Diogenes de Wizs.
I
Bekendmaking.
Vliegongelukken.
I
37ste Jaargang.
ZATERDAG 17 JUNI 1911.
No. 25.
Officieel Gedeelte.
Binnenlandsch Nieuws.
Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Nü verheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78, Amsterdam
oerein to gean en to groeten.
mei fyntsjes gekoanstekken de
FRISO.
4.
5.
8.
9.
10.
11.
EWOUD YPSILON.
dus het gevraagde nog niet noodig
earmste bidler der hinne, op bleate foetten mei
op ’e poat spile, hwent hy is to wrald komt al
I
T
Een belangrijk werk.
Aan de Hollandsche Aannemingmaatschappij
1.
2.
3.
6.
7.
letter skrean hat.
Hwet krekt wier is kin men net bést üt-
Diogenes j meitsje. It is ek al salang lyn dat Diogenes j
de hege I op ’e poat spile, hwent hy is to wrald komt al
yn ’t jier 414 foar Kristus. Mei al syn soberearen j ren terecht gestaan de 56-jarige rijksklerk
Hy moat nammentlik op in kear oan in bield
in forsiik dien ha, en do ’t men him frege
1- 1 - i
lichter ouwizen to wirden.«
hy in fine bispotting op ’e minsken, dy ’t
in ginst oansocht, en i' j
goederjowskens, dochs like ongefoelich binne as
Batavia
Achte lêzers! elk fen jimme hat wol ris
heard of lézen fen boppeneamde man. Licht
ha jimme lyk as ik noch wol in heiling yn ’t
skoalboerd lizzen der ’t hy op oubielde stiet
nést syn sonderlinge wênning, nammentlik de
tonne, dy ’t hy mei in pear hounen skynde to
dielen, neffens it print to sjen.
Licht komt jimme ek noch yn ’t sin datélde
lietsje
Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents
Per post 0.65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder
dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur.
De BURGEMEESTER der gemeente HEME
LUMER OLDEPHAERT en N00RDW0LDE,
brengt ter openbare kennis, dat door hem eene
vergadering van dén Raad dier Gemeente is be
legd op Zaterdag den 17 Juni 1911, des voorm.
91/2 uur ten Gemeentehuize te Koudum.
Koudum, den 15 Juni 1911.
De Burgemeester voornoemd,
P. ERINGA.
Punten van behandeling:
Notulen.
Mededeelingen.
Verzoek van H. Wassenaar om eervol ont
slag als onderwijzer aan de O. L. School
te Molkwerum.
Alsvoren van L. Zeldenrust om ontslag
en pensioen als onderwijzeres in de
nuttige handwerken aan genoemde school.
Benoeming van een onderwijzeres aan ge
noemde school.
Alsvoren van een armvoogd te Koudum.
Verzoek van de vereeniging vao gemeente
veldwachters in Friesland, om vrije ge
neeskundige behandeling.
Alsvoren om een gemeentelijke bijdrage
voor de Sneeker Ambachtschool.
Vaststelling der armvoogdij-rekeningen
over 1910.
Voorstel tot af- en overschrijving op de
gemeentebegrooting voor 1911.
Reclames tegen het kohier van hoofde-
lijken omslag, dienst 1911.
De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke
regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten
Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij
abonnement belangrijk lager.
»lk steur my neat oan de minsken,plichtte
hy dan wol to sizzen, »as elk my dan ek yn
mijn wêzen litte wol, dan hie men neat mei-
elkoar to forhakstükjen.e Men brocht him dan
wol onder ’t each, dat er dochs altyd net sonder
minskelike help libje koe.« »Hwa scil jo, as
jy dead binne bigrave?« frege men him. »Wel
dy ’t forlet fen in went hat,« antwirde hy
derop, en bidoelde, dat er wol in Ijeafhabber
opdaegjen kom me scoe dy ’t op syn greate
tonne flam me, en dan him er wol ütsmite scoe
en opromje wolle.
Bihalven it jinge der oer him skreaun is,
binne er fen him seis ek noch skriften foar-
hannen, skoan ’t er ek binne dy ’t dat net
oansjên, alle libbensgeniet hwet er mar is, net
mear achttte wirde moat as in skip sonder roer
op ’e greate sé.
Mar mei Diogenes net fier mis west ha yn
in hopen fen syn sizwizen, hy hat lykwol gjin
oanspraek op neifolgjen. Lit ós net tsiere oer
de deugden fen dy heidenske wiisgear, oertuegd
dat hy yn syn dwaelen needsakelik it rjuchte
bigryp fen de wiere deugd misse moast en, op
ién goede foet trochdraefde, en sadwaende de
üterste gekke dingen oersloech en brike sprongen
makke dy ’t fier de planke mis roaiden.
En as elk die sa ’t Diogenes woe, en ek al
mei foartpielde, dan seoene ryklik gau alle
oardelike ynstellingen fen in goed ynelkoarsette
maetskippy forrinnewearre wêze, en de minsken
seoene op in keppel hounen komme to lykjen,
hwent steatgesach, prifaetbisit, houlik en alle
needsakelike dingen fen in goed regele maet-
En scoe dat
Alweer kwesties.
Men meldt uit Schipluiden aan de Ned.
De spanning onder de bevolking van Schip
luiden wordt weer erger. Geruimen tijd heeft
men zich stilgehoudenhet blijkt nu dat het
een wapenstilstand is geweest. De verschil
lende ambachtslieden van het dorp hadden
zich beklaagd, dat de rekeningen over het
afgeloopen jaar niet werden uitbetaald. Men
zoekt de schuld hiervan bij den burgemeester.
De oorzaak is echter dat er geen geld genoeg
in kas was en het verzoek van burg, en
weth. aan den gemeente ontvanger om tot het
uitzenden van waarschuwingen aan de belas
tingbetalers over te gaan, waartoe deze ver
plicht was, werd beantwoord met de mede-
deeling, dat mijnheer da ontvanger de
waarschuwingen zou gereel maken als het hem
goed dacht. Hij had daarmede geen haast.
Een ontrouwe klerk.
Voor de rechtbank te Arnhem heeft giste-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente WORKUM geven bij deze kennis
aan het publiek, dat de MUZIEKTENT eerst
daags weder op het Marktplein zal worden op
gesteld en brengen in verband daarmede in
herinnering de Artt. 26 en 43 der politie
verordening in deze gemeente, waarbij het
klimmen, kladden, schrijven of krassen
op de muziektent en het storen of
hinderlijk zijn van eene openbare mu
ziekuitvoering, een volksfeest of eene
openbare vermakelijkheid, strafbaar
wordt gesteld met eene geldboete van
ten hoogste f 25 of hechtenis van ten
hoogste zes dagen, welke artt. streng
zullen worden gehandhaafd.
Zij vertrouwen op aller medewerking van het
publiek, opdat het beoogde doel worde bereikt.
Workum, den 16 Juni 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
T. M. ten BERGE.
De Secretaris,
A. de VRIES.
Twintigste eeuwl Eeuw van vooruitgang,
van vooruitgang met reuzenschreden op het ge
bied der techniek 1 Eeuw van luchtverovering I
Nietwaar, kunnen we niet aldus de twintigste
eeuw noemen? Met recht meenen we.
We zijn den zomer weder genaderd. Vlieg-
demonstraties zullen weer hier en daar worden
gehouden, en ons land, aanvankelijk een beetje
achteraan-komend op het gebied van vliegen,
heeft verleden jaar getoond belang te stellen in
de vliegkunst en zal het óók wederom dit jaar
doen. Bekwame vliegers heeft ons kleine Ne
derland reeds geleverd denk slechts aan
Henry Wijnmalen, den winner van de vlucht
ParijsBrusselParijs en zeer waarschijnlijk
zullen nóg méér bekwame vliegers worden ge
vormd, want óók in ons land begint men lang-
zamerhand méér voor de vliegkunst t« gevoelen,
begint men zich langzamerhand óók méér op
de vliegkunst toe te leggen. Zoo gaat het óók
in andere landen. Overal doet men z’n best
het vliegen en de luchtscheepvaart minder ge
vaarlijk te maken, door aan de vlieg- en lucht
schepen d i e verbeteringen aan te brengen, welke
men voor een veilige tocht noodig acht. Wilden
we vroeger niet aan een verovering der lucht
door den mensch gelooven, ’t lijkt nu reeds
waarschijnlijk dat de mensch in dit zijn pogen
zal slagen.
Te betreuren is het dat zoovele meest jonge
menschenlevens bij het vliegen worden vernie
tigd. Een klein manquement aan de machine,
een verkeerde manoeuvre kan reeds oorzaak zijn
van den val van het vliegschip, en wanneer de
val van een eenigszins groote hoogte komt, dan
mag van geluk worden gesproken dat de inzit
tende of de inzittenden er het leven niet bij
verliezen. Reeds vélen hebben zóó hun leven
verloren.
En dan de vliegdemonstraties 1 Het bij deze
demonstraties aanwezige publiek, staat ook dat
niet bloot aan groot gevaar? Heeft het vlieg
ongeluk in Frankrijk, waarbij de Fransche mi
nister van oorlog om het leven kwam en de
minister-president zulke zware verwondingen
opliep, niet bewezen dat dit gevaar niet denk
beeldig is Is ook onlangs in Rusland niet een
vliegmachine in het publiek neergevallen en
vonden ook bij dit ongeluk niet velen den dood
werden hierbij niet nog meerderen zwaar gekwetst?
Er zijn er misschien, die ons van pessimisme
zullen beschuldigen. Wij werpen dan zoo’n
beschuldiging echter van ons. ’t Is ons doel
niet de zaak alleen van de slechtste kant te
bezien, volstrekt niet, maar waar bij de lucht
scheepvaart zooveel ongelukken mogelijk zijn,
ongelukken, waarbij menschen om het leven
kunnen komen, daar meenen wij op deze moge
lijke ongelukken te moeten wijzen en te vragen
zou men niet iets, of, beter gezegd, zou men
nog niet méér kunnen doen, om ze zoo mogelijk
te voorkomen? Er wordt reeds veel gedaan,
om ze te voorkomen, maar wij vragen: zou er
niet nog méér kunnen worden gedaan?
Om te beginnen bij de vliegers zelf! Ieder
die wil. mag vliegen. Om te vliegen is een
van overheidswege uitgereikt bewijs, dat men
ook kan vliegen, niet noodig. En tochis het
eigenlijk niet noodig dat elke vlieger in het
bezit van zoo’n bewijs moest zijn? Men moet
tegenwoordig voor bijna alles en nog wat
examen doen, om het bewijs te leveren dat
men kan wat men wil. Waarom eischt men
ook van een vlieger niet een bewijs van zijn
bekwaamheid? Wel is waar zouden ongelukken
ook dan nog mogelijk zijn, maar onbekwame
vliegers zouden niet mogen vliegen en men zou
de ongelukken dus voor een deel toch voor
komen. Men heeft inspecteurs van arbeid enz.
om de machines in fabrieken en werkplaatsen
te inspecteeren, opdat er toch geen ongelukken
zullen gebeuren. Waarom ook geen controle
op de motoren enz. der vliegmachines?
In Engeland heeft men een vliegwetje ge
kregen. In dat wetje wordt verboden te vlie
gen op een wijze, die gevaarlijk geacht kan
worden voor het publiek. Ook kan de minister,
wanneer hem zulks noodzakelijk voorkomt, het
vliegen boven zekere terreinen verbieden. Met
het eerste zal zeker worden bedoeld het roeke-
looze vliegen van sommige vliegers, de kunst-
vertooningen dus eigenlijk, terwijl met die zekere
terreinen waarschijnlijk steden enz., dus plaatsen
waar veel menschen bijeen zijn, bedoeld worden.
Door roekeloos vliegen kunnen gemakkelijk
ongelukken gebeuren en daarom is ’t goed dat
men in deze zijn maatregelen heeft genomen.
De mogelijkheid van een ongeluk, voortspruitende
uit een andere oorzaak dan roekeloosheid, blijft
natuurlijk nog bestaan. Om de gevolgen van
zoo’n val nu zoo miniem mogelijk te doen zijn,
daarom zal zeker het vliegen boven die szekere
terreinen” zijn verboden; dan is de kans, om
ook anderen door de val van het vliegschip te
verpletteren, tenminste zoo gering mogelijk.
Veiligheidsmaatregelen van overheidswege zijn
bij het vliegen heusch niet overbodig, ook in
ons land niet.
H. M. de Koningin heeft aan de Ver-
Fierders stiet hy yn freegjende holding by in eeniging van Armbesturen te Amsterdam ge-
Dat stanbield moat bi- schonken f 2000, aan het Politiefonds f 500
«e. gcijuviiLimiciJ, en aan het Onderling Diamantslijpers weduwen-
de weachskealjen dy en weezenfond3 f 580
licht hat de
en hirdsjen hat er ’t Jykwol noch al lang üt-
halden, hwent hy is 9l jier aid wirden. Dus
hy hat syn wirden ek mei de died oanfolle,
nammentlik de wirden: »Mei in bytsje bringst’
it fierder as mei in bulte.« Dit sizzen kaem
foart üt syn lear dy ’t sei, dat it ienigste gelok
bistiet yn de deugd, en dat rykdom, eare en
stanbield op to sjen.
tsjutte: Themis, de godinne der gerjuchtigheid.
tó sjen oan it swird en
’t oan it foetstik sitte. Tink nou lyk wol net
dat hy dy godheid oanbidde, mar L_.
printemakker in loopke fen him foarstelle
wollen, dat ten Diogenes yn e wandeling is. £)en Haag, (Hollandsche Maatschappij tot het
Hu moot nommantlib nn in L-aar nan in kinld A 1 u
maken
hwerom hy dat die, do andere hy: »Om sa to
Dermei bidoelde Hattum uit Sliedrecht
>p ’e minsken, dy ’t om I maken van
dan by al hjar sabeare opgedragen.
Bij de aanbesteding, welke op 1 Mei 11. te
i aan het bureau der Burgelijke Open
bare Werken plaats had was de Hollandsche
Aanneming Maatschappij de laagste inschrijver
voor den havenbouw v. Soerabaja (f 12 808 000).
In de plannen werden de kosten geraamd op
f 12.800.000, de totaal-uitgaven werden echter
op f 14 000 000 gesteld met het oog op bij
komende werken, waarvan de onmiddellijke
rentabaliteit zal zijn verzekerd Voor welk
bedrag het werk thans aan de Hollandsche
Aanneming-Maatschappij gegund werd, is hier
te lande nog niet bekend
Omtrent een beslissing over de aanbeste
ding voor de verbetering van de haventoe
standen te Makassar is nog geen bericht inge
komen.
stienen hielden.
Diogenes is ek ris troch sérowers gefangen I
nomd en waerd to Corinthe as slaef forkocht.
Fen dit droefich lot triek er him, as fen alles,
net o safolle oan. Wylst hy op ’e merk to
keap stie en for syn gemak derby hwet sitte
woe, jowch men him to forstean dat dit net
mochtin slaef dy 't noch net forkocht wie,
moast hinne en wer rinne. »Kom, kom hwets
sei er do, men keapet de fisken op ’e. merk ek
wol, onforskillich ho ’t se lizze.a It kaem ek
sa üt. It durre net lang as Diogenes siet for-
kwansele oan in hear. In fornaem man waerd
syn baes, of lyk as Diogenes sei, waerd hy baes
fen in fornaem man; hwent hearen dy’tslaven
nedich hiene, wieren nei ’t hy sei, net hjar de
baes, mar ynpleats hjar tsjinners, as tominsten
de slaef wizer wie dan de hear.
»Hwa ’t in liuw haldt,® plichtte de Aide wol
to sizzen, »kin him ommers net de master fen
de liuw noch neamme.«
Dat fette Diogenes syn hear net rjucht. en
derom heldere de wiisgear him dit mei in
foarbyld op, dat de hear bést de tsjinner fen
de slaef wêze koe. »Nim ris oan,« sei er, adat
jy in medesynkindige ha (men moast witte dat
yn dy tiid ek dokters as slaven kocht waerden
troch güds dy ’t se nedich hiene) en hy skriuwt
jou in drankje foar yn to nimmen dan dogge
jy dit, en hy is jo baes.®
Diogenes joech altyd raer ou fen de bigear-
likheid en de heechmoed, skoan 't syn kame-
raed Sokrates misskien gjin ongelyk hie, do ’t
troch ’e gatten fen syn forslytne klean kipe.
lenkear fortrape J
mantel, der ’t de wiisgear Plato yn plichte to
rinnen.
>Nou
sei hy,
lans op, dat üt dy torjuchtwizing seis net min
der heechmoed spriek.
van werken in gewapend beton, Den
Haag en een combinatie van de heeren Van
en Scheveningen) is het
de havenwerken van Soerabaja
Uitgave van T. GAASTRA Bz.,
firma' H. BRANDENBURGH ZOON
te WORKUM.
dy fen him sei, dat de heechmoed him seis
syn forslytne klean kipe.
Diogenes de kostlike djure I
totraepje ik de heechmoed fen Plato,
mar Plato mirk sa nau by de noas
sDiogenes de wijze,
Die leefde in een vat.
Daaruit kan men bewijzen,
Dat wijsheid woont bij ’t nat.”
Mar nou meije wy dit net opfetsje as scoe
de biromde wiisgear in folie baoer fen Doede
Drip wést ha, né, dan forsinden wy üs lilk,
hwent de wizens fen Diogenes bistie krekt yn
it oukearichwêzen fen al it oertollige, en men
kin grif oannimme dat hy, as er nou noch
libbe, wol mei de blaue knoop rinne scoe.
Mar lit üs meielkoar myn heiling ris bisjên.
Sjuch, der stiet Diogenes süver as de alder-
earmste bidler der hinne, op bleate foetten mei I
inkle needsakelike fodden om ’e lea, mei in
grou-kneppel yn ’e han en in biddelsek op ’e
bleate rêch, der ’t er syn hele hüshalding en
ytbre waren yn by’noar hat. Hwent sadré as j
hy mirk dat er hwet hie dat er misse koe,
smiet er dat wei. Sa seach hy ris fen in jonge
dat dy dionk üt ’e holle han, dit brocht him
yn ’t sin dat hy dus syn drinknappe ek misse 1
koe; de biddelsek kaem op en de wetterskütel
saeide er foar ’e wyn ou it lan yn. Lyk as de
print oanwiisd hied er gjin forlet fen in hüs oannimme en biweare wolle dat er noait in
mar wenne yn in tonne. Alexander de Greate
socht him ris op, dat scoe fensels in greate
eare for de aide bitsjutte moatte. F'
laei moai to sintsjen yn ’e tonne, do 't de hege I
bisiker kaem, mar die him de moeite net om
oerein to gean en to groeten. Alexander wist
wol hwet fleis er yn ’e tonne hie en naem it
him dan ek net kwealk. Like frjeonlik frege
de greate potentaat Diogenes om him it ien of
oar forsiik to dwaen.
»Ik forlangje neat oars fen jy as dat jou
effen for my wei üt ’e sinne gean wolle,” ant
wirde de filosoof, en de greate wraldoermaster-
jende Alexander sei, do ’t er dat tofredene
anderd en antlit seach: »As ik Alexander net
wie, scoe ik Diogenes graech wêze wolle.«
Earder hie Diogenes ek noch in slaef der
opnei hólden, mar sont dy foartroan wier, die
hy it mar sonder. Do ’t men him frege, hwêrom
’t hy de flechteling net neisette, sei er bidaerd
»As Manus buten Diogenes kin, dan moat ek
likegoed Diogenes buten Manus kinne.«
Dan sjugge wy op ’e heiling ho ’t de wiisgear
der stiet mei in lyts lantearntsje yn ’e han, dat
scil de measten fen jimme wol witte hwet dat
bitsjut.
Diogenes wist syn wiisbigearte koartswilich yn
to klaeijen en mei fyntsjes gekoanstekken de
ondeugden en dwazens fen syn meiminsken to
hikkeljen sonder hjar it bloed omhegen to
jeijenhwent syn snedige setten en kwinkslagen j
der hiene se gjin fet op. Hy wier gewoan mei I skippy, lei Diogenes oan ’e kant,
dat barnende lantearntsje op Ijochtskyndei de wol kinne
merk, de stêdsmerk, ou to rinnen yn it measte
folk. Dan socht hy om in rjuch'tskepen man
to finen en dêrom moast hy de lantearne brüke,
safolle to sizzen as: ho slim it gyng om sok in
eksimplaer onder de minsken fen syn tiid oan f
to treffen.
Maaiers en hooiers.
Dinsdag boden zich bij de Waag te Sneek
150 a 200 maaiers en hooiers aan. In weer
wil, dat de hooioogst thans in vollen gang
is was er weinig viaag naar de werkkrachten.
Een klein deel er van werd geplaatst tegen
f 11 tot f 13 boven den kost, de anderen
moesten onverrichter zake terugkeeren of een
andere gelegenheid afwachten.
Dinsdagmiddag klopten een 7-tal maaiers
op het politie bureau om onderstand aan. Bij
visitatie bleek echter, dat één er van af kom-
stig uit Wildervank, nog f 4.50 in zijn bezit
had en v"°*' -—..as
had.
I
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
voor de Gemeenten Workum. Hemelumer Oldephaert en Noordwolde.
Hindeloopen en Stavoren.