E
Woorden.
<1
Ilindeloopen en Stavoren.
Lytse en greate Holders.
ZATERDAG 1 JULI 1911.
No. 27.
37ste Jaargang.
Officieel Gedeelte.
Binnenlandsch Nieuws.
r
4.
5.
6.
1909/1910
Stil op syn büsjild skoaide.
Uitgave van T. GAASTRA Bz.,
firma H. BRANDENBURGH Zoon
te WORKUM.
i
I
1.
2.
3.
B
De BURGEMEESTER van WOR
KUM brengt ter algemeene kennis,
dat bij beschikking van den Minis
ter van Landbouw, Nijverheid en
Handel met ingang van 35 Juni
1911, het vervoeren of doen
vervoeren van herkau
wende dieren en varkens
is verboden
uit of naar een kring in de gemeen
ten Wonseradeel en Workum, be
grensd door de Diepe Wei, de
grenzen van de drooggemaakte
Workumermeer, het Kanaal, de
Trekvaart, l,de Horsea, den ouden
Zeedijk, den Zeedijk tot het punt
van aanvang en dat daarbij voorts
is bepaald, dat wanneer bijzondere
redenen afwijking van genoemd
verbod noodzakelijk maken, zoo
danige afwijking kan worden toe
gestaan door den betrokken Bur
gemeester, onder de door den Di-
stricts-Veearts te Leeuwarden aan
te geven voorwaarden.
Workum, den 26 Juni 1911.
De Burgemeester voornoemd,
T. M. ten BERGE.
In fleurich boaike boarte bliid
Yn ’t appelhóf hwet om,
En op syn strieën hoedtsje hie ’t
In moaije hyngsteblom.
It rólle en die him dèr yn ’t san
En kraeide ’t üt fen wille,
Wylst yn syn lytse lofterhan
In opsocht blombosk trille.
It frjeonlik sintsje skynde myld,
Dat mich en Hinder hage,
Der ’t boartlich jonkje soms sa wyld
En gysten efter jage.
Mar sjuch! hwet sweeft der troch de loft
Op wjukken as fen goud?!
It jongkje stiet forbaesd in skoft
Towile er ’t bist oanskout.
Nou hong it widsjend wylst it song,
Stil glinstrjend yn ’e sinne,
Dan saeidc ’t wer mei waerljochts-gong
Oer hüs en alles hinne.
O! tocht it lytse boaike do,
O! koe ’k dat pronkstik fange!
Ho mear hy ’t dier biwondre ho
Mear sterk hy dat forlange.
En sjuch! it wonderdier, ho koe ’t?
De BURGEMEESTER van Hemelumer Olde-
phaert en Noordwolde brengt ter openbare ken
nis, dat door hem eene vergadering van den
Raad dier gemeente is belegd op Zaterdag den
1 Juli 1911 ten gemeentehuize te Koudum, des
voormiddags 9i/2 uur.
Punten van behandeling:
Notulen.
Mededeelingen enz.
Voorstel tot verbreeding van de Symkewijk
te Koudum.
Voorstel tot het leggen van eene nieuwe
draaibrug te Warns.
Vaststelling van staten van oninbare posten
dienst 1910.
Behandeling van reclames tegen Hoofde-
lijken Omslag dienst 1911.
Koudum, den 29 Juni 1911.
De Burgemeester voornoemd,
P. ERINGA.
Van den Franschen diplomaat Tayllerand is
de bekende uitspraakwoorden zijn ons gegeven,
om onze gedachten te verbergen.
Hij zeide, als ik mij goed herinner: de taal
is ons gegeven enz. Maar dat komt dan toch
op hetzelfde neer. Welnu diplomaten schrij
ven, voor zoover mijn kennis trekt, nog immer
deze uitspraak als opperste wijsheid in de banier
van hun diplomatenleven. Wat ons niet behoeft
te verwonderen, als wij bedenken, dat het ge
noemden T. met deze wijsheid heeft kunnen
gelukken om én Napoleon en na de Restauratie
nog een paar dynastieën eerlijk(l) te dienen.
Wat niet wegneemt, dat mijnentwege deze si-
nistre grootheden hoe eer hoe liever van het
groote wereldtooneel mogen verdwijnen. De z.g.
hooge politiek, uitgebroed in dezer lieden brein
is, gegeven onze beschaving, onze cultuur, ons
inzicht in het vreedzaam samen kunnen leven
der volkeren zoo iets van een anachronisme
een noodzakelijk kwaad, dat gelukkig reeds be
zig is te verdwijnen, nu arbitragevoorstellen
steeds meer in vervulling beginnen te gaan.
Of, wie het met dit mijn leekenoordeel over
diplomaten en diplomatie niet eens is hiermee
dan toch zeker weldat buiten de hooge poli
tiek elk fatsoenlijk mensch van oordeel is, dat
woorden ons gegeven zijn, om onze gedachten
juist zoo zuiver en zoo eerlijk mogelijk weer te
geven. Een mensch, die in de praktijk van het
dagelijksch leven anders spreekt dan hij bedoelt,
staat weldra onder ons gesignaleerd als een, die
een slag om den arm houdtals een pluimstrij
ker, een falsaris en misschien nog wel erger.
En daartegenoverwie spreekt, zooals hij denkt
en bedoelt, van dien zeggen wij, en dat is
een niet geringe lofprijzing, dat hij iseen rond
borstig mensch; een, die van zijn hart geen
Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents
Per post 0 65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder
dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur.
tusschen spreken en zwijgen gevonden hebben.
Ik antwoordja, dat doet het ooken niemand,
hoe standvastig in dezen zijn evenwicht ook zij,
die nog wel soms niet zijn mond voorbij praat
en ja, dat gebeurt ookzijn pen voorbij
schrijft. Maar wat wilt ge?
Ziehier één handwijzer, die op den weg des
zoekers u uw levenlang althans een goede rich
ting wijst: wat gij wilt, dat de menschen u
zullen doen, doe gij hun desgelijks.
N. v. h. N.
maar
zyn niet oirbaar. Ik bedoel: daar is ons
in dit onder woorden brengen van wat wij den
ken, voelen en bedoelen met-dat-al een zekere
grens gesteld; die ik, dunkt mij, zoo duidelijk,
als dat mogelijk is, aanwijs, als ik haar noem
de grens der onthouding. Waar niet weinigen
met het grootste gemak van de wereld telkens
weer over heen stappen onnadenkend, over
moedig, moedwillig, argeloos.
Zoo is zeker moeilijk te schatten, wat al
boosheid daar naar kinderzielen wordt overge-
kabeld, als ouders in haar bijzijn buurman rechts
of buurman links over den hekel halen; of van
dingen spreken, die argelooze fantasie moeten
verontreinigenof spotten met wat anderen
hoog en heilig goed is, hetwelk niet na zal
laten om menig teere plant daarbinnen te knak
ken. Hoeveel wordt er ook niet verknoeid
aan der kinderen opvoeding, door alles en ten
allen tijde hun te verbieden en het wordt
onzerzijds zoo eerlijk mogelijk bedoeld en nie
mand, die formeel iets tegen ons verbod zal
kunnen inbrengen maar wij vergeten, dat
een kind nu eenmaal niet altijd beticht en ver
boden wil worden; dat het ook eens z’n gang
moet kunnen gaan, al bederft het dan ook wat
aan onze bloemperkjes en al herschept het dan
ook onze huiskamer een enkelen keer tot een
waar slagveld. Altijd verbieden hetzij nog
zoo zuiver en eerlijk bedoeld maakt onge
zeggelijk, prikkelbaar, wrang van gemoed. Kunt
gij u dan niet een weinig onthouden, ouders?
Ik denk ook aan lieden, die is het niet
dikwijls uit onnadenkendheid? nooit nalaten,
om een op- of aanmerking te maken, die hun
naaste onaangenaam moet zijn. Gij betrekt b.v.
een nieuwe woning, zijt er wonder mee in uw
schik. Maar mevrouw Albedil heeft straks haar
aanmerking een gegronde, toegestemd en
ge zoudt in den loop van den tijd zelf ook wel
de fout ontdekt hebbed; maar dan zou het u
toch niet zoo tot een hinder zijn als thans
want weg is nu op den eersten dag reeds al
uw blijde poëzie 1
Of wel: ge hebt u getooid in het nieuwe
zomercostuum, u zelf met zeker welbehagen in
den spiegel bekeken, maar daar komt me
vrouw Albedil; haar scherpe blik ziet onmiddel
lijk een paar foutjes en zij zegt ze u zoo
nadrukkelijk en zoo eerlijk mogelijk; weg is al
uw welbehagen! En als zij geen enkel foutje
ziet, dan zegt zij en zij heeft wederom geen
ongelijk dat die of die kleur u toch beter
zou kleedenen uw illusie is al weer wegGij
hebt in den schouwburg genoten, maar mevrouw
Albedil zegt u en zij heeft gelijk, groot ge
lijk dat gij meer aan uw geld zoudt hebben
gehad, als ge dat andere stuk waart gaan zien.
O, het zijn maar van die kleinigheden toegestemd
wat los daar heen geworpen woordenmaar die
u nochtans onaangenaam stemmen en zoo komt
het, dat, hoe ronduit deze mevrouw ook hare
meening zegt, gij u in haar nabijheid toch nooit
erg op uw gemak gevoelt.... Och, kunt ook gij
u niet een weinig onthouden, mevrouw Albedil
Zoo ken ik ook menschen, die en dat is
uit louter moedwil hun vijand in zijn ver
nedering hoonen, door hem te verwijten zijn
hoogmoed en ijdelheid, die hem ten val moesten
leiden. Zij halen het alles zoo zuiver mogelijk
op, doen aan de waarheid geen streep te kort
en toch zou ik ernstig willen verzoekenkunt
ook gij niet wat ontzien door een weinig u te
onthouden
Zoo zijn er, die en dat is iets van over
moed, althans van geen maat kunnen houden
gaarne spreken over zichzelf: hun doen en
laten, hun kunnen en kennenzij laten niets
achterwege, zij zijn zoo ronduit, als ge maar
begeeren kuntmaar zij vervelen u geducht...
Een weinig onthouding, als ’t u belieft!
der kinderen al hun i
wie maar luisteren wil;
er
mee, hun tot schade... Kunt ook gylieden u niet
wat meer onthouden.
Iemand zegt thans misschien, maar met al
die onthouding komen wij weder ongemerkt op
het pad der diplomatie terecht. Wat mogen
wij zeggen dan en wie wijst ons aan de plaats,
waar geschreven staattot hiertoe en niet
verder Ik antwoord neen met deze onthouding
komen wij niet op de banen der diplomatie te
recht. Let welzij spreekt anders dan zij be
doelt ik ried slechts aanzwijg, als gij met
uw woord een ander noodeloos pijn doetof,
als gij hem tot uw eigen schade, uw plannen
zoudt willen blootleggen. Het eerste is in mijn
oog: kwaad. Het tweede: goed en het is een
goed, dat niet zelden nadert tot de grenzen van
wijsheid en zegening. En wat betreft de vraag
wie wijst ons plaats en tijd, waar en wanneer
de onthouding beginnen moet Ik antwoord
die wijst u niemand; die moet gij zelf trachten
te bepalen. Gij zegt: dat veroorzaakt dan toch
veel misstanden, aleer wy het goede evenwicht
Yn ’t lytse hantsje in groede.
Hy die de fust yn ienen op
En seach in krael fen bloed
En aeklik klonk syn »mem”-gerop;
Hwet kjirme en snikke er lüd.
Mar dat er nou yn dit gefal
In learsum leske siet,
Fornaem it bern do net, mar al
Yn folie letter tiid.
Hy lies hjir üt: »In minske wirdt
Sa licht troch skyn bikocht.”
En ’t strekte him sa faek ta nut
Sa faek er ’t stik bitocht.
Ja, do ’r bibiten wier yn ’t stilt
En om him hinne seach,
Do seach er dat hjir op ’e wrald
Foei gonsjend op him del
Op ’t hyngsteblomke fen ’e hoed,
En ’t bern waerd süver kjel.
Mar stil, as him it lok hwet holp
Den scoe hy ’m mem wol bringe.
Hwet blide hope! In freugdegjalp
Koe ’t fintsje net bitwinge.
En onbiweechlik kaem de hoed
Stil fen syn lytse kop,
’t Sykheljen joech it measte lüd,
Sa paste it bern do op.
Ja man de hoed kaem op ’e groun
Mei ’t moaije dier derop.
Dat waerd bynei noch moaijer foun
As yn ’e beam syn top.
En ’t boaike koe him krije sa,
Mar trille oer al syn lea.
Hy wiste pakte er rimpen ta,
Den wier syn dierke dea.
Mar dóch, hy griepte rekke wie ’t
En segefierjend moast
Hy laeitsje do it dierke siet
Nou finsen yn syn fust.
En do fensels nei heit en mem
Dy seoene daedlik witte
Ho ’n skat hy fongen hie en him
Ek hjar biwondrje litte.
’t Onnoasel jongkje fette net
Hwet fyt er ütset hie,
En dat it dierke fen syn pet
In grouwe holder wie.
Dy holder woelde en wie ontsteld
En bromde it üt fen woede
En boarre daedlik mei gewelt
Sa mannich holder fleach.
Sa mannich minske-holder dóch,
Hweroan hy lyk as do,
Ja, einlik folie slimmer noch
Him nou fortaeste koe.
As immen him op side roan
En wakker sêft him troaide,
Mar ondertwisken yn ’e groun
In
van 1900/1901 tot en met
was de geheele omvang achtereen
volgens: 1833, 1810, 1433, 2360, 2118,
2292, 2230, 2336, 2381 en 2165 bladzijden.
De Prins op het Loo terug.
Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden
is gistermorgen vroeg met »de Gelderland van
Spithead te IJmuiden aangekomen. Toen de
Prins het schip verliet, werd het Wilhelmus
gezongen. De afreis van Amsterdam naar het
Loo had om 10 30 plaats
Graaf van Bylandt zeide aan den Londen-
schen correspondent van de N. R. Ct. naar
aanleiding van ’s Prinsen bezoek aan de we
reldstad, dat Z. K. H, de schoonste indrukken
van Engeland medeneemt. Wat hem het meest
bier getroffen heeft is de machtige glorie, de
schier overweldigende pracht, van alles, wat
hem onder het oog is gekomen. Windsor
vooral heeft een blijvenden indruk op hem ge
maakt.
Historische boom neergestort.
De historische boom te Nederhemert, onder
wiens lommer Floris I, Hollands graaf, na den
slag bij Nederhemert in 1061, terwijl hij sliep,
door Herman van Kuyk vermoord werd, is
neergestort. Hij was van binnen geheel ver
molmd.
Op het kasteel zijn nog zeer oude teeke-
ningen van dezen merkwaardigen boom, die
naar berekening meer dan 1000 jaar oud is,
I aanwezig.
Het bezoek van president Fallières aan
ons land.
De Haagsche correspondent van de L. Ct.
meldt
Van eene zijde die aangaande onze buiten-
landsche verhoudingen uitstekend kan zijn in
gelicht en aan wiens betrouwbaarheid ik geen
reden heb te twijfelen, is mij verzekerd, dat
het bezoek van president Fallières niet uit
sluitend een beleefdheidsbezoek is, maar nauw
samenhangt met de Hollandsch-Belgische Vor-
stenbezoeken van voor eenige maanden.
De voorbereiding van deze bezoeken zou
slechts voor een klein deel aan onze diploma
tieke vertegenwoordiging zijn toevertrouwd
geweest. Eerst nadat in een persoonlijke
correspondentie der betrokken Staatshoofden
tot wederzijdsch bezoek besloten was, is de
verdere voorbereiding, die uitsluitend de pro-
tocollische formaliteiten betrof, aangevangen.
Verder meldt dezelfde correspondent:
Als een bewijs, hoe weinig comfort het
paleis in het Noordeinde bieden kan voor de
ontvangst en het verblijf van hooge gasten
kan dienen, dat nu nog aan de Delftsche
firma A. N. de Lint de volledige installatie
is opgedragen van een der paleisvertrekken
tot badkamer, ter beschikking van.den Staats
president van Frankrijk.
De Tweede Kamer maakt ’n record.
I Land en Volk schrijft:
Met het verslag der vergadering van j.l
Vrijdag 23 Juni zijn de Handelingen der
Tweede Kamer tot bladz. 2384 gevorderd.
Dit cijfer overtreft alle vroegere jaren.
de tien jaren
Dan spriek in stim yn syn gemoed
»Dyn skynfrjeon strykt mei sjerp,
Tink om dyn holder op ’e hoed;
Hy wie wol moai mar skerp.”
En seach er immen tige from,
Yn oansjen en yn wirden,
En heard er den ynpleats fen rom
»’t Is net by him to hirden!«
Dan spriek in stim yn syn gemoed
wachtsje dy for him,«
Tink om dyn holder op ’e hoed
Swiet gonsjend mient er ’t slim.«
En do’t it yn syn holle opkaem
To siikjen om in frou,
En seach er mannich greatske faem,
Moai pronkjend as in pau.
Dan spriek in stimme yn syn gemoed
Feint bisin dy nou,
Tink om dyn holder op ’e hoed,
Syn moijens foei hwet ou.«
En elke saek en elk persoan,
Dy ’t hwet onbidich like,
Dy seach hy for de holder oan
En moast for ienfald wike.
FRISO.
De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke
regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten
Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij
abonnement belangrijk lager.
Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Nijverheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, VFarmoesstr. 76-78, Amsterdam
moordkuil maakt; een die het hart op den tong
draagt.
j Toch geldt ook te dezen, mutatis mutandis,
K/T atv J atv 17 I numnnAM I de waarheid van het klassieke woord: alle din-
luOnfl- 6D KiaUWZCCr s X dinge"
laten, hun kunnen en kennenzij laten niets
begeeren kuntmaar zij vervelen u geducht...
Een weinig onthouding, als ’t u belieft!
Zoo zijn er eindelijk, die met de argeloosheid
plannen bloot leggen aan
ilen de boosheid maakt
zich straks meester van en doet er winste
RISO
j.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
voor de Gemeenten Workum. Ilemelumer Oldepbaert en Noordwolde.
F--' v’ ’>t A-'
r-