Ilindeloopen en Stavoren. Over dit en dat. ZATERDAG 4 JUNI 1910. 37ste Jaargang. No. 23. Binnenlandsch Nieuws. Land- en Tuinbouw. en ons wa- Uitgave van T. GAASTRA Bz.» firma H. BRANDENBURGH Zoon te WORKUM. Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd volgens art. 25 der Wet van 8 Juni 1881, Staatsblad no. 124. verzorgt men jonge van Rothpletz, (Floralia ’t uitvoerig. gaarne een perk mooie, Dat is de eigen taal en ze te hellen in de Groningervaart, tusschen Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents Per post 0.65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur. De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elko regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij abonnement belangrijk lager. Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Nijverheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr.76-78, Amsterdam gordijn neerlaat om ze te keeren, zet mij dan aan den glaskant. Als je mij maar behoorlijk eiken dag water geeft, is ’t mij in den zonne schijn nooit te warm, wel dikwijls bij de kachel in den winter Hoe meer zonneschijn des te meer bloemen, van boven tot beneden, van achter en van voren, als wij elke plant eiken dag maar even om keeren. zomers, wanneer de regenwolken niet van de lucht zijn. Wij vertellen mekaar ook wel graag, dat het toch zoo mooi is in Zwitserland en aan de Riviera en in Italië. En minachtend halen we de schouders op over wat er om ons heen te zien is, glimlachen voornaam, wanneer een ander van mooie wandelingen roemt. Wat zou het ook zijn? Neen, dan moet je in Lucern wezen of in Zurich of aan de golf van Napels. Hier is alles vlak en kaal en zonder schoonheid. En toch, toch, ondanks dat konden we van dat land met zijn wijde horizonten en machtige wolkenluchten, met zijn kleurenrijkdom van wolken en oude huizen, met zijn bloeiende boom gaarden en overhuifde weggetjes, met zijn glan zende vaarten en buigende bruggetjes. Het is alleen maar, dat we voornaam willen doen over Zwitserland en luxe-treinen of, dat we anderen napraten, die zeggen, dat het niet mooi is hier of ons schamen om van de schoonheid van ei gen land te praten in vrees voor onbereisd te worden aangezien. Maar in het diepst van ons wezen is dat wijde,, vlakke land ons lief. We voelen ons thuis op de verre, kleurige weilan den, wij kennen de weggetjes langs den vaart- kant, waar we tusschen de wilgen geloopen hebben, als het water naast ons blonk in het heldere maanlicht. De oude steegjes kennen we met overhangende gevels en de sloppen en smalle straten met haar kleurigheid van rood en groen en blauw. Zouden we het dan niet toejujehen, wanneer er een bond gevormd wordt tot be houd van de schoonheid van stad en land, een bond «Mooi Nederland®? We kunnen niet roe pen: sieve de Koningin® en onverschillig zijn voor eigen vaderland en voor het mooie, dat dat land siert. Is het werkelijk gemeend ons juichen, wanneer de Koningin door Amsterdam ’s straten toert, of het mollige gezichtje van prin ses Juliana voor de ramen van het paleis ver schijnt, dan moeten we ook juichen, zij het dan ook in het verborgen, wanneer te Amsterdam een bond wordt opgericht tot behoud van Ne- derland’s schoonheid. Daarvoor zijn de vorige week te Amsterdam, nog voor Koningin en Prins daarin hun glori eusen intocht deden, de voorbereidende maat regelen genomen. Op een vergadering is de wenschelijkheid besproken en besloten een cir culaire te zenden aan een aantal vereenigingen met het verzoek een afgevaardige te zenden naar een vergadering, die Woensdag 8 Juni te Amsterdam gehouden zal worden. Op die ver gadering moet dan door de deelnemende veree nigingen een bond worden gevormd met het besproken doel. Laten we hopen, dat hij tot stand komt. een geboorte en van een begrafenis, verloving en van een trouwpartij en echtscheiding soms. Maar nu is er en algemeen feest gevierd. Dat is «Branden®, lacht deze zonnevriendin, «nu -1 i.ll— _j er als je blieft maar altijd instaan en als je een I menschenmassa had zich tot aan den ingang de Nieuwestads vaart en het Bergumermeer, BEGONIA CEMPERFLORENS. Enkelbloemige Begonia. Niemand zou ’tgelooven, maar voor vijf enkele centen kunnen wij een jonge plant koopen, die jaren lang winter en zomer doorbloeit, als wij er goed op passen. Van laatst Mei tot begin September groeit ze ook prachtig in den vollen grond en maakt daar zelfs veel rijp zaad, waar van wij in een warmen broeibak, maar ook in Juni binnenshuis, veel jonge plantjes kunnen kweeken. Bovendien kunnen wij takjes er van stekken. Deze plant komt uit Brazilië, maar bloeit toch zelfs in een matig warm vertrek den geheelen winter door, als ze maar vlak voor ’t raam komt te staan en veel zonneschijn krijgt. «Zonneschijn in den winter vraagt zeker menig lezer, die in een groote stad woont Ja, dit is niet zoo heel gemakkelijk. De meeste huizen zijn daar hoog en de straten niet zoo breed, dat de zon ook in November, De cember en Januari door de vensters schijnt. In de breedste straten echter kunnen we den ge heelen winter van den heerlijken zonneschijn genieten, als wij aan de straatzijde een kamer op het Zuiden hebben. Aan den achterkant van het huis komt de zon dan toch meestal niet binnen, ook, al ligt die op het zuiden, omdat breede veranda’s dit beletten. In den zomer is de zonneschijn ons wel eens wat te warm, maar hiervoor is wel raad en het duurt niet langer dan 4 maanden (van half Mei tot half September). Van die vier maanden was ’t in 1909 geen vier weken warm weer met veel zonneschijn, zoodat we in de schaduw gingen. De overige 48 weken vond ieder den zonneschijn heerlijk en was er dankbaar voor. Gemiddeld kunnen we rekenen, dat van de vier warmste maanden zoowat twee heeten zonneschijn meebrengen. De zonneschijn, die er de overige tien maanden te genieten valt, is niemand te warm, die niet «zonneschuw® is. Zijn we niet zoo gelukkig, in een huis te wonen waar de zon eiken dag lang schijnt, als de wolken haar niet bedekken, dan zetten we deze Begonia’s op de zonnigste plaats in ons huis. «En als de zon erg brandt?® schijnt de zon eerst recht lekker I Laat mij Het vertrek der Vorstelijke Familie. Voor Amsterdam is een feestweek teneinde gespoed, ’t Bezoek van de vorstelijke Familie is weer afgeloopen. Gistermorgen 9 uur reden de hofkoetsen onder luid gejuich der menigte naar het station. H. M. de Koningin was gekleed in een beigekleurig mantelcostuum, terwijl de Prins generaals-uniform droeg. In de Koninklijke wachtkamer van het Oen- traal-station waren de autoriteiten, met burge meester Roëll aan het hoofd, ter uitgeleide samengekomen. Alsvorens de wachtkamer te verlaten, zegde II. M. burgemeester Roëll dank voor de schitterende ontvangst Haar en Haar Huis bereid en verzocht den burge meester Haren dank aan de hoofdstad te willen overbrengen. Daarop stelde zij het hoofd der gemeente een bedrag van f 3000 ter hand ten behoeve der Vereeniging van Armbesturen, f 500 voor het politiefonds en f 50 voor het diamantbewerkers-weduwen- en -weezen fonds. Toen de deuren van de wachtkamer ge opend werden steeg een luid gejubel uit de menigte in en vóór het station opoogen- blikkelijk daarop begaven de Vorstelijke Be zoekers zich in het salon rijtuig en terwijl de trein, luide toegejuicht, zich in beweging zette bleven H. M. de Koningin, Prins Hendrik en het Prinsesje op den arm van zuster Marting op het achterbalcon zichtbaar, de groeten en toejuichingen van de talrijke menigte met wedergoet beantwoordend. H. M. de Koningin-Moeder vertrok om 11.04 naar Soestdijk, eveneens uitgeleide ge daan door burgemeester Roëll en enkele auto riteiten. Voor Haar vertrek had H. M. de Koningin Moeder nog een bezoek gebracht aan het Wilhelmina-gasthuis, waar H. M. in de con- gregatie-zaal van het nieuwe zusterhuis door dr. Jitta ontvangen was geworden. Het doch tertje van dr. Jitta bood H. M. bloemen aan. Het geheele gebouw werd bezichtigd en op de bedjes der zieke kinderen werden ge schenken neergelegd. Bij Haar vertrek uit Amsterdam werd H. M. de Koningin-Moeder eerbiedig door de menigte gegroet. De aankomst op het Loo. Precies op tijd 10.52 uur arriveerde Nauwelijks de Bergumermeer gepasseerd, be de Koninklijke trein op het Loo. Een dichte gon ERICUS. Vragen en Antwoorden. (Zend uw vragen per brief of briefkaart aan Ericus, Amsterdam, dan komen ze wel terecht. Ds antwoorden worden kosteloos gegeven en abonné’s van Friso behoeven geen postzegel voor antwoord in te sluiten. Naam of woonplaats worden zelfs met den voorletter niet vermeld.) Vr. Hoe moet men kanaries laten broeden A. In een broedkooi. Breng er eerst een mannetje in en als dit gewend is, een wijfje. Hang die kooi rustig, licht en luchtig en geef er hooisprietjes, droog mos en veertjes in. Voeder veel kanarievoer in een afzonderlijk bakje, leg een paar stukjes sepia in de kooi, eiken dag wat groen en overigens best zang- zaad. Knip eiken dag voor eiken vogel een paar hennepzaadjes stuk en zie toe dat elk er wat van krijgt, vooral niet meer dan 3 elk per dag. Als ze paren, behoeft het niet meer. Vr. Hoe voedert en honden A. Koop het werkje Assen). Daarin vindt u Vr. Ik wou nog zoo geurige struikrozen hebben, die met ochtend zon tot 10 uur en avondzon van 11 uur af toch rijk kunnen bloeien. Welke moet ik dan ne men en hoe moet ik ze 'planten A. U koopt »La France® rozen. Bestel ze uw tuinman «in pot gekweekt en met knop®. Deze heeft er provisie van en ’t komt u nog goedkooper. Laat hem ze met pot en al planten en in het najaar uit de potten in den vollen grond zetten. Veel gieten en sproeien. ERICUS. van het Koninklijk paleis opgesteld, Toen het salonrijtuig in het zicht kwam, stegen luide hoera’s op, die krachtiger werden toen Prinses Juliana zichtbaar werd. Op den arm van zuster Marting werd het Prinsesje naar het paleis gedragen. Het viel op zoo vermoeid als H. M. de Koningin er uitzag. De nieuwe Minister van Justitie. De heer mr. E. R. H. Regout aanvaardt aanstaanden Dinsdag de portefeuille van Justitie, na ’s daags te voren door H. M. de Koningin op het Loo te zijn beëedigd. Dr. A. Kuyper. Naar «het Vad.« verneemt zal dr. A. Kuyper de vergaderingen van de Tweede Kamer niet bijwonen, vóór de eereraad een uitspraak heeft gedaan. Montfoort in rep en roer. Heel Monttoort stond in rep en roer. Bij Jan bleek des nachts een ploeg gestolen te zijn, bij Klaas een wagen, bij Gerrit een tobbe, bij Hendrik een paar raderen, bij Flip enz. enz. enz. Jan, Klaas, Gerrit, Hendrik en Flip en verdere slachtoffers klaagden des morgens elkaar hun nood over de verregaande brutaliteit, tegenwoordig door de langvingers aan den dag gelegd. Men zou dit, men zou dat...! Men zou echter niets, want spoedig bleek, dat de politie al de verdwenen voor werpen die men onbeheerd des nachts onder den blooten hemel had laten staan, meege nomen had. Jan, Klaas enz. enz. togen nu in optocht naar het Gemeentehuis, waar zij hunne respectieve eigendommen terugkregen, plus een gratis-uitbrander. Wilde zwanen levend gevangen. De heer J. Reuvers te de Cocksdorp op Texel is er in geslaagd twee wilde zwanen levend te vangen. Nadat hij eerst eenige dagen de sluwe vogels in een sloot van voedsel had voorzien, werd deze sloot met vlechtdraad overdekt. Toen nu de vogels wederom argeloos op het voeder af kwamen, werden zij gevangen als eenden in de pijp van een eendenkooi. Aan ’t nieuwe moet men wennen. Dat ondervinden de menschen te Groningen ook met de electrische tram. Op één dag, n.l. eergisteren, kwamen niet minder dan vier botsingen voor. Eerst met den wagen van een melkinrichting. Het paard op hol en de melk over straat. Toen met een steenkolen wagen lantaarn beschadigd en glasruit inge drukt. Daarna met een losloopend paard het dier bloedde uit den bek. Eindelijk met een voermanswagen, wat goed afliep. Goede vangst. Een rechercheur heeft in den winkel van den goud- en zilverkashouder M. M., op den Goudschenweg te Rotterdam, aangehouden een zwerveling G. H. P. Y., in een logement in de Peperstraat verblijf houdende. Hij was bezig met het verkoopen van een paar gou den krullen van een hoofdijzer, een zilveren snuifdoos, een dito sigarenpijp en een flacon, toen de rechercheur binnentrad, wiens aan dacht op den winkel gevestigd werd, door dien drie haveloos uitziende personen daarvoor stonden. Dit drietal is later ook gearresteerd zij hielden mede in de Peperstraat verblijf. Gebleken is, dat de gouden en zilveren voor werpen, die te koop aangeboden werden, af komstig zijn van een diefstal door middel van braak ten huize van een weduwe te Putters- hoek gepleegd. Ook andere voorwerpen, waarvan er een paar op het Alkemadeplein in beslag genomen zijn alsmede een bedrag van f 126, zijn bij die weduwe gestolen. Men vermoedt, dat de aangehoudene zich ook schuldig gemaakt heeft aan de berooving van een zeeman, die de vorige week in de Boompjes geschiedde. Daarbij werd een hor loge gestolen. Stoomboot gekanteld. De stoomboot «Harmonie II® welke dage lijks de melk vervoert van de zuivelfabriek te Kootstertille naar Leeuwarden, vertrok Maandag op den bepaalden tijd. Ze zou echter niet ter bestemder plaatse aankomen. Het is feest geweest in Amsterdam en de menschen hebben pleizier gehad. Dat laatste is natuurlijk. De meeste menschen houden van feestvieren en maken daarom overal een feestje van, van van een van een openbaar nog wat anders dan die particuliere feestjes. Als je zoo op eigen gelegenheid een feest organiseert en een of meer dagen vacantie neemt, dan heb je altijd zoo’n gevoel, wanneer je de menschen om je heen zwoegen en slaven ziet als een schooljongen, die spijbelt. Die geniet ook van zijn welige vrijheid, terwijl hij door de kleurige weilanden loopt en aan den rand van den weg snoeken strikt, of in de drukke steden straten op z’n gemak de rumoerige levendig heid aanziet. Maar soms benauwt het hem toch wel even, als hij aan het muffe schoollokaal denkt en aan zijn makkers, die daar nu zitten, over hun werk gebogen. Hij weet, dat hij daar eigenlijk ook zitten moest en dat de vrijheid, die hij nu geniet, hem niet toekomt, hij er waar schijnlijk later voor boeten zal door langer schoolblijven of meer werk. Een mensch, die op eigen gelegenheid vacantie neemt en feestviert, maar rondom zich het dreunen hoort van het werkzame leven, heeft ook wel soms het gevoel, dat hij eigenlijk thuis behoort in die bezigheid om hem en straks zal moeten boeten voor de vrijheid, die hij nu ge niet. De drukke bewegelijkheid om hem, het zwoegen en slaven van duizenden, herinnert hem aan den moeilijken strijd van het leven, aan eigen zorgen en moeiten. Hij is er niet heelemaal uit in de blijheid en onbezorgdheid en lachende vreugd. Maar op algemeene en openbare feestdagen is dat anders. Dan ziet hij ’s morgens al, als hij zijn hoofd buiten steekt, de mooi-aangekleede menschen met den lach van blijde onbezorgd heid op het gelaat, en de wapperende vlaggen en de versierde straten, en hoort hij het schet teren van muziekfanfares. En wanneer hij buitenshuis komt, de straat op, merkt hij niet meer den zwaren gang van werkers en sjouwers noch den zenuwachtig-gehaasten stap van jach tende zakenmenschen. Is het niet veeleer, of de menschen gaan in den lichten cadans eener dansmaat? En onwillekeurig gaat hij zelf ook krachtiger stappen en vroolijker. Hij kijkt om hoog naar de zwierende vlaggen en hooger naar de blauwe lucht, waar de zon lacht, en om zich heen, waar de menschen vroolijk zijn en glim lachen. Is het leven dan niet zonnig en vol luchtige blijheid Zijn er nog zorgen en lastige arbeid Hij weet er niet van. Het geroezemoes van de feestelijke menschen drijft hem de ge dachten eraan uit het hoofd. En het feestelijk aanzien der dingen doet hem leven in een Wijdere wereld. Dat is het opwekkende van zulke feestdagen, als ze in Amsterdam gevierd hebben. De men schen leven weer eens op, verbeelden zich een paar dagen, dat het leven wat anders is, dan de tredmolen van dagelijks in denzelfden een- tonigen maat terugkeerende bezigheden en moeiten, dat ze er zijn om naar de zon te kijken en naar de wuivende boomtoppen en naar de volgehangen straten, waar de kleuren schitteren van het rood, wit en blauw. En als de Konin gin voorbijrijdt in de statige calèche met voorop de kleurige voorrijders en achter haar de def tige palfreniers, als de hoeven der paarden kletteren over het plaveisel en de groote ruiter sabels van het escorte flikkeren in den zonne schijn, dan juichen ze hun blijheid uit, omdat het leven zoo wonderlijk is van kleuren en ge luid en omdat het de Koningin is, die daar voorbijtrekt, en de Prins en het jonge Prinsesje. Want die Koningin, dat is immers het symbool der eenheid van alle Nederlanders in haar is de Nederlandsche nationaliteit als ’t ware verpersoonlijkt. En als ze roepen«leve de Koningin®, dan bedoelen ze ook en misschien meer nog: «leve Nederland leve het vaderland®. Want dat vaderland hebben ze immers lief, al weten ze het vaak zelven niet, dat land, waar ze gegroeid zijn, en waaraan al hun herrinne- ringen verbonden zijn, en dat volk, waarvan ze zich een deel voelen. Dat is niet de vaderlands liefde, die hun geleerd wordt, niet het begrip, waarvoor men hen getracht heeft warm te ma ken, toen men hun vertelde, dat het plicht was van ieder burger zijn vaderland lief te hebben maar het is de onbewuste liefde, die uit hun eigen leven is omhoog gegroeid de liefde voor het eigene, voor wat vast in hun leven hoort en als een stuk van hen zelven is. liefde voor eigen nationaliteit eigen land. Och, we smalen wel graag eens op ons wa terland je, vooral in gure voorjaarsdagen en in NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD voor de Gemeenten Workum, Demelumer Oldephaerl en Noordwolde.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1910 | | pagina 1