Kennisgeving Emigratie. For de Bern. ZATERDAG 4 MAART 1911. 37ste Jaargang. No. 10. Officieel Gedeelte. Aan onze Abonnés. Aldfamme-lof. Binnenlandsch Nieuws. Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Nijverheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78, Amsterdam 1 FRISO. De Uitgever. kunnen zijn De i land Talsma had zich Zaterdag het dolkmes Eare oan ’e manljue! Hja miene it sa goed, Foaral for de frouljue Steane hja noed. Hja wrotte en wrame Safolle se kinn’. Hwent alles ha s’ oer faek For ’t swier hüsgesin. Hja binne sa hiemfêst En sitte Ijeafst thüs, En nioat se fen hüs soms Dat is hjar in krüs. Hja wolle net foart hast Oft wiif moat ek mei, Oars ha se gjin wille en Alheel net hjar draei. Lang libje de manljue en De feinten der nést Mar ien der fen ha? Né! Hja binn’ my to bést. Uitgave van T. GAASTRA Bz., firma H. BRANDENBURGH Zoon te WORKUM. 1 viel den jongen Senft aan, wien armen en borst en For ’t wiif graech in hantaest Ris dwaen, stean se klear, Hjar hannen hwet lichte Is krekt hjar bigear. Gjin inkeld read botsen Yn ’t süphüs fordwaen, Mar ’t wiif ta in healtsje Hjar wyklean gau jaen. en op een toen een Hja witte ’t, nei Paulus, Is ’t wyfke in swak fet, Dy ’t wol fen ’e man faek Help en steun nedich het. De man wol hjar hoedsje, Hjar earje en ontsjen, De kost wol er winne For hjar en de bern. Eare oan ’e manljue! ’t Bin (b)ingels allyk. En ’k leau wolhja binne Hast all’gjer gelyk. De man wol forstandich Syn wiif biregearje, Hjar lekken fordrage en Hjar deugden waerdearje. En draegt de biswieren En ’t leed mei gedild, En jowt as it tsjinrint Syn wiif noait de skild. Hij is getrouwd en heeft een zoontje 13 jaar. Moedei en kind blijven onver- De man, faek skjinou Fen 't dae^liks bidriuw, Jowt graech syn nachtrest For ’t bernegeskreau. De man is tsjin ’t wiif net Sa fül op it jild, Wol hja ris hwet hawwe: Hy seit: »Nou, den soil ’t!« De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij abonnement belangrijk lager. Wat de laatste jaren wel bijzonder de aan dacht trekt en moet trekken, dat is het groote aantal emigranten, dat van uit ons land en andere landen naar elders vertrekt, voor een groot deel naar Amerika. De oorzaak van deze emigratie is bij velen het zoeken naar, de hoop óp een betere toekomst, dan zij in hun eigen land meenden te zullen vinden. Er zijn er die in hunne verwachting niet bedrogen zijn uitge komen. Er zijn gevallen genoeg dat arme men- schen van hier in Amerika welgesteld, sommigen zelfs schatrijk zijn geworden. Zulke gevallen deden bij zeer vele anderen het denkbeeld ont waken ook derwaarts te vertrekken, om in die verre streken ook geld en rijkdom te bemach tigen. Amerika is volgens veler meening »het land van belofte». Wanneer men het in zijn eigen land niet langer kan uithouden, wanneer daar de eene slag na de andere den ongelukkige heeft getroffen, dan staat er, volgens veler dezer, nog één weg voor hen open: de weg naar Amerika. Moordenaars, dieven en nog meer anderen van verdacht allooi trekken naar Ame rika, vér verwijderd van degenen, die hun ver leden kennen, om dan daar, in dat verre land, een nieuw leven te beginnen of het oude voort te zetten. Ook zijn er, wiens zaken in hun eigen land achteruitgingen en dan daar in Amerika opnieuw trachten te beginnenook zijn er die zich in hun eigen land ongelukkig gevoelden waarvoor vele redenen kunnen zijn om in Amerika, waar alles haast anders is, te trachten zulks te vergeten. Naast de velen, die er met een goeden wil heen gaan, om vooruit te komen, niet bang zijn de handen uit de mouwen te moeten ste ken, naast dezen gaan er ook velen heen, die zich zelven voor werken te goed achten, die meenen dat zulks in Amerika niet behoeft ge daan te worden, die meenen dat ’t daar een tweede Luilekkerland is, waar de varkens met ’t mes in den rug rondloopen en de gebraden duiven hun in den mond vliegen. Maar zoo is ’t niet. Zij, die hier bang zijn voor het werk, behoeven waarlijk ook niet naar Amerika te reizen. Zij zullen daar evenmin slagen rijk te worden zonder arbeid te verrichten. Dit zal nergens gaan, denken we, naar welk oord op den aardbol men zich ook mag begeven. Uit ons land ook, uit ons kleine Nederland, trekken jaarlijks vele duizenden naar *t verre westen. Wij willen ons zelven niet te hoog schatten, maar zouden we onwaarheid verkon digen als we schrjjven dat van die duizenden verreweg het grootste deel ten doel heeft door werken, door hard werken misschien wel, Nederland is dicht bevolkt en zou misschien nog genoeg handen kunnen leveren om die werken uit te voeren, maar een feit is het, dat we langzamerhand vele goede werkkrachten gaan verliezen, die nuttig werkzaam zouden kunnen zijn in ons eigen land en nu andere landen daarmede verrijken. Tot schade van ons i eigen Nederland misschien, neen, zeer zeker! I Hy krige syn lean. Der wie ris in greate, tige ündogenske jonge, dy’t er altyd op üt wie om in oar to pleagjen. Nou wenne der yn ’t selde doarp in dichter, in aide swakke man. Op in kear det dizze dichter oan ’t kuijerjen wie, gyng de greate jonge hinne en smiet de man mei in ein kneppel op ’e rêch en bleau do laitsjende stean. De dichter gyng daliks nei de jonge ta en wie earst hast al fen doel om him in goede ófrekken to jaen, mar hy bitocht him ek, hwent hy woe ek net mei dy doagneat fen in jonge oan ’t wrakseljen. Do sei er: »ik bitankje dy wol feint for dat ’s my mei dy kneppel smietste en nou moeit it my wol mar ik haw net mear by my as in dübeltsje, dat moast mar ha for dyn drokte. Mar as ik dy nou in goede rie jaen mei dan moast him dêrre ek smite, dy scil dy wol better bitelje en mooglik bitellet er ek noch wol for my.» De dichter wiisde wilens op in groue boerefeint. De jonge seach nuver op, dat er in binne om jild to jaen as men hjarren smyt, den wol ik noch ris sjen det ik hwet fortsjinne. Do naem er, sa gau as er koe, wer in ein kneppel, roan er stil mei de boerefeint efternei, en do keilde ’r dizze de stok sa üngenadich op ’e rech dat de fint hast üt it fel sprong fen kjeltme en pine. De jonge bleau stean en tocht: ik scil fen him wol twa kwartsjes krije, sa haw ’k him smiten. Mar de boerefeint koe better ien tille as de aide dichter en jowch de jonge sa’n ófgriselik pak bruien, dat er it ütmoartte. De aide dichter wie krekt oan hjarren ta en sei: ssjesa nou hat er foart ek for my bitelle.» Mar ik siz it it jimme det dy jonge letter in ein bitommele wie. Zij, die in ’t vervolg nog vragen tot Ericus, aan vele handen werk worden gegeven. Amsterdam, wenschen te richten worden ver- gaan^vele goede, arbeidskrachten naar elders- zocht dit niet meer te doen, want hunne vragen blijven onbeantwoord, omdat Ericüs niet meer voor Friso werkzaam is. echter er voor ten dflze verdere stappen te doen. Mond- en klauwzeer. Eergisteren is het eerste geval van mond en klauwzeer in de gemeente Groningen ge constateerd Daar waren 13 runderen op stal, welke dieren alle zullen worden geslacht. In de gemeente Haren zijn drie nieuwe gevallen geconstateerd. In ’t geheel zijn thans voor rekening van het Rijk afgemaakt 190 stuks rundvee, 15 schapen en 9 geiten De in- en doorvoer van mest, stroo en veevoeder uit Nederland is door de Fransche regeering verboden Omtrent het vee is nog n ets bepaald. De minister van Landbouw heeft het ver voeren of doen vervoeren van herkauwende dieren en varkens uit of naar een kring, omvattende de gemeenten Vries, Zuidlaren, Eelde en Peize en het houden van markten, openbare verkoopingen, tentoonstellingen en andere vereenigingen van herkauwende dieren en varkens in dezen kring verboden. Moordaanslag te Haarlem. De schildersknecht W. J. Talsma was al ’n jaar of acht in dienst bij den heer Senft, jalouziënfabrikant te Haarlem. J1 Zaterdag was hem echter aangezegd, dat hij met 14 dagen zijn ontslag had Talsma had al her haalde malen dreigende houding aangenomen in de werkplaats nu eens tegen zijne mede gezellen, dan weer tegen den patroon en ook eens tegen de juffrouw, die in de zaak de jalouziën pasklaar knipt/ Maandagochtend ging Talsma gewoon aan den arbeid, maar telkens als er een van de gezellen kwam, stoof hij naar de trap; dade lijk daarop ging hij dan weer terug, zeggende Nee, jou moet ik niet hebben. De gezellen vertelden dit den patroon, die intusschen ’s namiddags tegen twee uur met zijn 19-jarigen zoon naar de werkplaats ging. Zij kwamen boven en nauwelijks was de zoon in de nabijheid van Talsma gekomen, of deze gooide zijn plamuurmes weg trok een z.g. Zweedsche dolk, aan beide zijden scherp ge slepen en hij steken toebracht in ook in de lies, zoodat de ingewanden naar buiten puilden. heer S. schoot toe om zijn zoon te waarschuwingen door de burgemeesters, ontzetten. Hij werd door Talsma aangegrepen loodwitton geduwd Talsma bracht sneden toe in het gezicht, in de borst, een 5 tal steken in den rug en een snede in de buik. Deerlijk verwond, kon dé heer S door twee personen gesteund, nog naar zijn woning strompelen aan de Nassaulaan, waar een ge neesheer onmiddellijke overbrenging naar het gasthuis gelastte. De zoon werd naar het De dader is te Leeuwarden in 1866 ge- daar bedoeld agentschap zich speciaal boren en heeft vroeger ook te ’s-Gravenhage op het verzamelen van gegevens nopens ar- gewerkt, beidsgelegenheid toelegt zal het waarschijnlijk i van beter dan de consulaire ambtenaren in staat l zorgd achter, zijn belanghebbenden voor te lichten. Gezien den inhoud der missive van den Com- zullen zeer zeker wel slagen in hunne pogingen, missaris der Koningin in deze provincie van I ------v-~‘ den 23 Februari 1911, 3de Afdeeling Statistiek no. 131 (Provinciaal Blad no. 29). Vestigt de aandacht der veehouders op het volgende dat het mond- en klauwzeer dik wijls wordt overgebracht door per sonen, die in aanraking zijn geweest met dieren, welke aan die ziekte leden, b.v. door veehandelaren en dat het daarom aanbeveling verdient geen lieden op de boerderij toe ta laten van wie men vermoeden kan, dat zij de smetstof bij zich kunnen dragen. Voorts is het wenschelijk, dat bijzondere aandacht wordt gewijd aan de schapen, daar deze meermalen het eerst door mond- en klauwzeer worden aangetast en het mitsdien raadzaam is, wanneer deze dieren eenig ver dacht verschijnsel, b.v. kreupelheid vertoonen, dadelijk den veearts te raadplegen. Workum, den 28 Februari 1911. De Burgemeester voornoemd, T. M. ten BERGE. Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents Per post 0 65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur. ij Een vluchthaven te Hindeloopen of te Workum Inzake het verzoek on aanleg van een vluchthaven te Hindeloopen of te Workum, heeft de Schippersvereeniging Schuttevaer van den minister van waterstaat de mededeeling ontvangen, dat, wat Hindeloopen betreft, door gebrek aan medewerking van de zijde der provincie Friesland, voorshands van een ver- verbetering van de haven zal moeten worden afgezien. Wat Workum betreft, reeds in 1908 werd j aan Ged. Staten van Friesland medegedeeld, dat, wanneer dit college bereid mocht zijn mede te werken tot de uitvoering van een plan, waardoor opheffing van de vóór de ha ven aanwezige bank zou zijn te verwachten en tevens verbetering van de provinciale vaar waters door dat college in uitzicht kon worden gesteld, het verleenen van rijkssteun in over weging zou worden genomen. Hierop werd echter nog geen bericht ontvangen, zoodat de regeering geen aanleiding is om ons land, s meer kans, door niet beter hun best te doen dan hier, in hun onderhoud te om bovendien nog een aardig I trachten vooruit te komen? We gelooven het niet. Ook hier, in ons eigen land, zullen ze altijd hun best wel hebben gedaan, maar daar, daar in Amerika, waar goede arbeidskrachten beter worden betaald dan hier in - daar zien ze X- J- De BURGEMEESTER de Gemeente W0R~ voorzien, zelfs KUM, sommetje achteruit te leggen. Zulke emigranten want onomstootbaar vast staat het dat de weg wordt gevonden als de wil, de goede wil daartoe bestaat. Zulke emigranten ook heeft Amerika noodig, zoo noodig als het de andere, die wij eerder in dit artikel beschreven, kan missen. Maar wat kan dit nu voor ons land tot ge volg hebben, we bedoelen dat zoovele goede arbeidskrachten ons gaan verlaten, om in den vreemde productief werkzaam te zijn? Vanuit Spanje trekken ook vele werkkrachten naar Amerika, omdat de toestand daar beter is dan in hun eigen land. In Spanje doet men nu zooveel mogelijk om de emigratie van dat land naar den vreemde te beperken. Den arbeiders wordt werk verschaft, omdat gebrek hieraan de grootste drijfveer was van de emigratie. Nu worden in Spanje werken uitgevoerd, groote werken: landontginningen enz., welke in het belang zijn van het land en waardoor tevens aan den arbeiders werk, dus brood, wordt ver strekt. Nu weten we wel dat Spanje en ons land in dit opzicht moeilijk op één lijn geplaatst kunnen worden, maar tochzou er ook in ons land nog niet veel gedaan kunnen worden voor den gaarne werkenden man? Liggen ook in ons land nog niet groote uitgestrektheden velds braak, die door een goede, kundige bewerking herschapen zouden kunnen worden in vrucht- dübeltsje krige en tocht: as de minsken sa gek bare bouw- en weilanden Is er ook nog niet altijd dat Zuiderzee-vraagstuk Ook wanneer dit plan eens ten uitvoer werd gebracht, zou Nu Van Oldenbarnevelds borstbeeld. H. M. de Koningin zal zich heden bij de onthulling van het borstbeeld voor Johan van Oldenbarneveld te Amersfoort laten vertegen woordigen door Haar Kamerheer baron van Hardenbroek. Het eerste kievitsei. Als voorteeken van een vroeg voorjaar kan gemeld worden, dat Dinsdag op het weiland van W. Kroon te Vogelenzang bij Haarlem het eerste kievitsei is gevonden. Dit is 14 dagen vroeger dan verleden jaar, daar toen den 14en Maart het eerste kievitsei in Friesland werd gevonden. Lokken van Nederlanders naar Duitsehland. De Commissaris der Koningin in de pro vincie Friesland heeft aan de burgemeesters doen toekomen een afdruk van een bij hem ontvangen schrijven van den minister van Binnenlandsche Zaken, betreffende het lokken van Nederlanders naar Duitsehland. Ge noemde minister deelt in dat schrijven mede dat het hem in overeenstemming met het ge- I voelen van zijn ambtgenoot van Buitenlandsche Zaken gewenscht voorkomt, dat bij het plaatsen van betreffende het lokken van Nederlanders naar Duitsehland, belanghebbenden dient te worden hem aangeraden, zich, alvorens werk aan te nemen in Duitsehland, te wenden tot de arbeidsbeurs in de plaats hunner inwoning of bij gebreke van dien, rechtstreeks tot de Vereeniging van Nederlandsche arbeidsbeurzen te ’s Graven- hage. Zoowel de arbeidsbeurzen als evengenoemde vereeniging schrijft de minister zijn I militair hospitaal gebracht, daar verbonden door hun, vanwege het departement van Bui- en te bed gelegd. Zijn toestand is niet levens- tenlandsche Zaken gesubsidieerd agentschap gevaarlijkdie van den heer 8een alge- onder leiding van den heer van der Wolf te I meen geacht man, wordt als hopeloos be- Homberg Nieier-Rhein, in staat inlichtingen schouwd. te geven over arbeidsgelegenheid in Duitsch- NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD voor de Gemeenten Workum, Hemelumer Oldephaert en Noordwolde. Hindeloopen en Stavoren. z-i 2- j- j J. ---- 1 vtillan aaL-ar wal elao-on in hnnna nnrrinrrAn,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1911 | | pagina 1