i p I Hindeloopen en Stavoren. Over dit en dat. 1 37ste Jaargang. ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1910. No, 38. Officieel Gedeelte. Binnenlandsch Nieuws. 1 i Land- en Tuinbouw. ■I 4. 5. 6. 7. de gemeente-begrooting 8. 9. -r 1 Et»- 1. 2. 3. Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd volgens art. 25 der Wet van 8 Juni 1881, Staatsblad no. 124. Een plaats in ons land waar ’t goed wonen is. Vele duizenden jaren geleden reeds, toen de aarde nog zeer dun bevolkt was, wilden allen »op een hoop” zitten en een toren bouwen, om Tweede Kamer. De eerste vergadering van de Tweede Ka mer in het nieuwe zittingjaar zal gehouden worden Dinsdag 20 Sept., ’s nam 3 ure. In deze zitting zal de Staatsbegrooting voor 1911 worden aangeboden en de opgave voor het voorzitterschap worden opgemaakt. Het Belgische Koningspaar. Donderdag is het Belgische Koningspaar in Amsterdam aangekomen. Het blijft daar tot heden Zaterdag. Fraai herfstweder, bijna zomerweer, begunstigt dit bezoekzoodat overal een talrijke menigte op de been is om getuige te zijn van de ontmoeting, hartelijke begroeting en verschillende bezoeken die worden afgelegd en de feestelijkheden die plaats hebben ter eere van dit hoog bezoek. De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij abonnement belangrijk lager. De BURGEMEESTER van Hemelumer Olde phaert en Noordwolde maakt bekend, dat door hem eene vergader ng van den Raad dier ge meente is belegd op Zaterdag 17 September a.s. ’s voormiddags 91/2 uur, ten gemeentehuize te Koudum. Koudum, 13 September 1910. De Burgemeester voornoemd, P. ERINGA. Punten van behandeling: Notulen. Mededeelingen. Aanbieding van de gemeente-begrooting voor 1911. Idem van de armvoogdij-begrootingen voor 1911. Ontheffing van de verplichting tot het geven van onderwijs in vak j. aan de O. L. School te Nijega. Verzoek van mej. T. Zijlstra om ontslag als ondei wijzeres aan de O. L. School te Warns. Wijziging van voor 1910. Voorstel tot intrekking van het besluit tot wijziging van de schoolgeldverordening. Behandeling van het suppletoir kohier van Hoofdelijken Omslag, dienst 1910. Uitgave van T. GAASTRA Bz., firma H. BRANDENBURGH Zoon te WORKUM. werden gegeven, 209.440 K.G.in 1909 247.848t/2 K.G. Overal is de fabriek, zoowel te water als te land, gemakkelijk te bereiken, want de vaarten en wijken zijn in de wouden geregeld op diepte gehouden, het voor rivierwater zui vere en heldere Maaswater, dat te Maastricht wordt ingela'.en, stroomt er door en nergens wordt het verontreinigd. Op eigen kosten heeft de wakkere maat schappij deze vaarten en wijken laten graven en onderhouden, soliede en gemakkelijke draai bare, nette bruggen aangebracht, degelijke grindwegen aangelegd, van het station Helena- veen af tot aan het dorp, anderhalfuur vandaar, ’t Ziet er welvarend, gezellig en beschaafd uit, een groote oase te midden van de uitgestrekte heide, waardoor de gronden der Maatschappij omgeven worden. De rogge zelfs (meest Pelkuser) is er bij de stortbuien, die op wolkbreuken geleken, niet gaan «legeren” en leverde veel best en hard stroo, dat nu zoo duur verkocht wordt, en een Hinken oogst, best graan. Ook de haver is er best. I De aardappelen, die overal elders meestal dezen tot middelpunt van hun bewoonde streek I weinig opleveren en dan nog veel «zieke” heb- Het zijn gewoonlijk niet de besten, die zich het luidruchtigst doen gelden. Wij zijn daarvan zoozeer overtuigd, dat we die waarheid zelfs in een spreekwoord hebben vastgelegd. Ik wil daarmee niet zeggen, dat spreekwoorden altijd een uitdrukking der waarheid zijn. Maar zij spreken toch een algemeene ervaring uit. En I tijd we mogen du; aannemen, dat de menschen sinds pleizier op een lange reeks van jaren ondervonden hebben, dor dat holle vaten het hardst klinken. 1 Maar datzelfde wat van vaten gekit en wat we op de menschenwereld toepasselijk hebben verklaard, is ook over ’t algemeen waar in de dierenwereld en zeker in het bijzonder van die der vogels. Het zijn waarlijk niet de beste zan gers, die het meeste lawaai maken. Ongelukkiglijk zijn wij van die lawaaimakers het ruimst voorzien. Onze vogelenrijkdom is niet groot, en wordt er niet grooter op, nu zoo langzaam al onze poelen en plassen worden ingepolderd. Waar schijnlijk ligt het aan het gebrek aan veel hout gewas in de voornaamste deelen van ons land. Enkele provincies uitgezonderd schijnen wjj den grond te goed te achten voor boomen of te zeer noodig te hebben voor onze koeien. Er zijn streken in Friesland en Noord- en Zuid-Holland vooral, waar buiten den kom der dorpen boo men langzamerhand tot de rariteiten gaan be- hooren. Maar vogels houden nu eenmaal van die rariteiten, schijnen ze evenzeer noodig te hebben als een goede Hollander van het platte land zijn sloot achter het huis. Daarom zoeken ze de plaatsen, waar die rariteiten geen rari teiten meer zijn en laten ons alleen. Maar een vogel is er toch, die ons niet in den steek laat. De musschen behooren bij het Hol- landsch landschap even goed als de koeien en veel meer dan de windmolens, waarmee de vreemdeling onze vlakten in menigte gestoffeerd denkt. Er is geen boom, geen dakgoot haast, waar je ze niet ziet. En nog meer hoor je ze. Want zij schijnen zich maar moeielijk stil te kunnen houden. Zij zijn net als de Hollandsche slagersjongens overal bij. Er kan geen relletje zijn, of een paar musschen zitten toe te kijken of fladderen er brutaal om heen. En evengoed als de slagersjongen voeren ze overal het hoogste woord. Tot nu toe zijn wij nog niet in staat hen te verstaan, maar ongetwijfeld hebben ze de gewoonte om over alles wat er voorvalt luide te discussieeren. Is er in de menschenwereld niets dat hun aandacht trekt, dan hebben ze blijkbaar altijd onder elkaar wel wat uit te ruziën. Daarbij geneeren ze zich in het minst niet, dat in het publiek te doen. Zelfs in ver laten, zonnige straten, waar ieder ze zien en hooren kan, vechten ze luid-kwetterend en schijnen nog boos, wanneer een voorbijrijdende wagen hen in hunne ruzie komt storen, ’t Lijkt trouwens wel, of ze voor de menschen een bij zondere minachting hebben. Niet alleen, dat ze zich bij het behandelen van hun familie aangelegenheden niet in het minst aan ’s men schen aanwezigheid storen, maar integendeel bij voorkeur vlak voor zijn deur hun oneenigheid onder luidruchtig lawaai uitvechten. Zij drukken hun minachting nog sprekender uit door hem dikwijls met geniepig pleizier wat op zijn nieu we hoogen hoed of zwarte Zondagsche pak mee te geven, juist als hij zich eens bijzonder mooi j waant en in trotsche zelfbewustheid b.v. over 1 het Frederiksplein te Amsterdam of het Beurs plein te Rotterdam voor zijn medemenschen te kijk wrndelt. Bovendien schijnen ze te meenen, dat de mensch eigenlijk in hun dienst slooft en zich af beult. Zonder een oogenblik van aaize- ling of de geringste bekommernis om het eigen domsrecht, dat wij toch met zooveel moeite in dikke wetboeken geregeld hebben, strijken ze op pas bezaaide landen en. in zorgzaam onder houden tuinen of op boomgaarden neer. En ook daarbij geven ze van hun minachting voor de menschen duidelijke blijken. Andere vogels hebben nog respect voor den versleten zwarten jas van den tuinman, die om breed uitgestoken armen hangt en voor zijn ouden, roodgeworden hoed zonder rand, die boven den jas prijkt, maar zij gaan, als wilden ze den mensch in zijn gezicht uitlachen, driestweg er boven op zitten, pikken erin, houden er, als dat zoo uitkomt, hun luidruchtige vergaderingen, ’t Is dan voor dien mensch ook wel om tureluursch te worden. Maar ze mogen het zich dan verbeelden, werke lijk voor hun pleizier en om hun aan eten te helpen werken we niet. We doen het tot nu uitsluitend voor ons zelven en, zoolang we niet gedwongen worden niet eens voor onze mede- menschen. Het schijnt echter moeielijk, dat den musschen aan ’t verstand te brengen. Er zit dus wel niet anders op dan ook hen te doen ondervinden, dat wie niet leeren wil, maar voelen moet. We doen dat bij gelegenheid al langen tijd. Maar in Noord-Holland schijnen ze van plan dat spreekwoord nu eens systema tisch in toepassing te brengen. Daar in den polder Heer-Hugowaard heerscht een werkelijke musschenplaag, zooals wij dat zouden noemen. De musschen hebben daar natuurlijk een andere opvatting van. Die zullen waarschijnlijk overlegd hebben, dat hun arbei ders, de menschen, in die streek blijkbaar het ijverigst zijn, of althans het meest succes van hun werk hebben. Daarom hebben ze doen bekend maken, dat land- of beter lucht-ver- huizing naar den Heer-Hugowaard aan te bevelen was. Wij menschen hebben echter dezelfde eigen aardigheid als de musschen. Wij rekenen al- 1 naar ons toe, en meenen, dat alles voor ons de wereld is. Zoo hebben op ini tiatief der afdeelingen van de Holl. Maatschij. van Landbouw de belanghebbenden in Heer- Hugowaard besloten een musschengilde op te richten. Maar dit gilde voorspelt voor de mus schen niet veel goeds. Het wil een algemeene verdelgingsoorlog tegen het musschenheir or- ganiseeren en verwacht daarbij groote deelne ming. Waarschijnlijk zal het in die verwach ting wel niet bedrogen worden. Als het voor hen zelf en tegen een ander gaat zijn de men schen altijd zeer ijverig. Het musschengilde stelt zich voor, dat bij een heffing van 50 ets. per H.A. al ettelijke duizenden musschen opge ruimd zullen kunnen worden. Wat de musschen daar wel van zeggen zullen! Maar het is, niet alleen voor hen, niet te hopen, dat het Noord-Hollandsch voorbeeld al gemeen navolging zal vinden. Hoe brutaal en aanmatigend de musschen ook zijn, wij moeten toch niet vergeten, dat zij bijna de eenige vo gels zijn, die ons overal, zelfs waar nauwelijks een boom of een watertje te bekennen valt, en ten allen tijde, zomer en winter door, trouw blijven. Het zou dus jammer zijn, als we hen ook nog missen moesten. Laten we dan, als het toch moet, tenminste wachten tot het vlie gen meer algemeen geworden is. Als langza merhand ieder zijn vliegtoestel in zijn schuurtje achter het huis ten gebruike gereed heeft staan, is er tenminste geen gevaar meer, dat de lucht, bij gebreke aan musschen, ontvolkt zal zijn. Voorloopig is het nog zoover niet. Telkens blijkt, dat de vliegkunst nog in haar kinder schoenen staat. Voortdurend eischt zij nog offers. Dat zijn de offers, die ten bate van ons allen vallen, zooals iedere wetenschap en iedere nieuwe vinding die eischt en zonder welke we er nooit komen, nooit vooruitkomen. Hoe zou de vlieg kunst zich kunnen ontwikkelen, wanneer er geen menschen waren, die hun leven in de waagschaal wilden stellen. Daarom heeft het toch wel zin voor het eerste offer, dat op Ne- derlandschen bodem gevallen is, voor den eer sten Nederlander, die met zijn leven den weg naar verderen vooruitgang heeft willen helpen openen, een monument op te richten, zooals men dat nu voor den jonggestorven van Maas dijk, den eersten Nederlandschen vlieger, gaat doen. Dat is wat anders dan een hulde aan de sport. Dat is geen eer ook aan den omge komene in de eerste plaats. Het is een monu ment veeleer voor de slachtoffers van weten schap en technischen vooruitgang. Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Ny verheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78, Amsterdam te nemen. Verder wou niemand zich neerzetten, ja, overal moest men den zeer hoogen toren in het gezicht houden en zich daarvan nooit verder verwijderen. ’t Had een voordeel. Men ging althans niet in Brazilië, Canada en elders zijn geluk zoeken, om doorgaans ongeluk te vinden. Maar ’t had een groot nadeel, omdat de menschen zich om dien toren verdrongen en elkander een smensch- waardig bestaan” bijna onmogelijk maakten. Veel wijzer zijn de menschen nog niet ge worden. Of ze zitten op hoopen, als bijen zwermen en verstikken elkander of ze gaan zich neerzetten in landen en werelddeelen waar zij den aard van den grond, van de menschen en van de handelsbetrekkingen niet kennen, ja, waar menigmaal de taal hun zelfs geheel vreemd is. ’t Is hollen of stilstaan en dat is beide verkeerd. Velen weten niet, dat er in ons eigen land nog zooveel grond is, die bepaald vruchtbaar wordt, zoodra de structuur maar goed is. Die grond scheurt niet bij droogte of vorst, zooals klei en veen van slechte structuur, droogt niet terstond uit als zandgrond, levert elk jaar geregeld een flinken oogst, als men hem slechts verstandig behandelt en is zoo weinig aan on- gunstigen invloed van slecht weder onderhevig, als eenige grond slechts zijn kan. Dat is dal grond, die overal uitmuntende afwatering heeft, van 70 cM. tot 1 M. boven peil is, dus altijd droogt ligt, zwaar bezand en innig vermengd is, zoodat de grond niet scheurt, goed dvorlatend is en nooit pappig wordt. Zoo’n grond is altijd goed te bewerken, vordert niet te veel van menschen bij het spitten voor den tuinbouw, bij het ploegen voor den landbouw en is werke lijk een ideaal voor beiden. Wat veengrond, die aan zulke eischen vol doet, kan opleveren toonen onze veenkoloniën in Groningen en Drente, niet een of twee jaar, doch meer dan een menschenleven. Doch ook hier kwamen de menschen elkaar verdringen en worden voor menigeen de levens voorwaarden minder gunstig. Wel hebben zij gemakkelijk en goedkoop vervoer te water en te land, wel brengen zij de nieuwste uitvin dingen in toepassing, maar de pachtsommen worden hier en daar werkelijk te hoog. Dit laag en hoog is betrekkelijk. Een pacht som is nooit te hoog, zoolang de pachter, behalve die som, elk jaar nog zooveel uit zijn grond maakt, dat hij er niet alleen behoorlijk van leven kan met zijn gezin, maar nog wat over kan houdt n. Maar er is een grens aan alles en die grens wordt hier en daar reeds nu over schreden. ’t Zal nog erger worden, als de menschen maar steeds door tegen elkaar op blijven bieden, ’t Ergste is er wel, dat in vele streken de lucht eenige maanden van het jaar bijna niet geschikt is om in te ademen als de aardappelmeelfabrieken het water zoo erg ver ontreinigen, dat de dikke laag drijvend vuil soms in brand geraakt. Toen ik nu weer twee dagen te Helenaveen doorbracht, trof het mij opnieuw, hoe geschikt deze zuidelijke veenkolonie in De Peel is, om onze noordelijke te ontlasten, helaas echter maar voor een zeer klein deel, want zij beschikt slechts over 1000 H.A., juist genoeg voor een groot, welvarend dorp. Er zijn nu nog geen 1000 inwoners, dat is nauwelijks 1 per H.A. Zoo ruim nu behoeft men niet te wonen. Geen gemeente- of hondenbelasting, geen tollen, geen bruggelden. Er kunnen gemakkelijk 10.000 menschen bestaan als zij een voldoend bedrijfs kapitaal hebben en den land- ep tuinbouw kennen. Van de groote boerderijen is het be drijf daar in hoofdzaak landbouw en veeteelt, zuivelbereiding en varkensfokkerij. Volgens de eischen des tijds is er een uitmuntende coöpe ratieve zuivelfabriek, waar de melk naar het vetgehalte betaald wordt en de ondermelk en de roomkarnemelk terug gegeven worden voor Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents Per post 0 65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur. ben, geven er een best beschot van consumptie aardappelen, die altijd gaarne door Duitsche handelaars gekocht en goed betaald worden. Gras en klaver gaven veel hooi, dat best gewonnen werd, overal, waar men van klaver- ruiters gebruik maakte. Prachtige mangel- wortelen (voederbieten) van buitengewone lengte en dikte en met kerngezond loof overtuigden tevens zelfs den meest wantrouwende van de vruchtbaarheid van den grond. Het kali- syndicaat te Utrecht heeft er een bemestings- proefveld sedert twee jaar en de Maatschappij een aardappelproefveld. «Huizen zijn kruizen,” zegt de landheer vooral nu, met de Woningwet, maar alle huizen zijn er nu reeds volgens de eischen dier wet ver anderd, zijn bovendien gemakkelijk, gezellig en doelmatig ingericht. De schuren, stallen en kelders laten niets te wenschen over. Onder de gemetselde stallen zijn groote ierkelders, die een schat van uitmuntenden vloeibaren mest leveren, welke altijd te pas komt. Ook de mestvaalten zijn heel doelmatig. Een onderlinge vereeniging verzekert ook het vee even billijk, als vertrouwbaar, een onderlinge brand waarborgmaatschappij alle overige bezit tingen van landbouwers en warmoezemers. Beschermvrouw is H. M. de Koningin-Moeder. De Etnmahoeve is de grootste boerderij met 19 H.A. ont jonnen grond, waarbij 5 H.A. weide en nog 18 H.A. die in cultuur kunnen worden gebracht. De Maatschappij ontgint en ontziet daarbij geen kosten. Als de grond sploegklaar” is en voldoet aan de eischen, die aan ligging, structuur, bewerking en afwatering mogen ge steld worden, krijgt de landbouwer deze in gebruik. Op de Etnmahoeve worden 23 a 24 koeien, 2 paarden en 20 varkens gehouden. De Wil- helminahoeve, die 25 H.A. groot is, heeft 17 H.A. ontgonnen grond, waaronder 3 H.A. weide. De Julianahoeve heeft 23 H.A. grond, waaronder 14 a 15 H.A. ontgonnen en 2 H.A. weide. De Prins Hendrikhoeve is in aanbouw. Groote regenbakken van beton geven drinkwater voor den mensch. De kleinere bedrijven van ll/2 tot 8 H.A. zijn eenvoudige, maar toch ook doelmatige en gezel lige huizen van warmoezeniers, waarvan de grootere ook vee- en paardenstallen en varkens hokken bevatten, alles met inputten en regen bakken (voor het vee Maaswater met pomp in gemetsel le drinkbakken). Hier verbouwt men alles, wat de Duitsche markt wenscht en goed betaalt. Ook de tuinders hebben een onderlinge handelsvereeniging. Bij de volkomen veiligheid, die steeds gehandhaafd kan worden, legt ieder zijn balen, zakken of manden maar aan de vaart neer. De schuit neemt ze wel op en brengt alles aan het station. Eens per week wordt afgerekend. Zelfs met doperwten, die overal zoo tegen vielen, werden fliuke winsten gemaakt. Een halve H.A. daarvan, die erg meeviel, gaf f 400 winst. Mest en zaad .worden coöperatief aan geschaft. Vervroegde cultuur is er nog bijna niet. Een eigenaardig loonend gewas is hier ook de spekboon, als ’t ware een kruising tus- schen reusachtige sperzieboonen (heerenboonen) en smalle snijboonen. Ze worden gekweekt aan rechtopstaande stokken en dragen veel. Augurken worden ook veel verbouwd en goed verkocht. Er is nu ook een aanvang gemaakt met knol selderij. Onder de peulen bevindt men zich ’t best bij de krombekken, een keurige, malsche soort. Alle andere groenten die ik er zag, stonden zeer goed. Ze hebben nooit gebrek aan water en er nooit last van. Zelf heeft de Maat schappij twee schepen voor het vervoer. «De mensch zal bij brood alleen niet leven.” Voor de geestelijke behoeften is gezorgd door twee kerken (een R.-C. en een Prot.) en twee scholen (een openbare lagere en een zusterschool). e Men leeft er in de beste verstandhouding. menschen en vee. In 1908 verwerkte deze j ’t Was mijn doel op dit alles eens de aan- volgens de boeken, die mij welwillend ter inzage dacht te vestigen ter navolging, ’t Is lang niet genoeg bekend. ERICUS. I I 1 Ir NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD voor de Gemeenten Worknm, Hemelumer Oldephaert en Noordwolde,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1910 | | pagina 1