor aangemoedigd om hun eerste internationale tentoonstelling te organiseeren De vorige week is die althans in den Haag geopend om een beeld te geven van de betee- kenis en de uitbreiding van het Esperanto. Men ziet daar op de Prinsessegracht tabellen, leerboeken circulaires’s, tijdschriften, romans, tooneelstukken, alles in het Esperanto. Die romans, tooneelstukken, enz. zijn natuur lijk vertaald; dat er een oorspronkelijke Esper- anto-literatuur is, geloof ik niet. Verder zijn er foto’s van bekende Esperantisten van groepen deelnemers aan het congres te Cambridge enz. ’t Is wel aardig, dat men^deze eerste inter nationale tentoonstelling in den Haag houdt. Al meer en meer wordt blijkbaar onze regee- ringsstad een intellectueel centrum. Allerlei belangrijke internationale tentoonstellingen en congressen worden er gehouden. Zoo is er de vorige week de algemeene vergadering van de Internationale Vereeniging voor de studie der aardbevingen geopend, ’t Is ook de eerste, want deze studie is ook zoo oud nog niet en eerst den laatsten tijd is men zich gaan vereenigen voor die bestudeering. Men heeft ook hier begrepen, dat men elkaar noodig had. Trouwens iedere wetenschap is internationaal; men kan elkaar’s resultaten te best gebruiken. Onze minister van Koloniën zei het nog: »De geleerden van alle volkeren streven er naar in de wetenschappelijke congressen de veroveringen der wetenschap te doen toenemen in het belang niet van een enkel persoon of van een enkel volk, maar in het belang van geheel de mensch- heid; immers de geleerden houden zich bezig met het opsporen der oorzaken van de kwalen en rampen, die het menschdom bedreigen en bespreken de te nemen maatregelen en de toe te passen geneesmiddelen ten einde zooveel mogelijk die plagen te vermijden en binnen enge grenzen terug te brengen.” Ja, dat is wel het streven van dezen tijd, de oorzaken der kwalen op te sporen, en ze te kunnen wegnemen, en niet alleen de kwalen zelven te bestrijden. We zien dat overal. In het rapport der Staatscommissie, die de regee- ring van advies te dienen had omtrent bestrijding van bedelarij en Jandlooperijin de rede, die Dr. Hoffman hield op het congres voor de afschaffing van den nachtarbeid in het bakkers bedrijf, te Utrecht gehouden; na den verschrik- kelijken brand, die te Amsterdam aan 7 men- schen het leven kostte, nu men ook daar gaat vragen, hoe een brand zulke gevolgen kan hebben en of dat dan niet te voorkomen is. Men slaat maar niet zoo luk raak, maar men wil weten waar de zieke plek zit, die de pijnen veroorzaakt, en dan die uitsnijden. wat voor het Visscherij-ontwerp. sfeer van invloed, Maar de heer Nolens, Limburgsch afgevaar digde, was bang dat op deze wijze de behan- deling der staatsmijnexploitatie in het gedrang zou komen. Daar bleek echter de heer Van Kol raad op te weten. Hij stelde voor, eerst de Mijnwetten te behandelen, dan de Visscherijwet en daarna zoo mogelijk nog andere ontwerpen. Maar de Voorzitter wilde er niet van weten. Het rapport van den deskundigen in visscherij- zaken moest nog worden afgewacht en de tijd zou ook te kort blijken. De Kamer bleek het met hem eens en verwierp ’s heeren Kol’s voor stel. Op den Vragendag, waarvoor men ook dit jaar weer den Vrijdag zal Houden, kwam de heer Reijne aan het woord. Deze had zich tot tolk gemaakt van de ontevredenheid over de maatregelen tot bestrijding van het Mond en Klauwzeer en vroeg, of de machteloos heid van de bestaande bepalingen om den voortgang der ziekte te stuiten en daardoor de noodzakelijkheid om de meest bezwarenden voor- en Arm- De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke regel meer 4 cents. Grootere letters worden berekend naar de ruimte die zij innemen. Bij abonnement belangrijk lager. schriften op te heffen niet gebleken was. De minister vond, blijkbaar van niet. Juist aan die bepalingen was de langzame voortgang der ziekte te wijten. Toch wilde hij wel overwegen, of hij niet eenigermate aan de bezwaren der boeren kon tegemoet komen. Op een algemeen verlof om de najaarsveemarkten te houden, wat de heer Reijne wenschte, behoefde men echter niet te rekenen. Er is nog niet veel te doen geweest in de Tweede Kamer, maar dit weinige hebben de heeren Kamerleden toch reeds benut om hun welbespraaktheid te toonen. De Voorzitter had eene regeling van werkzaam heden ontworpen, volgens welke op 8 October en volgende dagen slechts een paar dringende ontwerpen, als het voorstel tot subsidieering van de Zuid-Amerika-lijn, dat tot instelling van een fonds voor de spoedig afwerking van de stelling Amsterdam en de aangelegenheid der staats mijnexploitatie, zouden worden afgedaan. Daar na zouden de Kamerleden zich dan nog eenigen tijd voor de behandeling der Staatsbegrooting kunnen voorbereiden. Dit bleek echter vooral de heer Duymaer van Twist niet naar den zin. Hij had zich gespitst op de behandeling van het ontwerp der Visscherij-wet en zag zich on gaarne teleurgesteld. Ook de heer Heemskerk voelde wel Behalve over Perzië handelt het verdrag hoofdzakelijk over Afganistan en Tibet. In beide landen zal Engeland de hoofdrol spelen. Afganistan, verklaart Rusland, ligt buiten zijn sfeer van invloed, en wanneer het iets met Afganistan mocht te verhandelen hebben, zal het dit doen door tusschenkomst van de Engelsche regeering. In Tibet erkennen beiden de souvereine rechten van China, maar Rusland geeft weer toe, dat Engeland wegens de aardrijkskundige ligging er een bizonder belang heeft. Men zou zoo zeggen, dat het tsarenrijk nog al wat toegeeft. Dit ligt anders niet in zijn gewoonten, maar ook hier zal nood wel bidden hebben geleerd. Rusland heeft in de allereerste plaats behoefte aan rust naar buiten, want het blijft er i even vreemd en hopeloos uitzien. van Hoofdel. in het land zelf nog steeds slagregens L_r_lSoms lij- verwoestingen aangericht. President Falliéres ken een tijdlang de zaken weer wat op gang heeft de geteisterde streken bezocht. F te komen, maar weer iets dat verbetering den bodem inslaat. Er schijnt nu weer een Voor menschen en volkeren is het vaak niet kwaad, dat zij eens in den druk komen. Nood leert bidden, zegt het spreekwoord niet ten onrechte en menigeen is door een harde noodzakelijkheid reeds op een beter spoor geraakt. Ook menig volk! ’t Schijnt wel, dat dit thans in Perzië weer gaat blijken. Er heerschte daar den laatsten tijd, nadat er een Parlement was bijeengeroepen, een voortdurende en blijkbaar steeds grooter wordende verwarring. Slechts onwillig schikte de nieuwe Sjah zich naar een constitutioneel regeerstelsel en er (waren er natuurlijk genoeg, die hem in dien onwil sterkten. In het parlement zelf heerschte ook voordurende strijd en een bekwame leiding bleek te ontbreken. Zoo leek het wel, of het nieuwe regeerstelsel de warboel nog grooter zou maken. Maar de rampen, waarmee het vaderland sinds den inval der Turken bedreigd werd, hebben nu eindelijk de onderscheidene partijen en personen de handen doen ineen slaan. De Sjah heeft, als antwoord op een som matie van parlementsleden verklaard, dat hij bereid was onder een grondwettig regeerstelsel te werken. En in dezelfde vergadering, waarin dit antwoord werd voorgelezen, verschenen 25 legeroversten, emirs en edelen, allen leiders van de partij der reactionairen om te verklaren, dat zij trouw zouden zijn aan de constitutie. Verscheidene van hen hielden vaderlands lievende redevoeringen en het einde was een algemeene verzoening en groote geestdrift. Maar de Perzen hebben nog iets anders, iets praktischer gedaan dan redevoèringen houden en geestdriftig juichen. Voor het nemen van gevaarlijke muiterij op de oorlogsvloot en onder het garnizoen te Sewastopol te zijn uitgebroken. Bloedige botsingen tus- schen officieren en manschappen moeten aan boord der schepen hebben plaats gehad en eenige schepen onder bevel der zegevierende muiters de haven verlaten hebben, op weg naar Odessa. De vesting-artillerie zou verder gemeenen zaak met de muiters gemaakt hebben. De Russische Regeering ontkent dit. Volgens haar zouden negen gewapende mannen, onder wie een gewezen officier, de kazerne te Sewastopol zijn binnengedrongen, maar, nadat zij een paar officieren vermoord hadden, zijn gevangen genomen. En dit zou aanleiding gegeven hebben tot het gerucht van die muiterij. Maar als dit zoo is, waarom moest dan zoon’ strenge censuur op perstelegrammen geoefend worden, dat telegrammen van de redacties van Londensche bladen aan hun correspondenten daar onbeantwoord bleven? Latere berichten dpen trouwens vermoeden, dat er wel degelijk van muiterij sprake kan zijn. En al zal nu de regeering er misschien wel in slagen ook deze muiterij den kop in te drukken, zij blijkt toch nog weinig in staat de rust in het rijk te doen terugkeeren. Haar bizondere vriendschap voor de reactie en voor het Verbond van het Russische volk zal daartoe zeker allerminst bevorderlijk blijken. Het heeft eenigen tijd geschenen, alsof zij dit Verbond den rug had toegekeerd, maar tegenwoordig verheugt het zich weer in haar blakende gunst. Zij moet zich zelfs bereid verklaard hebben het orgaan van den Bond, de Roeskoje Inamia. die den laatsten tijd noodlijdend was. finantieël te steunen, wanneer het blad onder leiding kwam van een redacteur der Rossya, het officieuze orgaan der regeering. Wairschijnlijk is deze gewijzigde houding der regeering ook wel ten deele te wijten aan den loop der verkiezingen. Al is over ’t algemeen de belangstelling er in bitter klein, van de reactionaire candidaten schijnt men al heel weinig te moeten hebben. Te Moskou kregen zelfs de gematigde kadetten I een groote meerderheid. Op deze wijze gaat het er uitzien alsof de Sjah, de vorstelijke prinsen en aanzienlijken voor belangrijke bedragen geteëkend hebben. 1 Waarschijnlijk heeft nog wel iets anders als de Turksche inval alieen de Perzen wakker geschud. Het Engelsch-Russisch verdrag moet hun trots ook verbazend gekwetst hebben. In dat verdrag toch, dat de moeielijkheden tusschen de twee rijken in Azië uit den weg wil ruimen, wordt Perzië in verschillende invloedssferen verdeeld en over dit land ge handeld, als had het zelf niets meer in te brengen. Door beide rijken wordt weliswaar de onschendbaarheid en onafhankelijkheid van Perzië gewaarborgd, maar het heeft er allen schijn van, dat dit een onafhankelijkheid zal worden onder toezicht dezer twee contrac- Perzen zeker gaan toonen, dat zij hun eigen eenvoudlg neer geschoten. Den volgenden dag onafhankelijkheid nog wel kunnen eerbiedigen. Behalve over Perzië handelt het verdrag ,- i toedracht der zaak en liep te hoop voor het van den koning en de woning van Men vreesde voor erger en de troepen werden in de kazerne geconsigneerd. Als te begrijpen is, valt de pers de regeering heftig aan. Het Zuiden van Spanje is door over stroomingen verwoest. Veel menschen zijn omgekomen. Men zegt bijna 100. De aanhang van den Marrokaanschen tegensultan Moelai Hafid moet toenemen. Hij rukt met 25,000 man en kanonnen op De troepenmacht van den Sultan Er is een tijd geweest, dat men droomde van een spoedige broederschap aller volkeren, ja, dat men meende, dat de tijd daarvoor reeds bezig was in vervuiling te gaan, en men het nog zou aanzien, hoe alle natiën één taal sprekend, als in 'n groot huisgezin zouden samenleven. Maar die tijd heeft niet lang geduurd. Andere dagen kwamen en een reeks van oor logen zoo onafgebroken, als de wereld nog nooit gezien had. En beangst durfde men nauwelijks meer denken aan den droom van voorheen. Sinds dien is men wijzer en practischer ge worden. Men heeft gezien, dat in plaats van te verdwijnen het verschil tusschen rassen en volkeren zich meer en meer verscherpte. Ieder ras werd zich steeds sterker bewust van eigen persoonlijkheid en het voelde krachtiger de natuurlijkheid van den band, die het aan eigen rasgenooten bond. Het was niet langer de hoogste uiting van beschaving en menschelijk- heid eigen volk te minachten en te dwepen met een internationaal wereldburgerschap, maar het begrijpen en waardeeren van eigen schoon, eigen ras en land en taal lief te hebben, was een zuiverder uiting van diepere werkelijk-ge- voelde menschelijkheid. Was men daarmee teruggekeerd tot de ex-clusi- vistische vaderlandsliefde van vroegere eeuwen Gelukkig niet. Naast deze vaderlandsliefde toch, die haar kracht niet zocht in het minachten van anderen, maar in het kweekers van eigen schoon, kwam in tegenstelling met de vroegere neiging om zich van anderen af te sluiten, de behoefte staan om tot die anderen toenadering te zoeken. Men begreep, dat men elkander noodig had en het toenemend wereldverkeer bracht er zeker niet weinig toe bij om dat begrip te verduidelijken en met bewijzen te staven. Was men dan al te verschillend van aanleg en karakter om als 't ware één groot gezin te vormen, men kon toch als goeie buren, als vrien den tezamen leven. Ieder bleef vrij den eigen weg te gaan, dien hij verkoos, maar dat sloot niet uit, dat men in aller belang wel niet eens gezamelijk kon opwandelen. Er waren toch zooveel dingen, die men alleen gezamelijk be reiken kon. En op deze wijze, zou men vriend- schappelijker en genoegljjker samenleven dan saamgedrongen in één band, die de meesten te nauw omsluiten zou. Dit laatste hebben blijkbaar de tegenwoordige zoekers naar een wereldtaal ook begrepen. Men heeft wel eens gemeend, dat men de onderscheidene talen verdringen kon en daarvoor één wereldtaal in de plaats stellen. De zich krachtiger openbarende liefde voor eigen taal, het sterker zich ontwikkelde na tionaliteitsgevoel, heeft de mees tan van dien waan al gauw genezen. Mocht het nog eens éénmaal zoover komen, dat allen één taal spre ken, dan zal het wel de opgelegde taal van den eindelijken overwinnaar in den strijd der vol keren zijn. Maar zoover zijn we nog niet. En dus blijven de talen voortbestaan en blijft ook het kleinste volk, zelfstandig of niet zijn taal kweeken. Maar de neiging tot toenadering en het steeds omvattender wereldverkeer toonden aan, dat het een anderen weg uit moest. Niet een taal, die de anderen verdrong, maar één gemeen schappelijke taal naast de anderen. De geleerden hebben indertijd zoo’n taal ge had in het Latijn. Waarom zou men niet trach ten zoo’n taal voor het geheele internationale leven samen te stellen? Ik weet niet, of het mogelijk is een taal samen te stellen. Die moet geboren worden in den mond van een volk, als alles geboren moet worden, dat een organisch leven heeft. Men kan machines, doode dingen maken, maar men kan geen leven geven. En een taal leeft. Maar dit neemt niet weg, dat men misschien iets kan samenstellen, dat, zoo het al voor het VERGADERING van den Raad der Ge meente Hem. Old. en Noordw. op Zaterdag 5 October 1907, voorm. te 9^2 ure. Punten van behandeling: Notulen. Mededeelingen. Adres van het Hoofdbestuur der Prov. Friesche Vereen. «Het Groene Kruis” omtrent het aanschaffen van een toestel voor ontsmetting. Besluit van Ged. Staten, omtrent ver- hooging der jaarwedden van den Ge- meente-Ontvanger. Behandeling der Gemeente- voogdij-Begrootingen voor 1908. Idem schoolgeldkohier over ’t 3de kwartaal. Idem suppletoir kohier Omslag. Koudum, 3 Oct. 1907. De Burgemeester, G. A. M. KALLENBACH. Voor het nemen van maatregelen van tegen- weer tegen den inval der Turksch Koerdische deurde Doe™.al c,veamin een lan? leven be’ heele Perzische provincie 8"hore“ za2 Z14n als bare twee voorgangsters, ld noodig. En nu is er Want de Russische Regeering houdt met van - - - 1 oppositie. al. om de regeering in staat te stellen troepen tegen de Turken uit te zenden terwijl de I leggen. Hier in het Westen weten we daar niet van we zijn aan Maat wat er in Servië is voorgevallen, bewijst wel, dat ook andere regeeringen als de Russische zich op zonder linge wijze van haar tegenstanders weten te ontdoen. Twee leden der oppositie de ge broeders Novakovits, de een journalist, de ander gendarmerie-kolonelwaren op een aanklacht van diefstal gevangen genomen en zaten op de hoofdwacht der politie in Belgrado in voorarrest. Zij wisten zich van revolvers meester te maken en schoten daarmee uit het raam om de aandacht van het publiek te trekken. V l,uv‘lvul' UCiVl L"cc rpoen heeft. naar hef. scjjijnt de polite hen In antwoord daarop willen de A j j r.. I eenvoudic neer o-esenoten. Den volgenden dag j heette het dat zij zelfmoord hadden gepleegd. Maar het publiek vernam al gauw de ware paleis van den koning den minister-president. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 5. 6. 1 2. A i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1907 | | pagina 1