voor WORKUM en omliggende Gemeenten. 1 Over dit en dat. i ZATERDAG 6 JUNI 1908. No. 23. Uit de Kamers. Binnenlandsch Nieuws. 34ste Jaargang. geen beteekenis. is sterk toegenomen. In gen, een Het durfde telefoon ander aan geen lust Uitgave van T. GAASTRA Bz., firma H. BRANDENBURGH ZOON te WORKUM. De prijs der Advertentiën is van 1—5 regels 25 cents, elke regel meer 4 cents. Grootere letters worden berekend naar de ruimte die zij innemen. Bij abonnement belangrijk lager. van het daar aanwezige jonge volkje Onze munt heeft verleden jaar voor een waarde van 4,615,735 aan oude rijksdaalders versmolten en er voor f 4.600.000 nieuwe guldens van gemaakt. De plaatjes voor onze nikkelen stuivers krij gen we van een Fransche fabriek f 2,47 per kilo. Dit stuivertjemaken heeft onzen Staat een voordeel opgeleverd van f 233,810. Naar schatting zijn in ons land aanwezig Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents. Per post 0.65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur. kunne nog nie van Vergeetachtig N.-Br. medegedeeld Donderdagmorgen stuurde een vrouw, wo nende op de Breede Haven te ’s Hertogen- bosch, hare kinderen de straat op om te spelen daar zij eenige huiselijke bezigheden moest verrichten, legde zij haar 21/2-jarig kind te bed. Toen echter hare werkzaamheden geëindigd waren en zij haar jongste spruit op de straat s te kunnen vinden in gezelschap der De Tweede Kamer is eenige dagen met va- cantie gegaan. Vooraf heeft zij nog een onder werp behandeld, dat naar de heer Helsdingen meedeelde, al 17 maanden op die behandeling wachtte, ’t Betrof den toestand der rijkswerk- lieden bij de verschillende departementen. Slechts enkele heeren voerden het woord. Allereerst de heer Passtoors, die over allerlei soort werklieden sprak en de toestand der meesten niet schitte rend scheen te vinden. Bij sommigen mankeerde er dit aan, bij anderen dat. De werklieden aan de landgebouwen missen den grondslag voor de loonregeling. Voor de instrumentmakers bij de herstelling’s werkplaatsen is de loonregeling verkeerd; vaklieden worden met niet-vaklieden gelijkgesteld. Het loon van het personeel bij de militaire bakkerijen, vooral bij die te ’s Graven- hage is te laag en de uitkeering bij ziekte slecht. Dit is ook het geval voor de werklieden bij de Cadettenschool te Alkmaar en bij de Rijksklee- dingmagazijnen. De burgerwerklieden bij de artillerie- en genieinrichtingen hebben nog geen vaste ministeriëele aanstelling. En voor de werklieden bij de Militaire Academie te Breda ten slotte moest er verbetering komen met be trekking tot de ziekteuitkeering. Een heel lijstje dus voor wat voor verbetering in aanmerking kwam. De heer De Klerk scheen ook wel het een en te merken hebben. Maar hij had voor niets te praten en dat vond hij toch al het geredeneer in de Kamer hierover nu de regeering een commissie van onderzoek had ingesteld. Hij zou zijn rede aan die com missie van onderzoek opzenden. Van een andere meening bleek de heer Hels dingen. Hij liet zich door de commissie niet afschrikken om zijn grieven kenbaar te maken. Hij gaf daarom geen opsomming, als de heer Passtoors, maar bepaalde zich tot de artillerie- inrichtingen aan de Hembrug, waar nog al niets te verbeteren viel. Verder sprak hij met weinig achting over de opgedrongen groepsvertegen- woordiging en met verontwaardiging over het regeeren der vakorganisaties. Hoe weinig de werklieden met die groepsvertegenwoordiging op hebben, trachtte hij met voorbeelden aan te toonen. Bovendien bleek het, volgens hem, dat ook de Regeering de door haar zelf ingestelde groepsvertegenwoordiging op zij schoof. De heer Van Vliet bleek beter over die ver tegenwoordiging en over de belangstelling der werklieden te denken. In de toekomst, zoo meende hij, zou zij zeer goede resultaten kunnen opleveren. bedroeg de invoer uit beide landen tezamen meende slechts een half miljoen kilogr., en is dus van andere kinderen, verschrok zij terdege, toen A. I niemand2jo- -j- Ook de invoer van kaas, vooral uit ons land haar kleinste in geen tijd gezien had. Schrik .In 1896 bedroeg de en onsteltenis, beving. C geheele invoer 10.195.800 kilogr., in 1906 de geheele buurt kwam er bij te pas. was die reeds 21,857.900 kilogr'; dus is de mige kinderen- invoer in den tijd van 10 jaar meer dan ver- weer naar r dubbeld. Duitschland krijgt zijn kaas hoofd- venkant doorloopen of het niet te water De in Oostenrijk-Hongarije voor f 93 millioen rijksdaalders f 25 millioen guldens f 3,5 millioen halve guld f 5.540,000 kwartjes f 6.000.000 dubbeltjes f 1.056,000 halve stuivers f 2 013.000 centen f 361,000 halve centen. Boter en kaas naar Duitschland. Duitsch land betrekt uit ons land zeer veel boter en kaas Die invoer is nog steeds toenemende, terwijl een vergelijking van de cijfers van andere landen aantoont, dat bijv. Dene marken en Zwitserland niet in die mate als wij hun uitvoer naar Duitschland zien toene men. In het vorige jaar werd uit ons land naar Duitschland gezonden 15 229.000 kilogram boter. Tien jaar geleden bedroeg de invoer uit ons land 2.205.000 kilo. Er is dus een toename van 13 miljoen kilo uit ons land, terwijl de geheele invoer in die jaren is ge sprongen van 9 miljoen op bijna 39 miljoen- Denemarken, dat in 1897 nog geen boter in Duitschland voerde, zond het vorige jaar 5 140.000 kilogram. De invoer uit Oostenrijk Hongarije is gedaald van circa 2.5 mill, in 1897 op 1.900.000 in 1907. Ook de invoer uit Finland en Frankrijk is verminderd toch dierenbeul op een fiksche rammeling onthaald door dezen straatbengel die daarna de nog levende jongen weer op de dakgoot van de kerk deponeert. Beneden gekomen slaat de jongen zijn kleeren af en zegt: »Wat een lefmaker om die mossies dood te gooien Mot ie mijn doen!” Den anderen morgen vertellen kameraadjes het geval op school aan den onderwijzer. Deze blij, noteert de geschiedenis als eerste aan hem bekende vrucht van zijn onderwijs in de dierenbeschermende natuurkunde. En de las tige ruwe rekel krijgt een goedkeuring. Maar tegen zijn vriendje zegt ie: »Zukke nakende kleine beessies mot je ommers helpe. Die d’r afpikke, nogal wiedes.” Als historisch wordt aan varen, en eenigzins terugkeeren tot den vroegeren toestand der gilden. Het moge een goed denkbeeld zijn geweest allerlei oude bar ricaden af te breken, die den toegang tot am bachten en bedrijven afsloten en het maatschap pelijk leven den vrijen loop laten, de menschen aan hun eigen krachten over te laten en bun geen belemmeringen, dan die, welke dienen tot handhaving der opbare orde in den weg te stel len. Een dergelijke vrije wedloop, in het maat schappelijk en oeconomisch leven moge de krach ten van ’t individu tot het uiterste spannen en zoo in velerlei opzicht ook het samenleven ten goede komen. Het is toch langzamerhand gebleken, dat dit stelsel ten slotte leidt tot de meest brutale overheersching van den sterkere en dat het in het oeconomisch leven als beginsel terug brengt wat zoo beslist uit het rechtsleven ge weerd ishet recht van den sterkste. Men is gaan inzien, dat de overheid zich ook in dit oeconomisch leven de bescherming der zwakkeren heeft aan te trekken, wil niet het geheel schade lijden, ja, dat ze overal niet alleen beschermend, maar ook regelend heeft tusschenbeide te treden. Of men nu daarom tot het oude stelsel van hardhandige staatsbemoeienis met bedrijf en am bacht wil terugkeeren? Andere tijden hebben andere zeden en vragen andere wetten. Men weet nog niet juist over’t al gemeen, welken weg men heeft in te slaan. Al leen dit schijnt zeker, dat men den tot heden gevolgden weg verlaten wil. Sprak men ook op den bondsdag der horlogemakers niet van ver plicht vakonderwijs? Men wenscht niet alleen weer het vakonderwijs aangemoedigd te zien neen men wil, dat dat vakonderwijs verplichtend wordt gesteld en dus het oefenen van een am bacht alleen open wordt gesteld voor wie dat onderwijs genoten. Dat is geheel iets anders dan de zorg voor vakonderwijs. Dat wijst op een gansch andere houding van den Staat in het oeconomisch leven en een richting, die aan de tegenwoordige van vrijheid van bedrijf lijn- recht tegenover ligt. Het zal zeker echter nog wel wat duren, voor we zoover zijn. was invoer i dubbeld. zakelijk uit ons land en Zwitserland, voer uit Italië, Rusland en bedraagt voor die drie landen tezamen nog geen mill, kiiogr. Frankrijk zendt ruim een mill killogr. kaasdoch de overige komt uit ons land en Zwitserland. In 1896 bedroeg onze invoer 5 014.400 kilogr terwijl die in 1906 reeds was gestegen tot 4 2.733.400 kilogr. eh in 1907 tot over de 13 mill, kilogr.; zoodat onze invoer in den tijd van ruim 10 jaar met ruim 7.5 mill, kilogram is vermeerderd. De invoer uit Zwit serland is niet zoo sterk toegenonen. In 1896 bedroeg die 4 163 000. kilogr. en in 1906 6.504.800 kilogr dus in 10 jaar een ver meerdering van ruim 2 mill, kilogr. Wij mo gen dus zeggen, dat de groote toename van invoer van boter en kaas in Duitschland, voor al aan ons land te goede is gekomen en dat Duitschland thans voor een groot gedeelte zijn boter en kaas uit ons land betrekt. De Niewezijds Kapel te Amsterdam. Af breken of behouden? was de vraag, ’t Is afbreken geworden. De Comm, van bestuur der kerkgebouwen der Herv. Gemt. te Amsterdam wilde wel haar besluit tot afbreken eenigen tijd opschor ten, doch te kort voor een goed onderzoek. Daarom heeft nu het Kon. Oudheidk. Ge nootschap zich terug getrokken. Het Hbl. zegt er van: Dat het lot der Kapel thans reeds bezegeld is, dat is het gevolg van een gebrek aan waardeering, aan eerbied voor wat niet al leen het voorgeslacht uit eerbiedwaardige overtuiging hoog hield, maar ook aan eerbied voor iets dat andersdenkenden heilig is. Dat is een betreuringswaardig teeken des tijds. Reuzenslang in Artis. Eenige dagen ge leden werd met een der stoomschepen der Norddeutsche Lloyd een reuzenslang aange bracht, ongeveer 3 meter lang en 100 kilo zwaar. Het is de netvormige Python of Sawah-slang, afkomstig van Sumatra; inder daad een reuzen exemplaar, zooals in tal van jaren niet in de collectie aanwezig is ge- lucht dat de geheele buurt in hansoppi Gauw alles afgezocht, Som- i naar de Markt gestuurd enkele andere plaatsen. De geheel ha- was gevallen. Toen ging men eindelijk naar het bureau van politie, om daar de verdwijning van het kind aan te geven. Thuis gekomen kwam het haar te binnen, dat zij de kleinete bed had liggen, waar het rustig lag te slapen. Ongenaam bezoek. Een dichte bijen zwerm was neergestreken tegen en om den gevel van de Aannemers-Verzekering Maat schappij te Zwolle. was een onwelkom bezoek, niemand er in of uit, gelukkig had men een en een achterdeur. De hulp van den amateur-iemker v. d. Braak werd inge roepen, die weldra ten tooneele verscheen met een knecht. Een korf in den vorm van een half rond werd aan een hooivork gestoken, voor alle veiligheid zette men een masker op, hield den korf met den open kant bij de plaats, waar de bijen het dichst op elkaar zaten en toen men de koningin had, volgde de heele zwerm. De iemker rookte daarbij maar gestadig een pijp tabak en wist met de rook wolkjes de bijen naar den korf te drijven. Toen deze zich als een dikke tros daarin bevonden, werd het ander halfrond er op geplaatst en de geheele kolonie getransporteerd, waarna men ze in een gewonen korf of kist deed verhuizen. Om een varkentje. De familie V. te Zeist had met eene buurvrouw in gezamen- lijken eigendom ’n varken. Te zamen zouden zij het vetmesten, te za- men zouden zij het oppeuzelen. Aldus had den beide partijen bij hun baard gezworen. Doch ziet, wat vangt de vermetele familie V aan? Zij poogt bij nacht en ontij te ver huizen en laadt daarbij doodkalm het bewuste zwijn, waarvan slechts de helft haar toekwam, op den verhuiswagen. Buurvrouw evenwel was ook niet van gisteren. Niettegenstaande de klok twee uur in den nacht wees, was zij op haar hoede, verscheen op het kritieke oogenblik op het terrein der verhuisoperaties der familie V. en gaf door dusdanige protestkreten hare verontwaardiging jen en haastig omgeslagen doeken te hoop liep. En toen is daar in het holle van den nacht ten aanhoore van allen een compromis geslo ten, waarbij vastgesteld werd op gezamelijke risico de vetmesting van den krulstaart te continuneeren. Ter beschikking van den Gouverneur- Generaal van Ned. Indië kunnen worden ge steld onderwijzers, om te worden benoemd tot onderwijzer der derde klasse bij het openbaar Europeesch lager onderwijs, daar te lande. Voor inlichtingen en bijzonderheden wende men zich tot de afd. «Personeel” van het Departement van Koloniën. Men meldt aan de L. Ct. Naar wij vernemen, heeft zich ook in den Zuidwesthoek van Friesland thans een comité gevormd voor den aanleg van een spoorweg van Stavoren over Heerenveen naar Groningen De lust tot vergaderen, die ons, Nederlanders, in het bloed heet te zitten, schijnt in het voor jaar tot een bedenkelijke hoogte te stijgen. Of het zoele voorjaarsweer daarvan schuld is, weet ik niet, ’t Zou wel mogelijk wezen, dat de drang tot leven, die zich toch in dezen tijd zooveel sterker openbaart, ook dezen onzen bij zonderen levensdrang tot verhoogde werking bracht en zich in groote algemeene vergaderingen ging uiten. Mogelijk, dat er ook een heel ge wone alledaagsche oorzaak voor bestaat en alleen de meerdere vrijheid der feestdagen de menschen dezen tijd voor hun groote samenkomsten doet uitkiezen. De Paasch- en Pinksterdagen toch zien bijna het halve -Nederlandsche volk in aller hande vergaderingen samen gestroomd. Maar ook de Hemelvaartsdag blijkt bij de vergadering- lustigen meer en meer in trek te komen, ’t Is eigenaardig te zien, wat voor soort vergaderingen zoo’n dag al plaats hebben en het geeft duidelijk te aanschouwen over wat voor zaken de menschen zich allemaal het hoofd wel breken en wat voor belangen er wel gezamenlijk worden voorge staan. Dien dag dan Hemelvaartsdag heeft de Vrijzinnig-Democratische Bond vergaderd en het Nationaal Verbond van Gemeente-ambte- naren en de Nederlandsche Bond van Horloge makers en de Unie van Christelijke Onderwijzers en Onderwijzeressen en de Nederlandsche Zen- dingvereeniging en het Nederlandsch Jongelings verbond en de Chemigrafenbond en de Bond Vrede door Recht en de Ned. Bond van Jonge- lingsvereenigingen op Gereformeerden grondslag en de Algemeene Nederlandsche Opzichters- en Teekenaarsbond 'en het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen te zamen met deSociaal- Democratische Arbeiderspartij enMaar ik schei er uit. "Werkelijk, er komt geen eind aan Ik geloof, dat ik nog niet halverwege ben van het lijstje, dat ik ervan opschreef en waar dan natuurlijk nog alleen maar de groote algemeene vergaderingen op voorkomen. Wat ze op die vergaderingen uitvoeren? Van allerlei; hoofd zakelijk praten natuurlijk, maar ook andere dingen. De afdeeling Alkmaar van den Neder- landschen Bond voor Horlogemakers, liet de oolijke boodschap naar de vergadering van dien Bond brengen, dat ze maar niet meedeed, omdat de hoofdzaak toch pretmaken was. Ik weet niet, wat de horlogemakers daarop geantwoord hebben. Zij hadden kunnen zeggen, dat een V’ mensch toch ook wel eens een pleiziertje mag hebben of dat het een bewijs was van den bij zonder vriendschappelijken geest onder horloge makers, dat ze bij het weerzien van elkaar in spontane vroolijkheid uitbarsten of zooveel anders nog. Misschien hebben ze wel niets gezeid en gedacht, dat men mopperaars maar moest laten praten. Maar zeker is, dat die Alkmaarsche afdeeling met haar lakonieke opmerking het niet zoo heelemaal bij het verkeerde eind] heeft. Veel van die jaarlijksche bondsdagen zijn aan pleizier gewijd of worden, althans door velen, met geen ander doel bezocht, dan eens een dagje uit te zijn. Och daar is ook al 'niet zoo erg veel tegen te zeggen. De dagelijksche dwang der bezig heden, de eentonigheid in het bestaan van velen, de drukkende broodzorgen in dat van anderen maken, dat de mensch behoefte heeft nu en dan eens geheel buiten zijn dagelijksch leven, buiten de gewone sleur er van te zijn, eens uit te zijn en pleizier te maken. De Rotter- damsche burgemeester heeft het dezer dagen nog gezeid: als je de kermis afschaft, zullen de menschen een dergelijk pleizier toch op andere wijze en elders zoeken. De Rotterdam- sche Raad heeft er niet naar geluisterd. Hij heeft de kermis, die nu al een paar eeuwen bestaan had, afgeschaft en wel oogenblikkelijk. Dat het daartoe komen zou, was te voorzien. Men ruimt overal de kermissen op en wel al lereerst in de groote steden. De Amsterdamsche en Haagsche bestaan sinds lang niet meer. Nu gaat de Rotterdamsche verdwijnen. Dan blijven onder de groote steden alleen Utrecht en Groningen nog met hun kermissen over. En die zullen ook wel hun langsten tijd ge had hebben. Nu, men behoeft daarover geen verdriet te hebben. Het bandeloos feestvieren op de ker missen en het dronkenmansgedoe daar, zullen zeker weinigen in bescherming nemen. Maar kan men de menschen in de plaats daarvan niet een ander, fatsoenlijker pleizier aanbieden Zij hebben het noodig eens nu en dan uit de sleur en de zorgen van het dagelijksch leven te raken. En de bondsdagen zijn, welk idee men daarvan ook in Alkmaar moge hebben, niet voldoende om in die behoefte te voorzien. Trouwens, die bondsdagen zij ook niet zoo heelemaal aan het pretmaken gewijd. Men doet er wel wat anders ook. Dat is ook op den bondsdag van de horlogemakers, waarvoor de Alkmaarsche heeren zoo bang waren, nog ge bleken. Er is daar lang en uitvoerig gesproken over vakopleiding en leerlingstelsel. En dit is een onderwerp, dat voor elk handwerk van be lang is en dan ook tegenwoordig meer en meer de aandacht trekt. Ook de opzichters en teeke- naars hebben het er op hun bondsdag over ge had. Het schijnt wel, of men ook hier het stelsel vai} 'T*je concurrentie, van de meest volslagen vryheid in ambacht en bedrijf wil laten weest. Amsterdam beschouwt het als een heele opluchting, dat de inktwerper is gearresteerd. Men rekent al uit, dat hij gestraft kan wor den met ten hoogste twee jaar en een boete van ten hoogste f 300. En dan nog de vele eischen tot schadevergoeding, die hoogstwaar schijnlijk tegen hem zullen worden ingesteld De beide rechercheurs, die hem arresteerden krijgen de door een sigarenfabrikant uitge loofde premie van 2500 sigaren plus f 50. In een der buitenwijken van Rotterdam had een jongen een musschennest van het dak der kerk gehaald en vermaakte zich nu met de jongen een voor een op de straat dood te smakken. Dat ziet een andere jon- volgens getuigenis zijner onderwijzers eerste rauwbauw-deugniet en lastpak. Zonder vorm van eenig proces wordt de NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1908 | | pagina 1