15 Mark belooning.
V
Bijvoegsel belioorende bij „FRISO” van Zaterdag 18 Nov. 1911.
waggon uit
ik had hem altijd
richting, van den z.g. Platten weg en aanslui-
met de vrouw des huizes en den kleinen Ole
Schrale.
Punt 4.
het formulierge-
de orde: Notulen,
vraag:
uitvaardigen,
zijn en waar-
De heer Krul acht het ook een moeilijke Ilniii'iT.-con on PTnnvinhcnn
«orfio Allan willan nnarna dian wo<r maar O. Clll 1 KÖCll Gil Lltlll lUlftt II.
Naar het Deensch
van HANS JüRGENS.
zwaar is destijds geo
dat het bestuur van
genegen was de z.g. Platte
wat volgens Spr. wel degelijk het geval is,
teerde weg door de Noordermeerpolder over de daarvan lecture te doen, waaruit blijkt dat een
Koebrug door, de stad. Met de door hem aan- jaarlnksche subsidie wordt gevraagd voor
gegeven wyziging komt hy niet te laat en propaganda.
«Vijftien Mark belooning voor dengene, die
mij den moordenaar aanwijst, die verleden Zon
dag mijn hond heeft doodgeslagen, of mij zijn
naam kan noemen, zoodat ik hem gerechtelijk
kan vervolgen.
ja of neen. Er is wel iets voor en iets tegen
I te zeggen, maar Suavureu wu «u ccuu>«»i
i richting door de stad, en waar dat reeds twee- i
1 J J f- z-aazl rartlr zin r<rl rral llöt I
1911, in verband met de Symke-
y„. een college als den Raad onwaardig. Dat is
b. idem het plan der geldleening ten bedrage het kardinale punt, hetwelk het eerst onder de
oogen moet worden gezien, en d~x
kennend moet worden beantwoord.
is! Maak dat je weg komt die slaat je
dood, als hij je te pakken krijgt; zijn vrouw
zal er natuurlijk over beginnen en vertellen dut
je een lichtgrijze broek en een lichtgrijzen
I flambard draagt. Ga mee naar huis, ik zal je
een donkere broek en mijn trouwhoed leenen
l en zie dan, dat je zoo gauw mogelijk de stad
uitkomt, als je geen trek hebt, bont en blauw
te worden geslagen. Verbeeld je I dat was
de slimste verrassing!
Toen ik mij verkleed had, met een zwarte
Het adres is vergezeld van eene memorie van
toelichting, waarvan geen der leden, op een
vraag des Voorzitters, voorlezing vei langt, waarna
de Voorzitter namens B. en W. voorstelt, af
wijzend op het verzoek te beschikken, omdat
niet dermate hier de behoefte wordt gevoeld
om den strijd tegen drankmisbruik met eene
subsidie uit de Gemeentekas te steunen.
Na eene opmerking van den heer Brandsma,
dat er veel voor het verzoek valt te zeggen, wat
door den Voorzitter wordt beaamd, wordt het
I gedane voorstel zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Punt 5. Betaling uit den post voor onvoor-
i van af- en over-
schrijving op de Gemeente-begrooting voor 1911.
Po Vn/wzittnr ctolt vnnr nm uit dpn Dost VOOF I
VERSLAG van de Vergadering van den Raad
der Gemeente
Uemelumer Oldephaert en Noordwolde,
op Zaterdag 11 November 1911, ’s voormiddags
10 uur.
Voorzitter de heer P. Eringa, Burgemeester.
Tegenwoordig alle leden.
Na opening der Vergadering door den Voor
zitter met het uitspreken van 1
bed, stelt deze als punt 1 aan
welke na lezing door den Secretaris onveranderd
worden goedgekeurd en vastgesteld.
Punt 2. Mededeelingen.
a. dat van Ged. Staten is goedgekeurd terug
ontvangen het Raadsbesluit tot wijziging der
begroeting over
wijk.
De Voorzitter stelt voor om uit den post voor
onvoorziene uitgaven te bestrijden de aan de
wegwerkers toegekende gratificatiën ten bedrage
van f 82.50 en de verschuldigde kassiersprovisie,
ten bedrage van f 16.36, hetgeen zonder hoof
delijke stemming wordt goedgekeurd, alsmede
het door den secretaris voorgelezen concept-be-
sluit tot het doen van af- en overschrijvingen
op de Gemeente-begrooting voor 1911.
Punt 6. Vaststelling van een suppletoir kohier
van Hoofdelijken Omslag voor 1911, zal op
voorstel van den Voorzitter in geheime zitting
worden behandeld. Voor daartoe wordt over
gegaan doet hij do gewone rondvraag, waarbij
de heer Boersma de aandacht vestigt op het in
de vorige vergadering genomen besluit om geen
vasten wegwerker weer aan te stellen, maar
bij gelegenheid hulp-personeel te gebruiken.
Hij meent dat het tegenwoordig wel noodig is,
nu er basalt op den weg wordt gebracht, vooral
in Oudega, welke opmerking nader door B. en
W. zal worden overwogen.
De heer A. A. Bajema vraagt of de herstelling
aan het Scharlerbalkje, waartoe in de vorige
vergadering besloten is, wel zoo noodig is,
waarop door den Voorzitter wordt geantwoord
dat dit door Koornstra noodig wordt geacht,
maar dat B. en W. dat wel nader willen on
derzoeken.
Verder brengt de heer A. A. Bajema dank
aan B. en W. voor den spoed waarmede de
verbetering aan den weg bij Hemelumer Nieuw-
buren in orde is gebracht, wat volgens den
Voorzitter nog even is opgeschort om in nadere
onderhandeling te treden met de familie van
der Feltz, iets wat volgens den heer IJntema
niet meer noodig is, wijl hij meent, dat de zaak
volkomen in orde is gebracht.
De openbare vergadering wordt hierna ge
sloten.
Tjjdens een bezoek aan Horsens maakte ik
kennis met den vleeschhouwer Henriksen, den
joligsten kerel van
en anecdoten. Hij was verloofd, smet een
rozeknopje,« zooals hij zeide, gezien heb ik haar
nooit. Binnen kort zouden zij trouwenhij had
mij graag op zijn bruiloft gehad, maar ik kon
zoolang niet blijven, en daarom moest ik beloven,
hem zoo gauw mogelijk eens in zijn eigen huis
op te zoeken. Ik gaf hem mijn hand er op en
toen reisde ik heen.
Drie jaren vergingen, eer ik weer in Horsens
kwam. Ik wist niet waar mijn vriend Henriksen
woonde, maar een kleine jongen wees mij den
weg. Henriksen was niet thuis, zijn vrouw
ontving mij. Ik was min of meer verrast bij
haar aanblik, zij was zóó groot, dat ik het hoofd
achterover moest buigen, om naar haar op te
zien, maar vleezig was zij, zooals een slagers
vrouw behoort te zijn. En dat had Henriksen
een rozeknopje genoemdhij moet er een eigen
aardig begrip van knopjes op hebben nagehouden
goeie hemel, hoe moet een groote knop er
bij hem dan wel hebben uitgezien!
Ik vertelde wie ik was en dat ik mijn reis
door Horsens had genomen, om mijn vriend
Henriksen op te zoeken. Ja, het trof nu on
gelukkig, dat hij juist van huis was en eerst
over drie dagen zou terugkomen. Is hij
misschien den boer op, om vee te koopen
vroeg ik. Ik zat reeds gemakkelijk te schom
melen in een Amerikaanschen schommelstoel en
het dienstmeisje bracht Beijersch bier. Me
vrouw Henriksen was gastvrij als een echte
Jutlandsche, dat merkte ik.
Neen uit de stad is hij niet, antwoordde
zij langzaam en weifelend.
«Vader bromtklonk het bij de deur en
ik zag een kleinen jongen van ongeveer zes
jaren, met een dik hoofd, die op den drempel
met zijn rechtervoet de verf van den deurpost
stond te schoppen. Dat was de tweede verrassing.
Henriksen was sinds twee en een half jaar ge
trouwd en had reeds een zoon van zes jaren
Ik wilde er zijn vrouw niets over zeggen
ik kan erg kiesch zijn, vooral tegenover dames.
Wat beduidt dat: hij «bromt?» vroeg ik.
Zijn vrouw lachte even: Och, u weet hij heeft
altijd een losse hand; als hij kwaad wordt slaat
hij er maar op los en wanneer wij alle geld
boeten wilden betalen, waar hij om die lief
hebberij toe veroordeeld wordt, konden wij den
winkel wel meteen sluiten, daarom zit hij zijn i
Vanmorgen is hij gaan brom- I komen,
men, drie dagen blijft hij zitten en 1 -
ochtend komt hij er weer uit. i
broek en een hoed, en op weg naar het spoor
was, zei mijn vriend Henriksen tegen mijJe
zult zien, we treffen Henrichsen aan het station.
Van tijd tot tijd draaide hij zich om en
eensklaps riep hijJawel, net wat ik zei
daar heb je ’m blijf nu maar kalm. Ik
I kon niet nalaten even op te kijken. Ja, daar
1 stoof een reus van een kerel, met waterlaarzen
en geweldige stappen ons achterop. Goeie
morgen, Henrichsen zegt Henriksen. Goeien-
dag, collega, heb geen tijd ben er op uit
om schobbejak af te ranselen!
Hij holt voorbij, maar wendt zich meteen
weeromStel je voor, de een of andere be
drieger, wie weet ik niet eens, maakt van mijn
afwezigheid gebruik, om drie dagen lang op mijn
zak te teren, geeft zich uit voor mijn vriend,
slaapt in mijn bed, eet aan mijn tafel, rookt
mijn sigaren en maakt uitstapjes naar Karolinen-
bad met mijn vrouw en kind, ’k Sla hem op
zijn allerminst dood, dat recht kan mij niemand
ontzeggen.
Ken je hem dan wel eens? Neen, maar
ik zal hem wel vinden lichtgrijze broek,
grijze flambard 1 Dood slaan zal ik hem
Henrichsen wide voortrennen, maar Henriksen
hield hem terug. Wacht even, we gaan mee,
ik moet mijn vriend naar den trein brengen.
Henrichsen reikte mij de hand Aangenaam
kennis te maken! Zoo gingen wij te samen.
Ik was alles behalve opgetogen over dat gezel
schap en ergerde mij geducht over het ge
grinnik van mijn vriend Henriksen, die het
blijkbaar hoogst grappig scheen te vinden.
Toen wij op het perron kwamen, snuffelde
Henrichsen met ch als een rattenvanger
naar een man met een grijzen flambard. Een
conducteur meende een grijzen flambard te
hebben zien loopen, hij zat zeker al in de
coupé! Henrichsen nam een kaartje naar
Ivingstrup en ging naast mij zitten. Toen de
trein in Ivingstiup stil hield, stormde hij den
waggon uit en keek in zooveel coupés als hij
gedurende het korte oponthoud kon, nam een
kaartje tot Hovedgaard en nam weer bij mij
plaats. Zoo deed hij, totdat wij aan Aarhus
den grijzen flambard nog in
Bij het afscheid drukte
Reken er vast op: ik zal hem
wel vinden en dan sla ik hem al zijn ribben
eens in Horsens komt, trek
we hebben altijd een logeer-
kwestie. Allen willen gaarne dien weg, maar
een feit is het, dat het beter is den anderen kant
om te gaan, en hij is dus ook voor wijziging
der richting, vooral ook nog omdat de moge
lijkheid kan worden geschapen dat Stavoren het
voorschrift «stapvoets rijden« zou
wat alweer een belemmering zou
mede het algemeen belang niet zou worden
gediend.
De heer Dokkum bespreekt de mogelijkheid
ook nog dien tweeden weg aan te leggen, en
waar oorspronkelijk 50 0/0 in de overblijvende
kosten is toegestaan, wordt dat bedrag, nu Rijk
en Provincie een verhoogde subsidie hebben toe
gezegd, aanmerkelijk kleiner. Hij zou er voor
zijn de toegezegde 50 0/0 in de hoogere kosten
te betalen, onder voorwaarde dat Stavoren ook
de platte weg gaat verharden.
De heer A. A. Bajema meent, dat het beter
is, de verdere behandeling te doen plaats hebben
in geheime zitting, waartoe dan ook wordt
overgegaan.
Na heropening der openbare vergadering zegt
de Voorzitter dat de kwestie van f 1000 meer
of minder in de kosten weinig tot de zaak af
doet, waarom B. en W. voorstellen het Raads
besluit van 17 December 1910 te handhaven,
waarbij is besloten 50 0/0 in de overblij vende
kosten bij te dragen en het onderhoud van den
weg op zich te nemen voorzoo ver deze op het
gebied der Gemeente is gelegen. Dit voorstel
in stemming gebracht, wordt verworpen met 7
tegen 4 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Brandsma, Schut,
O. H. Bajema en Dokkum.
Na dezen uitslag zegt de Voorzitter dat daar
mede dus thans deze zank is afgedaan, wijl
Stavoren geen nadere onderhandeling zal wen-
schen, wat de heer A. A. Bajema nog eens zou
willen beproeven waartoe ook de heer Dokkum
genegen is. Immers de voorbereiding voor den
weg heeft nu plaats gehad en indien Stavoren
nu ook nog de z.g. Platte weg zou willen ver
harden, zoo, dat men die ongehinderd zou kun
nen passeeren, dan zou de Raad dezerzijds nog
met het ontworpen plan mee kunnen gaan.
Uit de onderlinge discussie blijkt dat de Raad
in zijn geheel dat gevoelen wel is toegedaan,
waarna met algemeene stemmen wordt aange
nomen het voorstel van den heer Dokkum, be
doelende om nog gelegenheid tot aanleg van een
verbindingsweg Warns-Stavoren open te laten,
om het oorspronkelijke Raadsbesluit te hand
haven zonder eenige splitsing van kosten, mits
tegelijk voor rekening der Gemeente Stavoren
zal worden aangelegd eene voor het ongehinderde
publieke verkeer open te stellen kunstweg,
rechtstreeksche verbinding brengende tusschen
den voor gemeenschappelijke rekening aan te I Jtraf^maar uit
leggen kunstweg door den Noordermeerpolder 1 -
over de Koebrug naar Stavoren en denbestaan-
den grintweg van Stavoren naar de wachtpost,
aldus over het verlengde, in noordwestelijke
J I *VX WCXC1IX KCXXJJIXUCXX. xucviuuw w»», zuuais i - ui i j au IX SU1113 u
ten e aan genoemden gemeenschappehjken weg zej bijzonder gastvrij, ik werd dadelijk in de aan huis zal komen?»
ij e grens Stavoren-Hem. Old. en Noord- logeerkamer geïnstalleerd en bleef er de drie «Maar dat gaat toet
i j j r. ,1 dagen, dat Henriksen bromde, logeeren. Ik «Zestig markjes voc
o e en er Commissie, om nadere onder- werd er bediend als een prins en ging’s avonds goeding! Dat is spot
handelingen met Stavoren te voeren, worden met de ypn„w doc bi„;_ nu jJln
aangewezen de heeren A. A. Bajema en A. j wandelen.
Donderdag ’s morgens toog ik op weg
ontvangst te nemen. Wij ontmoetten elkaar
11 was van i
t
«Nou, hoe is *t? ’k Heb niet lang tijd!»
«Daar dan, zestig mark, afzetter! En nu
verschrikt een stap terug. Ben je bezeten verkies ik verder hierover met rust te worden
i vu xx -x-jjen_ ge|aten
‘i «Wel bedankt! Van myn kant zult u rust
SCHRUMM,
Birnstrasse 7.
Drie dagen zat de heer Schrumm voor het
venster met de 15 mark voor zich op de ven
sterbank, wachtende op «dengene die.» Want
Schrumm ziedde van woede en dorstte naar wraak.
Eindelyk kwam er iemand.
«Daar ben ik van wegens de 15 mark.«
«Weet u, wie den hond van kant heeft ge
maakt?»
«Natuurlijk!»
«Hoe heet hij
«Eerst ’t geld!»
«Eerst den naam l«
«Dan groet ik je!»
«Halt! Beloof je op je eerewoord dat je mij
den kerel zult noemen?»
e.r’&
«Nu dan daar!» J
«Dank u wel!»
«Wie heeft ’m doodgeslagen?»
«Ik zelf.»
«Wie?»
«Ik
«Wat ’n onbeschaamdheid. En daarvoor moet
ik je nog betalen!»
«Zeker, ’k heb het geld hoog noodig voor een
advocaat; die lui vragen voorschot. En alleen
van wegens u!«
«Mij 1
«Natuurlijk! Omdat ik je aanklaag en scha
devergoeding eischUw hond heeft mijn zoontje
z’n kleeren van ’t lijf gescheurd en ’m gebeten
in ’z.... heelemaal van achteren. Hij moet
minstens een paar weken in bed blijven. Onder
zestig mark doe ik ’t niet.»
-
«Denk je soms dat mijn jongen voor honden
voer rondloopt. Op ’n zestig mark zal ’t wel
oEn de kosten natuurlijk! Zoo’nblauw
Donderdag- lapje van honderd bij mekaar!
Dat was de «Ik voor ’t gerecht! Dat mankeerde me
derde verrassingHenriksen’s losse handnog
ik had hem al tij d voor den goedhartigsten kerel «Dat zal toch wel moeten meneer Schrumm
ter wereld gehouden. Mevrouw was, zooals j of had u soms ’n idee dat de rechter bij u
«Maar dat gaat toch niet aan!»
«Zestig markjes voor reparatie en schadever-
_jx__i rx_x x- spotgoedkoop, man! Wou jij
graag "veertien dagen op je buik liggen met ’n
ijsblaas op je rug voor zestig mark?»
In ’s duivels naam dan! Dus nog
kwamen, waar hij tot het vermoeden kwam,
dat de man met
Horsens moest zijn,
hij mij de hand. T
1-1 - J --
kapot. Als u weer
dan bij ons in,
kamer open.
Maar ik ben sedert niet meer in Horsens ge
weest, ik wacht er liever mee, totdat slager
de geheele stad, vol grappen Henrichsen met ch naar een andere stad
verhuisd is.
oogen moet worden gezien, en
De heer A. Schrale erkent dat tweemaal door
den Raad de belofte van medewerking aan de
geprojecteerde richting is toegezegd, maar later
is tengevolge de voorgestelde wijzigingen van
Ged. Staten er iets bijgekomen. Zijn gedachten
omtrent eene veranderde richting zijn in den
beginne doodgedrukt, en ofschoon met den heer
A. A. Bajema lid der voorbereidende Commissie,
zijn zij later tot andere gedachten gekomen in
zake de richting.
Door den Voorzitter is gezegd dat er drie
partijen zijn, maar waar Rijk en Provincie 2/3
bijdragen, als vertegenwoordigende het algemeen
belang, moet dan die stem worden onderdrukt
ten bate van 1/3, ja, misschien wel ten bate
van l/8? Zouden we daarom niet van een eens
ingenomen standpunt mogen afwijken? Juist
in het tegengestelde geval wordt een dwaasheid
begaan, want de gewijzigde richting brengt juist
verbetering aan, en daarom is het beter ten
halve gekeerd dan geheel gedwaald.
De Voorzitter erkent dat hij bij zijn komst
in de Gemeente niet geheel op de hoogte der
zaak was, maar herinnert dat in de vergadering
van 20 Mei dit punt hier is behandeld en toen
aan de wensch van Stavoren is gehoor gegeven.
En ook de Provinciale opzichter acht twee we
gen niet noodig, omdat de weg door de stad
maar weinig langer is, zoodat dus het algemeen
belang mede gaat met de wensch van Stavoren.
De heer O. H. Bajema deelt mede dat de
Voorzitter van den Noordermeerpolder hem des
tijds heeft gezegd dat tegen afstand van den
z.g. Platte weg bezwaar bestond, maar deze isi
sinds overleden en misschien dat de zienswijze
daaromtrent thans is gewijzigd.
van f 6200.
c. idem het schoolgeldkohier over het 3de kwar
taal 1911.
d. idem dat de Gemeenterekening over 1910
definitief is goedgekeurd tot een bedrag in ont
vang van f 58416.64, in uitgaaf van f 57100.77
met een batig saldo van f 1315.87.
e. idem het Raadsbesluit tot ruiling van grond
met het Bestuur van de vereeniging voor Chr.
schoolonderwijs te Koudum.
f. idem dat het Raadsbesluit tot verhooging
der presentiegelden voor de leden van den Raad
niet is goedgekeurd.
g. eene mededeeling van B. en W. dat de
geldleening ad f 6200 is gegund tegen 43/4 0/0,
met inbegrip van alle kosten, aan B. L. C. de
Haan’s Bank te Leeuwarden.
h. een adres van B. en W. van Harderwijk,
ingezonden aan de Tweede Kamer, om alsnog
maatregelen te nemen tegen de nesthandel.
i. een dankbetuiging van J. IJntema, con
cierge in het Gemeentehuis, voor de hem toe
gekende verhooging van salaris,
welke mededeelingen zonder hoofdelijke stem
ming voor kennisgeving worden aangenomen.
Punt 3. Behandeling van een schrijven van
Burgemeester en Wethouders van Stavoren in
zake den aanleg van een grintweg Warns-Sta
voren.
De Voorzitter deelt mede dat bij B. en W.
een schrijven is ingekomen van hunne ambtge-
nooten van Stavoren met verzoek daarvan mede
deeling te doen aan den Raad.
De Secretaris geeft daarvan lecture.
In dit schrijven wordt o.m. gememoreerd,
dat B. en W. van Stavoren met groote be
vreemding kennis hebben genomen van het
laatste besluit van den Raad van H. O. en N.,
waardoor het geheele plan van aanleg aan den
kant wordt gezet, terwijl in aanmerking mag
worden genomen dat niet alleen door de weder-
zijdsche colleges van B. en W. maar ook door
den Raad meermalen deze zaak is besproken,
en in eerste instantie tot den aanleg is besloten
onder toezegging van 20 0/0 in de kosten en de
helft in het onderhoud te zullen bijdragen,
wat later is gewijzigd tot een bijdrage van 50 0/0
in de overblijvende kosten en het onderhoud
over eene lengte van 1650 M. Bevreemdend is
ook de houding van het commissielid, de heer
A. A. Bajema, die oorspronkelijk geen bezwaar
tegen de richting heeft geopperd en het dien
overeenkomstig rapport heeft onderteekend.
Verder wordt opgemerkt, dat Ged. Staten reeds
destijds hebben gemeld, dat de richting van
den weg in oostelijke richting niet gewenscht
was, maar over de Koebrug moest worden ge
nomen, welk gevoelen ook door den Hoofd
ingenieur wordt gedeeld, hebbende anders dien
weg, zoo hij niet door de stad wordt geleid,
voor Stavoren geen belang. Uit de tusschentijds
door Ged. Staten aangebrachte wijzigingen
vloeit voort, dat elke Gemeente f 500 meer zal
moeten betalen, wat misschien eene teleur
stelling is geweest, maar opgemerkt mag worden,
dat de oorspronkelijke bijdrage van Rijk en
Provincie tot 33t/3 u/0 is verhoogd en dus 62/3 o/o
meer bedraagt, zoodat de meerdere subsidie
thans tot f 1189.89i/2 is gestegen. Een aan
vrage bij het Waterschap om steun heeft niet
het gewenschte succes gehad. Reeds van den
beginne af is de wenschelijkheid uitgesproken,
dat Stavoren zich met uitvoering zou belasten,
maar ontkend moet worden, dat dezerzijds
daarmede te los is te werk gegaan. Rijk en
Provincie willen nog l/3 in de kosten bijdragen,
wil H. O. en N. niet in de verhoogde kosten
deelen, dan is Stavoren nog genegen de overige
f 1000 voor hare rekening te nemen, maar zij
verzoekt overigens dringend het vroeger genomen
besluit te handhaven.
De Voorzitter zegt dat B. en W. niet veel
aan dit schrijven hebben toe te voegen, waaruit
blijkt dat Stavoren niet wil medewerken aan
eene veranderde richting. Zij stellen daarom
voor het vroeger genomen besluit te handhaven
en de toegezegde subsidie gestand te doen, onder
voorwaarde, dat de meerdere kosten worden
betaald door Stavoren. Hij kan nog meedeelen,
dat zoo f' o7.
en de Provincie elk f 6927780 hebben bij
dragen, H. O. en Noordwolde f 3982.38i/o
Stavoren f 4915.71i/2.
Vxzxxwm A A T>_
de eindstemming in geheime
het door hem ingenomen standpunt. Overigens
is voor hem niet de kwestie, de financiën, maar
de richting van den weg.
van i'
houden, dan dient
lyke voorstel te handhaven. Hij acht d
0^8 ft*n groote bezwaren onderhevig.
Kerk in Stavoren, maar ook de twee over het
groot-scheepsvaarwater gelegen bruggen, waar
door eene bedenkelüke stagnatie in het verkeer
kan ontstaan voor hc.
bruik moeten maken,
uit r
meest gewenschte
1 wordt geen gek figuur gemaakt, en zal geen
weg worden gelegd, die door het publiek niet
wordt begeerd, wel door Stavoren. Zijn oppositie
j is niet tegen Stavoren alszoodanig gericht eh
j na rijpe overweging kan hij het door hem thans
ingenomen standpunt niet verlaten.
De Voorzitter zegt dat er drie partijen zijn,
n.l. de Gemeente H. O. en N. en het algemeen
belang, vertegenwoordigd door de subsidie’s van
Rijk en Provincie. Reeds tweemaal is aan I
Stavoren de belofte gedaan om mede te werken
aan de geprojecteerde richting, en nu is het de
zal dat standpunt gehandhaafd worden,
neen. E_ L _1 7 o
te zeggen, maar Stavoren wil nu eenmaal de I zjene uitgaven en het doen
maal door dezen Raad is goedgekeurd, zal het
verlaten van dat standpunt een houding zijn,
een college als den Raad onwaardig. Dat is
dat z. i. ont-
dit plan wordt aangenomen, het Rijk
j te
Noordwolde f 3982.381/2 en
De heer A. A. Bajema begint met te zeggen,
dat hij straks voor de eindstemming in geheime
zitting eenige mededeelingen wil doen omtrent
j-.x .j-— j- 7
is voor hem niet de kwestie, de financiën.
o. Wil de meerderheid
den Raad de geprojecteerde richting be-
men het volledig, oorspronke
lijke voorstel te handhaven. Hij acht de rich
ting aan groote bezwaren onderhevig. Niet
alleen de gevaarlijke bocht bij de Doopsgezinde
AVtlr 11.
groot-scheepsvaarwater gelegen bruggen,
door eene bedenkelüke stagnatie in het
ten, die van de treinen ge-
Daarom is die richting
een oogpunt van publiek verkeer niet de
-- voor een verbindingsweg rum 4. aares om suosiaie un aewemei
tusschen Warns en Stavoren. Een ander be- kas voor propaganda tegen drankmisbruik.
«pperd, door de mededeeling, j
den Noordermeerpolderniet ingekomen van de gezamenlijke besturen der groot. Welzoo beste Henriksen, beste Hen- heb aangegeven!»
weg at te staan, j verschillende drankbestrijders-vereenigingen in riksen, hoe gaat het? ’k moet je de groeten J
x j’x“i i. -p—u- - »-•— is» en i deze Gemeente, n.l. te Hemelum, Heidenschap, van je vrouw overbrengen, ik logeer al drie I
juist dit laantje is hem liever dan de geprojec- Oudega en Warns en verzoekt den Secretaris dagen bij je, terwijl je bromde. Henriksen
teerde wetj door de ^SoordermeemoldAr ovat dp doswovi lopfiiFo to woamit- TiUiVt een trad ^o»»»sz»Viv»iizt' Dn».
.- j jaarlyksche subsidie wordt gevraagd voor de Dan ben je niet bij mij geweest, maar 1
nmn.Mndo, richsen met ch die een wildvreemde voor je
«Neen, zóó niet, oolijkerd! Die vijftien mark
r J naar
Adres om subsidie uit de Gemeente- de gevangenis, om mijn vriend Henriksen in I vijf-en-veertig mark!»
ontvangst te nemen. Wij ontmoetten elkaar «Neen, zóó niet, oolijkerd! Die vijftien mark
De Voorzitter deelt mede dat een adres is halverwege. De vreugde was van weerskanten is belooning, omdat ik den honden-vermoorder
1 van f* -i