Onze Land- en Tuinbouw Leestafel.
Over dit en dat.
37ste Jaargang.
ZATERDAG 8 JANUARI 1910.
No. 2.
Officieel Gedeelte.
Binnenlandsch Nieuws.
Land- en Tuinbouw.
over
vóór
e k.
Ge
Isten Februari
Secretarie der
dat de vorderingen ten
laste der Gemeente
het dienstjaar 1909
den
ter
meente zullen worden in
gewacht.
Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Nijverheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr.76-78, Amsterdam.
Zeker, de planten worden er bij strenge vorst
ERICUS.
’t Is maar gelukkig, dat die mooie sneeuw
niet den heelen winter blijft liggen, want dan
De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke
regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten
Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij
abonnement belangrijk lager.
wet auteursrecht van den inhoud van dit
blad wordt verzekerd volgens art. 25 der Wet
van 8 Juni 1881, Staatsblad no. 124.
Bij T. GAASTRA Bz. (firma H. Brandenburgh
Zoon) te Worknm is een zeer interessante, I
occationeele brochure verschenen, n.l.: Pleidooi j
voor de oprichting van Stoomgemalen in i
Frieslanjd, «door J. H. Swart Jzn, Gecomm. i
mijns inziens langs elkaar heen slaan I
""1 ze het op eikaars hoofd gemunt j
i zouden wij verhongeren
Uitgave van T. GAASTRA Bz.,
firma H. BRANDENBURGH ZOON
te WORKUM.
j En daarin hebben ze gelijk. Zelfs veel groo-
1 tere dieren, ja de menschen hebben last van de
sneeuw, hoe prachtig die ook is. Sneeuw is
dan direct in dien strijd niet mengen ik denk maar za doet ook schade.
door beveiligd, maar als ze over dag voor een I weging verdient, vooral
’t Kan zoo werkelijk niet langer.
Kort en bondig wordt alles weergegeven. De
geheele brochure bestaat juist uit één vel druk,
dus 16 bl.
Best, van het Waterschap »De Makkumer en
Parregas’ter Meerpolder.”
Ieder belanghebbende en belangstellende moet
deze lezen en herlezen. Schrijver geeft hier een
plan om de provincie Friesland van overtollig
boezemwater te bevrijden en wel op een ren-
deerende wijze. De voordeelen overtreffen ruim
schoots de kosten, zoodat het plan ernstige over-
1 na een jaar als 1909.
In de vorige week heeft de Bond van Ne-
derlandsche Onderwijzers zijn jaarlijksche al-
gemeene vergadering gehouden, die door den
voorzitter van het hoofdbestuur met een rede
werd geopend. Daar is niets bijzonders aan.
Die Bond houdt ieder jaar haar vergadering
en ze zal ook gewoonlijk wel door den voor
zitter geopend worden en zeker meestal met
een rede. Of in de gehouden rede iets bijzon
ders school, durf ik niet met zekerheid beslissen.
Ik moet misschien is het wel tot mijn schande
bekennen, dat ik die rede niet nauwkeurig
gelezen heb. Och, men heeft al zooveel te lezen,
dat men jaarlijks terugkeerende, min of meer
officiëele redevoeringen, niet altijd met de noodige
aandacht bekijkt en er dikwijls maar vluchtig
door heen neust. Ik schrok dus, toen ik daar
plotseling een paar dagen aaneen heftige aan
vallen las op des voorzitters gehouden rede. Nu
wordt de zaak belangrijk, dacht ik.
Ja, zoo gaat het toch veeal in de wereld.
Een zaak wordt om zich zelf, om haar eigen
wezen maar zelden belangrijk gevonden. Ze
wordt dat gewoonlijk eerst, wanneer anderen
aan haar aanstoot of ergernis of ook wel blijd
schap nemen. Dat is wel teekenend. En het
is misschien heel natuurlijk. De mensch schijnt
meer belang te stellen in andere menschen, in l00tt- Maar staat men op het tv
hun hartstochten en neigingen en kwaadheid, *Jien wel verschillende beginselen
heid en schoonheid ervan laten zien, maar men
waaraan
ze te gelooven hebben, voorhouden en hun dus
ook geen beginselen of ideeën verkondigen, alleen
maar om hen daarin te doen gelooven, maar
alleen, wanneer die mededeelingen hun geest en
gemoed kunnen vormen.
Nu zijn er en dat ziet men meestal niet
in heel wat voorstanders van de openbare
school, die tot de eerste categori menschen be-
hooren en dus hun kinderen bepaalde ideeën
willen inprenten. Maar omdat die ideeën mo-
dern-godsdienstig zijn meenen ze bij het neutra
le onderwijs thuis te behooren. In werkelijkheid
zijn ze echter voorstanders van bijzonder onder
wijs, d.w.z. van onderwijs, dat een grootere of
kleinere groep gelijkgezinde ouders aan hun
kinderen willen doen geven, en waarin dus hun
ideeën, hun geloof tot richtsnoer kan dienen.
En daartoe schijnen mij nu ook de heeren
te behooren, die door de rede van den voorzit
ter van den Bond van Onderwijzers in woede
ontstoken zijn. Die woede nu is hun goed recht.
Maar het komt mij voor, dat ze de oorzaak
daarvan zoeken, waar die niet ligt.
Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents
Per post 0 65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder
dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur.
Het Roodborstje en de Sneeuw.
Vlokken, vlokken niet te tellen,
Dwar’len, tuim’len in het rond,
Dalen langzaam naar beneden,
Dekken dan den kouden grond.
’s Avonds, als we in ’t bedje liggen,
Komt die zoete, lieve Moe,
Kust ons allen nog een hart’lijk,
En dekt ons dan lekker toe.
Zoo ook worden bloem en planten
Door het witte dons gedekt,
Slapen allen dan heel rustig,
Tot de lentezon hen wekt.
(Sneeuwliedje).
Mooi gezongen, roept een roodborstje, dat er
verstand van heeft.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
WORKUM, brengen ter kennis van belang
hebbenden,
Workum, den 3 Januari 1910.
T. M. ten BERGE, Burgemeester.
A. de VRIES, Secretaris.
De Amsterdainsche burgemeestersvacature.
In zake de vervulling van de burgemeesters
vacature deelt de Tel. thans mede, dat de
Regeering zich heeft gewend tot Ged. Staten
van Noord-IIolland, ten einde een besluit van
dit college uit te lokken tot zoodanige ver-
hooging van ’t burgemeesterssalaris, dat een
zeer geschikt persoon, doch die niet gefor
tuneerd is, tot burgemeester benoemd kan
worden. Dat zulk een denkbeeld bij den
Amsterdamschen Raad allicht een gunstig ont
haal zal vinden, zouden, volgens de Tel., Ged.
Staten kunnen afleiden uit de inlichtingen,
hun verstrekt over de besprekingen, welke
over deze zaak in een geheime Raadsverga
dering gevoerd zijn Binnenkort zal de Am-
sterdamsche Raad dan ook vermoedelijk over
zulk een eventueel door Ged. Staten van
Noord-IIolland te nemen besluit gehoord
worden.
Verkiezing Provinciale Staten.
Bij de Maandag gehouden stemming in het
hoofdkiesdistrict Sneek van een lid voor de
Provinciale Staten van Friesland (vacature-
H. Luiking, a -r.) waren uitgebracht 5096
stemmen, van onwaarde 65, aantal geldige
stemmen 5031, volstrekte meerderheid 2516.
Hiervan verkreeg de heer S. A. Zandstra
(a-r) te Wommels 3770 en de heer P.
Hiemstra (S D. A. P.) te Leeuwarden 1261
stemmen, zoodat eerstgenoemde is gekozen.
Het aantal kiezers bedraagt 11.665.
Waarschuwing voor werkzoekenden in
Suriname.
Op verzoek van het bestuur der kolonie
Suriname ontraadt de minister van Koloniën
personen, die het voornemen mochten hebben
om zich naar de kolonie te begeven, in de
hoop daar spoedig na hunne aankomst werk
te vinden, ten ernstigste zulks te doen, indien
zij niet over genoeg middelen beschikken om
gedurende eenigzins langeren tijd in hun
onderhoud te voorzien en in geval van niet
slagen de kosten hunner terugreis naar Neder
land te betalen.
Kwaadwilligheid.
Men meldt uit Hoorn
De passagiers van den trein Hoorn—Me-
demblik zijn eergisteravond tusschen Opper
does en Medemblik aan een groot gevaar ont
snapt.
Kwaadwilligen hadden dwars over de rails
eenige voorwerpen zoo gelegen, dat ontsporing
niet kon uitblijven. Even voordat de trein de
plaats zou passeeren werd gelukkig het on
heil door een voorbijganger ontdekt. Deze
waarschuwde de spoorwegambtenaren, die on
middellijk de voorwerpen lieten verwijderen.
Zeilen en visschen in plaats van
schaatsenrijden.
Men meldt uit Stavoren aan de L. Ct om
trent de Engelsche jongelieden die te Grouw
den 28 Dec. j.l. waren aangekomen meb het
doel om in Friesland te gaan schaatsenrijden,
dat deze heeren, genaamd B. H. Frey en
J. D. B. Fergusson, weder te Stavoren zijn
gearriveerd, van waar zij in een visschersjol
waren uitgevaren om in de provincie te gaan
zeilen en visschen.
Wel is het voor de Engelschen een teleur
stelling, dat de vorst wegblijft, maar overigens
beklagen zij zich hun verblijf alhier allerminst.
De openlucht-sport heeft in Engeland nu
eenmaal heel wat grootere afmetingen aange
nomen dan hier te lande en mogen wij er
van rillen in een open jol om dezen tijd van
[het jaar te zeilen, en te visschen, dé beide
Engelschen laten zich daardoor niet afschrikken
en hebben thans plan van hieruit het zuider-
deel van de provincie te doorkruisen.
deel ontdooit in den warmen zonneschijn en
dan ’s nachts weer bevriest, lijden planten veel
meer dan wanneer er geen sneeuw gelegen
had. Daarom bedekken wij ze in het najaar
ook met wat turfmolm of goed verteerden mest
met wat turfmolm er over.
Als ze smelt, voedt de sneeuw ze nog met
wat ze onder ’t vallen uit de lucht heeft mee
genomen.
Jongens en meisjes hebben veel pret. Ze
maken sneeuwpoppen, ja, geheele sneeuw-
kasteelen en »beschieten” elkaar metsneeuw
ballen. Ze zingen.
Daar staat de vlag te wapp’ren,
Op den wal van ’t sneeuwkasteel,
Laat ons van alle zijden,
Den vijand daar bestrijden.
Kom, valt an, man voor man!
Moed gevat, er op an!
Neemt den sneeuwbal,
Neemt den sneeuwbal,
Neemt den sneeuwbal in de hand,
En w'erpt hem,
En werpt hem.
Stormgeloopen.
Stormgeloopen.
Zoo worden ze warm. Dat is prettig. Veel
aardiger dan oude menschen er mee te werpen.
Ferme jongens en meisjes vinden dat laf en
laag. Ze werpen elkaar of wrijven elkaar in,
altijd met schoone sneeuw. Die vuile neemt,
wordt daarmee zelf eerst eens flink ingewreven
en mag dan niet meer meedoen.
Glijbaantjes maken, heerlijk! Volwassenen
arren of hebben vrede met de sneeuw, omdat
ze alles zoo’n prachtig wintergezicht geeft en
omdat hun kinderen zoo’n pret hebben.
Die er door moeten, hebben er minder plezier
in. In de stad is ’t meestal niet zoo erg, want
daar wordt ze nog al spoedig geruimd en in
groote steden heeft men electrische trams.
Pekelwagens rijden eerst en sproeien overvloedig
het zoute vocht, dat de sneeuw altijd erg doet
inkrimpen en ze meestal doet verdwijnen.
In kleinere plaatsen en zelfs in de kom van
een klein dorp maken de menschen ook al
spoedig een flink pad door de hoofdstraten.
Paarden trekken een grooten houten'sleep, in
den vorm van een gelijkzijdigen driehoek, met
punten naar voren. Die punt breekt de sneeuw
gemakkelijk. de streep wordt tegen ’t eind al
breeder en breeder, zoodat er een pad komt
waarop twee menschen naast elkaar kunnen
loopen. Breeder zijn de paden buiten toch
bijna nooit, meestal smaller. Maar zoo geheel
buiten, waar de huizen en boerderijen alleen en
ver van elkander staan, ja, daar is hooge sneeuw
al heel lastig.
Ook hiervoor is raad. De jongens kennen
geen prettiger werk dan sneeuw vegen of een
paadje door de sneeuw maken met een groot
houten schuifbord.
(Slot volgt.)
ERICUS.
Vragen en Antwoorden.
(Zend uw vragen per brief of briefkaart aan
Ericus, Amsterdam, dan komen ze wel terecht.
De antwoorden worden kosteloos gegeven en
abonné’s van Friso behoeven geen postzegel voor
antwoord in te sluiten. Naam of woonplaats
worden zelfs met den voorletter niet vermeld.)
Vraag. Hoe komt het, dat mijn jonge kippen
eikaars veeren opeten
Antw. Wanneer jonge kippen voor het eerst
eieren leggen, hebben ze veel phosphorzure kalk
noodig. Bovendien kunnen vastzittende kippen
niet zonder dierlijk voedsel. In goed ochtend-
voer is zooveel phosphorzure kalk, als vleesch-
meel, maar niet genoeg voor kippen, die al aan
’t veeren plukken of eiereneten zijn. Geef dus
elke kip ’s ochtends een lepel opgehoopt vol
ochtendvoer en op de vier kippen een eetlepel
vlak vol ontlijmd beendermeel. Ruim de
ren, laat die omspitten, het kalkpuin er uit
halen en er dik zand in strooien. Hang op
twee nolaatsen in de ren een boerekool aan een
touwtje. Die ’t dan nog doen krijgen een
alvMnin.ium snavelring, waardoor ze wel kunnen
eten en drinken maar niet veeren plukken.
ERICUS.
heeren i
en terwijl ze
hebben, nauwelijks eikaars vingertoppen raken,
omdat ze vechten om een betrekkelijke kleinig
heid en het eigenlijke punt, waarop het aan
komt, niet schijnen te zien. Maar al wil ik mij
zelfs niet aan strijd in mijn gemoedelijk praatje
zoo wil ik toch gaarne in alle bescheiden
heid mijn meening eens zeggen.
Kijk eens, de veelbesproken voorzitter heeft
het gehad over Oranjevorsten en nationale lie
deren. Wat hij daarvan denkt moet hij zelf
weten. En als zijn aanvallers het daaromtrent
niet met hem eens zijn, dan is dat hun goed
recht. Ik geloof ook wel, dat zijn politieke
overtuiging hem daarbij parten gespeeld heeft.
Maar ik heb tevens den indruk gekregen, dat
de uitlatingen van hem meer dienden ter illu-
streering van een beginsel op onderwijsgebied,
een beginsel, dat het beginsel is van de neu
trale school, en dat zijn aanvallers nauwelijks
hebben opgemerkt, waarmee ze tenminste toon
den het, zonder zich misschien daarvan bewust
te zijn oneens te zijn. En nu staat, dunkt
mij, de zaak zoo, dat aan den eenen kant staan
de voorzitter en aan den anderen kant zijn aan
vallers en.de voorstanders van christelijk
onderwijs.
Men moet dit goed begrijpen.
Kijk eens, voordat men vraagt, wat zal ik
mijn kinderen onderwijzen of doen onderwijzen,
dient men te vragen, hoe zal ik dat doen of,
om duidelijk te zijn, voordat men vraagt, welke
godsdienstige en zedelijke beginselen zal ik mijn
kinderen inprenten, moet men immers vragen,
zal ik mijn kinderen bepaalde beginselen in
prenten. Dat lijkt mij het groote verschil.
De een wil zijn kinderen opvoeden en doen
opvoeden in de waarheden, waaraan hij zelf
gelooft. De ander wil zijn kinderen opvoeden
zonder ze bepaalde beginselen als de ware in
te prenten. Hij wil, om zoo te zeggen, den
geestelijken en zedelijken aanleg zijner kinderen
beploegen, beëggen, voeden en wat al meer,
maar hij wil er niet in zaaien; dat laat hij aan
het leven over. Hij wil ze, vormende, ontvan
kelijk maken voor iedere waarheid, beter gezegd,
voor ieder idee. En wanneer zijn kind, terwijl
hij zelf b.v. atheïst is, later calvinist wordt of
Roomsch of modern godsdienstig, dan is hem
dat goed, mits het werkelijk uit innerlijke over-
tuiging zijn. Dat zijn dus twee geheel verschil
lende beginselen op onderwijsgebied. Welk
het beste is moet ieder voor zich uitmaken.
Stelt men zich nu op het eerste standpunt
en dat doen natuurlijk in de eerste plaats de
voorstanders van bijzonder onderwijs dan zal
men z’n kind orthodox-protestantsch of Roomsch-
Katholiek of modern-protestantsch of atheïstisch
..u.uu..yn.. U.VHOVH ounijui of socialistisch opvoeden, al naar men zelf ge-
meer belang te stellen in andere menschen, in looft. Maar staat men op het tweede, dan zal
hun hartstochten en neigingen en kwaadheid, men wel verschillende beginselen aan zijn kin-
dan in afgetrokken begrippen. deren willen duidelijk maken, hun de grootsch-
Maar om bij de zaak te blijven, het geval van heid en schoonheid ervan laten zien, r
die gehouden redevoering en die redevoering za' hun niets a's het absoluut ware,
zelve, werden dubbel belangrijk door de per- ”n 4" - -J—
sonen der aanvallers en hun beginselen. Och,
iedere zaak heeft z’n voor- en tegenstanders.
Er is geen ding zoo recht, of er zijn menschen
die het krom, en geen ding zoo krom, of er
zijn er, die het recht willen praten. Maar
hier kwam de tegenstand van menschen, die tot
de medestanders van den redenaar naar op
onderwijsgebied gerekend konden worden.
Ik behoeft er u niets van te zeggen. Ten op
zichte van onderwijs en opvoeding zijn de in
zichten zoo verschillend, dat er, zoodra daarover
iemand het woord neemt, altijd menschen zijn,
die het glad andersom vinden, dan de spreker
het vertelt. Dat hangt natuurlijk ten nauwste
samen met onze gansche levensbeschouwing.
En we behoeven mekaar daarom met geen kwaad
oog aan te kijken.
Maar de gehouden redevoering, waarover
we het thans hebben, werd gehouden ter ver
dediging en ter verklaring wellicht van het open
baar onderwijs en de aanvallers waren eveneens
voorstander, vurige voorstanders en ijveraars
zelfs voor datzelfde onderwijs. En toch waren
hun aanvallen zoo heftig, dat de meesten ver
klaren moesten, wanneer het dien kant uitgaat
met het openbaar onderwijs en de toe
juichingen op de vergadering van den Bond
deden vermoeden, dat de meeste aanwezige
onderwijzers het met het gesprokene eens waren
dan zou ik mijn handen, nu nog gereed ter
verdediging, moeten terugtrekken. Dat wees
dus wel op een enorm verschil van inzicht bij
menschen, die voor dezelfde zaak warm schenen
te zijn. En werkelijk, dat enorm verschillend
inzicht bestaat ook, naar mijn meening, tusschen
den voorzitter van den Bond en meerdere onder
wijzers aan den eenen en de op hun achterste
zolder geraakte aanvallers aan den anderen kant.
Maar het komt mij voor, dat die aanvallers dat
verschil op een geheel verkeerd punt zoeken.
Ik wil nu den gevoerden strijd niet napluizen,
niet ook spreken over wat de voorzitter precies
gezegd had en mij te zijner verdediging opma
ken of by zijn aanvallers aansluiten. En ik wil
dat juist opzettelijk daarom niet, omdat de
1
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
voor de Gemeenten Worknm. Hemelnmer Oldephaerl en Noordwolde,
llindeloopen en Stavoren.
2