Ilindeloopen en Stavoren.
Over dit en dat.
Onze Land- en Tuinbouw-Leestafel.
i
Binnenlandsch Nieuws.
Land- en Tuinbouw.
ZATERDAG 7 MEI 1910.
No. 19.
dikke, witte, wollen draad, leg die
HoogEdelAchtbaar College
Het auteursrecht van den inhoud van dit
blad wordt verzekerd volgens art. 25 der Wet
van 8 Juni 1881, Staatsblad no. 124.
Verkoop van sterken drank enz.
Het getal inrichtingen in Friesland, waar
op 31 December 1909 krachtens veigunning
sterke drank in het klein werd verkocht,
bedroeg 1401. Op 31 December van de
jaren 1908, 1907, 1906 en 1905 bedroeg
het achtereenvolgens 1428, 1460, 1498 en
1557.
Het getal inrichtingen,
De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke
regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten
Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. BQ
abonnement belangrijk lager.
Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents
Per post 0.65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder
dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur.
DE KIEVIT.
(S1 o t.)
Deze menschen zijn verstandiger. Ze weten,
dat kieviten in ’t geheel geen kwaad doen, dat
ze geen planten eten, maar alleen slakken,
wormen en insecten. Van laatstgenoemde vooral
de zoo hoogst schadelijke aardrupsen, welke het
jonge gras en de overblijvende wortelstokken
van het oude zóó kunnen vernielen, dat er
alleen daardoor groote, kale plekken ontstaan.
Mos en onkruid gaan daar groeien.
Vooral na zachte winters en hooge waterstand
krioelt het van slakken in de weiden. De
kievit houdt daarin groote opruiming, als men
hem maar met rust laat. In Maart en April
doet hij ’t al druk, maar vooral in Mei, als hij
jongen heeft. Menschen doen hem dan geen
kwaad meer, doch wel kraaien en roeken.
Als vader en moeder kievit samen weggingen,
om voedsel te halen voor het kleine volkje,
zouden die jongen spoedig een prooi dezer
vogels worden.
Een van beiden blijft altijd thuis.
Merkwaardig is het voor een geduldigen op
merker, met een goeden kijker onbemerkt ver
scholen, eens te zien, hoe zij die kraaien op
een afstand weten te houden en die roeken in
tijds wegjagen.
Eén kievit houdt twee kraaien met zijn
scherpen, sterken snavel ver van ’t nest. Komen
ze te dicht bij, dan gaat moeder kievit half
vliegend half loopend pijlsnel op de eerste af
en geeft die een snavelhouw dat ze duizelt en
meestal bloedt. Bij voorkeur hakt ze haar
vijanden in den kop. Een nieuw aanloopje en
daar krijgt de andere kraai haar beurt, zoodat
ze suizebollend blijft zitten. Kan de moeder
’t soms niet winnen, dan roept ze haar man.
Als deze aangekomen is gaat het: «ingerukt!!!
voorwaartsmarschDe kraaien zoeken
dan spoedig een veiliger verblijf.
Roeken vliegen dicht langs den grond tegen
den wind in, nooit vóór den wind (als ervaren
jagers.) Komen er nu roeken dien kant uit,
dan gaat de kievit ook tegen den wind in,
maar gaat zoo’n 30 M. van ’t nest op schild
wacht staan. Komen de roeken nu aanvliegen,
dan gaat hij er vóór den wind met gevelden
snavel op los en boort den snavel bij de gewel
dige botsing zoo diep in den kop van zoo’n
roek, dat hij een angstkreet uit of verdoofd
neervalt. In beide gevallen vluchten de andere
roovers meestal.
In Augustus ziet men de kieviten niet meer
in paren, i
September naar ’t zuiden gaan.
En nu ten slotte een korte omschrijving.
Uitgave van T. GAASTRA Bz.,
firma H. BRANDENBURGH Zoon
te WORKUM.
Gastvrijheid is nu geen eigenschap, die ons
Hollanders in bijzondere mate kenmerkt, maar
zij doet dat eigenlijk evenmin onze Europeesche
samenleving. Om werkelijke gastvrijheid te
vinden schijnt men of terug te moeten gaan
naar de tijden onzer voorouders, de Germanen,
of ver weg naar Arabieren of andere zwervende
stammen. De omstandigheden, de toestand on
zer maatschappij en zooveel meer nog zijn wel
oorzaak geweest van het verdwijnen dier gulle
gastvrijheid, die in minder beschaafde tijden en
landen heerschte. Maar die verdwijning mag
ons toch wel eens doen vragen, of we nu wer
kelijk zoo beschaafd zijn als we het ons verbeel
den en in beschaving zoover boven vroegere tij
den en andere samenlevingen uitsteken. Wij
kunnen machines bouwen en spoorwegen aan
leggen en luchtschepen laten verongelukken.
We weten een heele boel, waarvan de men
schen vroeger geen flauwe notie hadden en als
er een komeet verschijnt dan zijn we niet eens
bang meer of doen tenminste net of we het
niet meer zijn. Dat zijn allemaal bewijzen van
kolossalen vooruitgang. Maar hebben we daar
tegenover ook niet een heele massa dingen ver
loren, die toch ook, en op fijner wijze wel, spre
ken van beschaving. Men zou zoo zeggen, dat
er in de menschelijke hoofden en harten maar
een beperkte ruimte is. Ze kunnen htt eene
niet in zich opnemen, zonder wat anders te la
ten vallen. Of misschien ook >s het zoo, dat de
menschen niet tegelijk sterk en fijn kunnen zijn.
Wij in de 20ste eeuw en ook in ’n paar voor
afgaande eeuwen reeds toonen onze beschaving
door onze kracht, niet door onze lichaamskracht
nog zoo zeer als wel door onze geestelijke kracht.
Het zijn allemaal groote en zware dingen, die
we te verduwen weten, locomotieven en bruggen
en huizen met 20 verdiepingen en dreadnoughtsen
kometen. Er is niets zoo geweldig, of we kun
nen het aanpakken. En die geweldige arbeid
doet de spieren van ons verstand en ons ver
nuft tot onevenredige proporties aangroeien, als
bij den athleet de opgezwollen biceps. Dat gaat
natuurlijk ten koste van de fijnere organen, die
langzaam afstompen. En zoo komt het dan,
dat we voor allerlei fijnere eigenschappen veel
al geen oog en oor en zin meer hebben, dat we
die ook langzamerhand zijn kwijt geraakt en
het er nu of geheel zonder stellen óf ons met
namaaksels behelpen. Die namaaksels zijn de
leege vormen, die onze maatschappelijke samen
leving beknellen. Wellevendheid en beleefdheid
werden tot aangeleerde vormelijkheid, waarvan
we het fijner wezen niet meer begrijpen, onze
schoonheidszin werd tot mode en gemanierdheid,
ridderlijkheid is een woord, waarbij we terug
denken aan de 14de en 15de eeuw, trots kennen
we alleen als verwaandheid of ongenaakbaarheid
en gastvrijheid betrachten we enkel door den
vreemdeling, die in ons huis is, dikwijls tegen
zijn zin, met eten en drinken vol te proppen
en hem geen oogenblik met rust te laten van
onze opdringerige conversatie. Neen werkelijk
op dat gebied schijnen we niet vooruit te gaan.
En het is toch werkelijk wel een gebied, dat
meetelt, waar het erom gaat de balans op te
maken van onzen beschavingstoestand. Immers
niet onze materiëele welvaart bepaalt die in de
eerste plaats, ook niet onze kennis maar onze
meer of minder fijne geestesgesteldheid. En de
ze heeft zich te uiten in den fijneren toon van
ons leven, in het gevoelde, niet in het preciese
van onze omgangsvormen.
De wijze, waarop men de vreemden pleegt te
bejegenen, die in ons land of in ons huis zijn,
geeft op het fijner gevoelde dier omgangsvormen
een bijzonder helderen kijk. Men heeft te trach
ten het den vreemde aangenaam te maken, maar
daartoe heeft men zijn persoon en zijn wezen
te begrijpen. Niet, wat wij het aangenaamst
vinden, maar wat hem zelf het aangenaamst
blijkt. We dienen ook niet uit te pakken, om
hem eens te laten zien, wat wij allemaal hebben
en bezitten, maar we moeten, rustig, waardig
zijn om hem te doen voelen, dat hij als een
vriend in ons huis is en hem op zijn gemak te
brengen. «Doe, alsof je thuis bent,« zeggen de
menschen vaak. Maar als de man of de vrouw
eens werkelijk zoo deed, zouden ze hem onbe
schoft vinden. Immers we moeten pleizier van
hem hebben. Hij mag niet gewoon zijn weg
gaan, zooals hij thuis zou doen, maar moet eten
en drinken en praten, praten vooral, dat hij den
hemel dankt, als hij werkelijk thuis is en zijn
vermoeide leden kan uitstiekken.
Zou ons aller gast Roosevelt ook niet een zucht
van verlichting ontsnappen, wanneer hij straks
aan boord gaat van een der groote mailbooten,
meer nog wanneer hij in Amerika, zijn thuis,
den voet aan wal zet? Hij is nu bijna in elk
land te gast geweest. Maar hij moet wel geen
hoog denkbeeld mee naar huis nemen van de
gastvrijheid der Europeanen. Want ze hebben
Er is zooveel belangstelling in den Tuinbouw,
dat zeer velen ongetwijfeld met groot genoegen
kennis zullen maken met het Tijdschrift voor
Tuinbouw, waarvan de le aflevering pas ver
schenen is bij de N. V. Stoomdrukkerij >>Floralia«
te Assen, onder red. van E. Th. Witte en met
medewerking van H. Witte (Bennekom), Dr. H.
Bos, E. H. J. Cunueus, H. de Greef, J. J.Kruif,
W. Lodder, Jhr. J. L. Mock, J. C. Muynen,
A. Schuttevaer.
Een losse plaat en vele foto’s maken het
werk aantrekkelijk, dat zijn weg wel zal vinden.
De «Winterbloeiende Begonia’s® opent de rij
niet gelukkig, ’t Moet zijn: «Winterbloeisters
onder de Begonia’s. Voorts lezen we over
Rozen, Chrysanthemums, ’t vellen van hoornen,
Anthemis Biebersteinii, gras onder vruchtboomen,
Cypripediums (weer «Winterbloeiende® inplaats
van Winterbloeisters), tuinbouwplantkunde,
Beurré Diel, Geschiedenis der fruitteelt, Clematis
Montana en «Het voortkweeken van Mistletoe.®
Jammer, dat hier verzwegen is, hoe gevaarlijk
deze fraaie parasiet voor de hoornen is. In
Limburg wordt ze een plaag. Overigens las ik
alles met veel genoegen. «De perzik smaakt
naar meer.«
Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Nijverheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr.76-78, Amsterdam
De vogel is lang 52 cM. De kleur is van
boven zwart met groenen metaalglans, op den
schouder en de wdtte bovenhelft van den staart
vindt men bruin. Kruin en de meeste kuif-
veeren, keel en bovenborst zijn zwart. Nek,
zijden van kop, hals en buik zijn wit. Onder
’t oog loopt een zwarte streep.
De wijfjes hebben kortere kuifveeren en witte
vlekken op hals en keel. Bij haar is de snavel
zwart, zijn de oogen helderbruin, de pooten en
achterteenen vleeschkleurig.
Meestal leggen ze geen eieren voor half Maart.
Het mannetje holt een kuiltje uit en het wijfje
maakt daarvan een nest. Als vier eieren gelegd
zijn, begint meestal het broeden.
alcoholhoudenden drank, anderen dan sterken
drank, was 463. Op 31 Dec. van de jaren
1908, 1907, 1906 en 1905 was dat getal
achtereenvolgens 471, 449, 422 en 358.
Het getal inrichtingen, waar op 31 Deo.
1909 krachtens verlof plaats had verkoop
uitsluitend van alcoholvrijen drank, was 74
terwijl dat getal op 31 Dec. van 1908,1907,
1906 en 1905 achtereenvolgens was 73, 71,
59 en 38.
Prinsessedag en de school.
Aan B. en W. van Den Haag is het vol
gende schrijven verzonden door dr. F. U.
Ockerse, arts, aldaar:
»dat hij zijn dochter, leerlinge der eerste
klasse meisjes H.B.S. alhier, bevolen had de
school niet te bezoeken op Zaterdagmorgen
30 April, daar zijn nationaliteitsgevoel niet
kon dulden, dat de verjaardag van ons Prin
sesje niet op dezelfde manier werd gevierd,
als gewoonte is bij de verjaardagen van de
leden van het Oranje-Vorstenhuis
dat hem heden is gebleken, dat aan alle
meisjes, die op dien dag de school niet be
zochten, dus ook aan zijn dochter, op bevel
Van Uw HoogEdelAchtbaar College een straf
is opgelegd, die volgens zijn bescheiden mea
ning niet verdiend is, aangezien zij als minder
jarig kind gevolg heeft gegeven aan het bevel
van haar vader
dat hij meent, dat zijn vaderlijk gezag hem
het recht geeft zijn kind tehuis te houden,
wanneer hij een nationalen feestdag wenscht
te vieren
dat hij uw HoogEdelAchtbaar College
daarom verzoekt haar van die straf te ont
slaan, haar op uw bevel door de directrice
der meisjes H B S. opgelegd.
Landbouwtentoonstelling te Lissabon.
Blijkens mededeeling van den Nederland-
schen gezant in Portugal zal op 5 Juni a s.
te Lissabon eene groote landbouwtentoonstelling
worden geopend.
Aan deze tentoonstelling zal eene afzonder
lijke afdeeling verbonden worden voor Neder-
landsch rundvee, uit Nederland ingevoerd.
De prijzen zijn als volgt vastgesteld:
1 van 50,000 reis voor den besten stier
ven 14 tot 30 maanden
1 van 30,000 reis voor den tweeden besten
stier van 14 tot 30 maanden;
1 van 30,000 reis voor den besten stier
van 8 tot 14 maanden;
1 van 20,000 reis voor den tweeden besten
stier van 8 tot 14 maanden;
1 van 40,000 reis voor het beste vrouwe
lijk rund van 18 tot 36 maanden;
1 van 25,000 reis voor het tweede beste
vrouwelijk rund van 18 tot 36 maanden;
1 van 20,000 reis voor het beste vrouwelijk
rund van 10 tot 18 maanden;
1 van 15,000 reis voor het tweede beste
vrouwelijk rund van 10 tot 18 maanden.
(N.B. 1 milreis kan gesteld worden op
pl.m. f 2.45).
Voor verdere inlichtingen gelieve men zich
te wenden tot de directie van den Landbouw,
Tournooiveld 6, ’s Gravenhage.
Aanranding.
Maandagmorgen, terwijl de landbouwer Ch.
de Weert, wonende te Moerstrate, onder de
gemeente Wouw, met zijn rijtuig van den smid
te Halsteren huiswaarts keerde, werd hij op
een eenzame plaats, op de Moerstraatsche
Baan, staande gehouden door een hem onbe
kend persoon. Deze haalde een revolver te
voorschijn, en onder bedreiging eischte hij
van de Weert geld. Toen deze uit zijn rijtuig
gestapt was, en den onbekende mededeelde
dat hij geen geld bij zich had, richtte het
sujet het wapen op de Weert en moest deze
toelaten, dat zijn zakken onderzocht werden.
Wijl toen bleek, dat De Weert werkelijk
geen geld bij zich had, liet de onbekende
De Weert vrij. De aanrander sprong op zijn
fiets en vluchtte. De politie zoekt.
Droevig ongeval.
Maandag had, naar de L. K. meldt, te
Stokhem (L.) een droevig ongeval plaats. Een
wielrijder uit Aken kwam in volle vaart den
steilen berg afgeredenvan de hoeve Berghof
af, genaamd den Doodeman. Drie jeudige
kinderen der echtelieden M., die op den weg
waren, werden overredeu en de fietsrijder
den man afgejakkerd als een renpaard, hem van
de eene vermakelijkheid, van de eene partij, van
de eene plechtigheid naar de andere gesleept,
als had hij spieren en zenuwen van staal. Was
dat om hem pleizier te doen, hem aangenaam
te zijn, hem op zijn gemak te zetten in het
voor hem vreemde Europeesche huis? Maar
natuurlijk niet. Ik weet natuurlijk niet, of
Roosevelt er pleizier in gehad heeft. Maar ik
weet wel, dat zijn onderscheidene gastheeren
daarnaar al heel weinig zullen hebben gevraagd.
Die wilden uitpakken. Roosevelt moest, thuis
gekomen, zeggen: «neen maar, die Franschen,
of die Engelschen, of die Belgen, dat zijn me,
banjers.® Ik noem opzettelijk de Hollanders niet,
omdat wij het in vergelijking met de anderen
nogal niet zoo erg bar gemaakt hebben. Dat
komt nu waarschijnlijk wel niet, omdat wij zoo’n
beter begrip van gastvrijheid hebben. Maar wij
hebben in onzen aard iets van rustige waardig
heid, die het onzen gasten gemakkelijker maakt.
Of we daarom altijd onze gasten zoo voorkomend
behandelen De meeste vreemdelingen, die niet
als officiëele personen ons bezoeken komen, zullen
er waarschijnlijk wel anders over denken. Maar
bovendien, wij zien blijkbaar ook den persoon
aan en een man met een grooten ring aan den
vinger zetten we graag aan het boveneinde der
tafel.
Dezer dagen was te Rotterdam een eigenaar-
digen stoet te zien, trekkende van de Boompjes
naar het Maasstation. Een groote troep land
verhuizers werd door agenten te paard en te
voet van de «Batavier®, waarmee ze uit Enge
land gekomen waren, naar den trein gebracht,
om naar Rusland te vertrekken. En dat poli-
tiegeleide was noodig, want de stakkers weiger
den naar hun land terug te keeren. Was het
wonder? Ze hadden drar ginds have en goed
verkocht, om naar het beloofde land te kunnen
gaan. In Londen bleven ze een paar weken in
afwachting op het geld, dat de agenten, met wie
ze contracten gesloten hadden, hun zenden
zouden. Maar dat geld kwam niet. De laatste
penning raakte opgeteerd. En zoo moesten ze
berooid naar het vaderland terug, dat ze vol
illusies verlaten hadden en waar ze nu van alles
beroofd terugkeerden. Zouden ze ook zoo’n
schitterende herinnering bewaren aan de West-
Europeesche landen als Roosevelt, die er gevierd
en gevleid rondreist?
maar in heele troepen, tot ze in
j Het getal inrichtingen, waar op 31 Dec.
1 1909 krachtens verlof plaats had verkoop van
ERICUS.
Vragen en Antwoorden.
(Zend uw vragen per brief of briefkaart aan
Ericus, Amsterdam, dan komen ze wel terecht.
De antwoorden worden kosteloos gegeven en
abonné’s van Friso behoeven geen postzegel voor
antwoord in te sluiten. Naam of woonplaats
worden zelfs met den voorletter niet vermeld.)
Vraag (verkort). Hoe verdrijft men mieren
in huis?
Antw. De kleine, zwarte huismier is een
ware plaag, als zij overvloedig voorkomt, temeer,
omdat men haar nesten niet gemakkelijk vindt.
Neem een dikke, witte, wollen draad, leg die
een uur in sterk suikerwater, droog dien goed,
knip hem in stukjes van een paar cM. en leg
deze op verschillende plaatsen neer. De mieren
vinden die zoete «versnapering® en dragen ze
naar haar nest. Door de witte kleur van den
draad kan men de kleine diertjes gemakkelijk
nazien. Waar ze blijven, is het nest. Zoek zoo
al uw vertrekken na, merk de nesten en giet
er ’s avonds zwavelkoolstof in. Ze zijn dan
alle in de nesten en stikken door die vloeistof,
welke terstond gasvormig wordt.
Geen open vlam er bij, dan ontploft de
zwavelkoolstof. De nesten zijn meest gaatjes of
reten in het hout. Met geduld vindt gij ze
zoo alle wel.
Vraag. Moeten kippen behalve best ochtend-
voer ’s morgens en best gemengd voer ’s avonds
ook nog iets hebben?
Antw. Een paar boerekoolen aan korte
touwtjes met de wortels omhoog in de ren
gehangen noodzaken ze daartegen op te vliegen
als ze beweging willen nemen krygen ze groen,
anders niet. Leghorns moeten van de raskippen
wel ’t meeste groen hebben. Voorts in de ren
dik rivierzand met kaf en wat gemalen oester
schelpen. Vooral geen kalkpuin dat het schar
relen belet en de pooten verwond. Daaronder
harkt men ’t gemengd voer. Meng ’t ochtend-
voer met heet water.
Vraag. Hoe zuivert men een kanarie?
Antw. Lees onder Allerlei«Reine vogels
in reine kooien.® Bespuit den vogel met
eau de cologne en geef insectenpoeder op het
schoone zand in de kooi om den anderen dag.
ERICUS.
I
1
j
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
voor de Gemeenten Workum. Bemelumer Oldephaert en Noord wolde.