voor WORM en omliggende Gemeenten.
Van het Wereldtooneel.
Over dit en dat.
ZATERDAG 11 JANUARI 1908.
34ste Jaargang.
No. 2.
Binnenlandsch Nieuws.
Officieel Gedeelte.
Lit de Kamers.
dat
de vorderingen ten
laste der Gemeente, over
het dienstjaar 1907, vóór
den 1 Februari e.k.
Secretarie der Gemeente
zullen worden ingewacht.
I
Uitgave
t
J. A. LOEFF, Tweede Kamerlid: Jus-
J. C. DE MAREZ OIJENS:
Finan-
A.
S. TALMA, Tweede Kamerlid:
Dat is het fleurigste
En het zal misschien nog toenemen.
dervan.
4
doen,
Maar het groote
KI Tim+/VV» TPll WO 1
durend seinen om hulp.
is, waarvan de eerste teekenen reeds merkbaar i
zijn bevolking
eken. Zouden 1
touw genomen door de sleepboot Atlas
Het was stormweer uit het zuid-westen en
het bulderen der branding, aan den wal zoo
duidelijk waarneembaar, toonde, dat het daar
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
WORKUM,
hebbenden,
vreezen, dat de schepelingen van de aldaar
gestrande boot in levensgevaar zouden ver-
keeren. Dat bewees trouwens ook het voort-
Workum, den 3 Januari 1908.
T. M. ten BERGE, Burgemeester.
J. OUDEBOON, Secretaris.
en kleurigste van den
naar de strandingsplaats gebracht.
zijn, zal wel een groot deel van ij
een ander vaderland moeten zoeken.
wij misschien veroordeeld zijn onze eerste plaats
op de wereld langzamerhand te gaan afstaan
aan het Mongoolsche ras
De heeren
en Pierson bleken minder pessimistisch.
brengen ter kennis van belang-
Uitgave van T. GAASTRA Bz.,
firma H. BRANDENBURGH ZOON
te WORKUM.
De reddingsboot werd uitgezonden. Schip-
1 per Rijkers, de bekende Dorus Rijkers van
j de Renown, zocht tien flinke roeiers, en
aldps bemand, werd de reddingsboot op sleep
touw genomen door de sleepboot Atlas en
Niet alles kan wachten totdat er een nieuw
ministerie kant en klaar voor de heeren staat.
En zoo moest het ministerie dat ontslag ge
vraagd heeft, inplaats van een ministerie-Heems-
kerk of ander Kabinet, de Kamer nog te woord
staan over de suiker-conventie of eigenlijk over
een aanvullingsconventie bij die suikerconventie.
Het had gehoopt, dat het kort zou zijn, maar
de Kamer heeft het blijkbaar zoo niet gewild.
Waarom niet Aan verwerping van de aan
vullingsconventie scheen ze niet te denken.
Was het dan alleen om weer eens te kunnen
uitpraten, nadat ze een paar weken heeft moeten
zwijgen Of wilde men zijn ongerustheid over
deze conventie tenminste ten breede uitmeten
alvorens haar te aanvaarden Dit bleek wel,
dat men slechts noodgedrongen haar ging aan
nemen.
De oorspronkelijke suikerconventie bepaalde,
dat geen der contracteerende landen suiker
mocht invoeren van niet tot de conventie toe
getreden landen zonder daarvan de invoerrechten
te heffen, dien de premiën, welke zulke landen
aan hun suikerproducenten verleenen, zouden
compenseeren. Van deze bepaling wenschte
Engeland nu compensatie. Kreeg het die niet,
dan zou het uit de conventie treden en daar
door deze misschien geheel doen uiteenvallen.
Wilde men dus de conventie in stand houden
en zelf daarin blijven, dan moest men wel toe
geven, dat voelde men in de Kamer. De vraag
was nu maar wat nadeeliger was, uit de con
ventie te gaan of Engeland dit voorrecht te
gunnen. Al werd daar heel wat over gepraat,
niemand scheen er in ernst aan te denken de
conventie te verlaten. Wel zag de een het ge
vaar van dit voorrecht aan Engeland heel wat
duisterder in dan de ander. Vooral de invoer
van Russische suiker op de Londensche markt
vreesde men en daarvan tevens een groote
schade voor onze suikerindustrie, zoo groot zelfs
dat de heer Tydeman noodzakelijke protectie
dier industrie in het verschiet zag, iets, wat
den heer Pierson op zijn achterste zolder bracht.
Want wel had Rusland aangenomen niet meer
dan 200 duizend ton suiker naar de bij de
conventie aangesloten zaken uit te voeren, maar
daartegenover stond, dat de uitvoer naar Finland
aan geen grens gebonden was en dus over Fin-
T' ■■■-' ■■*■- -J--t
zou kunnen overstroomen. Vooral de heeren
spoedig de werkenden in plaats van de werk-
loozen te tellen zijn.
Wat een voortbrengende kracht blijft er toch
in zulke crisissen ongebruikt! En dat op al-
I lerhand gebied. Zelfs op politiek terrein dreigt
nog altijd een gedwongen werkeloosheid de pro-
1 ductieve kracht van onze kamerleden onge-
bruikt te laten. Of zou er al uitkomst uit de
i ministeriëele crisis zijn Men fluistert ervan.
Mr. Heemskerk moet, zegt men, opdracht heb
ben een ministerie te vormen. Op ’t oogenblik
weet ik het nog niet bepaald zeker. Maar mijn
lezers zullen het misschien al weten, wanneer
dit geschrijf hun onder de oogen komt. Des
te beter. Zoo’n werkeloosheid op politiek gebied
is ook al niet voordeelig voor ons vaderland.
Er is één terrein, waarop werkeloosheid on
bekend schijnt. Dat is het terrein van de mis
daad. Dieven en inbrekers en moordenaars en
oplichters werken gestadig door. Totdat ze door
en justitie tot werkeloosheid gedwongen
worden. De vorige week zijn er weer enkele in
brekers gepakt, die heel wat op hun kerfstok
hadden. Door tal van inbraken, waarbij ze ver
bazend brutaal te werk gingen en zelfs brief
jes achterlieten voor de politie, had het »Trio”
zich in korten tijd te Amsterdam berucht ge
maakt. Men begon bang te worden naar bed
te gaan. Maar hun beroemdheid heeft kort
geduurd. Nu zitten ze achter slot en grendel
en ’t is te hopen, dat ze daar een tijdje blijven.
van de gewone bondskas, op te richten,
keloosheid is vooral in het diamantbewerkersvak
een voortdurend euvel. Er zijn bijna altijd
wintertijd ‘als een ‘strakke"*‘brauwê^Fi^htover de i keloozen- Maar n°g zelden schiJnt hun aantal
wintertip, ais een strakke, mauwe lucntover ae groot geweest te zijn als op het oogenblik.
In hun weekblad staat dit aangegeven op 4348.
En het zal misschien nog toenemen. In één i
week steeg het van 4294 tot 4348. Zoo zullen I
Het ziet er met
het onderwijs in Spanje
wel recht bedroevend uit Op de 100 inwoners
zijn bijna 60 analfabeten. Te Madrid gaan
bondskas, die zic"h zeker niet geheel voor d?p J?’0™ ±*nder.en’I die denRleef^d heb'
,,’il u. t„eh in deern-
™™»dere„ Jat m.n veer del .„der-
H tA berrriinen. ’t Is hun striidkas. het maar wemig uitgeeft en maar weinig over
Hot nieuwe ministerie.
De heer mr. Th. Heemskerk, die zich, in
opdracht van II. M de koningin, bezig houdt
met de samenstelling van een nieuw Kabinet,
is daarmeê reeds voor een groot deel geslaagd.
Naar wij toch uit goede bron vernemen,
zijn reeds de volgende portefeuilles verdeeld
Mr. TH. HEEMSKERK, Tweede Kamer
lid en kabinetsformateurBinnenlandsche Za
ken.
Mr.
titie.
Mr.
ciën.
Ds.
Landbouw, Nijverheid en Handel.
Voorts bestaat naar wij vernemen, het plan
om Oorlog en Marine te combineeren in een
Kabinet voor Landsverdediging.
Zooals men weet, was mr. Loeff in het
kabinet-Kuyper ook minister van Justitie, ter
wijl mr. De Marez Oijens toen aan het hoofd
stond van het departement Waterstaat, Han
del en Nijverheid.
Bevolking. Aan de statistiek van den
loop der bevolking in Nederland over 1906,
die thans door het Centraal Bureau voor de
Statistiek in het XCIIe nummer zijner «Bij
dragen” is uitgegeven, wordt het volgende
ontleend
Op het einde van 1906 bedroeg de bevol
king 5 672 237 zielen, waarvan 49 6 man
nen en 50 4 vrouwen Bij beide geslachten
was de toeneming evenals in vorige jaren, on
geveer gelijk en bedroeg 1.44 Door meer
geboorte dan sterfte zou de toeneming 1.57 °/o
hebben bedragen, zoodat 0.12 afneming
werd waargenomen door meer vertrek dan
vestiging.
In den ouderdom van bijna 91 jaren is
te Voorburg overleden de heer A. Winkler
Prins, de laatste jaren rustend doopsgezind
leeraar, vroeger predikant te Tjalleberd.
Door zijn groote algemeene kennis en zijn
stoere werkkracht zag hij zich in staat ge
steld met medewerking van anderen de Geïl
lustreerde Encyclopedie in zestien deelen uit
te geveneen tweeden vermeerderden druk
mocht hij zelf nog het licht doen zien. De
derde komt thans onder redactie van J. Zon-
Behalve gedichten, gaf hij een bun
del preeken, losse letterkundige opstellen en
menig populair wetenschappelijk geschrift uit.
Te Harderwijk vermaakten zich Woens
dagmiddag een aantal jongens op de ijs
schotsen nabij de kust.
Een viertal dreef op een klein stuk ijs een
6 a 700 meter in zee. Drie jongens sprongen
eindelijk in ’t water en konden, door tot aan
den hals in ’t water te loopen, de kust be
reiken.
De 12-jarige A. K. bleef alleen achter.
Waagde hij zich in ’t water, dan was ver
drinken het gevolg, daar hij het hoofd niet
boven zou kunnen houden. De schots, waar
op hij zich bevond, was langzamerhand kleiner
gewordendoor schreeuwen en wuiven gaf
hij den op den wal staanden menscben te
kennen in welk gevaar hij verkeerde.
De vischkoopman Jan van Bijsteren begaf
zich daarop gedeedelijk ontkleed in het ijs
koude water en smaakte het genoegen, den
jongen uit zijn hachelijke positie te verlossen.
Met gejuich werden redder en geredde
door de samengestroomde menigte ontvangen.
Een redding.
Maandagavond tusschen 7 en 8 uur ging te
Nieuwediep de tijding van mond tot mond,
dat in de Zuider-Haaksgronden eene stoom
boot was gestrand Onophoudelijk werden in
de richting van de Pannekoek noodseinen af
gestoken, hetgeen van den Kijkduintoren met
het afsteken van vuurpijlen werd beantwoord,
I ten teeken dat de seinen waren opgemerkt,
nederzettingen, die geregeld handel drijven met j
China.
Ook Zuid-Afrika heeft sinds lang zijn Chinee-
sche kwestie. In Transvaal is er heel wat over jn <]e Haaksgronden geducht spookte en deed
te doen geweest, meer nog dan nu over de jat- ,i„ „u
Britsch-Indiërs, die evenmin erg gewillig blijken
om Transvaal uit te gaan. T'
gevaar voor de blanke rassen buiten Europa
blijft toch wel het gele gevaar. China is nu al
overbevolkt en wanneer het eenmaal ontwaakt
heeft. Onder het tegenwoordige conservatieve
ministerie Maura is dit nog slechter geworden.
De onderwijzers werden reeds slecht bezoldigd
i en bovendien slecht betaald, zoodat sommigen
nog jaren achterstallig salaris te goed hebben.
Maar nu hebben gemeenten met bekrompen
Wer- geldmiddelen bij koninklijk besluit nog het
- x-l er een te
sluiten of de bezoldiging van onderwijzers te
I verminderen, van 600 peseta’s ongeveer f 300)
tot 300 en van 500 tot 225 in ’t jaar. Een
hoofdonderwijzer kreeg dus f 300 in het jaar
en nu een f 150, een hulponderwijzer nu een
f 112.50. Deze salarisvermindering trof een
800 onderwijzers en het was dan ook zelfs te
Madrid reeds voorgekomen, dat onderwijzers
bedelden.
De liberalen hadden daarom bij de regeering
op verandering aangedrongen. En om haar
te dwingen, ging de oppositie dwarsdrijven.
Zij stelden ook voor 5 millioen peseta’s voor
het openbare onderwijs te bestemmen. Maar
de regeering wilde er niet van weten. Door
nu de hand te lichten met het reglement heeft
zij einde der vorige week de begroeting er door
weten te krijgen in de Kamer waarna ook de
Senaat er spoedig mee klaar was. Er was geen
geld, beweerde ze, voor onderwijs beschikbaar.
Maar wel is een bedrag van 200 millioen
peseta’s uitgetrokken voor vlootaanbouw. Of
het Spaansche volk daarmee meer geholpen zal
zijn Maar Spanje moet wel meedoen aan de
algemeene bewapening, nu het bezig is op
buitenlandsche avonturen uit te gaan. Het heeft in
Marokko
een taak te vervullen gezamenlijk met Frankrijk
en een die niet zoo gemakkelijk is, al behalen
nu de Franschen zoowel in het Oosten als in
het Westen op de grens van Algiers overwin
ning na overwinning op de Marokkaansche
stammen. De Fransche minister van buiten
landsche zaken is dezer dagen te Madrid ge
komen om over die taak met zijn Spaanschen
collega nader te overleggen. Het heet, dat de
heeren het volkomen eens zijn.
In elk geval heeft die Marokkaansche ge
schiedenis een nauwere vriendschap doen ont
staan tusschen Frankrijk en Spanje. Men
spreekt zelfs van een
aanstaande komst van den Franschen Presi
dent in de Spaansche hoofdstad,
ter beantwoording van het bezoek, dat koning
Alfonso en zijn gemalin te Parijs brachten.
Zijn vriendschap met Engeland heeft Spanje
trouwens ook aan de Marokkaansche zaken te
danken. Die hebben Engeland’s en Frankrijk’s
aandacht weer meer bepaald bij de aangelegen
heden der Middellandsche Zee. En begrijpende
dat het zaak was zich ook met de andere
Middellandsche Zee-mogendheden te verstaan,
hebben ze een stille vriendschap met Italië en
een verbond met Spanje gesloten. Een verbond
met Italië ging niet te best omdat die gebonden
zit aan het Drievoudig Verbond en een bond
genootschap met Engeland en Frankrijk den
schijn zou hebben van tegen Duitschland gericht
te zijn. Zoo erg nauw neemt men het daarmee
anders tegenwoordig niet meer. Men kan tege
lijker tijd bondgenoot zijn van twee staten, die
vrijwel elkaar’s vijanden zijn, althans elkaar nog
kort geleden in het haar zaten. Engeland geeft
daarvan een voorbeeld. Het heeft een bond
genootschap met Japan, 't welk indertijd dit
land in staat stelde Rusland aan te vallen. Maar
het heeft nu ook een tractaat met Rusland.
Zou het nu misschien ook nog een tractaat met
de Vereenigde Staten van Noord-Amerika willen
Het heeft wel altijd de vriendschap van die I
groote Republiek gezocht.
In Australië begint men zich over de
emigratie van Chineezen
al ongerust te maken. Er zijn daar heel wat
Chineezen en in het noorden hebben ze al vaste
Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents. Uitgave van T. GAASTRA Bz., De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elko
Per post f 0 65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder- firma H. BRANDENBURGH ZOON regel meer 4 cents. Grootere letters worden berekend naar
dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur. te WORKUM. de ruimte die zij innemen. Bij abonnement belangrijk lager.
gebrek heeft, heeft recht op onderstand, on- dan ook de toekomst donker in.
ihillig hoeveel hij anders in betere tijden Patijn r>
Maar begrijpelijk is het, dat Maar wij allen zullen wel moeten afwachten,
nooden kan voorzien, I wat de toekomst ook in dezen ons brengen zal.
/-» 1 r» i era v» r>O r» Iv f 1 10 I -
wijde velden spant, als strakbespannen met het
glinsterende ijs overal de vaarten liggen en heel
de lucht vol is van tintelenden zonneschijn.
Dan is het of het leven in ons ons sterker
drijft, of we onze gezondheid en levenslust krach
tiger voelen. Heel den dag, maar 's middags
vooral krioelt het op zonnige banen van schaat
senrijders, zwierige paren en alleenige sukke
laars, er is vroolijkheid en lente in de tenten
en een tinteling in de oogen van de zich ver- i
dringende menschen. En wanneer we ’s avonds,
vermoeid van verre tochten ons schikken om den I
warmen haard onder het gezellige lamplicht,
dan lijkt ons het leven zoo vreugdig bij de
overdenking van het genotene en de goeddoende
rust van het oogenblik.
Maar dit is ook het bitterste van den winter
tijd. Er zijn er zoovelen, die niet meedoen aan
het pleizier, die er geen kracht en geen lust
voor hebben, omdat ze nauwelijks te eten kregen,
die zich niet schikken kunnen om den warmen
haard, omdat niet alleen de warmte, maar
menigmaal zelfs de haard bij hen ontbreekt.
Denken we daar wel eens aan, als we ’s avonds -
zoo gezellig bij mekaar zitten? Er zijn altijd Poll\le
arme stakkers, die hun deel niet hebben aan
de vreugde en de genietingen van het leven.
Maar nooit is de armoede zoo nijpend, het
gebrek zoo knagend, als wanneer buiten de felle
oostenwind over de vlakte en door de straten
der steden blaast. Wanneer onze weldoorvoede,
warm-bekleede lichamen reeds te lijden hebben
van de doordringende koude, wat moeten dan
hongerige, nauwelijks gekleede menschen niet te
verduren hebben. En in hun huizen is geen
behagelijk vuur, dat hun verkleumde ledematen
warmt. Men kan zich eigenlijk niet voorstellen,
hoe zoovelen van hen dien winter nog door
komen. Hoe moeten zulke kinderen het maken,
als waarvan we laatstte Arnhem hoorden.
Vader was er van door, moeder in het zieken
huis en de tante, aan wie de zorg was opge
dragen, keek naar de kleinen niet om. Met
hun vieren zaten ze op een zolderkamertje,
dekking hadden ze niet en ze sliepen op een
stroozak in den hoek op den grond. ’tOudste
meisje, een kind van 11 jaren, trachtte voor
broertjes en zusjes met bedelen den kost op te
halen. Wat moeten zulke kinderen geleden
hebben in die dagen van felle koude, voor men
hen vond en het armbestuur zich over hen ont
fermde. Dat is een bijzonder geval, meent ge
Gelukkig wel. Maar er zijn er werkelijk genoeg
die het niet veel beter hebben, ook al hebben
vader en moeder hen niet in den steek gelaten
Te Amsterdam vond men een gezin zoo arm,
dat er zelfs geen bed meer over was. Dat zegt
nogal wat in dezen tijd. En hoevelen zijn er
dan niet, die zich met een schamel stukje brood
nu en dan tevreden moeten stellen, die misschien
een bed nog wel hebben, maar nauwelijks dekens
erop en voor wie een warm vuurtje een bij
zonderheid is. Want immers juist in dezen
tijd zoeken er zelfs bekwame ambachtslui ver
geefs om werk. lederen winter weer komt de tijd
dat scharen flinke gezonde mannen, gedwongen
leegloopen, terwijl thuis vrouw en kinderen hunke
ren naar eten en warmte. Maar dezen winter schij
nen die scharen wel bijzonder groot. Lees maar
eens wat dagelijks uit de groote steden gemeld
wordt. Te Rotterdam was in ’t laatst van
’t vorig jaar een telling gehouden van werk-
loozen onder de bouwvakarbeiders. Er waren
er in ’t geheel 636, die te zamen voor 1155
kinderen beneden 16 jaar te zorgen hadden.
Dat zijn nu maar alleen de schilders timmer
lieden, metselaars enz. in één- stad. Hoevelen
zullen daar vooral aan losse arbeiders nog bij
komen? Want die zijn er toch altijd nog het
slechtst aan toe. Wanneer men dat nagaat, kan
men begrijpen voor welk een reusachtige taak
de comité’s staan, die zich overal ter onder
steuning van de werkloozen gevormd hebben.
Al halen ze o
wel voortdurend te kort komen.
dan nogal wat geld op, ze moeten
----- L—I-- En met het
oog daarop is het ook eenigzins te begrijpen,
dat het Amsterdamsche steuningscomité aan de
werklooze diamantslijpers ondersteuning wei- i land Russische suiker nog de Londensche markt
gert. Ik zeg niet, dat ik dat ook
dat ik het ten volle gerechtvaardigd vind. Wie Van Vuuren, Van Nispen en Tydeman zagen
verse!
ook verdient.
wanneer men niet in aller i
men allereerst dien nood te lenigen tracht, die i
het meest nijpend is. En de diamantbewerkers
behooren toch ongetwijfeld tot de élite van de i
arbeiders. Hun loonen zijn zoodanig, dat ze
zich eenigen welstand kunnen veroorlooven en
allicht iets van de hand kunnen doen, dat hen
voor gebrek bewaart. Bovendien zullen zij zeker
eerder dan de meeste andere arbeiders eenigen
fnr tijd crediet kunnen krijgen. En dan hebben ze
een 1 --
1 hen behoeft uit te putten, maar toch in de erg
ste gevallen nog wel eens iets kan afstaan. Dat
ze er i j
spreken, is te begrijpen, ’t Is hun strijdkas, het
middel, dat hen sterk maakt tegenover de pa
troons en dat ze dus niet uit handen kunnen I
geven. Om dan ook te voorkomen, dat ze daar
toe ooit gedwongen zouden worden, denken ze 1
er nu aan een fonds tot uitkeering bij werke
loosheid, dat geheel onafhankelijk zou staan
recht gekregen van twee scholen
wer-
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD