Over dit en dat.
ZATERDAG 26 FEBRUARI 1910.
37ste Jaargang.
No. 9.
Binnenlandsch Nieuws.
,a
Bij dit No. behoort een Bijvoegsel.
De windhoos te Warns.
land omhoog zullen
Het auteursrecht van den inhoud van dit
blad wordt verzekerd volgens art. 25 der IVet
van 8 Juni 1881, Staatsblad no. 124.
Als een moderne Noach dobbert is waarschijnlijk bereikt,
Weer andere ge- i tegenover, afgezien nog
Uitgave van T. GAASTRA Bz.,
firma H. BRANDENBURGH Zoon
te WORKUM.
Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents
Per post 0 65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder
dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur.
gezet te worden, ’n Andere jol had ’n halve
draai linksom gemaakt, onberispelijk, ’n Aardig
schuitje, vischvreugde van ’n liefhebber, werd
tegen ’n stek gesmakt en als dit vrijwel ver
nield. Over den pannenregen behoeven we niet
te spreken natuurlijk hooiregen kwam er ook
nog, bij Wijbrands, die wat vreemd opkeek z’n
kostbaren voorraad verspreid te zien, her en der.
Voor het vee ontbijt intusschen was ’n flink
pak vlak voor de deur gezet.
Erg was de Sate van IJntema gehavend. Het
moet daar bij de goede oude menschen een
bang oogenblik geweest zijn. Getuige ook den
watermolen op korten afstand. Het muurwerk
van den onderbouw gescheurd, de wieken ver
splinterd, de kap gebroken en verzet, als ’n pet
op ’t oor van ’n dronken man!
Stukken ijzeren dakgoot a 100 Kilo werden
afgescheurd van de voormalige fabrieks-gebouwen
op Ymedam en vèr weg in de wei geplant.
Een lap dakzink werd netjes opgerold, zóó
stevig dat twee man het niet konden uittrekken.
De donderexplosie, plots als ’n bommen-
aanslag, wekte overal vermoedens van bliksem
inslag.
Nu nog zijn er menschen, die stellig meenen
dat hun huizen getroffen zijn. Maar de elec-
trische ontlading moet, naar ’n ooggetuige mij
zei, boven de wei van Kampens Polder plaats
gehad hebben. Zijn daar sporen te vinden?
Zeer indrukwekkend was, volgens dezen getuige,
het gevaarte van den onweerswolk, die in com
pacte, inktzwarte, scherpbegrensde massa, vrij
laag door het luchtruim joeg, vernielend en ver
woestend wat op z’n baan lag.
Deze baan moet zeer eigenaardig geweest
zijn, phantastisch grillig. Voorzoover kan wor
den nagegaan ging het in flanklijn Z—N, daarna
in frontlijn WO, maar hier en daar met ver
enging. Daardoor is verklaarbaar dat in het
Noordergebuurte enkele perceelen totaal niet
hebben geleden. Bijzonder is ook dat de Warnser
vaart de hoos den weg scheen voor te schrijven.
Aan deze zijde werd een boerenplaats ge
teisterd, aan gene zijde vlak er tegen over bleef
’n andere geheel ongedeerd. Is de electriciteit
inderdaad waterschuw Maar daar rijmt niet
mee, dat Ymedam aan gene zijde aangetast
werd. Dat was echter ’n prooi van belang en
andere was er niet. Het mocht dus zijn dat uit
deze overweging de watervrees overwonnen
werd!
Onze ingezetenen hebben ’n angstigen Maandag
morgen doorleefd. En de Zondag was zoo
kalm-mooi geweest! Laten ze dankbaar zijn,
dat alles zoo goed is afgeloopen. De materieele
schade is totaal wel vrij groot. Maar het had
anders gekund. Het natuur-moment was zoo
geweldig. Haringsma.
Ook zijn huis en
-t“. Hij was halve groote hoeveelheden
echter bezig ’n nieuwe woonark te maken- giftige stof in
Met zijn gezin betrok hij de ark, die bijna T
klaar was.
hij nu op de baren rond.
Ik heb eens het is al heel wat jaren ge
leden, maar het staat mij nog levendig voor
den geest, of het gisteren gebeurd ware ik
heb eens zeer van nabij kennis gemaakt met
een hoos. Van dat oogenblik het was op ’n
vischtocht, dat we overvallen werden en meer
aan een toeval dan aan courage en beleid (wellicht)
ons leven dankten sedert, zeg ik, is mij ’n
speciaal gevoel ven ontzag bijgebleven voor dit
natuurspecimen. En ik kan mij daarom te
beter in denken in de ontsteltenis en ontzetting
van vele mijner dorpsgenooten, want zoozeer
localiseerde zich het verschijnsel, dat ik zelf
weinig heb bemerkt, van vele mijne buurge-
nooten, toen ze Maandagochtend, zeer vroeg nog
en nog in morgenslaap verzonken, opgeschrikt
weiden wie geeft mij een sterker woord!
door een donderslag, zoo hevig als zelden ge
hoord werd. Bliksemvuur zette in breede
flitsing de kamers in gloed, alles schudde en
kraakte, of ’n beving de aarde beving, ’n reuzen
cacophonie loeide en de menschen grepen en
riepen, verbijstrend, om het kostbaarste wat hun
is hun kinderen. Het was inderdaad ’n ver
schrikkelijk oogenblik, dat doorleefd werd, ’n
Oogenblik, gelukkig, want onmiddellijk luwde
het. En toen bleek de verwoesting. Weinige
huizen in onze Noorderburen bleven geheel ge
spaard. De voornaamste stormdefecten zijn de
volgende
Van de nieuwe woning van den schilder
Bruinsma werden beide schoorsteenen afge
schoven, de eene spiegelvlak tot op ’t raam.
Een deskundige zei me, zoo iets nimmer gezien
te hebben, zelfs niet te kunnen vermoeden, dat
’t mogelijk was op deze wijze. Het ontschouwde
dak maakte een zeer eigenaardigen indruk
zoo ongeveer als een oorijzer zonder knoppen
of een hoofd zonder ooren.
Van ’n nieuwe bakkerij werd het dak verzet.
Wat ’n kracht tochl Van ’n bijbehoorend
schuurtje of pakhuisje waren de dakvorsten zeer
regelmatig omhoog geschoven. Er onder door
zag men de schade van achtergelegen panden.
Ja, speelsch was de kolos ook geweest. Weer
op ’n nieuwe woning b.v., die van den winkelier
De Vries waren ’n heele ris pennen opgenomen
en precies op dezelfde plaats teruggelegd maar
juist onderst-boven d. w. z. met den binnenkant
buiten. Elders was ’n kuikenrennetje in ’n
bergplaatsje gestuurd, netjes waarin vooraf, even
secuur, ’n gat was geslagen. Bij ’n ander
waren de dakpannen opgenomen om er ’n huis
of wat verder de ruiten mee te breken! Enz.
Enz. Zonder dakpannen waren hier en daar
eveneens ruiten ingedrukt. En de kracht van
den hoos, énormIn rustige rust of roestige
rust lag in de Potsloot ’n zware vischjel, ge-
winterkwartierd nog. Als ’n veertje schijnt ze
opgenomen te zijn om meters ver op de greide
Hoog water in Friesland.
Men meldt d.d. 21 dezer uit Sneek aan de
L. Crt.
De veehouder K. Jansen, wonende op
Klein Tinga, ongeveer een half uur van hier
heeft met zijn huisgenooten in den afgeloopen
nacht bange oogenblikken doorgebracht. Door
den hevigen stormwind van gisteravond was
het onstuimige polderwater niet meer buiten
de dammen te houden, die men verleden
week om de boerenplaats had opgeworpen.
Noodlichten werden daarom opgehangen, om
hulp, die ook kwam opdagen. In weerwil
daarvan steeg steeds het water en zochten de
huisgenooten een plaats op het hooi in de
schuur, de kalveren werden op een ledige
bedstede geworpen. Hedenmorgen brak tot
overmaat van ramp de dam door en bleek
verder wonen aldaar niet mogelijk. Het water
rees 60 c.M. op de koestallen en het vee
stond er tot aan de buik in. Met een motor
boot en een praam werden de arme beesten
naar hier gebracht en gestald bij den hotel
houder Schram. Men is van plan ze bij
boelgoed te verkoopen.
Ook bij den veehouder S Vallinga aan
den Lemsterstraatweg in denzelfden polder
stond heden het water flink op de koestallen
en moest het vee daarom de sate verlaten.
Met een praam werd het op den straatweg
gebracht en voor een deel geborgen te Sneek
en gedeeltelijk te Jutrijp.
In de Boschstraat was men hedenmorgen
den toestand zoo goed als meester en kon de
brandspuit inrukken.
Een timmerman te Tietj^rk heeft zich
aardig weten te redden. C
timmerwinkel stonden vol water.
Is het wonder, dat thans, nu de behoefte aan
een nieuw stadhuis al dringender wordt, de
verlangens van bestuur en burgerij uitgaan naar
dat grootsche gedenkteeken van vroegere glorie
In den ongehikkigen tijd, toen de Franschen
in ons land deden wat zij wilden, is het
gebouw aan zijn bestemming onttrokken en als
paleis door koning Lodewijk Napoleon in ge-
i bruik genomen. Na den terugkeer der Oranje-
vorsten, toen alles weer zooveel mogelijk in zijn
oude voegen gebracht werd, is ten opzichte van
i Amsterdam’s gemeentehuis de Fransche toestand
bestendigd Zoo werd het Paleis van onze
Koningen, die er ieder jaar eenige dagen ko
men doorbrengen. Zou nu de Koningin niet
het hart van Amsterdam en van velen in den
lande winnen, wanneer zij vrijwillig van dit
paleis afstand deed ten behoeve van het Am-
sterdamsche gemeentebestuur? Wij behoeven
er wel niet aan te twijfelen, of Ze daartoe be
reid zou zijn. Het is alleen de vraag maar, of
de regeering geneigd is een nieuw paleis te
Amsterdam te doen bouwen. Want natuurlijk
een koninklijk paleis moet er in de hoofdstad
wezen. Maar Amsterdam alleen is niet bij machte,
dat tot stand te brengen. Het land moet dat
doen, al zal zeker Amsterdam bereid zijn tot
de kosten bij te dragen. Dan zal Amsterdam’s
regeering weer kunnen zetelen op de plaats,
waar zij behoort en waarop de historie haar
recht geeft. De bevolking is zich blijkbaar
evenzeer als het gemeentebestuur bewust, dat
die historie haar plichten oplegt. Noblesse oblige I
Het is gelukkig, dat Amsterdam dit begrijpt en
een teeken, dat de oude geestkracht nog niet
geheel is uitgedoofd. Zij toont, dat ook dooi
de opofferingen, die zij zich getroosten witten
einde den Dam,-dat historische plein, herinne
ring aan de dagen van macht en glorie, een
waardig aenzien te geven. En gelukkig begrijpt
ze ook, dat die waardigheid alleen langs den
weg der schoonheid kan verkregen worden. De
Dam moet wat anders worden dan het nu is,
een plein, onze hoofdstad en haar grootsche ge
schiedenis waardig. En op dat plein kunnen
dan als in voorbije eeuwen Amsterdam’s be
stuurders zetelen in het achtste wereldwonder.
Het is een gelukkig verschijnsel, dat men
meer en meer gaat rekening houden met de
eischen van schoonheid en kunst ook in het
openbaar leven. Onze tijd is zoo zakelijk, zoo
praktisch, dat het wel mocht schijnen, of ze
voor niets anders dan voor direct materieel
voordeel oog en oor zou hebben. En toch zien
we een levendiger belangstelling voor kunst,
de minst praktische uiting van den menschelijken
geest wel ontwaken en zelfs vroedschappen
en regeeringspersonen luisteren naar de wenken
en raadgevingen van kunstenaars. Is men
misschien gaan begrijpen, dat kunst, hoe weinig
zakelijk dan ook, toch van invloed is op het
openbare leven Gaat men inzien, dat ook een
volk bij brood alleen niet leven kan, maar be
hoefte heeft aan wat beters en hoogers, wil het
zelfs zijn kracht tot stoffelijke voortbrenging
onverzwakt behouden? Is het eindelijk duide
lijk geworden, dat ook de omgeving, waarin
ons leven zich beweegt, het uiterlijk aanzien
van het ons omringende, het schoon of leelijk
van onze huizen en steden een zeer belang
rijken invloed heeft op onzen geest en op de
werking onzer geestelijke en stoffelijke krachten
Of is het de zuivere liefde voor vormenschoon
en de idealen, die daaruit spreken, welke onze
tegenwoordige stedelijke overheid, niet van een
stad, maar van meerdere, bij den aanleg van
straten, den ombouw van pleinen, den uitleg
van steden, de hulp doet inroepen van bekwame
architecten, bouwkunstenaars van hooge aspiraties
en zuiveren naam, meer nog, geld doet uitgeven
weggooien, zou misschien deze en gene zeggen
voor hun hooggestemde plannen en de kost
bare verwezenlijking daarvan?
Laten we hopen, dat al deze gedachten samen
komen in de breinen onzer stadsvaderen van
Amsterdam, Rotterdam en Den Haag en de mo
tieven, die hunne handelingen en besluiten be
palen, uit al dergelijke overwegingen voortkomen.
En laten we tenminste dankbaar zijn, dat de
gedachte bezig is te verdwijnen, als zou het
roekeloosheid en spilzucht wezen zich voor de
schoonheid van steden en openbaie gebouwen
geldelijke opofferingen te getroosten. In kleine
stadjes en vergeten nesten moge dan nog de
kleinzielige geest oppermachtig blijven, die, kort
zichtig en peuterig, voor direct geldelijk belang
en werk van duidelijk materieel nut uitsluitende
aandacht heeft, in de groote centra van open
baar leven begint een machtige geest de vleu
gels te ontplooien en een helderder inzicht te
ontwaken, waar een frissche liefle omhoog
boeien gaat, die volk en land omhoog zullen
stuwen naar krachtiger leven uit de suffige
lamlendigheid, waarin we nu, als voor ruim 100
jaar, zouden dreigen weg te zinken.
Dit inzicht en deze liefde spreken immers
duidelijk uit de handelingen van den Haagschen
gemeenteraad, die een onzer beste bouwkunste
naars het maken van een plan voor den stads
uitleg opdroeg, uit het besluit van het gemeente
bestuur van Rotterdam, om ter wille van een
waardig gemeentehuis en een mooi postkantoor
en ter wille ook van de verfraaiing van een belang
rijk stadsdeel eens flink in den zak te tasten, uit de
plannen van het dagelijksch bestuur van Amster
dam ook vooral en uit de beraadslagingen in haar
gemeenteraad en de levendige belangstelling van
hare burgerij. Het gaat daar in Amsterdam vooral
ook om de schoonheid van de stad, maar om
de liefde tevens voor het historisch verleden.
Amsterdam is toch eigenlijk de stad van Ne
derland, waar het Nederlandsche leven zich
concentreert. Maar het is ook de patricische
stad, al wonen onze partriciërs meer in Den
Haag en buiten, omdat het een verleden heeft,
omdat het als zooveel oude geslachten kan te
rugzien op een lang verleden van macht en
aanzien en beschaving. In den tijd der Repu
bliek, toen Holland een overwegende beteekenis
had in den raad der Zeven Provinciën, was
Amsterdam van dat bloeiende en machtige
Holland het middelpunt, dat soms tegenover den
zin van heel het verdere land in zijn wil wist
door te drijven en het durfde opnemen tegen
onze stadhouders, de vorsten van Oranje. Maar
niet alleen naar binnen vaak, ook naar buiten
toe was het de vertegenwoordigster van de
Republiek. Haar naam klonk tot ver over de
grenzen van ons land, haar kooplieden heerschten
op buitenlandsche markten en haar burgemees
ters achtten zich nauwelijks de minderen van
regeerende vorsten. Van dien trotschen tijd is
het Paleis op den Dam het machtige gedenk
teeken. Op dat historische plein stichtte Am
sterdam’s burgerij het grootsche stadhuis, dat
het achtste wereldwonder genoemd werd, om
haar burgemeesters en vroedschap een plaats
aan te wijzen, haar eigenmachtige plaats in de
wereld waardig.
De prijs der Advertentiën is van 1 5 regels 25 cents, elke
regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten
Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij
abonnement belangrijk lager.
Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Nijverheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg, Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr.76-78, Amsterdam
zinnen hebben onderdak gevonden bij familie
of kennissen, ook wordt een schip en de con
sistorie-kamer der kerk bewoond.
De Commissaris der Koningin in Friesland
begaf zich gisteren vergezeld door den burge
meester van Idaarderadeel en meerdere auto
riteiten per motorboot naar de door water
schade geteisterde streken in den omtrek van
Warga, Wartena en Grouw.
Eenige landeigenaren, vergezeld door des
kundigen, hebben zich gisteren met de stoom
boot van Grouw van Sneek naar Grouw be
geven, teneinde zich persoonlijk te overtuigen
van den hoogen waterstand. Dat de over-
strooming zulk een uitbreiding verkregen had
en de schade zóó belangrijk was, hadden ze
zich van te voren niet kunnen voorstellen.
Een tweede Jannetje Struik.
Een juffrouw te Steenwijk, die uit den aard
harer betrekking zich in alle kringen bewoog
en aller achting en vertrouwen genoot, voor
nauwelijks een jaar tot die betrekking van
dienende liefde benoemd, heeft op schandelijke
wijze de haar toegedragen achting en het in
haar zoo ruimschoots gestelde vertrouwen
onwaardig getoond.
Zoo goed als alle voornaamste neringdoen
den te Steenwijk, zeker 25 of meer, heeft zij
er in doen vliegen. En dat niet voor een
beetje. Sommigen voor tientallen, anderen
voor honderden guldens. Had zij bij sommi
gen aanzienlijke bedragen door schoone be
loften ter leen weten te krijgen, bij anderen
had zij voor vrij groote sommen aan winkel-
goederen weten los te krijgen. Over de aan
schaffing van sommigen er van moet men zich
doodeenvoudig verbazen.
Manufacturiers, goudsmeden, meubelmakers,
boekhandelaren, schoenmakers, galanteriezaken,
rijwielhandelaren, allen en alles, tot photogra-
fisten en wijnhandelaren hebben zich beet
laten nemen. En geen wonder, daar men te
doen meende te hebben met iemand, die het
volste vertrouwen waardig was.
Thans verdiept men zich in gissingen over
de vraag, waar zij al die goederen heeft
gelaten en wat zij er mee wilde doen.
Wij vernemen nog dat zij bij enkelen, waar
zij geld leende, moet gezegd hebben een erfe
nis wachtende te zijn. De gewone truc dus.
J1. Donderdag is zij des nachts of des
morgens heel vroeg naar Meppel getrokken,
om vandaar per trein de reis naar Utrecht
te vervolgen. Als nu de erfenis maar komt,
dan is Leiden uit last.
Voegen wij hier nog aan toe, dat haar
betrekking uitstekend gesalarieerd werd, dus
dat geldnood in geen geval de drijfveer ge
weest kan zijn. A. Ct.
Ter waarschuwing.
Een bekend ingezetene van Baarn, doch
die in Amsterdam zijn zaken heeft, vertoonde
reeds sedert een aantal maanden verschillende
verschijnselen van storing van het zenuwstelsel.
Langen tijd werd naar de oorzaak gezocht,
totdat een tiental dagen geleden uit een
scheikundig onderzoek bleek, dat men hier
meteen ernstige arsenikvergiftiging te doen had.
Het kwam er nu op aan te weten, waar
door deze vergiftiging ontstaan was. Bij nadere
informatie bij de echtgenoote van den patiënt
bij wie, evenals haar kinderen, zich eenige
verdachte verschijnselen voordeden, vertelde
deze, dat er door een zuiveringsfirma uit
Amsterdam indertijd een groote hoeveelheid
van een roodbruin »muizenpoeder« achter het
behangsel in haar woning was gebracht. Deze
hoeveelheid was zóó groot dat de wand, na
verwijdering van het behangsel, geheel rood
bruin gekleurd bleek te zijn. Hoe kwistig
men met dit poeder was omgegaan, bleek uit
het feit, dat het in hoopjes op kasten en
boeken gevonden werd en bij het openen van
een tusschendeur wolken er van opgejaagd
werden.
Dit roodbruine muizenpoeder bleek bij
onderzoek te bestaan hoofdzakelijk uit ijzer-
oxyde en verder uit een beetje peper en voor
ongeveer 30 percent uit rattenkruid.
Op onverantwoordelijke wijze waren der-
i eener zwaar ver-
i een woning gebracht.
Het doel de verdrijving der muizen
maar daar slaat
van het lichamelijk
RIS
i
■y
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
voor de Gemeenten Worknm, Bemelmner Oldephaert en Noordwolde,
llindeloopen en Stavoren.