Bil (lit miner toehoor! eon öiivoeossl. voor de Gemeenten Workurn, Demelumer Oldephaerl en Noordwolde, Bindeloopen en Stavoren. I I I 1 Over dit en dat. ZATERDAG 5 DECEMBER 1908. No. 49. 34ste Jaargang. Uit de Kamers. Binnenlandsch Nieuws. 5 - 1 Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Nijverheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78, Amsterdam nu Men en Uitgave van T. GAASTRA Bz., firma H. BRANDENBURGH Zoon te WORKUM. maar f 40 betaalde, wat de En later nog weer f 40 en Maar toen liet ze zich ook De justitie werd er tegen den zekerheidsman uit te krijgen, blijft vechten Het is geen eisch van den godsdienst alleen i zes dagen zal arbeiden en den zeven- Het is ook een maatschappelijke Land en Volk ons postwissel- De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij abonnement belangrijk lager. Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents. Per post 0 65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur. konden komen. aan, maar ze zijn, dat men het op het leven harer jongen had toegelegd en had ze daarom op een veilige plaats geborgen. Ze was geheel beter en na tuurlijk bleef ze nu in het leven gespaard. Dezer dagen zijn te Amsterdam twee valsche bankbiljetten van f 40 in omloop ge- onder nummer 5335 N. C. en de Januari 1906. Ook te Doetinchem is een valsch exemplaar onder hetzelfde nummer uitgegeven. In het watermerk ontbreekt aan de woorden Bank” de 1 in sNederl.” en heeft de k van »Bank” een anderen vorm dan bij de echte bankbiljetten. De minister van Justitie heeft, naarge- een dozijn kamerleden. I meld wordt, vervolging van den burgemeester i-- i van Bcst geiagf, Wegens overtreding der wet op de bedrijfs- en inkomstenbelasting, door van de wetenschap, verkregen door een aan slagbiljet in de belasting, gebruik te maken tot vaststelling van iemands bijdrage in den hoofdelijken omslag. Ons duur postwisseltarief. klaagt over de duurte van tarief Vooral voor middelmatige bedragen, laat ons zeggen van f 25 tot f 100, is ons tarief veel te duur. Het is waar, men kan zulk een bedrag in bankbiljetten per aangeteekenden brief goelkooper verzenden. Doch daaraan zijn bezwaren verbonden, die bij dergelijke middelmatige bedragen meer wegen dan bij grootere sommen; men moet enveloppe en lak nemen; niet elk bedrag laat zich in papier afpassen, zoodat toch nog weer een postwissel ter aanvulling noodig is en al laat het bedrag zich in papier afpassen (bijv, f 75, f 80 of f 90), dan heeft men niet altijd juist de ver- eischte briefjes bij de hand. Aan onzen middenstand en kleinhandel en ook aan menigen particulier zou groot gerief worden bezorgd, als de Minister alsnog kon beslui'en, verlaging van het tarief, op den voet van België, Oostenrijk en Zwitserland te bevorderen. ken ongeluk komt zelden alleen. leest in de L. K. Vrouw W., wier man in Pruisen werkt, zat met haar heele kroost en dus ook met alle zorg alleen. Een der kleinen wordt ziek en komt tot haar diepste smart te sterven. Door al hare droefheid vergat moedertje intusschen gedurende een paar dagen het varken te voederen. Toen zij nu Dinsdag morgen koesje” het eten wou brengeu, zag ze tot haar ontsteltenis, dat het varken de geit, die in een aangrenzenden stal stond, half had opgepeuzeld. De vilder werd ge haald en toen deze het zoontje met het vel naar den leerlooier zond, was het ventje daar tot overmaat van ramp in een der kuipen gevallen en kwam eenige minuten later met een nat pak, doch gelukkig zonder letsel, de ontsteltenis van moeder verhoogen. Een rechtskundige, die onrechtskundige bleek te zijn Een weduwe te Naarden, die met hare kinderen verschil had over ’t ver deden van een erfenis, kreeg bezoek van een heer, die heel rechtskundig deed en zei te komen voor een Rechtszekerheidsmaatschappij te Amsterdam Die Mij. zou de kwestie netjes in orde maken, als de juffrouw juffrouw deed, later nog f 45 niet meer beetnemen in gemoeid en Blaricum is thans twee jaar gevangenisstraf geëischt. Vergiftigingszaak te 's Hage. De Haagsche briefschrijver van de N. Gr. Ct. vertelt het volgende Voor een paar dagen kwam een jonge dame tot hulp in een deftig huishouden van een bejaard heer, ’t Ging best en er was niet i de minste wanverhouding. Verleden Zondag waren de dochter en schoonzoon van den heer des huizes bij hem te gast en aan tafel werd i I bier gedronken. De heer des huizes ontdekte een vreemden smaak aan zijn bier dronk er nochtans een paar teugen van en werd zeer onpasselijk. Bij onderzoek bleek t bier met een sterke oplossing van sublimaat te zijn vermengd, dat, indien de heer des huizes niet Maar er is bovendien nog een andere reden i kunnen veroordeelen en toch ernstige feiten aan voor zoo’n vrijen Zaterdagmiddag. Velen mis- I het licht gebracht hadden, dat de veldwachters sen in de week zelfs een oogenblik om voor j als zoodanig niet deugden. allerlei materiëele dingen buiten hun dagelijksch I Zoo kwam men tot elkaar. En toen ook de werk te zorgen. Zij kunnen nooit eens hun heer Troelstra in zijn voorstel het onderzoek door inkoopen gaan doen, hun brieven schrijven aan kamerleden had veranderd in een ambtelijk familie of kennissen, hun vergaderingen houden onderzoek werd dit zonder stemming aange- en zooals meer. Aan dezulken zou de vrije Za- nomen. terdagmiddag eerst recht de Zondagsrust ver- Was er zoodoende over de justitie-begrooting bracht, zekeren. En dat zijn toch altijd van de werken- nog heel wat geredekaveld, over de nationale dagteekening 15 den nog weer de meesten. Bijna de geheele arbeidersklasse behoort er toe. En die heeft zeker wel den wekelijkschen rustdag het hardste noodig. Ik weet wel, men begint zoó hier en daar wel eens den gek te steken met die voortdurende zorg voor de arbeidersklasse. Maar wat bewijst dit anders, dan dat men van de nooden en be hoeften dier klasse en van den toestand waarin ze verkeert, geen begrip heeft en evenmin in ziet, hoe het belang der maatschappij met het belang en de lichamelijke en geestelijke gezond heid dier klasse tennauwste samenhangt. Men maakt er zich vaak af met wat algemeenheden de eene spreekt van hooge loonen, de andere zegt, dat ze ’t zoo slecht nog niet hebben. J" men beroept zich op een enkel geval, dat men zelf vaak nog niet eens zag, maar waarvan men slechts hoorde. De Rotterdamsche raadsleden, die bij den Raad een voorstel indienden tot op richting van een bureau voor gemeentelijke-sociale statistiek te Rotterdamvragen zoo terecht, wat men eigenlijk weet omtrent de toestanden der arbeidersklasse te Rotterdam, omtrent haar loonen, werktijden, gezondheidstoestand en bij zondere, hygiënische en sociale misstanden, waaronder zij lijdt. En immers wanneer het belangrijk genoeg geacht wordt om in gemeente verslagen uitvoerige opgaven op te nemen om trent prijzen aanvoer van thee, cacao, margarine enz., dan ligt het toch zeker ook wel op den weg der gemeenten, zich kennis te verschaffen van de sociale verhoudingen en van de omstandig heden, waarin een groot deel der bevolking leeft. Dat is ook een algemeen belang en grooter misschien nog dan dat van den handel. Voor de meeste menschen is dat maar iederen dag hetzelfde. Dat begint ’s morgens, zoodra I men zich gekleed heeft na een haastig ontbijt I en het eindigt ’s avonds nauwelijks enkele uren, voordat men weer naar bed gaat. Zeker, er zijn er ook wel anderen, die het op hun sloffen af kunnen. Er zijn er zelfs, die hun sloffen er niet eens voor behoeven aan te trekken en wier werk eigenlijk uitsluitend bestaat in eten en drinken, rondkuieren en couponnetjes knippen. Maar dat zijn maar uitzonderingen. De mees ten roept iedere nieuwe morgen naar denzelfden dagelijkschen arbeid en legt iedere avond ver moeid ter ruste. Och het leven heeft voor verreweg het groot ste deel der menschen zoo weinig afwisseling. Van heel de groote, wijde wereld, kennen zij nauwelijks meer dan dat kleine stukje, waar hun werkplaats of kantoor staat, en het eigen huis, waar ze komen om te eten en te slapen. Ze weten zoo weinig maar van al de heerlijkheid, die rondom hen is. En zoo ze die soms al zien, ze mogen er niet aanraken. Ze hebben zoo luttel genietingen. Het leven laat er hun geen tijd voor. Én ze kunnen zoo zelden rustig neerzitten om hun leven te overzien, om in te keeren tot zich zelven, om te denken aan vrouw en kinderen en aan de liefde, die die van hen vragen. De dagelijksche vermoeiende arbeid, de zorg voor het dagelijksch brood, dringt hen voort. En wanneer ze al eens een oogenblik kunnen neerzitten, dan voelen ze zich veelal te vermoeid, te weinig frisch en opgewekt, om hun gedachten te laten gaan, dan blijven ze maar liefst in gedachteloosheid, in doffe rust voor zich uitstaren tot de arbeid hen weer roept. Gelukkig echter er is voor velen althans één dag, waarop ze tot zich zelven kunnen komen, wanneer die voortdurende jacht stilstaat en ze kunnen uitblazen. Wat moet vooral voor hen die eene dag niet een heerlijkheid, een lieflijke verademing wezen 1 Met welk blij gevoel van rustige vrede moeten ze hem niet zien aanbreken Maar helaas niet allen nog deelen in dat voorrecht. Er zijn nog te veel, die maar altijd vooruit moeten, die misschien wel nu en dan eens een halven dag kunnen verpoozen, maar voor wie nooit een dag aanbreekt, dat ze geheel vrij zijn, vrij van den dagelijkschen dwang en waarop ze ongestoord hun eigen leven kunnen leven en kunnen opgaan naar het godshuis om te hooren van vrede en de eindelijke rust, die er is weggelegd voor allen, die haar zoeken. En zoolang dat het geval is, is het dan wonder, dat men, niet hier en daar enkel, maar in alle lezingen en partijen blijft strijden om dien eenen dag van rust te krijgen, blijft vechten om Zondagsrust. dat men den rusten. Het is ook een maatschappelijke eisch. Arbeid sterkt den mensch, maakt hem krachtiger en levenslustig. Maar de onafge broken arbeid, vooral wanneer die, zooals voor de meesten, te zwaar is, vernietigt alle levens lust en levensmoed en ontzenuwt den mensch, verslijt vroegtijdig zijn lichaamskracht en maakt hem geestelijk dood. Het is niet alleen de zuivere lichamelijke rust, die hem in evenwicht moet houden. Hij moet ook eens een enkelen dag los zijn van alle zorgen en inspanning, die zhi dagelijksche bezigheid hem brengen. Hij moet eens ademen in een andere lucht dan die van het dagelijksch leven, wil hij lichame lijk en geestelijk gezond blijven, eens andere dingen en andere gedachten om en in zich zien en voelen dan die hem aan zijn levensstrijd herinneren. En daarvoor is het niet noodig, dat hij er eens heelemaal uitkomt, dat hij eens den dag begint en eindigt met iets anders. Het is daarom dan ook te begrijpen, dat niet een enkele richting of partij, maar van aller lei, zich vereenigen in de Vereeniging tot be vordering van Zondagsrust, die dezer dagen te Utrecht haar algemeene vergadering hield. Er werd op die vergadering een voorstel ge daan, dat nog verder ging dan de strijd om Zondagsrust. Om den Zondag tot een ware en volkomen rustdag te maken, moet ook de Zaterdagmiddag vrij zijn. Mij dunkt, daar valt veel voor te zeggen. De Joodsche viering van den Sabbat heeft daarom voor mij veel aan trekkelijks, omdat reeds den Vrijdagavond de menschen als 't ware gestemd en voorbereid worden voor die feestelijke viering. Zoe kan de wekelijksche rustdag iets anders nog worden dan een dag van lichamelijke rust. Hij kan worden een dag, waarin de geest van den mensch opgaat naar lichtere hoogten en vrij van materiëele zorgen zich rustig en stil gaat voelen in de sferen van het bovenstoffelijke. Voor wie tot den Zaterdagavond werkt, zal hij dat nooit zoo volkomen worden. Want men moet toch ook zijn geest stemmen en voorbereiden ■voor het ongewone. De Kamer heeft deze keer van alles overhoop gehaald. Dat gaat gewoonlijk zoo bij de behan deling der begroeting, wanneer niet onderwerpen van 1_. tJ langeren tijd vasthouden. Thans zijn aan de werd nog gesproken beurt geweest de begrooting van justitie, die van pensioenen in koloniën, die van landbouw, die van binnen- landsche zaken, dan nog de nationale schuld, de onvoorziene uitgaven, het arbitrage-verdrag met Amerika en, geloof ik, nog zoo het een en ander Hoe zoo’n kamerlid daar allemaal z’n hoofd bij houden kanl Mij dunkt zoo’n lijstje geeft wel een voorbeeld ervan, wat er allemaal wel niet T kermis te Lemmer in zoon hoofd moet omgaan. - De minister van justitie, wiens begrooting de eersten Maandag m September rij opende, scheen aanvankelijk met wat wan- trouwen te worden aangekeken, ’t Leek wel, of men hem niet heelemaal zuiver op de graat vond. En men sprak van bedenkelijke afwij kingen van de beginselen levende in de partijen der rechterzijde, van overdreven sympathie met de nieuwere strafrechtsleer, van aantasting der onafhankelijkheid en zelfstandigheid der Rechter lijke macht, en zoo al meer. Aan het eind trok het echter een beetje bij. En toen ook de Papen- drechtsche geschiedenis, of liever haar bespreking, tot een bevredigend einde gekomen was, scheidde j men als goede vrienden. Ja, die Papendrechtsche politiekwestie heeft de heeren nogal langen tijd bezig gehouden en de belangstelling erin scheen door de langdurige behandeling niet te verflauwen. Een zekere Garsthagen had zich indertijd in een blad beklaagd over mishandeling in het Papendrechtsche gemeentehuis door een gemeente en een rijksveldwachter en was deswege wegens smaadschrift tot 4 maanden veroordeeld. Daar echter bij de behandeling der zaak verschillende getuigen verklaringen hadden afgelegd omtrent hun aangedane behandelingen, bleek men met deze veroordeeling niet algemeen ingenomen en allerminst gerustgesteld. Op verzoek van den heer Hugenholtz deed daarop den minister een onderzoek instellen. De veldwachter, die Garst hagen en een andere, dien zekeren Wiggers zou mishandeld hebben, werden vervolgd, maar ten slotte buiten vervolging gesteld. Maar ook met dezen afloop bleken velen, en onder hen ook Mr. Troelstra, niet tevreden. Het socialistische kamer lid achtte een nieuw onderzoek noodig en stelde voor dit door een commissie uit de kamerleden te doen plaats hebben. Maar hiertegen kwam van alle kant bezwaar. Een beoordeeling van daden en uitspraken der justitie achtte men ongeoorloofd. Dat was echter, repliceerde de heer Troelstra en de heer Limburg sprong hem bij ook de bedoeling niet. Men wilde niet onderzoeken of de justitie haar plicht bad gedaan, maar of de Papendrechtsche politie niet buiten haar boekje was gegaan en zich aan' Nederlandsche burgers vergrepen had. Het was toch mogelijk, dat de strafrechter niet had Ged. Staten hebben het besluit van den Lemsterlandschen Raad om voortaan de in plaats van op den te doen aan vangen op den eersten Maandag in Augustus en te doen eindigen op den daaropvolgenden Vrijdag, goedgekeurd. Moederliefde bij dieren De Levende Natuur deelt een interessant staaltje mee van de moederliefde bij dieren. Er zijn onder de menschen mo ;ders, die daaraan een voor beeld zouden kunnen nemen. Een heer te Spijkenisse had een kat met tweejongen, on geveer 9 weken oud. In de laatste dagen was het moederdier schuw en onaangenaam, had een dik lichaam, at en dronk bijna niet en bekommerde zich in het geheel niet om hare jongen. Het leek of ze iets schadelijks had gegeten of gedronken en, bevreesd voor onaangename gevolgen, besloot de eigenaar het dier snel en pijnloos te dooden Hij loste cyankali op en deed dit door hare melk, zorg dragende, dat de jongen er niet aan Even likte de oude kat er lustte blijkbaar de melk niet. Een hevige diarrhée volgde bij het dier toen plotseling uitte ze een kreet, heel anders dan gewoonlijk. Hare jongen snelden onmiddellijk toe en nu loerden .ze alle drie om weg te komen. Door een keukenraam, dat toevallig open stond en waar ze anders nooit doorgingen, wipten ze alle drie weg. Dien middag kwa- men ze niet terug, ook niet op etenstijd. Te gen den avond kwam de oude kat even thuis proefde van de melk van de jongen, vond die- blijkbaar goed en dronk ze op. Daarop verdween ze weer. Met veel moeite werden de drie dieren later op den avond terugge vonden in een akker met beetwortelen, waar ze na een heclen marsch door een veld met aardappelen eene schuilplaats hadden gevon den. De oude scheen beducht geweest te I schuld en de onvoorziene uitgaven hadden de heeren niets en over koloniën heel weinig te zeggen. Het arbitrage-tractaat met Amerika had wegens enkele voorkomende uitdrukkingen een feilen »Neaerl. aanval te verduren van den heer Van Idsinga, maar werd ten slotte goedgekeurd. Ook het i ontwerp tot verhooging van de landbouw-be- grooting voor 1908 ontmoette tegenstand en dat niet van een, maar van f~ j - ’t Betrof de aanstelling van keurmeesters in verband met de wet op de uitvoerkeuring van vleesch, die voornamelijk den vleeschuitvoer naar Engeland op het oog heeft. Men maakte zich hierbij ernstig bezorgd voor de kleine En exportslachterijen en ook de minister moest toe- I geven, dat er wel eens een enkele het loodje bij zou moeten leggen. Maar daartegen was nu eenmaal niets te doen en men zou, zoo beloofde de minister, er naar trachten de werking van de wet voor alle zoo gunstig mogelijk te maken. Over de begrooting van Binnenlandsche Zaken raakte men nog niet zoo dadelijk uitgepraat. Vooral aan Woningwet en aan de volkshuis vesting viel een uitvoerige bespreking ten deel. De heer Schaper kon niet nalaten daarbij de heer Van der Biezen en zijn inde Eerste Kamer over deze zaak gehouden rede eens over den hekel te halen. Men moest zich meende hij, door dergelijke klachten over kwellende maat regelen geen vrees laten aanjagen. De bouw- crisis had daarmede niets te maken, die was het gevolg van overproductie. Overproductie ten minste van villa’s, niet van arbeiders woningen, vulde hij aan. De heer Schokking dacht er blijkbaar anders over. Hij vreesde wel degelijk dat de kwel- lende voorschriften de wet nog meer inpopu- 1 lair zonden maken en voelde veel voor toekenning van volledige schadevergoeding bij onbewoon- baarverklaring. Den minister leek dit laatste nogal moeilijk. Maar er zijn wijzigingen in ’t i zicht. bizondere° belangrijkheid haar aandacht voor Ook over de volksgezondheid en het armwezen j__ mi- ---- j- I en over je wethouders den Haag. pensioenen NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 4 1 i I’-* v

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1908 | | pagina 1