voor WORKUM en omliggende Gemeenten.
r
11,
I
1
Over dit en dat.
ZATERDAG 20 JUNI 1908.
34ste Jaargang.
No. 25.
Officieel Gedeelte.
Binnenlandsch Nieuws.
Uit de Kamers.
i i
1
Uitgave
1806 hebben
dienst moeten doen voor beide
bang zullen gemaakt hebben
wensch gaat, zal in
/I
1.
3.
te hopen, dat er op
steeds grooter som
4
Uitgave van T. GAASTRA Bz.,
firma H. BRANDENBURGH Zoon
te WORKUM.
De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke
regel meer 4 cents. Grootere letters worden berekend naar
de ruimte die zij innemen. Bij abonnement belangrijk lager.
verleend om den Schermer droog te
En reeds den 26sten October 1635
Niet het recht van den sterkste geldt langer,
zoo verklaarde op den openingsdag van het eerste
internationaal congres voor het Reddingswezen
een der Duitschers, maar juist de zwakke heeft
een recht op hulp van den sterke. Is het dat
niet, wat we in onze wetgeving, in onze maat
schappelijke verhoudingen, in heel ons leven meer
en meer gaan erkennen; dat de zwakke een
recht heeft op hulp van den sterke Hij heeft
die hulp niet langer te aanvaarden als een aalmoes.
Het is niet alleen de zedelijke plicht van den
sterke, den zwakke bij te staan, een plicht, aan
welks niet nakoming hij zich nog gemakkelijk
en straffeloos onttrekken kan. Neen, het recht
op hulp, wordt erkend. Wij trachten ernaar
de levensvoorwaarden voor allen zooveel moge
lijk gelijk te maken en dat wordt niet verkregen,
door alleen voor zich zelf te doen opkomen en
slechts te zorgen, dat niemand belemmeringen
in den weg worden gesteld, maar door den
zwakkere een steun te geven, een voorsprong op
den sterkere. Het heet niet meer: ieder voor
zich en God voor ons allen”, maar mallen voor
allen”. De sterkere moet den zwakkere de hand
reiken. De Duitsche Generaal-arts had gelijk,
de zwakke heeft een recht op hulp.
Op het Congres te Frankfort bleek, meer nog
dan woorden het zeggen kunnen, hoezeer de
menschheid daarvan doordrongen is. Het Congres
zelf was daarvan reeds een bewijs, ’t Was het
eerste internationaal congres van dien aard en
als zoodanig dus van bijzondere beteekenis. Voor
ons, Nederlanders, werd die beteekenis verhoogd,
door de benoeming van Prins Hendrik tot eere-
voorzitter. Dat was een erkenning van de ver
dienste, die hij zich verworven heeft aan den
Hoek van Holland, een verdienste, die hem ook
aan ons volk nader heeft gebracht. En het
heeft gemaakt dat wij het congres niet geheel
als een buitenlandsche aangelegenheid beschouwen,
maar er luisterden en toezagen in bijzondere
aandacht. Wat wij er zagen en hoorden, bewees
ik zeide het reeds hoezeer de menschheid
zich ervan bewust geworden is, dat de zwakke
een recht heeft op hulp. Wat heeft men zich
niet een moeite en inspanning getroost, om klaar
te staan voor het brengen van hulp in allerlei
gevaar en hoe prachtig is men er vaak niet in
geslaagd, het reddingswezen te organiseeren. Er
zijn zooveel gevaren, die ons dag aan dag be
dreigen. Maar er is er geen of men heeft ge
tracht het van ons af te wenden, de gevolgen
ervan te verzachten, de er door getroffen indi
viduen te helpen, te steunen en te genieten. Het
is wonderlijk te zien, hoe onvermoeid de mensch
heid werkzaam geweest is en nog is, om tegen
over ieder gevaar, dat dreigde, een hulp te stellen,
deze hulp te verbeteren, haar zoo volkomen mo
gelijk te makenhoe onophoudelijk zij zich heeft
voorbereid om klaar te staan, wanneer een zwakke
hulp noodig had, wanneer door ongevallen of
wat dan ook soms plotseling talrijk velen komen
in een toestand van hulpbehoevendheid
zwakte. Want dit
VERGADERING van den Raad der Gemeente
WORKUM, op Vrijdag 19 Juni 1908, ’s avonds
halfacht.
Punten van behandeling:
Notulen der vorige vergadering.
Mededeeling van ingekomen stukken.
Adressen om afschrijving van Hoofdelijken
Omslag, dienst 1908.
4. Ontwerp-besluiten tot versterking van
posten op de Gemeentebegrooting over 1907.
5. Vaststelling der staten van oninbare posten,
wegens den Hoofdel. Omslag, de hondenbelasting
en het schoolgeld over 1907.
6. W’ijziging en af- en overschrijvingen der
begrooting van het stads-weeshuis over 490".
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
a. inzake de concessie tot tolheffing aan den
weg van Workum naar Tjerkwerd
b. tot heffing van bruggelden.
8. Bespreking Havenverbetering.
ging, waarover men het maar niet eens kon
worden. De heer Schokking scheeh er, evenals
de ministers nog, vrij gunstig over te denken. I
haar levensvatbaarheid te ontkennen en haar
Friesch Volkssanatoriuin.
Het jaarverslag over 1907/1908 van het
Friesch Volkssanatorium meldt, dat de ver-
eeniging een groote schrede vooruit is gegaan
naar het door haar beoogde doel. Al wijst het
kassaldo nu juist niet zulke bijzonder hooge
cijfers aan, met zijn inkomst van f 15383.11
en uitgaaf van f 1103.28. gevende een batig
saldo groot f 14.279 83, het feit dat ze kan
rekenen op eene vermeerdering met eene
kleine f 50.000 van dit bedrag, zoodra ze
overgaat tot inning der bedragen, haar toe
gezegd door de verschillende commission binnen
en buiten Friesland, Provinciale Staten en
gemeentebesturen, heeft haar zooveel hoop
spoedige verbouwing
sanatorium besloten
Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents.
Per post f 0.65. Enkele Nos. 3 ets. Ingezonden stukken Donder
dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur.
zij het dan nog niet noodig, geheel dit reddings
wezen onder haar hoede te brengen, staat er
toch niet meer onverschillig of werkeloos tegen
over. Hoe zou ze het ook kunnen in een land
als het onze? Wij zijn opgegroeid met de zee,
wij zijn er groot geworden, wij hebben er onze
triomfen gevierd. Zij is onafscheidelijk verbonden
met onze geschiedenis en met ons volksleven.
Dat legt ons ook verplichtingen op. En niet
alleen op het gebied van het reddingswezen.
Het komt meermalen voor, dat onze visschers
op zee door Engelschen worden lastig gevallen
en beroofd van netten en vischtuig. Dezer dagen
moet er weer een brutaal stukje van zeerooverij
door een Engelschen stoomtrawler zijn uitge
haald. Van een Pernisser sloep werd op klaar
lichten dag een deel van het in zee uitstaande
vischtuig gekaapt. De schipper van de sloep
zag het, maar kon er niets aan doen. Zoodra
hij op den Engelschman afstuurde, ging deze er
van door. En aan vervolgen van een stoom
trawler was natuurlijk voor een zeilschip niet
te denken.
Zoo’n dergelijk geval staat nu niet op zich
zelf. Er wordt van weerskanten gekaapt. Ook
onze visschers zullen als ze de kans schoon zien,
een Engelschman wel eens wat afnemen. Maar
juist daarom is een goed politie-toezicht op zee
zoo noodig. En daaraan schijnt van onzen kant
wel wat te ontbreken.
Den 6den Mei 1882 werd te ’s-Gravenhage
tusschen ons land, Engeland, Frankrijk, Duitsch-
land, Denemarken en België een tractaat ge
sloten betreffende het politie-toezicht op de
Noordzee. Dit zou door oorlogsschepen van elk
der contracteerende staten worden uitgeoefend.
Van onzen kant geschiedt het thans feitelijk met
één schip. Is dat in overeenstemming met de
uitgebreidheid onzer visschersvloot en met de be
langen, die wij ter zee hebben? Zijn wij het
in de eerste plaats aan een beter politie-toezicht,
maar dan ook aan onzen naam, niet verschuldigd
wat beter vertegenwoordigd te zijn? Want im
mers ook een naam legt verplichtingen op. No
blesse oblige. Dat kan ook een volk niet ver
geten. En onze naam is verbonden met die van
de zee, verbonden aan het water. Meer zeker
nog dan het inderdaad het geval is, worden we
in het buitenland voor waterrotten aangezien.
Zouden we dien roep niet te danken hebben aan
onzen naam als waterbouwkundigen, wat onze
rustelooze strijd tegen het water uit vroeger
eeuwen ons gemaakt heeft.
Dit jaar herdenken we een periode uit dien
strijd. Het is nu reeds 275 jaar geleden, dat
de Schermer in Noord-Holland droog gemaakt
werd. Of we ook vroeg begonnen zijn het land
aan de baren te ontwoekeren? En we schijnen
daarin ook toen vrij handig en vrij vlug geslaagd
te zijn. Den 19den September 1621 werd een
contract gemaakt tusschen de regeering der stad
Alkmaar en Dijkgraaf en Heemraden van de
Uitwaterende Sluizen, Kennemerland en West-
Friesland, dat de verplichtingen inhield, die de
aanvragers tot droogmaking van den Schermer
op zich namen. Den 26sten September werd
door de Staten van Holland en West-Friesland
octrooi
maken.
werden de kavels bij loting aan de belangheb
benden toegewezen.
De afdeeling Schermer der Hollandsche Maat
schappij van Landbouw wil nu dit 275-jarig
bestaan van den drooggemaakten Schermer
feestelijk herdenken. Het is zeker de moeite
waard.
gegeven, dat ze tot een
van Heremastate tot
heeft.
Wanneer alles naar
Maar men moest niet beginnen met stelselmatig den °°P ,van Jaar,i]/ej ^'rieac'1 sanatorium
daardoor alle kracht te ontnemen. Men moest er
meenemen. En ook de
regeering moest haar daarbij meer steunen, dan
ze tot nu toe deed. Vooral waar de Neder-
landsche vakvereeniging hopeloos verdeeld en
versnipperd was, kon juist die groepsvertegen-
woordiging veel goeds brengen.
Dit laatste bracht den heer Helsdingen tot
verwondering en verontwaardiging. Wat, de
vakbeweging zou de Nederlandsche arbeiders
verdeelen? Het was juist de groepsvertegen-
woordiging die dat deed, en die, een kunstmatig
bedenksel, de uit het leven opgroeiënde vak
organisatie slechts kan belemmeren.
Waarschijnlijk hadden de heeren zoo nog wel eenige jaren
dat men over den toestand der rijkswerklieden
1 te zeggen had en dat bijna al het
komen. De ministers schenen dat overbodig te
zoo vroeg de minister van
nog zooveel sollicitanten zijn
Maar het was vooral het nut en
wat aanleiding geeft om
J een
voor zal worden aangewezen.
Voor de stichtingkosten van sanatoria, van
1 nu
Het geeft der toe niet bij, wel tot de exploitatie. De ver-
uvupt dus, dat ook de stichting
Herema state eens in exploitatie, een gedeelte
van dat jaarlijks toenemend bedrag zal ont
vangen.
Daar verder de mogelijkheid bestaat, dat in
’t vervolg schenkingen en legaten aan de
stichting Herema-state zullen vermaakt worden,
gaat zij met moed de toekomst tegen.
De nieuwe socialistische partij. De oproep
van de heeren Havers en Van der Zwaag,
om een nieuwe socialistische partij te stichten
wordt in »Het Volk” besproken als volgt
Aan pogingen om tusschen de S. D. A. P.
en het arnarchisme een tusschending te vin
den, heeft het in den loop der jaren waarlijk
niet ontbroken. Dat tusschending is er zelfs
geweest in den socialistenbond, waartoe v. d.
Zwaag en Havers beide behoorden en die door
de grootmoedigheid der S. D. A. P. aan een
fatsoenlijke begrafenis is geholpen.
Er zullen wel een stuk of wat menschen
in ons land zijn, die Havers met een brief
kaart verblijden, doch waar de beide onder-
teekenaren van den oproep die nieuwe organi
satie stichten willen »op nader aan te geven
grondslagen”, toonen zij zelf al dat het voor
naamste wat een partij noodig heeft, n.l. grond
slagen, bij hen op het oogenbiik nog zoek is
en in de toekomst zoek zal blijven.
Indien v. d. Zwaag eigen politieke gedachten
had, die een afzonderlijke partijvorming zou
den kunnen motiveeren, dan zou dat in den
loop van de meer dan 10 jaar die hij nu al
in de Kamer zit, wel gebleken zijn, en wat
Havers betreft, eene door dezen geleide partij
weet altijd waar ze terecht komtin het
moeras.
Verplaatsing van het koloniaal werf depót
’t Is bekend, dat het koloniaal werfdepot van
Harderwijk zal worden ondergebracht (en wel
tegen October van dit jaar) in de kazerne van
de koloniale reserve te Nijmegen. Een maat
regel die door X in de A. Rt. Ct. wordt
afgekeurd. Waarom
Ten eerste is reeds vroeger over de kazerne
te Nijmegen geklaagd, die lang niet voldoende
zou zijn voor het aantal manschappen, dat
er tot nu toe verblijf hield. Het ministerie
heeft die kazerne dan ook afgekeurd en een
nieuwe noodig geacht. Maar de Tweede Ka
mer stond de aangevraagde gelden niet toe.
Die reeds voor reserve afgekeurde kazerne
zal dus nu
corpsen.
Ten tweede zal ook de zedelijke verzorging
van den soldaat, waaraan juist in den laatsten
tijd zooveel waarde is gehecht, er niet op voor
uitgaan. Toen ook Harderwijk aan.de kolo
nialen nog verschillende geneugten verschafte,
toen kroegen met of zonder muziek en andere
gelegenheden elkaar afwisselden, was de toe
stand onhoudbaar. Maar het aantal kroegen
is tot enkele beperkt, de andere” gelegen
heden zijn afgeschaft, en ’t gevolg is geweest,
dat thans niet anders dan met lof over den
toestand kan gesproken worden
Maar hoe zal het officierscorps toezicht
kunnen houden op de gedragingen der soldaten
in een stad als Nijmegen, met de tallooze
plaatsen van minder net vermaak? Veel ge
dane arbeid tot opheffing van het zedelijk peil
van den troep zal daar spoedig te loor gaan.
En ten slotte, hoe wil men de desertie van
de Duitschers in ons Indisch leger keeren, in
een groote plaats met de vele schuilhoeken,
gelegen vlak bij de Duitsche grens.
’t Is te hopen, zoo besluit X zijn artikel,
dat deze reorganisatie geen desorganisatie zal
blijken te zijn.
Een prinselijk faillissement. In tegen
woordigheid van eenige honderden menschen
sportliefhebbers, paardenhandelaars, stal
houders, van hier en uit omliggende plaatsen
had Maandag in het koetshuis van Oud-
Wassenaer, de publieke verkooping van stal-
materiaal uit het faillissement-Prins Von
Bentheim plaats.
Er was groote kooplusthet meeste ging
voor hooge prijzen en werd toegewezen aan
den heer Frans Schaap, die uit naam handelde
van den gefailleerden prins.
Ook enkele der vijf paarden waren namens
den gefailleerde ingezet een vos voor f 629.
Een nummer van de in den aanvang bui-
l -r^--
een heel tijdje door kunnen praten zonder het i
eens te worden. Maar de Kamer begreep, dat je staatsbegroting
ze nog meer te doen had en begon aan het wetsont
werp tot verzekering van den goeden staat der
voornaamste rivieren en stroomen des lands. -
Dit ontwerp zal, wet geworden, een wet van i hghallen, dispensona draagt de staat tot
1806 hebben te vervangen. dsr 1 r.T-ir.-noi.a ru
regeering een zoo uitgebreide macht, dat die eeniging hoopt
der Kamer wel wat groot voorkwam, waarom i
zij op voorstel van den heer Van Nispen ver
schillende wijzigigingen aanbracht, hoewel de
minister er zich krachtig tegen verzette.
Het ontwerp, uitsluitend lettende op het al
gemeen belang, dat bij den goeden staat der
rivieren betrokken is, maar te weinig op het
geven van waarborgen tegen machtsmisbruiken
der administratie, liet het al of niet geven van
vergunningen tot het aanleggen van werken en
aanplantingen in de bedding geheel aan den
minister over. De heer Van Nispen stelde voor
beroep op de Kroon toe laten, waarmede de
Kamer het eens bleek. Het ontwerp stelde de
opzegbaarheid van vergunningen zonder- meer
vast. De heer Van Nispen stelde voor weder
opzegging alleen dan te doen plaats hebben,
wanneer er gegronde vrees bestaat, dat het
openbaar rivier of stroombelang nadeel zal onder
vinden van het gebruik maken der vergunning.
Op voorstel van den heer Limburg werd echter
deze formuleering door den voorsteller zoodanig
gewijzigd, dat opzegging alleen zou kunnen
plaats hebben, indien dit noodig wordt geoor
deeld op gronden aan het openbaar rivier- of
stroombelang ontleend. En in dezen vorm nam
de kamer er genoegen mee.
Over de rest van het ontwerp is niet veel
meer beweerd. De heer van Sasse van IJsselt
kwam echter bij artt. 12 en 13 nog eens voor
de bedreigde belangen van particulieren op. Deze
artikelen geven het rijk het recht zekere werken
aan te leggen en zekere werkzaamheden te ver
richten onder verplichting de eigenaars der oever-
gronden zoo noodig schadevergadering te betalen.
De genoemde afgevaardigde wilde nu ook den
eigenaars der tegenoverliggende oevers recht op
schadevergoeding geven, want ook deze kunnen
schade lijden, een regeling .waartegen de minister
geen bezwaar bleek te hebben. Het ontwerp,
dat hierna in behandeling kwam, was dat tot
wijziging en aanvulling der wetten betreffende
de registratie. Het dient om ontduiking bij den
verkooping van vast goed tegen te gaan. Voor
taan zal de inbreng van onroerende goederen in
naamlooze vennootschappen, in coöperatieve en
andere vereenigingen, en soortgelijke inbreng
door den commanditaire vennoot in commandi
taire vennootschappen op aandeelen, worden be
last met het recht van registratie, wegens over
dracht onder bezwarenden titel.
Met het ontwerp, dat hierna in behandeling
komt, dat tot verhooging van zegelrecht van
sommige effecten, zal dit ontwerp, wet geworden
naar de berekening van den minister van finan
ciën, 1/2 millioen ’sjaars inbrengen. De heer
Treub vroeg, of we daaraan zoo’n behoefte had
den, dat deze ontwerpen zoo spoedig in behan
deling werden genomen. Hem leek de toestand
gaandeweg beter te worden en nog zoo slecht
niet. En ook de tegenwoordige minister had als
eenvoudig kamerlid den toestand nog zoo donker
niet ingezien. Maar Z.Exc. scheen het thans
wel te doen. De uitkomsten over Mei waren
ook weer ongunstig, beweerde hij. Óf die hem
voor beginnende borStlijders geopend kunnen
worden.
Door het besluit om onmiddellijk een ge
neesheer directeur aan te stellen, zal nu in de
plaats van ongeveer f 1 00 of f 1.10 per dag,
I f 1.10 of f 1.20 per dag moeten gelezen
worden. De vereeniging koestert evenwel de
hoop dat deze verpleeggelden na eenigen tijd
verlaagd zullen kunnen worden. Op de staats-
hegrooting wordt jaarlijks eene som uitgetrokken
I ter bestrijding van tuberculose. Opvolgende
ministerieën en volksvertegenwoordigingen
I hebben die som met snelle opklimming binnen
van f 5000 op f 25.000 gebracht,
in hulpbehoevendheid, van dat me
congres van reddingswezen zooveel
te brengen, de hulp bij spoorwegongelukken, de
hulp bij brand, de hulp aan f
en zoo velerlei anders nog.
C
plaats de wijze van 1
te brengen, der overdenking en bestudeering
waard.
grootte van ons land, bijzonder lange
zijn wel in de eerste plaats erop aar
ons in te richten
aan
van dan ook t o
Onze Maatschappij tot redding van drenkelin
gen was de eerste poging om het reddings
wezen te water te organiseeren en te leiden.
Na dien schijnen wel anderen ons over het
hoofd gegroeid. Wanneer we zien wat in Noor
wegen, waar men eerst in 1882 in deze rich
ting te werken begon en waar het werk met
de nog langere en rotsachtige kust oneindig veel
moeilijker is, gedaan heeft dan kunnen we moeilijk
meer tevreden zijn. Maar we zijn het laatste
jaar dan ook bezig dat te toonen. Ons reddings
wezen ter zee wordt hervormd, men is er mee
bezig. En het zijn niet alleen particulieren, die
er zich mee inlaten. Onze regeering, al vindt
/re
De Tweede Kamer begint op te schieten.
Nadat zij eenige zittingen vol gepraat had over
den toestand der rijkswerklieden, had men niet
knnnen verwachten, dat ze in een paar dagen
nog twee wetsontwerpen zou af handelen. Begint
misschien de warmte haar te hinderen en ver
langt zij naar de frisschere lucht van zee of
bosch
Het is misschien teekenend voor dezen tijd,
zeggen had
omvat van alles, de eerste hulp bij ongelukken gezegde diende om voor die werklieden op te
schipbreukelingen I vinden. Waarom,
I Oorlog, zouden er
Ons, Nederlanders, schijnt wel in de eerste naar rijksbetrekkingen, als de toestand daar zoo
hulp aan schipbreukelingen slecht was? I.' L_
schipbreukelingen. En wij zijn ons daar-
dan ook al vroeg bewust geworden. 1
j een eerlijke proef
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
I
1
2.
1 M
-
rprdAnkinw on hoctnHooring 1 je levensvatbaarheid der groepsvertegenwoordi-
Wij met onze, in verhouding tot de
van ons land, bijzonder lange kustlijn,
zijn wel in de eerste plaats erop aangewezen
-- voor het brengen van hulp