WOHKl'M en omliggende Gemeenten.
voor
Van het Wereldtooneel.
Over dit en dat.
ZATERDAG 9 NOVEMBER 1907.
Tweede Jaargang.
Uit de Kamers.
No.
ook
en
in behandeling.
dadelijk niet alleen de Slovaken, maar ook
anderen, vooral ook de Kroaten op, die nog
altijd een grief hebben wegens het gebruik
van het Hongaarsch op de spoorwegen in
Kroatië.
’t Lijkt in de beide helften der Donau-
monarchie werkelijk geen makkelijk baantje
minister te zijn.
Uitgave van T. GAASTRA Bz.,
firma H. BRANDENBURG!-! Zoon
te WORKUM.
verklaarde dat in Hongarije de nationaliteiten
dit ook zal zien. En dat daarop wel hier en V°lk°“T Waren er,gee° 8Prake wa8
daar kans zal bestaan, laat zich begrijpen. Van onderdrukking- Maar daartegen kwamen
De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke
regel meer 4 cents. Grootere le'tters worden berekend naar
de ruimte die zij innemen. Bij abonnement belangrijk lager.
Men praatte wel van
Want de Fransche Katholieken zullen heel
wat op te brengen hebben, nu zij de inkom
sten der kerkelijke goederen geheel moeten
missen.
Maar het is niet alleen voor de Fransche
katholieken, het schijnt voor de katholieke
kerk zelve ook
Het modernisme doet zich steeds luider in
de kerk hooren en laat zich, ofschoon door
den Paus in zijn laatste encycliek veroor
deeld, slechts noode terugdringen. In Duitsch-
land duurt de strijd in stilte voort, al wordt
den katholieken professoren, die het moder-1
een zware en moeilijke tijd. mjnjster Z1jn> Men j{an hef focfr njef.
iedereen naar den zin maken.
De Nederlandsch-Belgische commissie is
haar bijeenkomsten begonnen.
Bij volksstemming zijn de nieuwe militaire
wetten in Zwitserland aangenomen, waardoor de
duur van de eerste oefening van den soldaat
Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents.
Per post 0 65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder
dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur.
Atjeh was dit het geval. Men praatte wel van
pacificatie, maar ging steeds door met het be
drijven van allerlei gruwelen en het meer dan
hardhandig optreden tegen de bevolking. Erger
lijke dingen wist de heer Van Kol daarvan te
vertellen. En de heer de Stuers viel hem bij.
Hij concludeerde dat de toestand op Java was,
dat er een jacht plaats heeft op opgejaagd
menschelijk wild, dat het pacificatiestelsel wordt
toegepast door geweld en schrikaanjaging. Wer
kelijk, het ziet er daar bedroevend uit als men
deze beide heeren gelooven moet. Vrouwen en
kinderen worden doodgeschoten, gewonden afge
maakt, gevangenen mishandeld, gidsen omge
bracht, huizen en dorpen plat gebrand.
De rede van den heer Boogaardt bracht ge
lukkig eenige verademing na het aanhooren van
al die ijselijkheden en harde verwijten. Hij be
sprak de Indische financiën en leek nogal opti
mistisch. ’t Is te hopen, dat anderen er ook
zoo over denken. Wanneer we bij al die narig
heden nog moeten vernemen dat het er met de
financiën ook al slecht voorstaat, zou men van
Indië bijna genoeg gaan krijgen.
klein in de localiteit, waarvoor de vergunning nissenoppen instruction gezonden betreffende
ia ïcnceuu, geuuicuuc langer uun o iiiu-anucii i
achtereen opzettelijk niet heeft plaats gehad.” de bisschoppen
En de Kamer bleek het daarmee eens en nam j vaststellen
met 24 tegen 14 stemmen het ontwerp aan.
De Tweede Kamer, wie een zware tijd van
hard werken wacht, heeft al dadelijk getoond
dit te beseffen. Zij zal van nu af aan tot 24
December ook ’s Maandags vergaderen, zij het
dan dien dag ook alleen ’s middags. En
's morgens begint ze om kwart over 10 al.
Dat ’s alles de schuld van de begrooting.
Eerst is, als gewoonlijk, de Indische begroo
ting aan de beurt gekomen. De algemeene be
schouwingen, hierbij gehouden, getuigden, zoo
lang de eerste sprekers aan het woord waren,
niet van veel tevredenheid met het Indisch
bestuur.
Nadat de heer Brummelkamp zijn jaarlijksch
verzoek tot het verbod van -opium-verbruik had
herhaald en middelen had aangegeven, die in die
richting konden werken, kwam de heer Van Kol
zijn jaarlijksche aanklacht uitbrengen tegen ons
bestuur in Indië. De heer Van Kol weet daar
van niet veel goeds te zeggen. Wij doen nage
noeg niets tot vermeerdering van Indië’s welvaart
geen bevordering van den landbouw in de
buitenbezittingen, geen irrigatie, geen spoor
wegen op Borneo enz. Daarentegen geven we
al ons geld uit voor versterking en uitbreiding
van ons direct gezag. En op welk wijze brei
den wij dat uit? Door het zelfbestuur te ont
wikkelen en de vorsten tot onze vrienden te
maken, zouden we de vriendschap en genegen
heid der bevolking kunnen winnen. De wijze
van gezagsuitbreiding daarentegen haalt ons den
haat der inboorlingen op den hals. Vooral in j
door de erfgenamen in de rechte lijn van den
schenker, waardoor alle door geestelijken ge
schonken goederen niet meer opeischbaar zijn.
De -Kamer bleek echter aan het voorstel van
den abt niet veel zin te hebben- Zij besloot
de gebouwen voor den eeredienst en de roe
rende goederen, die daattoe behooren aan de
gemeenten toe te wijzen, en de roerende
goederen, die toebehoord hebben aan geeste
lijke instellingen aan den staat, de departe
menten of de gemeenten.
De gemeenten zullen die kerkelijke goe
deren gebruiken ten bate van de gemeente
lijke liefdadige instellingen. De eeredienst
zal dus in het vervolg door de geloovigen
moeten bekostigd worden. Daartoe zal een
kerkelijke belasting ingevoerd worden en
dezer dagen heeft de Paus aan de Fransche
niets hadden laten opschriltken, hadden laten
beetnemen, misschien door den een of ander,
die zich het gezicht van zoo’n in doodsangst
dringende en gillende menigte eens verschaffen
wou.
Zoo zijn de menschen. Ongerechtvaardigd
onnoozel in hun vertrouwen en in hun wan
trouwen beide. Zij laten zich beetnemen door
ieder, die handig op hun instincten weet te
speculeeren. Uit eigen oogen kunnen ze niet
zien. En ’t lijkt wel, of ze nooit zullen leeren,
in geen enkel opzicht. Daarom is het maar
goed, dat het groote publiek zijn leiders heeft
en het mag zich gelukkig rekenen, wanneer het
leiders heeft, op wier rechtschapenheid en
helder inzicht het vertrouwen kan.
De vorige week heeft het een dier leiders ge
vierd. De oud-minister Dr. Kuyper gedacht
zijn 70sten geboortedag en deze gelegenheid is
aangegrepen om hem de hulde te brengen van
zijn geestverwanten, een hulde, die werkelijk
indrukwekkend was. Zij gold den geleerde, den
theoloog, den onderwijsman, maar vooral ook
den staatsman. Want als zoodanig vooral is
Kuyper naar voren getreden. Hij is de erkende
leider der antirevolutionnaire partij, ja men zou
geneigd zijn te zeggen hij is deanti-revolutionnaire
partij. Zij is door hem georganiseerd en hij is
er in meer dan een opzicht het hoofd van ge
bleven in een beteekenis als waarin geen an
dere staatkundige partij van een hoofd spreken
kan.
En de duizenden, die hem gehuldigd hebben,
hebben hem gaarne als zoodanig hoofd erkend.
Van hoog tot laag beeft de partij hem haar
dankbaarheid gebracht. Maar ook anderen bui
ten de partij staande zijn niet achterwege ge
bleven. ’t Is een hulde geweest, die de 70-
jarige zeker niet licht meer vergeten zal.
Den Oden December 1905 kwam in Frank
rijk de wet tot stand op de vereenigingen
van den eeredienst in verband met de schei-
dingswet. Daarbij werd ook bepaald dat de
kerkelijke goederen, die in het jaar volgende
op de afkondiging dezer wet, niet door der
gelijke vereenigingen waren opgeëischt aan de
gemeenten zouden vervallen. Als men weet,
werden dergehjke vereenigingen door de katho
lieken niet opgericht. Ten einde nu deze
zaak nader te regelen kwam dezer dagen een
wet betreffende de overdracht der kerke»
lijke goederen in de Fransche Kamer
Abbé Gayrand diende een
tegenvoorstel in. De kerkelijke goederen, die
in het verloopen jaar niet zijn opgeëischt,
jven voor
een tijdperk van 10 jaar, te rekenen van de
j van de thans in behandeling
zijnde wet. Gedurende dezen tijd zouden alle
rechthebbenden deze goederen kunnen op-
eischen overeenkomstig de beginselen van het
gemeene recht. Dit voorstel werd vooral gedaan
met hot oog op de met mislezingen bezwaarde
goederen, die volgens het voorgestelde ont
werp alleen zulten kunnen opgeëischt worden j Hoogerhuis verdwijnen moest.
nisme aanhangen, telkens het zwijgen opge
legd. En in Engeland schijnt men maar
weinig geneigd zich onvoorwaardelijk bij de
veroordeeling van den Paus neer te leggen.
De Engelsche katholieken
niet alleen de modernisten, maar
anderen hebben in een ingezonden stuk in
de Times zich tegen die pauselijke veroor
deeling verzet en uitdrukkelijk verklaard, dat
zij de wijze, waarop de pauselijke encycliek
de geschriften der modernisten veroordeelt,
grovelijk beleedigend achten voor de meerder
heid van ontwikkelde Engelsche katholieken.
Het schijnt dat vooral de excommunicatie van
pater Tyrxell kwaad bloed heeft gezet.
Maar niet alleen onder de Engelsche katho
lieken, ook elders in Engeland schijnt men
revolutionair gestemd. Ik heb nu niet het
oog op
de Engelsche spoorwegstaking
die nog steeds dreigt en heel wat nader bij
lijkt, nu bij stemming de groote meerderheid
van de groote vereeniging voor spoorweg
personeel zich voor een staking verklaard
heeft omdat de maatschappijen weigeren de
vakvereenigingen te erkennen. Maar het
schijnt wel sinds lang of de Engelsche regee-
ring zelve plannen beeft, die door de conser
vatieven voor revolutionair worden uitgekreten.
Ik' heb het oog op
de bedoelingen der Engelsche regeering
met het Hoogerhuis
Zij wil dat Hoogerhuis heel wat van zijn
macht afnemen. Voor eenige dagen heeft
Asquith, de minister van financiën, die be
hoort tot de rechtsche groep van de Engel
sche liberale partij daarover nog eens het
woord gevoerd. Hij betwijfelde de noodzake
lijkheid van het tweede-kamer-stelsel, maar
meende, dat in elk geval ieder zou moeten
toegeven dat de meerderheid van het Lager
huis, gekozen door de meerderheid van de
kiezers, onder het grondwettig stelsel be
schouwd moet worden als het gezaghebbend
orgaan van den wil van het volk. De op
vatting dat het Hoogerhuis een gelijk waardige
kamer met gelijk gezag kan zjn, noemde hij
een paradox, meer nog een anachronisme.
Hij vond dan ook, dat het veto van het
Wanneer zelfs
de rechtsstaanden onder de liberalen er zoo
over gaan denken, dan staat het er met de
macht van het Hoogerhuis slecht voor, nu
de liberalen een zoo groote meerderheid in
het Lagerhuis hebben en ook de Ieren zich
zeker gaarne bij hen zullen aansluiten, wan
neer het er om gaat het Hoogerhuis afbreuk
te doen. Want de Ieren hebben van de
lords, die in het Hoogerhuis zitting hebben
nooit veel goeds ondervonden en de tegen
stand van dit Huis tegen home rule heeft
de Ieren voor langen tijd het uitzicht op
een eigen regeering benomen. Toch blijven
de Ieren nog altijd op dat eigen bestuur
hopen Zij kunnen zich niet verzoenen met
het depkbeeld van voortdurende gehoorzaam-
huid aan de Engelschen. Dat is ook een
rassenstrijd, zooals die in zooveel landen woelt
tegenwoordig.
Geen land heeft daar zeker meer onder
te lijden dan Oostenrijk-Hongarije. Tot nu
toe was het voornamelijk in Oostenrijk dat
de verschillende nationaliteiten tegen elkaar
in het harnas stonden. Maar nu beginnen de
verschillende
nationaliteiten in Hongarije
zich ook meer en meer te roeren. Voor
eenigen tijd heeft er nog een vrij ernstig
gevecht plaats gehad tusschen Slovaken in
het Hongaarsche plaatsje Csernova en gen-
zaï net wei moernjK zijn altijd aan dezen waarbij 8 dooden vielen. Tengevolge
wensch gevolg te geven, en zullen zeker wel daaFVan .de regefriD? gei^rpelleerd,
te weinig betalende parochiën soms zonder Wa“blJ e‘ r°„er,g toegl“g’
geestelijke moeten blijven, hoe ongaarne men
dit ook zal zien. En dat daarop wel hier en
De Eerste Kamer is ook een dag bezig ge-
Zij heeft de Drankwet onder handen
gehad, waarin door de regeering een wijziging
voorgesteld, die, naar de minister het
uitdrukte, een gerezen conflict zou opheffen en s 1-
rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid zou weg- i zouden onder requestratie gesteld blij
nemen. Art 28, 40 bepalende dat een vergunning J
door B. en W. kan worden ingetrokken, wan- afkondiging
neer daarvan gedurende 3 maanden achtereen zjjn(jc wet
opzettelijk geen gebruik wordt gemaakt, werd
door de gemeentebesturen geheel verschillend
uitgelegd en daaraan moest een einde komen,
’t Was natuurlijk, dat de minister nu zijn
uitlegging duidelijker in de wet wilde vast
leggen. Maar sommige heeren, en daaronder
vooral de heer Thooft, namen dit den minister
kwalijk. Hij deed daarmee, meenden zij, den
geest der wet geweld aan. De wet toch be
doelde het vergunningsrecht vast te houden aan
den persoon van den vergunninghouder en zoo
hadden ook het gemeentebestuui’ van Amsterdam
en andere gemeentebesturen het opgevat. Daarom
namen zij aan, dat van de vergunning opzette
lijk geen gebruik werd gemaakt, wanneer er
getapt werd door een kastelein die niet zelf de
vergunninghouder was, maar die van den recht
hebbende het vergunningsrecht had gehuurd of
gekocht.
De minister meende daarentegen dat de
bepaling van art. 28, 4f> alleen diende om te
voorkomen dat, wanneer de vergunninghouder
de vergunning liet loopen, een nieuwe gegadigde
geen vergunning kan krijgen, al was het maxi
mum niet bereikt, wanneer de bedoelde ver
gunning werd uitgeoefend. Hij stelde daarom
voor, het artikel te lezen als volgt: »De ver
gunning wordt door B. en W. ingetrokken,
wanneer de verkoop van sterken drank in het
L'.G.; L ,...c
is verleend, gedurende langer dan 3 maanden de regeling daarvan De Paus wil niet, dat
i een minimum-bedrag, zullen
voor de bijdragen. E enrnin mag
op wanbetaling- van de belasting straf ge
steld worden. Verder wenscht de Paus, dat
parochiën, die niet het bedrag opbrengen,
waarvoor zij in den kerkelijken omslag zijn
aangeslagen en waar geen geld genoeg kan
worden bijeengebracht om een pastorie te
huren, toch niet zonder geestelijke zullen
blijven. Komt er echter in een bisdom geen
geld genoeg binnen voor alle parochiën, dan L o v rr
zal het wel moeilijk zijn altijd I darraen’ waarblJ 8 dooden vielen‘ Tengevolge
De mensch wordt niet gemakkelijk wijs, zelfs
niet door schade en schande, die anders, naar
het heet, een heilzame uitwerking in die rich
ting hebben. Hoeveel leergeld hebben we nu al
uitgegeven om te weten te komen, dat de Ame-
rikaansche geldmannen ons voortdurend bij den
neus hebben. Toch laten we ons telkens weer
bij den neus nemen en offeren gewillig onze
millioenen aan New-Yorksche beursspeculanten,
terwijl we voor ondernemingen in het eigen
land geen cent vaak over hebben.
»Het moet eens niet goed gaan,” redeneert
men angstvallig. Maar gaat het dan in Amerika
zoo goed Of heeft men eenige meerdere zeker
heid, dat het daar goed zal gaan
’t Is zoo dwaas, dat men zich onwillekeurig
telkens weer moet afvragen, wat daarvan toch
de oorzaak kan zijn. Nu zijn die oorzaken niet
zoo gemakkelijk na te sporen, maar mij dunkt
dat het ongeluk, dat ons telkens treft, wel ten
deele te wijten is aan de kassiers en com mission-
nairs in effecten en het onbepaalde vertrou
wen, dat dezen genieten. Ieder of bijna ieder
rentenierend Hollander is gewoon zijn geld te
beleggen overeenkomstig den raad van zijn
kassier. Die kassier nu heeft er gewoonlijk
al heel weinig voordeel bij den klant aan te
raden zijn geld eens te steken in de een of
andere op te richten industriëele onderneming.
Immers daaraan verdient hij niet.
En welke brave menschen kassiers ook mo
gen zijn, ze drijven hun vak niet uit philanthro
pic, maar om er aan te verdienen. Ze raden dus
liever tot koop van effecten, waarvan ze hun
provisie opstrijken, dan tot het aandeel nemen
in industrieën enz. Dat is heel begrijpelijk en
menschelijk.
Effecten dus! Maar welke? De kassier wordt i
weer geraadpleegd en men vertrouwt volkomen
op zijn eerlijkheid en goed inzicht. Nu op de De
eerste zou ik niet graag wat willen afdingen, j weest.
Maar of hij nu werkelijk altijd zoo’n bijzonder I gehad,
inzicht heeft? O, zeker, hij zal er misschien was 1
wel eens iets meer van weten, dan gij of ik.
Maar gewoonlijk, bijna altijd is het voor hem
ook een raden. De beursmannen te New-York,
te Londen, te Parijs, ja, die weten het. Die
trekken aan de touwtjes en laten ons dansen.
Maar een kassier te Winschoten, te Helmond
of te Blokzijl, weet die er nu zooveel meer
van dan ieder mensch met gezond verstand
en overleg, die gewoon is de beursnoteeringen
na te kijken Toch vertrouwt men onvoor
waardelijk op hun goeien kijk. Tot het mis
loopt. Dan krijgt de kassier de schuld, hij, die
zelf meestal even goed de dupe is van de
groote heeren. Ja, hij had den menschen eens
wat meer kunnen aanraden, hun geld in bin-
nenlandsche industriëele ondernemingen te be
leggen. Maar men moet toegeven, dat zoo
veel zelfopoffering van den man maar moeilijk
te vorderen is. En verder Hij raadde er naar,
wanneer men hem vroeg, welke effecten aan
te koopen, of praatte anderen na. En gissen,
dat weet men, doet missen. Waarom is hij
dan alleen de schuldige, wanneer weer een
flink stuk van het nationaal vermogen de zee
overgaat? Op eens lijkt het dan, als waren
alle kassiers en bankiers en commissionnairs
oplichters, dieven, goed voor de galg. En bij
de kassiers en bankiers blijft het niet.
Alle banken en financiëele ondernemingen
worden met een scheef oog aangezien. Men
houdt zijn bundeltje gepakt en er hoeft er
maar een te fluisteren: »zou het met die
welof men is al op weg om zijn geld
terug te halen.
Te Rotterdam hebben ze daarvan staaltjes
kunnen zien, ’t Was gewoon bespottelijk, om
je een aap te lachen. De een of andere grap
penmaker had twijfel geopperd aan de solidi
teit der Rotterdamsche Spaarbank. Dat sloeg in
in dezen tijd van algemeenen, en zeker ten deele
gerechtigden twijfel. De menschen gingen hun
spaarduitjes terughalen, al meer en meer. De
een vertelde het den ander en het werd een
ware stormloop naar het gebouw der Bank.
Politie, zelfs huzaren (gelukkig toch, dat er
net een werkstaking was) moesten er aan te
pas komen. Toch drongen de menschen, nu bij
massa’s samengeloopen voor de Bank, nog op,
stoorden zich niet aan de paarden der huzaren,
lieten zich trappen en duwen, ’t Werd een
tumult, waarbij de bezadigste zijn kalmte wel
moest verliezen.
De politie, onder bevel van den waarnemen-
den hoofdcommissaris, stelde de menschen in
rijen op. Maar zij lieten zich nauwelijks ge
zeggen, verdrongen elkaar, dat vrouwen flauw
vielen en moordgeroep weerklonk.
Met angstig-verwrongen gezichten, hun spaar
bankboekjes in de handen, wrongen mannen en
vrouwen zich naar voren, ’t Belachelijke was
er af, ’t werd demonisch, om van te rillen van
deze dierlijkheid.
Dat duurde zoo een paar dagen. Toen waren
de menschen uitgeraasd en gingen ze hun geld
weer terugbrengen. Want kalm, met onver
stoorbare regelmaat, waren in de bank de zaken
doorgegaan. Wie om zijn geld kwam, werd
betaald.
.Eindelooze rijen schoven de deuren weer uit,,
liet geld in de handen geklemd. Toen eindelijk
begrepen de menschen, dat ze zich door een
NI EUWS- EN Al)V ERTENTIEBLA 1)
I
VtlRUVU V 0.11 OVC1 I1UU A11C1111Y 111 11CL I