voor de Gemeenten Workmn, Uemelumer Oldephaert en Noordwoide,
llindeloopen en Stavoren.
ass»
Over dit en dat.
ZATERDAG 14 NOVEMBER 1908.
34ste Jaargang.
No. 46.
Uit de Kamers.
Binnenlandsch Nieuws.
Er is
Tönningen als legercom-
f 3250U0 geraamd, welk bedrag, in verband
pet. zal moeten worden verhoogd,
’s anderen morgens, toen hij z’n roes uitge
slapen had, bleek dat er f 450 uit vermiste-
Hij kon nu wederom een paar koetjes ver-
Be prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke
regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten
Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij
abonnement belangrijk lager.
Tot plaatsing van advertentiën en reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen buiten de provincie Friesland is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
D. Y. ALTA, Warmoesstraat 76-78, AMSTERDAM.
De aanstaande volkstelling.
Uit het rapport van de centrale commissie
voor de statistiek betreffende de 9e volkstel
ling, uitgebracht aan den Minister van Bin-
nenl Zaken, blijkt dat voor de eerstvolgende
volkstelling de nacht van 31 December1
en
de bedrijfstelling schat de commissie
mode dat
van
gebroken worden, wilde men tot blijvende v°er- dergehJke *fgezien'
betering komen. van de bedryfstelhng sc
Want naast de drie bovengenoemde heeren kosten van de vol!
gevoed en ontwikkeld worden en daartoe moeten varende, toch ook
tot blijvende ver-
van uiterst practische vinding.
dierentemmer, de vorige week op de kermis
te Steen wijk.
Tuk op de f5, stapte manmoedig de 16-
jarige A. B. vooruit. »Durf jij” 1 klonk het
1 hem tegemoet, »stap dan maar in de kooi.”
Nauwelijks was de worsteling begonnen, of
de moedige jongen begreep, dat hij het ver-
en schreeuwde moord en brand.
aan flarden gescheurde kleeren, enkele
schrammen en kneuzingen en in de kooi her
Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents.
Per post 0.65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder
dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur.
het Nederlandsch in Zuid-Afrika veel dat wat in 1898 en volgende jaren gevolgd werd.
Noch het pessimisme, noch het te vergedreven
-> van .Indië
Tusschen deze beiden in, maar zeker het
meest overhellend naar den optimistischen kant,
stond de minister van koloniën.
wreedheden gepleegd, zeker, maar men mocht
dit den aanvoerders niet aanw:
hooger ontwikkeling te brengen, ’t Is dus de stelsel, dat, volgens den heer Van Deventer, niet omdat destijds alleen om do kosten toen op
methode van boven af. Daarentegenover stelde berustte op tactvolle omgang met de hoofden, f 3250U0 geraamd, welk bedrag, in verband
de spreker de zijne van onderop. Niet in de waarop onderwerping van Atjeh ten kosten van 1 met den aanwas der bevolking thans met 15
eerste plaats moet gezorgd worden voor opleiding Atjehers, en dat het gevolg was van misplaatste Dct zal moeten worden verhoogd van een
zuinigheid, moest, meende deze afgevaardigde Lreeliike tellinu is af^.ien Buiten de kosten
- de volkstelling met de j
woningstatistiek en de beroepstelling, de j
vergoeding ad f 271.000 voor de gemeente
besturen inbegrepen, op f 496 500. De
kosten van de vorige volkstelling beliepen
f 439.851.89, w. o. f 229.882 03 vergoeding
voor de gemeentebesturen.
Daarop volgt het ontwerp voor een konink
lijk besluit tot het houden der volkstelling en
voorschriften tot regeling van de werkzaam
heden der gemeentebesturen. Deze hebben
intijds voor het noodige personeel te zorgen,
waarvoor zoowel onder ambtenaren van dc
gemeente-secretariën als personen daarbuiten
staande, b v. onderwijzers, opzichters enz. ge-
schikte tellers zullen zijn te vinden. Het ge-
- i tal tellers worde liefst
Ook
den algemeenen toestand in -
en vooral den heer Boo- der kaarten behoeft te besteden en zijn onder-
gaardt, heel wat optimistischer gestemd dan de
j heeren, die vroeger aan het woord waren.
We hebben dezer dagen in de Kamer een
leelijk boekje open hooren doen over ons Indisch
beleid. Dat was geen nieuws. Er is eenigen
tijd geleden in de pers heel wat te doen geweest
over de gruwelen in Atjeh gepleegd. Maar er
is door een groot deel onzer volksvertegenwoor
digers nog eens den nadruk op gelegd, dat dit
geen op zich zelf staande feiten zijn, maar de
gevolgen van een stelsel en van heerschende op
vattingen. Wij schijnen maar al te vaak in Indië
een averechtsche methode te volgen tot bereiking
van ons doel. Want dat doel is toch tweeledig,
niet alleen het versterken en behouden van ons
gezag, maar beter en mooier, het brengen van
beschaving, Westersche beschaving in al haar
uitingen aan de voor een groot deel nog onbe
schaafde inlanders. En het mooie van deze beide
bedoelingen is, dat ze langs een en denzelfden
weg kunnen worden bereikt, althans nagestreefd.
Want toch het brengen der Westersche bescha
ving moet, mits goed geleid, ook de bevolking
tot ons nader brengen, een band hechten tusschen
Indië en het moederland, niet van geweld en
knellend gezag, maar van dankbaarheid, van
liefde, van broederschap.
Zal dat werkelijk te bereiken zijn En zoo
ja, welken weg hebben we daarvoor precies in
te slaan Het brengen der beschaving moet
zijn het opheffen van den inlander tot de gelijk
heid of gelijkwaardigheid van den Europeaan.
Maar hoe dat te bereiken Moeten we van onderop
of van bovenaf beginnen Moeten we m. a. w.
trachten te kweeken een intellectueele aristocratie
onder de inlanders door de hoofden en voorna
meren te ontwikkelen en tot hoogere beschaving
op te leiden Of moeten we allereerst het volks
onderwijs ter hand nemen, om te trachten den
kleinen man uit zijn onwetendheid naar een
lichtere levenshoogte omhoog te trekken
Over deze vraag is dezer dagen in Den Haag
in een vergadering van de vereeniging van
»Moederland en Koloniën” een belangwekkende
voordracht gehouden. Wij hebben over ’t alge
meen maar matige belangstelling in onze kolo
niën. Ook de opkomst op dergelijke vergade
ringen bewijst dat. Zeker, er zijn kringen, die
zich er zeer voor interesseeren. Maar wie nooit
in Indië geweest is, er geen broer of zuster heeft
wonen en geen aandeelen heeft in een Indische
onderneming, kijkt er alleen naar om, wanneer
hij van gruwelen of een oorlog of expeditie spre
ken hoort, of wanneer een man als president
Castro ons in onze West-Indische bezittingen
het vuur wat na aan de schenen legt. Dat
moest toch eigenlijk niet zoo wezen. Wij hebben
met de in bezitname van koloniën ook de zorg
voor haar bevolking op ons genomen. En nu
het niet meer is als in vroegere eeuwen, dat de
koloniën enkel dienden om uitgebuit te worden,
mogen wij er ons ook in breederen kring wel
eens van bewust worden, wat die zorg beteekent.
Dan zullen we het niet langer aan weinigen
overlaten de richting van ons Indisch beleid aan
te geven, maar allen een woordje gaan meepraten.
Wil men den spreker op de Haagsche verga
dering gelooven, dan is dat noodig. Want naar
zijn meening is de door de autoriteiten gevolgde
richting niet de juiste. Die kan, zoo verklaarde
hij in ’t kort, worden aangeduid als het streven
om in de eerste plaats de bovenste klasse tot
hooger ontwikkeling te brengen, ’t Is dus de
hoogere burgerscholen, niet de inrichtingen voor
hoogere ontwikkeling moeten allereerst tot bloei I
gebracht worden. Maar men dient te beginnen 1
in de dessa. De landbouwende klasse moet op-
Om dat te bereiken is zeker de bevordering
van onze taal gewenscht. Zou het waar zijn,
gelijk dezer dagen weer beweerd werd, dat de
regeering door de Vereenvoudigde Spelling te
verbieden bij het onderwijs, die verspreiding j
tegen gaat?
Men zegt, dat sedert de Maatschappij van Ne- I
derlandsche Letterkunde de regels van de Ver
eenvoudigde Spelling in overeenstemming met
zoek zich in den regel over niet meer dan
ten hoogste duizend personen uitstrekke.
PostzegdautomaatNaar men aan De
Er waren wel ^e9raaf meldt wordt ten postkantore te
i 'sGravenhage gedurende enkele dagen op liezen moest
-D - -„„„„rijven. En het.^roef in gebruik genomen een postzegelauto- Met
de wetten van de Nederlandsche taal heeft ver- 1 thans gevolgde stelsel was heel’wat beter dan maat van uiterst practische vinding.
dat onze tegenwoordige, samengestelde spelling optimisme achtte hij ten opzichte
van c_
Maar ze schrikt niet alleen de Afrikaanders er moest nog meer gedaan worden.
daar pessimistisch of optimistisch tegenover stond,
hing eigenlijk maar af van het standpunt, waarop
men zich plaatste. Legde men een idealen
maatstaf aan, als de heer Van Kol gewoon was, i
dan moest men immers alle menschenwerk
was gebrekkig en onvolmaakt noodzakelijk
tot veroordeeling komen. Maar men moest de
toestanden in Indië vergelijken met de toestanden
elders, onze koloniale resultaten met die van andere
mogendheden, het Insulinde van heden met het
Insulinde van vroeger. Op die manier kon men
alleen tot billijke beoordeeling komen en dan
was er geen reden tot zoo groote ontevredenheid.
Ook de gouverneur-generaal en de legercom
mandant werden door den minister verdedigd.
Van Heutz was niet wreed, integendeel juist
onder zijn bewind was de wijze van oorlogvoe
ren verbeterd. En wat het rapport van den
legercommandant betrof, daarin kwamen mis
schien weleens scherpe uitdrukkingen voor, maar
die waren te wijten aan de ontstemming van de
onbillijke kritiek op het leger.
Men kan een zaak van zoo verschillende kanten
bekijken en ook de gesteldheid en de aard van
den kijker kunnen zoo verschillend zijn. Dat is
zeker de reden waarom menschen over een en
hetzelfde geheel anders denken en praten kunnen.
Er is in den laatsten tijd heel wat te doen
geweest over ons Indisch beleid, over Atjeh en
de daar gepleegde gruwelen, over het rapport,
dat generaal Rost van Tönningen als legercom
mandant, naar aanleiding daarvan had uitge
bracht, over den gouverneur-generaal Van Heutsz,
over den Atjehschen gouverneur Van Daalen,
diens vervanging door kolonel Swart en over
nog meer van dien aard. Geen wonder dus dat
bij de algemeene beschouwingen over de Indische
begroeting m de Tweede Kamer al die onder
werpen, zoowel de gouverneurs en generaals als
de gouverneur-generaal en de Atjehsche gruwe-
welen rijkelijk hun deel kregen. Maar ook hier
bleek weer de waarheid van het szooveel hoofden,
zooveel zinnen.”
Er waren er natuurlijk, die over de Atjehsche
gebeurtenissen en ons beleid daar, ja over heel
ons Indisch beleid moord en brand schreeuwden.
Zoowel de heer Van Kol in zijn uren lange rede
als de heeren De Stuers en Thomson gingen
heftig te keer over het afmaken van gevangenen,
het wreed behandelen van gidsen, het wegnemen
van levensmiddelen en dergelijken meer. Op
deze wijze zou, meende de heer Van Kol, Atjeh
niet eerder onderworpen zijn dan wanneer de
laatste Atjeher gesneuveld was. En daaraan waren
gouverneur-generaal en afgetreden gouverneur
beiden schuld. De laatste had het stelsel van
de eerste alleen wat consequenter toegepast. En
daar het aan dit stelsel lag zou de nieuwe gou
verneur daarmee natuurlijk doorgaan. Met dit
waren er anderen die schoon minder heftig uit-
van ons Indisch beleid niet
veel goeds te zeggen hadden. Tot hen behoorde
de heer Van Deventer, die andere middelen als
afschaffing der heerendiensten, hoofden-opleiding
en volksonderwijs aan de hand deed en in zekeren
zin ook de heer Verheij, die het afkeurenswaar-
dige van veel daden moest erkennen.
Maar tegenover deze en andere vitters stonden
ook de lofzingers van ons Indisch bestuur en
van het daargevolgde beleid. Het verschil van
meening openbaarde zich vooral ten opzichte van
het Atjeh-beleid, van generaal Rost van Tönnin-
gen’s rapport en van gouverneur-generaal Van
Heutz. Zoowel de heeren Boogaardt en Van
Nispen als de Waal Malefijt en Ijzerman meende,
dat we op den goeden weg waren om Atjeh te
pacificeeren en verdedigde den gouverneur-gene- 1
raai tegen de ingebrachte beschuldigingen,
ten opzichte van
Indië bleken ze
Januari als het meest geschikte tijdstip moet
worden aangemerkt. Wel zijn er dan vele
personen niet in hun eigen woning, maar in
dien dit tijdstip door een ander werd vervangen
zou men de continuïteit met vorige tellingen
verbreken, wat o. m ten gevolge zou hebben
dat de berekening der tienjarige sterftetafels,
gelijk aan de commissie uit een inlichting van
prof. Van Pesch te Amsterdam is gebleken,
niet dan door middel van een moeitevolle be
werking zou kunnen geschieden.
Uitgave van T. GAASTRA Bz.,
firma H. BRANDENBURGH ZOON
te WORKUM.
vond de politie hem dronken aan den weg.
De portefeuille had hij nog in den zak, maar
De vorm, inrichting en kleur der telkaarten, 1
de vragen op de telkaarten te stellen en ver-
dere opmerkingen betreffende de inrichting der koopen.
9e volkstelling zijn behandeld. Do commissie
wil o. a. de onderscheiding tusschen binnen en
buiten de kom der gemeente laten vervallen
omdat de grens niet met eenige zekerheid is
vast te stellen.
De commissie wenscht de gemeentebesturen
de verplichting op te leggen zoo spoedig mo-
gelijk na 10 Januari en uiterlijk vóór 10 Fe
bruari het voorloopige bevolkingscijfer bekend
te maken aan het centraal bureau, hetwelk
voor publicatie zorg draagt.
Iets nieuws bij deze volkstelling zal zijn ds I
bedrijfstelling. terwijl de commissie daarnaast
de beroepstelling wenscht te handhaven. Reedt
in 1901 heeft de commissie geadviseerd toe
een bedrijfstelling. Zij meent dat zij het nut
daarvan thans niet meer behoeft te bepleiten
er
twee of met
juist geschikt
tot een genot te maken,
steedt, kon zeker wel beter gebruikt worden,
waar het geldt liefde voor de schoonheid van
eigen taal te kweeken. We hebben daarvoor
helaas al even weinig belangstelling als voor
Indië. De Vereeniging van Hoofden van Scholen
heeft nu deze zaak aangevat. Misschien dat het
er toe kan strekken de belangstelling eenigszins
gaande te maken. Onze taal verdient dat wel
en is het even goed waard, dat wij ons warm
over haar maken als over de vraag, of de 3
mailbooten van de Zeeland in ons land of in
Engeland gebouwd zullen worden, waarover men
zich nu zoo warm maakt. Niet alleen, wat
direct centen in den zak brengt, heeft voor een
volk belang. Door zich daarnaar te gedragen
heeft een volk kans niet alleen zijn idealen en
hoogere geestesontwikkeling, maar op den duur
ook z’n centen te verspelen.
zoo bepaald dat geen
hunner meer dan twee dagen aan het ophalen
Men verkrijgt een postzegel (voorloopig is
het toestel bestemd voor zegels van 5 cent)
zoowel door er een nieuwen stuiver als door
o’f'men '^1^2 centstukken of 5 centen in te werpen.
Werpt men b v. een cent in een verkeerde
gleuf, dan komt hij terugdit geschiedt
trouwens ook, als men te weinig geeft, b v.
4t/2 cent.
De postzegels liggen los op een stapeltje.
Het toestel is geconstrueerd door een Haar
lemmer.
Predikant-Kamerlid. Naar aanleiding
van het besluit, door de synode der Ned.
Herv. Kerk genomen dat het predikambt
voortaan onvereenigbaar is met het lidmaat
schap van de Tweede Kamer der Staten
Generaal, is aan mr. dr. J. Schokking, pre
dikant te Dordrecht, onderstaand adres aan
geboden, voorzien van vele handteekeningen
«Ondergeteekenden lidmaten der Ned. Herv.
Gemeente te Dordrechtkennis dragende van
het besluit der Kerk, dat in het vervolg het
predikambt onvereenigbaar is met het lidmaat
schap der Tweede Kamer der Staten-Gene-
raalgevoelen zich gedrongen, met allen ernst
de hoop uit te spreken, dat bij de keuze
waarvoor u gesteld zult worden, God uwe
beslissing aldus moge leiden, dat gij als pre
dikant voor de gemeente Dordrecht behouden
blijft en voor de Nederd Herv. Kerk nog lang
ten zegen zijn moogt
Dat is dus zooveel te zeggen als dat de
dominé nu maar bedanken moet voor de
Tweede Kamer, ’t Wordt nog een moeilijke
keuze voor Zijn Eerwaarde.
Om de huur te kunnen betalen was
een melkboer uit Haren met een paar koeien
naar stad gaan markten. Hij beurde goed
geld, kocht een borrel en nog één en ’s avonds
Op 12 Januari a.s. en. volgende dagen
zal te Arnhem het examen voor kommies bij
de belastingen worden gehouden Aanmel-
ding tot deelname, op zegel, voor 10 Dec.
aan het ministerie van financiën.
Builenmodel-dameshoeden. Het is thans
er dameshoeden worden gedragen
abnormalen omvang, zóó fameus groot,
dat men somwijlen schrikt voor de gevaartes,
die men langs zich heen ziet gaan maar
I het is nu eenmaal mode. Maandagmiddag is
het te Utrecht gebeurd, dat een dame een
wagen van de paardetram naar Zeist instapte
en met den besten wil van de wereld niet
door de deur kon gaan vanwege den buiten-
gewoon model hoed, die op het hoofd werd
getorst, ter wille van de mode. Hoe het ook
werd gebrobeerd, in de lengte, in de breedte,
in de schuinte, voorover of achterover gebogen,
de abnomaal groote hoed had er geen zin in
stootte telkenmaal hardnekkig tegen de
deurposten. In den wagen berijpelijk pleizier
bij zéér velende dame trilde van woede
op den hoed, op de modiste, of wellicht ook
op zich zelf? Wij weten het niet, maar de
uitheemsche mode was er in ieder geval schuldig
aan. De dame nam een kloek besluit, trok
de spelden uit het reusachtig gevaarte, waar
mede ze de tram had denken binnen te ste
venen, zette den kolos af, en stapte bloot-
hoofds de tram binnen. Als de conducteur van
wege den abnormalen omvang van den hoed,
die later weder werd opgezet, dubbel tarief
heeft berekend, dan is dat alleszins te billijken,
de J Gevecht met een beer. »Een ieder, die
met den beer durft vechten en hem op den
grond krijgt, ontvang f 5”, klonk het in de
1 tent met wilde beesten uit den mond van den
klaard
populairder is geworden. Dat zou dus bewijzen,
de beoefening van het Nederlandsch afschrikt, wenschelijk. Er was veel gedaan in Indië, maar
af, zeggen sommigen onderwijzers, maar doodt
ook bij onze kinderen de belangstelling en liefde
voor hun moedertaal. Dat is misschien wat kras
gezegd. Liefde voor z’n moedertaal is iedereen
ingeboren en niet zoo gemakkelijk te dooden.
Maar toch die hoofdbrekerij over de vragen, of
de of den moet staan en of een woord met
een e geschreven wordt, is niet
om de lessen in Nederlandsche taal
De tijd, daaraan be-
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
----wv. I11WC0V L11UUL \vaiCH Cl IHIUCICH I
J 4 «1111 I
allereerst geschikte onderwijzers gekweekt
worden. Die kweeking moet plaats hebben in
de omgeving zelf, waarin de inlander thuis be
hoort en waar hij overeenkomstig zijn karakter
kan worden ontwikkeld. Wjj moeten dus, om
het met andere woorden te zeggen, niet de voor-
naamsten der bevolking trachten te maken tot
Europeanen en daardoor tot ontevredenen, maar
moeten de geheele bevolking omhoog trachten
te dringen tot de volle ontwikkeling en den
breederen uitgroei van eigen zelfstandigheid en
eigen karakter. Kunnen we haar dan daarbij
nader trachten te brengen aan de Nederlandsche
beschaving, of liever haar de Europeesche be
schaving langs de Nederlandsche heen trachten
te doen naderen dan zal haar dat zeker sterker
aan Nederland binden.
4^
_1. „II. o. „o. 11 ,1 A I. A I n»» rva noet ra r\cr m aor rrarl o o n on I Ir rn an