I
Over dit en dat.
1
Z4TERDAG 15 JANUARI 1910.
37ste Jaargang.
No. 3.
I
Land- en Tuinbouw,
Binnenlandsch Nieuws.
- J
de honger
ERICUS.
i
den
dat
een
Chemisch
van
Uitgave van T. GAASTRA Bz.,
firma H. BRANDENBURGH Zoon
te WORKUM.
Het auteursrecht van den inhoud van dit
blad wordt verzekerd volgens art. 25 der Wet
van 8 Juni '1881, Staatsblad no. 124.
van ’t zelfde ochtendvoer voor den drempel, een
enkel stukje meer, want anders is ’t verzadigd
voor ’t in de keuken komt.
Nu een stukje op de drempel, een er over,
een paar stukjes verderop, ja, ’t komt nader,
wel voorzichtig, maar weldra vertrouwelijk.
’t Smaakt ook zoo lekker en ’t is in huis zoo
Het salaris van den burgemeester van
Amsterdam.
In de zitting van den Gemeenteraad van
Amsterdam werd een ampel debat gevoerd
over de salaris-quaestie van den nieuwen
burgemeester.
Op voorstel van den voorzitter werd be
sloten aan Ged. Staten te antwoorden, dat de
Raad geen bezwaar heeft tegen verhooging
van het salaris van den burgemeester tot
f 15,000, en het college van Ged. Staten
tevens te verwijzen naar de notulen van deze
Raadsvergadering.
De Tel. kan thans op grond van inlichtingen
uit de beste bron melden, dat reeds ernstige
besprekingen hebben plaats gehad met het
oog op een benoeming van den heer jhr. mr.
A. Roëll, thans burgemeester van Arnhem
tot burgemeester van Amsterdam.
De heer Roëll heeft reeds te kennen ge
geven, dat hij niet ongenegen is een even
tueele benoeming te aanvaarden.
Nu de salarisquaestie zoo goed als geregeld
is, kan een beslissing spoedig tegemoet gezien
worden.
De Amh Ct. verneemt echter, dat te Arn
hem niets bekend is van besprekingen met
Arnhem, jhr. mr. A.
Predikanten-boekhandel.
De opgerichte Predikanten-boekhandel was
slechts ’n kort bestaan beschoren. Een Rot-
terdamsche boekhandelaarsfirma, die exploi-
tante der predikantenvereeniging was, zag zich
door de Vereen, van boekhandelaren voor den
eisch gesteldde predikanten loslaten of wij
laten u los. En toen koos de firma het
eerste.
Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents
Per post 0 65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder
dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur.
ERICUS.
Vragen en Antwoorden.
(Zend uw vragen per brief of briefkaart aan
Ericus, Amsterdam, dan komen ze wel terecht.
De antwoorden worden kosteloos gegeven en
abi >nné’s van Friso behoeven geen postzegel voor
antwoord in te sluiten. Naam of woonplaats
worden zelfs met den voorletter niet vermeld.)
Vraag. Hoe krijg ik de wratten van de
spenen mijner koeien af.
Antw. Om wratten bij mensch en dier te
doen verdwijnen, laat men bij apotheker of dro
gist gereed maken, om terstond te gebruiken,
voor 10 cents salicijl-colodium, in ether opge
lost. Hierbij koopt u een schoon penseel.
Wasch de wratten schoon, zonder ze stuk te
wrijven. Zijn ze schoon, .doe er dan niets aan
dan ’s morgens en ’s avonds (als ’t kan ook
’s middags) de wratten hiermee bevochtigen
zonder dat de oplossing ergens anders komt.
Als u van de eerste wrat tot de laatste gedaan
heeft doet u ’t nog eens.
Houd de kurk goed dicht en een blaasje er
over. Verdroogt het dan wat Hoffmans drup
pels er bij.
De prijs der Advertentiën is van 1 5 regels 25 cents, elke
regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten
Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij
abonnement belangrijk lager.
Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Ny verheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78, Amsterdam.
Alle menschen willen graag geld verdienen.
Men kan dat op verschillende manieren doen,
zelfs door het schrijven van artikelen, maar dat
is een middel, dat ik niemand zou aanraden.
Ik zeg dat nu niet, omdat ik bang ben voor
concurrentie, maar omdat ik mijn medemenschen
graag het beste gun. En het is niet de beste
wijze om wat te verdienen.
Want immers de meesten zijn niet tevreden
met geld verdienenzij willen ook graag veel
veel verdienen. Dat is eigenlijk het doel, waar
voor ze ’s morgens vroeg opstaan en ’s avonds
laat naar bed gaan, waarvoor ze zich haasten,
zich afsloven, dat ze in het best van hun jaren
versleten zijn. Dat is de groote drijfkracht, die
heel het maatschappelijk leven in koortsachtige
beweging houdt.
Het is eigenlijk wel vreemd. Niet, dat we
allemaal graag geld willen verdienen. Zonder
geld kunnen we nu eenmaal niet leven of beter
gezegd, zonder dat niet, wat alleen voor geld te
krijgen is, want van geld zelf zouden we het
niet lang maken. Wie eet er nu rijksdaalders
of guldens Maar het vreemde is dat verreweg
de meesten geen ander doel kennen in het leven,
terwijl het voor de rest op enkele uitzonde
ringen na, het hoofddoel is, en dat we ons toch
zoo heel anders voordoen. We praten over
allerlei mooie en ideëele dingen, over kunst en
wetenschap en beschaving en godsdienst en
menschenliefde, als nam het grootsche, het
schoone, het edele al ons denken in beslag en
als hadden we geen andere beweegredenen voor
onzen rusteloozen arbeid dan edele, dan het
welzijn van onze medemenschen en de ont
wikkeling en vorming van ons zelven. Maar
diep in ons innerlijk w'ezen houden we geheim
zinnig het doel verborgen, waarvoor we ploeteren
en zwoegen. En terwijl we bewogen praten
over de schoonheid en de verhevenheid en den
menschenadel, broeden we over een mooien
slag, dien we slaan zullen, over een gelukkige
negotie. Voortdurend spelen we comedie tegen
over anderen entegenover ons zelven.
Want we maken meestal ook ons zelven wijs,
dat we naar iets hoogers streven, naar iets
beiers. We doen ook tegenover ons zelven
meestal heel gewichtig, en houden graag onze
Zondagsche kleeren aan, ook als we naar bed
gaan. En wanneer we ons weer in onze deftig
heid gestoken hebben, ons zelven in onze alle-
daagsche gewoonheid in den spiegel zien, dan
keeren we wel het hoofd af en loopen weg en
praten dien dag met nog geestdriftiger stem en
gebaren over karaktergrootheid en onbaatzuch
tigheid en menschenliefde.
En we doen dat niet alleen zoo onder ons.
Och neen, de publieke vergaderingen, de cou
ranten, de boeken, ze klinken allemaal van
edele bedoelingen en den vooruitgang der be
schaving. En als er iemand, die onze maat
schappij en ons menschen niet kende, een be
woner van een andere planeet, eens plotseling
midden tusschen ons werd neergezet en luisterde
en ron lzag een paar dagen o, een paar dagen
maar, langer niet dan zou hij meenen, dat
hier een geslacht leefde op niets anders bedacht,
dan omhoog te stijgen in geestelijke beschaving
en zedelijke verbetering. Maar wij menschen,
die thuis zijn hier, wij weten wel beter. Wij
laten ons niets meer wijsmaken. En terwijl we
beleefd luisteren naar het keurige verhaal van
onzen buurman, vragen we ons glimlachend af,
waarover die man nu wel zijn zorgen zou heb
ben en hoe hij nu wel denkt zijn slag te slaan.
Wij kennen de onwaarachtigheid van het men-
schenleven. En, als we wijs zijn maken we
er ons niet boos om, maar glimlachen, omdat
de menschen toch nog zulke kinderen zijn.
Wie nog wijzer is of neen wijzer niet, maar
handiger, slimmer, gewetenloozer misschien ook,
maakt er gebruik van. De menschen willen geld
verdienen veel geld verdienen en dat op de ge-
makkehjkste en vlugste manier. En als zij dat
doel heel dichtbij meenen te zien, dan begeeft
hen veelal hun gewone voorzichtigheid, die hen
meestal hun centjes angstvallig doet vasthouden
en zij grijpen toe, met opoffering vaak van wat
zij reeds vast in hun handen hadden. Daarop
speculeert de slimme, de gewetenlooze. Hij
kent ook het menschenleven weet waarom het
gaat. Maar hij fiosofeert er niet over. Hij
grijnslacht en doet zijn voordeel ermee.
Dat doet hij op allerhande manieren. Maar
de meest cynische manier is wel de oprichting
van een speelbank. Hier kun je nu in één
avond rijk worden, zoo profeteert hij. En
wordt je het vanavond niet, dan wordt je het
morgen of overmorgen of een anderen dag. En
er zijn altijd menschen, die het gelooven en
komen toeloopen en berooid naar huis gaan.
Er zijn er ook, die het misschien niet meer ge
looven en die toch niet kunnen wegblijven, ge
trokken door de duivelsche verzoeking van het
blinkende goud en de schitterend-verlichte zalen
en het mondaine leven en door de opwinding
van het spel, die tot hartstocht wordt, door
de stille hoop misschien ook, dat toch de kans
nog eens keeren zal. Dat zijn zeker wel de
ongelukkigste slachtoffers. Maar op al die
menschen rekent de oprichter van zoo’n bank.
Hij weet wel, dat hij zich niet vergissen zal, hij
kent zijn Pappenheimers.
De begeerte naar geld, naar veel geld, maakt
de hartstocht tot- het spel onuitroeibaar.
Wat geeft daarentegen dan de strijd, die de
regeeringen tegen de speelbanken voeren? Hij,
de slimme, de gewetenlooze, lacht erom. Blijkt
het niet telkens weer, dat het eigenlijk een
hopelooze strijd is? Maakt men de speelbanken
in dezen vorm door wettelijke bepalingen on
mogelijk, straks duiken ze in een anderen vorm
weer op. Verjaagt men ze hier, ginds staat
er al weer een kant en klaar. Dat is zoo dui
delijk, dat in sommige landen, België b.v. de
regeering den strijd schijnt op te geven en op
verschillende plaatsen, badplaatsen vooral, dc
speelbanken oogluikend toelaat, er zelfs een voor- zullen
deeltje uit tracht te slaan voor eigen porte-
monnaie. Zal dat bij ons ook zoo gaan?
Wij zijn met veel moeite de Club de Bien-
faisance uit de Vondelstraat te Amsterdam kwijt
geraakt. Nu is er aan den Amstel al een nieuw
speelhol verrezen, dat zich ditmaal niet in het
kleed der liefdadigheid heeft gestoken, maar
den naam draagt van ^Bureau de Renseigne-
ment”. Zat dit bureau-speelhol het langer uit
houden? Of zal het opgejaagd straks weer
elders zich neerlaten Het is een sociëteit,
zeggeu de heeren. Nou ja, dat kennen we.
’t Zal wel een sociëteit wezen, waar ieder, die
de moeite van het geplukt women loont, terecht
kan. En de menschen zullen wel niet op zich
laten wachten. Ze zullen er wel weer naartoe
stroomen van hier en daar, in de hoop rijk te
worden. Hoevelen het er gelukken zal? We
konden laatst lezen van een Canadees, die op
een avond te Monte-Carlo honderdduizenden
won. Maar dat is er ook op de honderd
duizend, neen op de millioen. De andere negen
honderd negen en negentig duizend negenhon
derd negen en negentig gaan meer of minder
beroofd naar huis. Als ze tenminste nog weer
thuis komen I
Het Roodborstje en de Sneeuw.
Eerst naar den weg voor de menschen, dan
naar stallen, schuren, hoender- en konijnen
hokken om ook bij de dieren te kunnen komen.
Wat ochtendvoer, ook vleeschbeschuit) met
I kokend water warm en kruimerig gemaakt,
zonder dat het vochtig wordt, krijgen de kip-
Yolkstelling.
Een liefhebber van statistieken heeft, zoo
meldt de L K., uitgerekend, dat het geza
menlijk gewicht der kaarten, verzamelkaarten
en registers benoodigd voor de plaats gehad
hebbende volkstelling bedraagt 126 230 kilo
gram. Hierbij was Nederland geschat op
millioen inwoners en is bijgerekend 1l2 millioen
kaarten voor lijdelijk ergens verblijvende per
sonen, die dus twee kaarten hebben ingevuld.
Dit vrachtje zou dus in 13 waggons van ieder
ongeveer 10,000 kilogram vervoerd kunnen
worden.
Inhoudsopgave van No. 6 van het Maandblad
tegen de vervalschingen.
De vervalsching van Spiritualiën in verband
met de belastingverhooging. Vervalschingen
in de hoofdstad geconstateerd. Een vrijbrief
voor melkknoeiers. Een nieuw compas voor
de luchtscheepvaart. Over de vervaardiging
van kunstmatige edelgesteenten. Het gevaar
van imitatie van Perzische tapijten. Min of
meer giftige planten. Melkflesschen van
papier. De electrische slaap. Wat is
het meest ideale voedselFeuilleton: Ver
valsching van kunstwerken. Controle onder
zoekingen van Levensmiddelen en Verbruiks-
artikelen, gedaan aan het Labaratorium voor
en Microscopisch onderzoekDr.
Hamel Roos en Harmens, Amsterdam,
291 Keizersgracht.
Pensioen wethouders.
Naar het blad verneemt is de Raadscom
missie te Rotterdam voor eenigen tijd benoemd
om een ontwerp regeling samen te stellen op
de pensionneering der wethouders met haar
arbeid gereed gekomen.
Het blad verneemt intusschen tevens, dat
de commissie niet tot overeenstemming is kun
nen komen, zoodat het ontwerp zal vergezeld
gaan van twee afzonderlijke nota’s, de eene
afkomstig van den heer Van Dorp, die prin-
cipiëel bezwaar heeft om het pensioen toe te
staan aan die wethouders, die, alvorens den
vereischten leeftijd te hebben bereikt, vrijwillig
heengaande andere van den heer Spiekman,
die het toegestane pensioen wie intrekken
zoodra hij, die het geniet door een of andere
oorzaak in beter doen mocht geraken.
Woestelingen.
Te Hapert (N.-Bhebben een paar per
sonen, genaamd Schilders en Koks, geducht
huisgehouden in het voornaamste café der
plaats, gehouden door den heer C. Claasens.
De geheele inventaris werd zoo goed als
vernield. Een zekere Dirksen, die in het
café op de komst der stoomtram wachtte,
kreeg een gevaarlijken messteek van de bel
hamels. Weldra verscheen de rijkspolitie ten
tooneele, die de vernielers stevig geboeid naar
de kazerne te Bladel overbracht.
Veeuitvoer.
In het vorige jaar werden uit ons land naar
België gezonden 69,512 runderen, tegen 65,659
in het jaar 1908, 55,289 in 1907 en 26,952 in 1906.
Gasontploffing.
Eergistermorgen is in een kamer boven het
handschoenenmagazijn van den heer Laimbock
in de Rijnstraat te Arnhem een gasontploffing
ontstaan. Omstreeks acht uur werd een sterke
gaslucht waargenomen, welke bij onderzoek
kwam uit de voorkamer. Een loopjongen
stelde met het 14-jarig zoontje van den heer
Laimbock een onderzoek in bij de gaskroon.
De loopjongen kwam met een brandenden
lucifer dicht bij het plafond, met het gevolg
hevige ontploffing plaats had. Er
was blijkbaar een lek in de gasleiding tusschen
het plafond. De jongen viel op den grond,
doch kwam er met een lichte kwetsuur af.
Het zoontje van den heer L. bekwam geen
letsel. Het plafond werd over de helft der
oppervlakte vernield, alle ruiten sprongen,
terwijl van het meubilair veel is beschadigd.
Verzekering dekt de schade.
aangenaam. Daar voelt het geen sneeuw aan
de pootjes, daar waait geen koude noordewind.
Vangen willen wij ’t niet, al zou dit hetl
gemakkelijk zijn. De sneeuw is nu al wat van
de takken gewaaid en tusschen heggen en
struiken zijn heel wat insecteneiereu en poppen
aan en tusschen de takken, die ons in ’t vol
gend voorjaar heel wat schade kunnen doen.
Wij kunnen er zoo slecht bij, maar ’t rood
borstje vindt er zijn toespijs nu
gestild is.
Eiken dag op denzelfden tijd komt het rood
borstje terug. Als wij ’t vergeten en de deur
gesloten is, tikt het soms tegen ’t raam. Dat
duurt zoolang de sneeuw ligt, soms, als er ook
zonder sneeuw niet veel te vinden is, tot laatst
Maart, als de andere roodborstjes uit het zuiden
terug komen. Dan zijn er weer slakjes en
wormpjes, kevertjes en vliegjes, nog een paar
verdroogde bessen en allerlei nieuwe plantjes
uit oude onkruidzaden ontkiemd. Dan groeit
er eiken dag nieuw voedsel. Wanneer we in
den winter al een paar nestkastjes hebben op-
de 1 gehangen, waarin ze ’s nachts kunnen schuilen,
<,uücii ze over dag zingen en hier ook in den
zomer blijven. Schade doen ze heelemaal niet,
maar helpen ons trouw in ’t verdelgen van heel
wat schadelijke insecten.
hem niets bekend is
den burgemeestsr van
Roëll, over zijn benoeming tot burgemeester
van Amsterdam.
Koninklyk Bezoek.
Het Koninklijk bezoek aan Amsterdam zal
eerst geschieden na de benoeming van
het 1 nieuwen burgemeester.
RÜks Middelbare Landbouwschool.
De N. B. Ct. kan thans mededeelen, dat
door omstandigheden de verplaatsing van de
Nederlandsche afdeeling der Rijks Middelbare
Landbouwschool te Wageningen naar Gro
ningen zal plaats hebben in 1911. In dat
jaar zal ook eerst de overplaatsing van de
Indische afdeeling naar Deventer kunnen
geschieden.
kruimerig gemaakt,
pen nu veel meer dan anders, want ze kunnen
niets vinden. De slakken genieten haar winter
slaap, behalve in huizen en broeikassen. De
wormen en alle andere kleine aardwroeters zijn
diep in den grond weggekropen, als ze niet
slapen en geen kip kan er bij.
Verloren graankorrels, kruimels of onkruid
zaden kunnen ze nog hier en daar onder de
sneeuw wegkrabben, meteen om wat beweging
te nemen, want stilzittende dieren en menschen,
die niets uitvoeren, worden vast ziek. Rust
roest 1 Wij hebben ruim gevoederd. Hier en
daai is nog een enkel stukje overgebleven voor
een hongerig vogeltje. Dat doen alle welden
kende menschen in den winter buiten.
O, wat een allerliefst vogeltje zien we daar
van het ochtendvoer pikken! We kunnen ’t
op de heldere sneeuw of liever op ’t pas ge
veegde sneeuwpad goed bezien. Van boven is
’t groenachtig bruin. Vleugels en staart zijn
iets donkerder. Borst, keel, wangen en voor
hoofd echter zijn helder rood. Het buikje is
wit met een olijfkleurige tint bij de beenen.
Het kleine, scherpe snaveltje is dofzwart, de
pootjes zijn donkerbruin.
’t Is een roodborstje. Vele kameraden zijn
naar ’t zuiden vertrokken met de zomervogels,
maar hoe langer hoe meer blijven ze ook hier,
als er ook ’s winters voedsel voor hen te vin
den is. Dan zijn ze dus standvogels.
Maar geen enkele andere vogel, geen musch
zelfs, wordt ’s winters zoo vertrouwelijk.
Zie maar. Het roodborstje komt al dichter
en dichter bij de keukendeur. Wij zetten die
open, want het vindt niets meer, omdat de
kippen zoo hongerig waren en ’t warme, pittige
voer zoo lekker smaakte.
Ook roodborstjes houden heel veel van
ochtendvoer en van de menschen, die het zoo
heerlijk bereiden. En als ze koud en hongerig
zijn, is ’t niet moeilijk ze in huis te lokken.
Zet de keukendeur maar open en strooi wat
den drempel, een
I
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
voor de Gemeenten Workum, Bemelumer Oldephaerl en Noonhvolde,
Bindeloopen en Stavoren.