1 p 'L. Over dit en dat. h' ZATERDAG 26 MAART 1910. 37ste Jaargang. No. 13. Officieel Gedeelte. Binnenlandsch Nieuws. Land- en Tuinbouw. Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Nijverheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78, Amsterdam Eerst geeft u ’t alleen volle melk te vogels raad- ERICUS. moeten kunnen 4 reces der Tweede Kamer eindigt 3 4. armvoogdij-rekeningen der 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. - toen de Een zinkput aanbrengen en den tuin en tasten in raadselen rond, wel weten kunnen, schijnen hebben ons te laten raden. gang, hap en Uitgave van T. GAASTRA Bz., firma H. BRANDENBURGH Zoon te WORKUM. - 1. 2. 3. Ruikt, snuffelt en waagt het van te nemen, dat smaakt, nog nog een, dan nog wat gelikt en weer even glanzend en wit, boterboer er nog niet geweest aan de woning van de glanzend schaaltje in De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij abonnement belangrijk lager. ontvangen hondje van 7 weken ook kwaad doen Zeker, ze zal het dooden. Aan de aangevoerd Vergadering van den Raad der gemeente Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, op Zaterdag 26 Maart a.s., ’s voormiddags woningen te Koudum zandweg achter den tuin van Grovestins te Koudum. Idem tot verhuring en verkoop van de school en woning in ’t Heidenschap. Brief van den Inspecteur der Posterijen en Telegrafie omtrent de vestiging van een hulptelefoonkautoor te Koudum. Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd volgens art. 25 der Wet van 8 Juni 1881, Staatsblad no. 124. Wij dachten al, dat we gerust konden zijn. Geen Duitsche Keizer of ander vreemd poten taat had ons met inbezitneming van ons land gedreigd, ingeval we onze kustverdediging niet beter verzorgden. De minister van buitenland- sche zaken had in de Eerste Kamer immers uitdrukkelijk verzekerd, dat onze Koningin van den Duitschen Keizer geen brief of iets derge lijks ontvangen had en hij tot het afleggen van die verklaring uitdrukkelijk gemachtigd was. Wat konden we eigenlijk nog meer begeeren! En al vonden we het een beetje lichtzinnig van den heer Van Heeckeren, dat hij zonder blijk bare reden den boel zoo in rep en roer had ge bracht, wij waren hem toch eigenlijk ook wel dankbaar, dat hij ons uit die onaangename zekerheid verlost had. Maar nu blijkt plotseling.. Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents Per post 0 65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder dags in te zenden Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur. De Eerste Kamer is bijeengeroepen tegen April a s. Het Mei. De „kaboutertjes” als trouwe helpers van den boer. Er bestaat geen vruchtbaarder grond dan beste terpaarde. Tegen hoogen prijs w’ordt ze gekocht, het vervoer is heel duur en toch ge bruikt men ze dan nog met voordeel. De terpen worden niet geheel afgegraven, vruchtbaren veen- of zandgrond voor bloem- of moestuin te beplanten met voorjaarsbloembollen, aardbeiplanten, asperges en alle, reeds vroeger genoemde gewassen, welke op dien grond zoo veel voordeel kunnen opleveren.) y Heel dun uitgestrooid over en tusschen de wortels bij het planten of over het zaad na het zaaien, zullen deze welig groeien, wanneer men half kunstmest, half stalmest gebruikt, terwijl men nu zelfs op de oudste en beste bloem bollenvelden uitsluitend stalmest meent te kunnen gebruiken en deze in zeer groote hoe veelheid. Ook in Friesland en niet alleen op ’t zand kweekt men reeds bloembollen voor den handel. Dure grond, dure mest, duur arbeidsloon en als daarbij slecht gewas en lage prijzen komen, loopen de «bollen” (hoofden) van de bollen kweekers wel eens om. Hard werken, veel geld verschieten en dan nog verliezen op den koop toe, is ook alles behalve aangenaam. Hoeveel kapitaal en rente, hoeveel onderhoud kosten niet de bollenschuren en het werk daarin alleen reeds! «Als het getij verandert moet men de bakens verzetten Wanneer men nu in het vroege voorjaar nog een flinke laag terpaarde afgraaft en den onder- liggenden, nu op geschikte hoogte gebrachten grond, wil bezaaien of beplanten, mislukt dit nog al eens. Toch is deze evengoed als de afgegravene, die niet alleen zelf heel vruchtbaar is, maar in zeer kleine hoeveelheid genomen, onvruchtbaren grond nog vruchtbaar maakt. «Hoe kan dat?” De mensch kan eenige vruchten, knollen en wortels, ook enkele groenten, zelfs rauw en geheel onbereid eten en verteeren, dit kun nen de planten niet. Ze hebben bij voorbeeld yzer noodig, maar wanneer men nu oude kachelpijpen geeft, hebben de planten daarvan meer last dan genot. Alleen in opgelosten toe stand kunnen ze het voedsel opnemen en om spoedig op te lossen, geeft men, waar de grond het niet bevat, yzei in stoffijnen toestand, zoo- als het voorkomt in Tho.nasphosphaat met phosphorzuur en kalk, als gemalen afval uit de ijzerfabrieken. (Hoe Thomasphosphaat ontstaat uit de kalk, die men bij het smelten aan het ijzer toevoegt en hoe deze het phosphorzuur, dat het ijzer broos maakt, opneemt, werd reeds vroeger in bijzonderheden vermeld in onze landbouwbladen.) Dierlijken mest, b.v. guano, kan men wel stoffijn geven, doch het voorafgaande dragen en bereiden van den duren stalmest zou dezen veel te duur maken. Maar zelfs guano, stoffijn gemalen en spoedig in water opgelost, moet eerst door inwerking der lucht en van bacteriën «omgezet” worden. De wortels der planten moeten in den grond blijven. Zij hebben knolletjes, de kleinste als speldeknoppen, de grootste als kleine knikkers. Dit zijn als ’t ware de woningen der weldadige «kaboutertjes” (de huisjes der stikstofbacteriën)." Ze bevatten bo endien zelf veel stikstof, die terstond aan de planten ten goede kan komen. Zoo’n «kaboutertje” dringt door wortelharen of opperhuid der wortels de planten binnen en vormt daar onze knolletjes, de bacteroïden. De vrije stikstof uit de lucht wordt door onze kaboutertjes uit de lucht gehaald, niet alleen voor de planten zei ven, maar ook voor volgende gewassen. Alle boeren weten, dat na klaver, wikken, lupinen, erwten, boonen en dergelijke vlinder bloemige gewassen de grond beter wordt, niet tegenstaande zij zei ven heel veel voedingsstoffen bevatten, vooral stikstof. Deze kaboutertjes geven een goed voorbeeld van «Leven en laten leven!” Ja, wat blijkt eigenlijk We weten het nog niet J—J De heeren, die het er pleizier in te Daar is het oud-kamerlid en oud-minister. die ons met z’n ingezonden stuk in de Telegraaf alleen zoo wijs heeft gemaakt, dat we nu moe ten aannemen, dat er toch iets dergelijks ge beurd is, als waarop de heer Van Heeckeren doelde, zonder dat we nog een stap verder kwa men in de kennis der feiten. Daar is Dr. Kuyper, wiens verklaringen on geveer hetzelfde schijnen aan den dag te bren gen, maar al evenmin door duidelijkheid uit munten. Daar is de heer Van Heeckeren, die zwijgen blijft als het graf. Daar zijn de tegen woordige ministers Heemskerk en Talma, door den oud-minister van de Telegraaf in de zaak betrokken, die doen, alsof het hun niet aangaat. Zijn al die heeren door het ambtsgeheim of door de belangen van Staat verhinderd duidelijker te spreken Maar, zoo moeten we vragen, waarom heeft dan de minister Van Swinderen zoo na drukkelijk verklaard, dat de Koningin nooit een brief of wat dan ook in dien geest van den Duitschen Keizer ontvangei had? Beteekende dit alleen, dat niet de Duitsche Keizer een der- gelijken brief gezonden had? Maar we mogen toch aannemen, dat een minister bij het afleggen van zoo’n plechtige verklaring, terwijl hij zich op de Koningin zelve beriep, geen schuilevinkje heeft willen spelen achter woorden. Had niet de Duitsche Keizer, maar wel een ander ons een dergelijke onvriendelijkheid op het dak ge stuurd, dan was het zeker waardiger geweest, zich ter verdediging van zijn stilzwijgen op de belangen van Staat te beroepen, dan ons met het kluitje van een halve waarheid in het riet I te sturen l Maar heeft misschien nooit iets der gelijks plaats gehad en bestaat die brief alleen in de verbeelding van de heeren Van Heeckeren I en Kuyper? Dan kan echter ook niets deze heeren beletten dit te erkennen, tenzij ze het redden van hun eigen figuur boven de belangen van het land stellen. Maar dit laatste mogen we immers van geen van beiden verwachten. Wat dan? Werkelijk, hoe we de zaak ook draaien of keeren, ze blijft even duister. We blijven tasten in raadselen en krijgen bovendien het onaangename gevoel, dat men ons bij onze neuzen in een kringetje rondtrekt. Dat verhoogt niet het vertrouwen in onze bewindsmannen en leiders. I maar slechts zoover, dat de overgebleven grond nog hoog genoeg is voor land- en tuinbouw. I Zooals men weet, bestaan de terpen geheel uit opgehoogden grond, en daar men ze in de beste kleistreken vindt, is dit klei, geheel ont zuurd, los ea kruimig geworden door vorst, lucht en zonneschijn en dus buitengewoon vruchtbaar. i We beginnen onwillekeurig te vreezen, dat men op deze wijze wel eens meer op onze on wetendheid en ons goed vertrouwen zal specu- leeren en dat men zich ook misschien in andere publieke aangelegenheden wel eens achter woorden voor de openbare meening zal verschuilen. Het geloof in de rondborstige eerlijkheid van onze politiek lijdt er aanmerkelijk onder. En dat is voorzeker een groot nadeel. Wantrouwen in de regeering en de politieke leiders en in de oprechtheid hunner woorden en daden is een ernstig gevaar voor het openbare leven. We moeten de oogen openhouden altijd en klaar staan met kritiek, maar we moeten kunnen vertrouwen in goede trouw. Naast dit nadeel kan deze geschiedenis ons echter ook een voordeel brengen. Of er een brief van den Duitschen Keizer bestaat of van een anderen vorst of regeering. of heelemaal geen brief, het rumoer, dat ontstaan is, heeft toch onze oogen doen opengaan voor de be trekkelijk gevaarlijke positie, waarin wij als kleine mogenheid tusschen machtige mededingers ons bevinden. Een dtrgelijke bedreiging als waarop de heer Van Heeckeren doelde, wordt blijkbaar niet zoo onmogelijk geacht, dat ze da delijk zonder meer door allen tot het rijk der meest fantastische verzinselen wordt verwezen. Het geval is denkbaar, dat een onzer machtige naburen, wanneer het hem van pas kwam, rim.'lu., tnf n U A v, t r> a m i n o* VaU OIIS land zou overgaan. Daarmee hebben we nooit veel rekening gehouden. De naijver der groote mogendheden, zoo meenden we en redeneerden we, was de zekerste waarborg voor onze veilig- 1 heid. En zeker, die naijver komt ons prachtig te stade. Maar we moeten ze niet als oorkussen gebruiken om gemakkelijk in te slapen. We zullen met ons kleine aantal nooit een macht kunnen ontwikkelen, die tegen die der groote i mogendheden in den oorlog bestand blijkt. Maar we kunnen het wel zoover brengen, dat een in bezitneming van ons land voor een onzer buren niet meer is een aardigheidje, dat hem geen noemenswaardige moeite geeft. We kun nen, hoe klein we ook zijn, ons in elk geval tot een vijand maken, die men niet ongestraft aanvalt en die ook een veel machtiger volk nog een gevaarlijke bloedneus kan slaan. Maar daartoe moeten we ons zelven weerbaar maken. Dat wil zeggen, we moeten maar niet een legertje hebben, dat het zaakje voor ons in geval van nood wel zal opknappen, maar waarvoor we ons verder weinig interesseeren, maar wij moeten allen in staat zijn onzen man te staan, we moeten ons geheele volk weerbaar maken. Hoe onze weerkracht moet worden ingericht zullen we aan de heeren overlaten te beslissen, mits we maar den eisch van de volksweerbaarheid on- voorop stellen. In de algemeene vergadering van de groep Nederland van het algemeen Nederlandsch Ver bond heeft de voorzitter er terecht op gewezen dat de verhooging der volksweerbaarheid een al gemeen Nederlandsch belang is, waartoe alle partijen eendrachtig kunnen meewerken. Daar om ook werkt het Algemeen Nederlandsch Ver bond in die richting. Het dient niet deze of gene partij, maar het dient de alg'meeneNeder- landsche belangen ook buiten Nederland. Dat maakt, dat alle Nederlanders, maar ook Vlamingen en Zuid-Afrikaners, er in kunnen samenwerken. En ze doen dat gelukkig meer en meer. Op de onlangs te Zwolle gehouden algemeene vergader ng konden we hooren, dat het Verbond al 13.000 leden telt. Dat is heel wat, maar het is nog bij lange niet genoeg. Het geldt hier de levensbelangen van onzen stam en van onze taal. In den strijd daarvoor moeten we ons allen aaneensluiten. Daarom zou ik ieder lezer, die nog geen lid is, willen aanraden, zich daartoe morgen aan den dag aan te melden. Het hoofd bestuur zetelt te Dordrecht en zal zeker uw aanmelding gaarne in ontvangst nemen. Wie zijn volk en zijn ras helpt, helpt zich zelven. 91/2 uur, ten gemeentehuize te Koudum. Koudum, 22 Maart 1910. De Burgemeester, O. H. BAJEMA, L-B. Punten van behandeling: Notulen. Mededeelingen. Vaststelling der armvoogdij-begrootingen voor 1910. Aanbieding over 1909. Idem van de schoolgeldkohieren over het le kwartaal. Benoeming van eene onderwijzeres aan de O. L. School te Warns. Voorstel tot af- en overschrijving op de gemeentebegrooting voor 1909. Idem tot onbewoonbaarverkiaiing van 3 en 1 te Warm. tot verharding van het gedeelte zonder veel omslag tot inbezitneming land zou overgaan. hebben veel rekening gehouden. De naijver der groote Kievitseieren. markt te Sneek waren Dinsdag 150 kievitseieren. De marktprijs varieerde van 70 tot 75 cent per stuk. Van buurvrouwen, boter en een hond. Het gebeurde op een morgen in een straat, die den naam van een geliefd Geldersch roman schrijver vereeuwigt, gelegen in een nieuwe wijk, dicht bij Sonsbeek. Handelende personen: een boterboer, een juffrouw, een juffrouw «van daarnaast® en een street-terrier. De boterboer belt juffrouw, die met een de hand verschijnt. «Eén pond van de beste. «Alsjeblieft, juffrouw®, en de boterboer weegt zijn bestelling af. «Wat ’n éénig weertje héen in zijn geldzakje zoekend naar klein geld om den ontvangen gulden te wisselen«dat wordt een groene Paschen 1 Hebt u ’t gezien?® De juffrouw wil de deur van haar woning sluiten, wanneer van de- aangrenzende zijde de huisdeur geopend wordt en de juffrouw «van daarnaast® ver schijnt; moet óók boter hebben Die verschijning is voor de juffrouw, die boter gekocht heeft, genoeg om haar schaaltje met goudgelen inhoud in de gang neer te zetten, de deur op een kier te doen en eventjes het hekje van de buurvrouw binnen te wippen. Eventjes maar, heel even een buurpraatje... Verschijnt ten tooneele Fik, de street-ter rier, op z’n morgenwandeling, het eene hekje na het ander binnenwippend om te snuffelen of er niets van z’n gading is. Fik komt in ’t voortuintje van de juffrouw, die boter ge kocht heeft, ziet de open voordeur, gaat op z’n achterbeenen staan, drukt de deur zoo ver open, dat hij zich naar binnen kan wringen, blikt met groote oogen op het schaaltje boter in de er een een hap, het schaaltje is als was. Fik verdwijnt likkebaardend, juist wanneer de juffrouw, die boter gekocht had, haar al lerlaatste woord met buurjuffrouw gewisseld heeft en met een «nou mot ik wég hoor, eigen huis opzoekt, haar woning binnentreedt en met blikken, die spreken van radeloosheid en ontzetting haar schaaltje ziet, waar boter in geweest is. Wat de juffrouw die de boter gekocht had tóén gezegd heeft, weten we niet... N. Arrih. Crt, Een aardig vrachtje. De groote, ronde kluisdeur uit Lips’ Brand- kastenfabriek te Dordrecht, bestemd voor de wereldtentoonstelling te Brussel, is Zondag nacht op den voor het vervoer daarheen bestemden spoorwagen gebracht. Nadat de 26 000 kilo zware deur Vrijdag uit de fabriek was gehaald, werd zij Zaterdag op een speciaal daarvoor vervaardigden vrachtwagen van den heer W. van Twist gelegd, welke dien avond met behulp van takels tot den overweg bij den Spuiweg is gehaald. Met het oog op het drukke verkeer, is tot Zondagnacht 12 uur, toen de laatste trein naar Rotterdam was gepasseerd, gewacht moeten worden, om het zware lichaam met behulp van kelderwinden op den spoorwagen te leggen. Deze wagen is de eenige, welke de S.S. voor het vervoer i van zulke zware vrachten beschikbaar heeft, j Hij zal deel uitmaken van een trein van 12 Antw. Vraag. Wat moet dit hondje eten? Antw. drinken, 5 maal daags lauw gegeven. Overeen week wat melk met griesmeel gekookt, een eierlepel beendermeel en een korreltje zout er in. Zie overigens wat ik onlangs over de voe ding van jonge honden schreef. Voor zieke honden, katten en plege men den «dierenarts”. Vragen en Antwoorden. (Zend uw vragen per brief of briefkaart aan Ericus, Amsterdam, dan komen ze wel terecht. De antwoorden worden kosteloos gegeven en abonné’s van Friso behoeven geen postzegel voor antwoord in te sluiten. Naam of woonplaats worden zelfs met den voorletter niet vermeld.) Vraag. In mijn tuin blijven altijd plassen staan. De grond is altijd moerassig. De tuin kamer is er vochtig door. Wat is daaraan te doen? Antw. draineeren. Vraag. Hoe moet ik mijn rozen behandelen om «het wit” te voorkomen? Antw. Geef veel beendermeel, even onder de aarde en laat uw rozen nu met Bordeausche pap besproeien, 1 H G. (ons) kopervitriool en ii/2 H.G. pas gebluschte kalk samen op een 10 L. inhoudenden grooten tuingieter met water. Met een spuit, die heel fijne gaatjes heeft, her haalt u dit, zoodra u de plantenziekte bemerkt. Op die kleiheuvels bouwde men zijn huis, 't Het deert de wortels niet. opdat het niet overstroomd zou worden bij Vraag. Hoe heet deze kamerplant? Hoe hoogen waterstand. In Friesland vindt of vond komt ze zoo geel? tedium Antw. Asparagus plumosus (Pluimvormige Anjum. Sierasperge). Ze heeft te kleinen pot of geen voedzame aarde. den minder 1 Vraag. Mijn kat is valsch. Zou ze een pas worden bij men ze bij Midlum, Winsum, Dronrijp, Beetgum Finkum, Hogebeintum, Holwerd en j (Dit voor hen, die misschien terpaarde willen aanvoeren, om b.v. reeds terstond NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD voor de Gemeenten Workum, Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, üindeloopen en Stavoren. Idem 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1910 | | pagina 1