Over dit en dat. ZATERDAG 19 FEBRUARI 1910. 37ste Jaargang. No. 8. Binnenlandsch Nieuws. Land- en Tuinbouw. plan- ERICUS. 4 Uitgave van T. GAASTRA Bz., firma H. BRANDENBURGH ZOON te WORKUM. meststoffen ’t gebruik, Naar het «H.bld.® meldt, heeft H.M. de Koningin aan mevrouw Thérèse van Duyl—Schwartze opgedragen een levensgroot portret van Hare Majesteit te schilderen. Zuiderzee reddingstation. Naar het Hbld. verneemt, moeten er nen bestaan om aan de Zuiderzee een red- dingsstation op te richten. Het bestuur der Noord en Zuid-Hollandsche Redding-Mij. heeft een bespreking gehad met den heer J. J. van Cappelle, voorzitter der afdeeling Amsterdam van Schuttevaer, om de meest geschikte plaats te bepalen ten dienste der binnenscheepvaart. Geen reëele handel. Men schrijft aan bet Centrum: Op dit gebied heeft een firma te Nijmegen weer iets nieuws bedacht, of liever een varia* tie op het bekende «sneeuwbal” systeem. De zaak komt in ’t kort hierop neer, dat «ieder” voor 25 ct. een prachtige doos met «bonbons” kan bekomen, mits hij zorg draagt, dat nóg 3 anderen ook ieder een kwartje aan genoemde firma zenden Voor dat kwartje handgeld zou men ’t kunnen noemen ontvangen dan die drie «vrienden” elk 3 postwissels, afzon derlijk genummerd voor ieder stel. Is zoo’n stel postwissels (3 postw. dus 25 ct., naar Nijmegen opgezonden, dan komt de desbetref fende «vriend”, wiens nummer met het num mer der drie postwissels overeenstemt, aan de beurt voor een doos. En zoo gaat het verder, 1, 3, 9, 81 enz. Op deze wijze ontvangt de firma voor iedere doos bonbons 75 ct., terwijl natuurlijk het publiek vandaag of morgen geen postwissels meer kan plaatsen, en dan de «handgeld” I kwartjes nagekeken kunnen worden. langzamerhand wat meer begoten worden. Houd Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents Per post f 0.65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur. De prijs der Advertentiën is van 1 5 regels 25 cents, elke regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij abonnement belangrijk lager. welke men gerust mag vermengen en zelfs ver mengd mag laten liggen, als men er wat van over mocht houden, welke men pas onmiddellijk vóór het uitstrooien mag vermengen en niet meer, dan men terstond gebruikt en ook welke men nooit mag vermengen, zelfs niet kort na elkaar uitstrooien. Superphosphaat is een uitmuntende, maar dure en gevaarlijke meststof, waaraan jaarlijks heel wat geld wordt weggeworpen. Het super phosphaat is n.l. met veel moeite en kosten oplosbaar gemaakt en daarom kost elk kilo oplosbaar phosphorzuur in superphosphaat 22 cent, terwijl het in thomasphosphaat en beender meel slechts 14 cent kost. Daarbij komt, dat superphosphaat in een kalkrijken of sterk ijzer- houdenden grond terug gaat, onoplosbaar wordt, zoodat men er dan niets aan heeft. Daarom mag superphosphaat niet vermengd worden met kalk, thomasphosphaat of beendermeel, wel met schillende meststoffen niet tegelijk mogen ge- strijd strooien. Daarom deelen wij hier even mede, WAlkp mpn crprust marr t-Armonrran on O!' Laat ze koel staan tot de bloemknoppen kleur rugkwam vond beginnen te vertoonen en breng ze dan pas in hoofd en de verwarmde kamer. De bloei is dan het I Er schijnt schoonst en duurt het langst. Anders, als men ze vroeger in een verwarmd vertrek brengt, groeien de bladeren te veel en blijft de bloei geheel weg of de bloemen komen niet boven de bladeren uit. Werkzaamheden in Januari en Februari. (De meesten zullen er dit jaar pas laatst Feb. of begin Maart aan toekomen.) In de weide is nu veel te doen. Zeer veel gras en hooi bracht zij op en nu het vee meestal zoo duur is, de melk, boter en kaas zulke beste prijzen opbrengen, kunnen wij die weide niet licht te goed verzorgen. De knechts hebben nu niet veel te doen en anders zijn er veel losse arbeiders te krijgen. Eerst moeten alle onkruiden goed worden uit gestoken. De steekgaten vult men met kaïniet, dat de gewonde wortels, die niet konden uit gestoken worden, grootendeels doodt en later een uitmuntende meststof is voor het gras, dat in plaats van het onkruid moet groeien. Slecht nu de molshoopen. De greppels worden nu nagezien en glad uitgestoken. Met de uitgegraven aarde vult men alle kuilen en gaten, want daar groeien anders slechte, zure grassen, na het aanvullen beste. De meeste gronden zijn min of meer opge vroren en gras eischt een vasten grond. Daarom worden alle weiden nu gerold, waardoor ze niet alleen vaster, maar ook meer gelijk, meer Waar geen korte mest is men er Vragen en Antwoorden. (Zend uw vragen per brief of briefkaart aan Ericus, Amsterdam, dan komen ze wel terecht, i De antwoorden worden kosteloos gegeven en nummer reeds dicht bij de ze echter vooral koel en lucht veel, anders groeien er in zeer korten tijd lange, spichtige scheuten aan, die nooit gezonde bladeren kun nen geven en nog veel minder bloemen. Kort en krachtig moeten de spruiten worden. Van de bloembollen in potten bloeien de waterpas worden, uitgestrooid, mag men er nu niet langer mee wachten. Op den akker is men nog steeds druk met de bemesting, want vorst en sneeuw hebben den boer erg opgehouden. Hij weet, dat ver- Het auteursrecht van den inhoud van dit menschelijke samenleving Hao+aar» iron anr» Incrar blad wordt verzekerd volgens art. 25 der Wet van 8 Juni 1881, Staatsblad no. 124. j er zou zijn ten einde het bestaan van een leger en officieren mogelijk te maken, maar houden nog altijd vast aan het ouderwetsche begrip, dat het leger dient om een behoorlijke maatschappij mogelijk te maken en haar de veiligheid naar buiten te verzekeren. Om al die redenen, en nog een heele boel andere, willen we maar liever Hollanders blij ven. Én de beste wijze om dat klaar te spelen is ons neutraal te houden tusschen de elkaar benijdende en jaloersch beglurende mogendheden. De Franschen schijnen die neutraliteit van ons niet best te begrijpen en verdenken er ons tel kens van met de Duischers onder één deken te liggen. En als dan een burgemeester ter ge legenheid van den verjaardag van den Duitschen Keizer een officieuze toost slaat op een bier- commers van een Duitsche vereeniging, zooals dat laatst te Rotterdam gebeurde, dan zijn Fransche correspondenten er als de kippen bij, dat, ten bewijze van onze Duitschgezindheid, als iets zeer gewichtigs aan hun bladen over te seinen. Nu, wij vinden de Duitschers over ’t algemeen genomen heele beste goeie kerels, maar op een afstand. Wij respecteeren hun werkkracht en nog veel meer, zooals wij ook de Franschen respecteeren en werkelijk vooral niet minder om weer andere eigen schappen ten deele. Maar wij houden liever ons eigen bedje en hopen dat te kunnen ver dedigen, wel niet misschien tegen een directen aanval op onze onafhankelijkheid, maar toch in elk geval ter bewaring van onze neutraliteit, zoodat niemand aanleiding krijgt zijn neus in I onze zaken te steken. Daarvoor hebben we een leger en wat een flink, ’t Behoeft zelfs in sommige opzichten voor het Duitsche niet meer onder te doen. Daar zorgen heeren officieren voor. In de Avondpost gaan ze er mekaar zelfs over te lijf, wie eigenlijk ’t voornaamst zijn, de Bereden of onbereden officier, die van de grena diers of van de jagers of van de veld of van de genie. En ze vertellen elkaar heel serieus, dat ze onmogelijk met elkaar kunnen converseeren, voor en aleer uitgemaakt is, of de wapens, waar toe beiden behooren, in voornaamheid gelijk staan en dat ze eigenlijk ter wille van hun eer en het lieve vaderland gedwongen zijn ieder te minachten, officier of burger, die het in voor naamheid bij hen niet haalt. Riekt dat al niet naar Duitsche militaire zeden stalmest, guano, beer, ier en bloedmeel, ook met kaïniet, chilisalpeter, patent-kali en zwavelzure ammoniak. Thomasphosphaat mag, behalve met superphosphaat, ook nooit vermengd worden met stalmest, guano, beer, ier, bloedmeel, chili salpeter en zwavelzure ammoniak. De stikstof vervliegt dan grootendeels door de kalk en die is juist het duurst, n.l.: Peru-Guano f 1.06, in ammoniak superphosphaat f 0.96, in chili f 0.94, in beendermeel f 0.925 per K.G., zuiver. Beender meel, dat ook zeer veel kalk bevat en de kalk zelf mogen natuurlijk ook niet met een van bovengenoemde stikstofhoudende vermengd worden. Alleen pas voor omdat ze anders klonterig zouden worden, mag men vermengen kalk en patent-kali, kalk en kaïniet, thomasphosphaat en patentkali, beender meel en patentkali. Zaai tot half-Januari nog winterrogge. Ove rigens valt er niets meer te zaaien of te oogsten. Ploeg voor haver den mest reeds onder en de voor geheel gereed. In den groentetuin bereidt men zich nu reeds voor op de lente. Overal wordt nu gesnoeid en hout geveld. Daarom zorgt men nu voor erwtenrijs en boonenstokken. Burgers, die ze moeten koopen en minder goed met hakmes en bijl kunnen omgaan, moeten de erwtenrijzen »plat« laten maken, d. i. zóó laten behakken, dat ze wijd uitgespreid zijn, maar toch plat in plaats van rond. In het laatste geval loopt men er tegen aan wanneer men later door de paden gaat, werkt ze daardoor los en breekt de erwten die er aan vast ranken. Laat er ook scherpe punten aan maken om ze gemakkelijk goed vast te kunnen zetten. Boonenstaken moeten ka ff zijn, maar recht en ook scherp gepunt. Die van uitgedunde denne- en sparrebosschen zijn het best en komen goedkooper dan andere, hoe wel ze veel duurder betaald worden. Ze zijn n.l. heel duurzaam. In de koolschuren wordt de kool elke 14 dagen omgezet en nagezien. Brusselsch witlof wordt nog steeds geoogst en men legt nog nieuwe wortels in de bakken of broeikuilen. Ook rabarberplanten, «stoelen® en oude «aspergestoelen® worden te broeien gezet. Men zaait reeds radijs, wortelen, spinazie, raap stelen, doperwten, pëulen en tuinboonen in de broeibakken. Alle grond wordt bemest en gespit. In den konijnenstal moet men, in ’t laatst dezer maand, reeds beginnen om de voedsters («moerkonijnen®) voor te bereiden op de fokkerij, die reeds in de eerste helft van Februari moet aanvangen. Wat opwekkend voeder, een flinke ruimte om zich te bewegen, als ’t kan eens los laten onder toezicht (bij goed weer in stal of schuur), een maatje haver per dag met eenige korrels hennepzaad en veel droog voeder, vooral best hooi, beviel mij altijd uitstekend. Breng de voedster bij den rammelaar, die vooral niet vet of lui mag zijn, wel rank in ver houding. Jonger dan 9 maanden is niet aan te bevelen bij raskonijnen van groote soorten; anders krijgt men lilliputters. Wanneer de ram bij de voedster gebracht wordt, bijt deze hem dikwijls verschrikkelijk af, zelfs stukken huid en vleesch uit het lijf. Ze is thuis. Wanneer ze echter bij den rammelaar gebracht wordt, is hij thuis, zij minder op het gemak en voor ze van haar eerste verbazing bekomen is, heeft de rammelaar zijn slag ge slagen. Fokvereenigingen koopen in den laatsten tijd voor gezamenlijke rekening uitmuntende, door een deskundige commissie goedgekeurde ramme laars aan van fokkers, die alleen rammen van de beste soort en kwaliteit jong opkoopen en zonder dat ze ooit voedsters zien, grootbrengen. De planten in huis beginnen reeds nu nieuw leven te vertoonen. De Fuchsia’s, Geraniums en dergelijke planten, die wij in het najaar uit den tuin genomen hebben en in den winter alleen licht en vorstvrij bewaren, moeten nu De vroegste Hyacinthen en Tulpen al, de laatste even uit Hyacinthen echter pas in Maart of April, de zuigeliDK laatste Tulpen pas in Mei, als men ze koel en h]„6 luchtig houdt. Zoo kon men er den geheelen winter genoegen van hebben. Lieb Vaterland kannst ruhig sein! De Duit sche Keizer heeft nooit gedreigd ons eenvoudig weg op te slokken figuurlijk gesproken natuur lijk, wanneer we zijn zin niet deden in de ver dediging van onze havens en kusten. De mi nister heeft het zelf gezegd en uitdrukkelijk gezegd. We kunnen het dus gelooven. Na de geheimzinnige woorden van onzen vroegeren gezant in Zweden van zulke menschen denk je altijd, dat ze wel achter de gordijntjes zullen hebben gekeken is die ministeriëele verkla ring een ware geruststelling. Wel weten we nog niet, of de Keizer nooit het voornemen ge had heeft en dit zoo hier en daar hij is nogal loslippig eens zal hebben te kennen gegeven. Op deze wijze toch zou de oud-gezant zich ge makkelijk hebben kunnen vergissen. En van den Duitschen Keizer is ook niet onaannemelijk, dat hij, sprekende over een mogelijke botsing met Engeland en de rol daarbij door ons land te vervullen, zich op dergelijke manier eens zou geuit hebben. Maar dit zijn fantasieën, waar over we ons voorloopig nog niet ongerust be hoeven te maken. Op ’t oogenblik kunnen we tevreden zijn met de wetenschap, dat er nooit met zulae dreigementen getracht is, invloed op ons te oefenen. We behoeven ons dus nog niet boos te maken over een ondervonden beleediging of geneeren over een zoo duidelijk uitgesproken geringschatting. Want had de Duitsche Keizer werkelijk op die dreigende wijze zich tot onze Koningin durven richten, als de heer Van Heec- keren het voorstelde, dan was dit wel een be wijs van de verregaande minachting, die hij voor ons gevoelde. Want gesteld al, dat hij ons te zwak achtte om ons tegen een Duitsche bezet ting anders dan met protesten te verweren, dan nog zou hij dergelijke bedreigingen achterwege hebben gelaten, zoolang hij nog eenig geloof had in ons gevoel van eigenwaarde, in ons besef van wat wij aan eigen waardigheid verplicht waren. Och, we weten wel, als de Duitsche Keizer wil, dan zijn we gepiept, tenzij anderen ons te hulp komen. We zouden ons zelven belache lijk maken, wanneer we ons trachten op te blazen tot een grootte, die zich met de Duitsche meten kon. En het is toch immers ook werkelijk geen schande te erkennen, dat een volk van nog geen 6 millioen niet op kan tegen een van meer dan 60 millioen. Neen, tegen de Duitsche legers zijn wij met onze mannetjes niet bestand. Wan neer de Keizer als «oberste Kriegsherr® zijne millioenen commandeert Holland binnen te ruk ken, dan kunnen we er wel Amen op zeggen. Natuurlijk zouden we ook nog wel wat anders zeggen. Zelfs met het zekere vooruitzicht op een vernietigende nederlaag laat een volk zich zoo maar niet zonder een vin te verroeren uit de rij der volkeren schrappen. En wij zouden dat ook niet doen. Ik geloof wel, dat de oude moed weer levendig over ons zou worden. Maar met moed wint men geen oorlogen meer tegen woordig, maar met kannonnen en soldaten. En daarin zouden we het moeten afleggen, dat is zoo vast als de bank, de Nederlandsche Bank wel te verstaan. Maar of de Duitschers daar om veel pleizier aan hun verovering zouden be leven, waag ik te betwijfelen. Ik geloof, dat als het er op aankomt, de oude fut er bij ons nog wel inzit. Vechtersbazen zijn we nooit ge weest. Zelfs het tachtig jaren oorlog voeren tegen Spanje heeft ons dat niet kunnen maken. Maar we hebben een eigenzinnige koppigheid en onverzettelijke taaiheid. Wat we ons eenmaal in het hoofd gesteld hebben, laten we niet ge makkelijk weer los. En we hebben een zeld zaam geduld van moeilijkheden te overwinnen, om te volharden. Niet daarin ligt onze kracht, met machtig gebaar en overweldigende geest drift op onze vijanden in te stormen, maar daarin, dat we met taaie onverzettelijkheid een f'j’ kunnen volhouden tot het uiterste, dat we iets niet gewonnen willen geven, al was het alleen maar omdat we het niet willen, daarin, dat we nooit het geduld zullen verliezen en altijd zul- len terugkeeren om opnieuw aan te vallen. En 1 die kracht zou den Duitschers op den duur wel eens te sterk kunnen blijken. Zij zou dit te eerder, omdat de Duitschers er al heel weinig slag van hebben overwonnen volken met hun lot te verzoenen, en onze op vattingen omtrent persoonlijke vrijheid rechten van den staat en van den burger, heel onze denkwijze, zouden hemelsbreed van de Duitsche verschillen. Wij willen niet «gemassregelt” worden, zelfs niet door ambtenaren en beambten van zijn allerhoogste majesteit. Wij begrijpen maar niet, dat de burgers er zijn ter wille der regeering, nog minder ter wille van de ambte naren en van Je politie, maar zien het zoo in, dat regeering, ambtenaren en politie er zijn ter wille van de maatschappij en haar leden. Ook kunnen we er niet goed inkomen, dat de Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Nijverheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, VVarmoesstr. 76-78, Amsterdam abonné’s van Friso behoeven geen postzegel voor antwoord in te sluiten. Naam of woonplaats worden zelfs met den voorletter niet vermeld.) Vraag. Hoe krijg ik mijn Clivia in bloei? Antw. Plaats ze matig warm en licht, morgen en avond zonneschijn, geen water geven, voor de aarde ook onder de oppervlakte geheel droog is, bladeren met lauw zeepwater afwasschen, met schoon water na. Vraag. Waarmee kan men kleine voorwer pen brandvrij verpakken? Antw. Met asbestlinnen, verkrijgbaar in alle winkels voor electrische installatie. Vraag. Hoe leert men een papegaai valsch- heid af? Antw. Door zachte, vriendelijke, maar flinke behandeling. Toon u nooit bang, maar trek een gewatteerde handschoen aan als de vogel krabt of bijt. Vraag. Hoe geneest men veerenmyt, die de veeren tot een fijn poeder verteert? Antw. Door de vogels, zonder de oogen te raken, met een uiterst fijn eau-de-cologne-spuitje overal in de veeren te spuiten. Om den anderen dag schoon zand in de kooi en een stuk sepia (schaal van den inktvisch) te bekomen in winkels voor vogelvoeder. Vraag. Is aardappel en koek goed voor een papegaai Antw. Neen, «papegaaienveer® (zaadmengsel) een stukje sinaasappel en een versche tak met bast. ERICUS. Tot nu toe schijnt ’t zaakje nogal te mar- cheeren. Wij zagen tenminste een stel post wissels, welks - J- ■31-Ui K“ J- 60,000 kwam. Vreeselyk ongeluk. vrouw van B. D. te Oenkerk moest om een boodschap te doen. Haar van een half jaar lag op een kussen bij de kachel, maar voor de veiligheid werd de kleine op bed gelegd. Toen de vrouw te- l ze bet kindje dood. Het en een der armpjes waren verkoold. een vonk uit de kachel op het kapokkm kussen te zijn gevallen, zonder dat de vrouw zulks had opgemerkt. Boezemwater. Heden Zaterdag wordt in de Klanderij te Leeuwarden een vergadering gehouden van voorstanders van den afvoer van het boezem water in onze provincie door middel van stoomgemalen. Deze vergadering is uitge schreven door de heeren G. W. Koopmans en IJ. W. Tijsma, beiden te Leeuwarden. KIS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD voor de Gemeenten Workum, llemelumer Oldephaert en Noordwolde, Hindeloopen en Stavoren. geven worden of kort na elkaar, doch ’t is zoo gemakkelijk ze te vermengen en zóó uit te

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1910 | | pagina 1