Weekmarkt. Aanbesteding. BERICHT. For de Bern. No, 14. ZATERDAG 30 MAART 1912. 38ste Jaargang. Officieel Gedeelte. Binnenlandsch Nieuws. de levering van het voor een stel buitenvloeddeuren der Zeesluis benoodigde eikenhout. FRISO. aan te geven. en Uitgave van T. GAASTRA Bz., firma H. BRANDENBURGH Zoon te WORKUM. De BURGEMEESTER van WOR KUM maakt bekend, dat de Week markt die samenvalt met Goeden Vrijdag, zal worden gehouden op Donderdag den 4den April a.s. Workum, 28 Maart 1912. De Burgemeester voornoemd, T. M. ten BERGE. BURGEMEESTER en WETHOU DERS van WORKUM zullen op Zaterdag den 6 April 1913 aanbesteden: ik kin se langer net mear sjouwe. To, help Wegens den GOEDEN VRIJDAG zal het eerstvolgend nommer van „FRISO” een dag eerder verschijnen dus Donderdag 4 April. Advertentiën voor dat no. ge lieve men vroegtijdig in te zenden. DE UITGEVER. ameiij perse de tracht swierder op ’e skouders en rêch ten de onmeilydsume jonge. Einliks lénne men oan op ’n moanne. De moannegodinne smiet de goudne poarte iepen en liet Paules binnen. Der stiet hy nou al sint jierren en jierren en sjucht mei in grimmitich gesicht nei onderen op ’e ierde del en het langst nei it bosk, de dieren en de minsken. Ja, nou scoed er alle minsken wol graech it sin dwaen wolle en noait wer dwers en forkeard immen ousnauwe! Mar it birou kaem to let! Sjuch him mar ris oan, it aid mantsje yn ’e moanne, jonges en famkes en forjit noait, dat wy sender Ijeafde en meilijen, sender goeder- jowskens tsjin de earmen, net wirdich binne, dat de ierde üs draecht. As wy gjin hert ha for üs neisten, moatte wy nei boppen, nei Paulus ta, der yn ’e moanne, en komme noait wer onder, noait wer thus. Nei in dichtsje fen Hebei. Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents Per post 0.65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur. 1T MANTSJE YN ’E MOANNE. Sjugge jimme de moanne oan 'e jounshimmel skitterjen? O hwet Ijeaf, hwet hearlik moai nou? Om him hinne driuwe Ijochte lichte wolkentsjens, en allegjerre mei goudne snier omseammel Mar sjuch ris goed yn de moanne seis op. Stiet der net immen yn’e moanne? Ja, oarsnet. »Ho komt datfreegje jimme jimme. >Hwet docht dy man der midden yn dy moanne to stean Wo’ jimm* dat graech wite? Goed! Harkje dan. Ik scil it jimme fortelle hjer. Yn in lyts hüske, ticht by in bosk, wenne in earme widdou mei in jonge dy *t Paulus hjitte. It wier in flinke, sterke jonge mei reade wangen en blauwe eagen en mei in krüs boskje hier op ’e holle. Elkeuien scoe in boel fen de jonge hélden ha, bied er sok in lilk gebrek net hawn. Hy wier nammentlik ontofreden, noartich en stiif; hy scoe nimmen oait groete of mei in frjeonlik wird bijegenje. Nearne der ’t hy in hantsje by helpe woe. Hy stie altyd fen Herren en allinne, hwent al de oare jonges myden him. Stadichwei kaem op ’e foarholle, twisken de winkbrauwen yn, in djippe félde, it teiken fen syn dagelikse ontofredenens. iPaulus brompot» waerd er yn ’e wénling neamd. Hy wist it, mar forbettere him net. II. Op in moaye dei kaem hy yn it bosk om Treurig. Reeds dertien dagen was te Utrecht het 12 jarig zoontje van een stoker aan de gasfa briek uit de ouderlijke woning verdwenen. De jongen deugde niet, telkens werd er over hem geklaagd. Nu had hij tegen zijn zuster ge zegd, dat hij zich ging verdrinken in den vij ver van het park Nieuweroord, Men sloeg er thuis geen acht op en men schijnt zich ook niet ernstig ongerust te hebben gemaakt. Toen de jongen echter reeds dertien dagen was uitgebleven en maar niet terug kwam, maakte de vader een dreg, ging er mee naar den vijver, en haalde werkelijk het lijk van zijn zoontje op. Van het bestek en voorwaarden kan kennis worden genomen ter Secretarie in de gewone kantooruren, terwijl gedrukte exemplaren daar van zijn te bekomen tegen betaling van f 0.25. Inschrijvingsbiljetten op zegel, worden ingewacht op den dag der besteding, vóór ’s middags 12 uur. Workum, den 23 Maart 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, T. M. ten BERGE. De Secretaris, A. de VRIES. droeg Dinsdag 300 stuks. De prijs varieerde van 45 tot 50 cent. Verleden jaar 28 Maart, bedroeg de aan voer 65 stuks. De eieren werden toen ver handeld tegen den prijs van 45 a 60 ct. Zonderlinge uitnoodiging. Over den toestand der wegen te Woensel circuleert aldaar een adres aan den minister van Waterstaat, waarin o a. wordt medege deeld, dat er geen andere gemeentereiniging bestaat dan een halfblinde man, gewapend met een bezem, schop en kruiwagen» en waarin Z Exc. wordt uitgenoodigd »tot een be zoek op een regenavond» om zich te over tuigen van den toestand. Uitvinding. De ruim 80 jarige heer E. Smit Ja., fabri kant van spaarkachels en dito insluithaarden te Heerenveen, heeft, zoo schrijft men aan de L. Ct. een uitvinding gedaan, waardoor het systeem van spaarkachel vereenigd wordt met dat van open ventilatieaaard Wie het zag, stond verbaasd, hoe de tabaksrook door de open haard wegtrok en de kamer na enkele minuten geheel rookvrij werd. De nieuwe vinding komt eerst in den handel, als den heer S. octrooi is verleend. De energieke grijs aard verwacht in de toekomst veel van zijn systeem, zoowel voor de huiskamer als voor vergaderlokalen waar gerookt wordt. De verdwenen notaris. Het juiste bedrag van het tekort van den verdwenen Waal wij kschen notaris is nog niet Men spreekt van f 100.000. Verschillende kleine luyden uit Waalwijk omgeving zijn er de dupe van geworden. Zoo o.a. een boertje, dat eenigen tijd ge leden door den notaris zijn huisje, zijn eenig eigendom, had laten verknopen. In het begin der vorige week kwam hij bij den notaris de opbrengstsom, die f 1500 bedroeg, halen, doch kreeg toen van dezen tot bescheid, dat hij deze week maar eens moest terugkomen. Ook hebben verschillende neringdoenden in Waalwijk nog belangrijke bedragen van den verdwenen notaris te vorderen. De ontvluchtte moet zich vooral in den laatsten tijd met zeer gewaagde speculaties hebben ingelaten. Een droevig ongeluk is den tramconducteur W. F. de Groot in de remise aan de Tollenstraat te Amsterdam overgekomen. Terwjjl een motorwagen de remise uitreed, had hij de groote onvoorzich tigheid, op het voorbalcon te willen springen, juist toen de wagen de inrijpoort onderdoor zou gaan. De Groot geraakte bekneld tus- echen poort en wagen en liep vreeselijke ver wondingen op de kaartjestrommel drong hem in den buik, tengevolge waarvan hij thans in het gasthuis bezweken is. De Groot was gehuwd en vader van drie kinderen. Hij was nog maar sedert kort als vast conducteur aangesteld, maar wel geruimen tijd als hulpconducteur werkzaam geweest. Bekeuring. In een cafe zonder vergunning te Schoonloo (Drenthe) bestelde iemand een borrel. Toen de caféhouder hem het verlangde bracht, gaf hij zich uit voor onbezoldigd rjjkaveld wachter en zei hij proees-verbaal te moeten opmaken. Onder belofte van een flink bedrag was hij er echter nog al gemakkelijk voor te vinden, de vervolging achterwege te laten. ‘Later kwam uit, dat hij in ’t geheel niet tot de po en thans is hij door de Asser rechtbank veroordeeld tot 9 maanden gevan genisstraf. De spellingkwestie. De staatscommissie inzake de spellingkwestie heeft haar rapport uitgebracht. Daarin wordt gezegd, d it de regeering in ’t algemeen geen regelen heeft te stellen aan particulieren voor het schrijven van de lands taal, doch zelve volge de regeering het »meer algemeen gebruik», dat wil zoggen, de schrijf wijze, die in den breedsten kring ingang heeft gevonden, en houde zich daaraan in alle stuk ken, die van haar uitgaan, eische die van de rechterlijke macht, van het notariaat en van de openbare scholen, zoowel als de gesubsidi eerde bijzondere scholen, ook in leer- en lees boeken en bij examens. Bij wetswijzigingen houde men de spelling, waarin do wet oorspronkelijk was gesteld, tenzij de wijziging van zeer grooten om vang is, in welk geval de heele wet worde over gebracht in de door de regeering aanvaarde schrijfwijze De commissie beslaat uit de hoeren A Kuijper, W. II de Beaufort, D. Bos, J. A. Loeft’, J. te Winkel, W. L van Ilelten. II. J. Kiewiet de Jonge, A. Kluijver, L. F. H. Michiels van Kessenich, J. II. Abendanon en C. Bake, leden, terwijl als secretaris aan haar was toegevoegd mr. J. A. de Wilde, advocaaat te ’s Gravenhage. Door verschillende leden zijn nota’s aan het rapport toegevoegd. Speculeeren op bijgeloof. Het Tweede Kamerlid, de heer de Stuers, heeft de volgende vraag gericht tot den mi nister van Koloniën, omtrent een mededoeling van den civielen gezaghebber der Gajo-Loeös aan de inlandsche bevolking (ingezonden 15 dezer) 8 Maart 1911 bad ik de eer aan den mi- van Koloniën de volgende vraag te stellen: »Is het bericht waar, dat kapitein Muurling civielgezaghebber der Gajo-Loeös, aan hoofden en bevolking heeft medegedeeld, dat de comeet van Halley en dat een aard storting, waarbij 16 menschen den dood ge vonden hebben, bewijzen waren van Gods toorn wegens het nog altijd voortdurend verzet tegen het Nederlandsch gezag? Zoo ja, wat wordt door de regeering gedaan om dit specu leeren op het bijgeloof van onnoozele lieden tegen te gaan?« 27 Maart daaropvolgende berichtte de mi nister, dat hem verschillende gegevens ont braken om deze vraag volledig te kunnen be antwoorden, weshalve aan de Indische regee ring word verzocht hem de ontbrekende litie behoorde gegevens te willen doen toekomen. 27 October daaropvolgende had ik het voor recht mijn vraag te herhalen. De minister antwoordde 15 November, dat hem ook nu nog enkele gegevens ontbraken om de vraag volledig te kunnen beantwoorden. Ik waag het thans, na een jaar wachtens, nogmaals op een antwoord aan te dringen. De minister van Koloniën heeft 25 dezer geantwoord, dat de gegevens, benoodigd ter volledige beantwoording van de door den heer de Stuers in Maart 1911 gestelde vragen, nog niet uit Indië zijn ontvangen, doch dat langs telegrafischen weg op spoedige toezending van die gegevens is aangedrongen- Kievitseieren. De aanvoer van kievitseieren te Sneek be- De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte Buiten Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij abonnement belangrijk lager. Tot plaatsing vaa adv. en reclames voor Handel, Nijverheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warinoesstr.76-78, Amsterdam ierdbeijen to siikjen. Hy socht en socht en hie op it lést in heel koerke fol. »Och to, jaen my ek in pear, ju,« frege him in aerdich lyts tamke. »Jaen my mar twa! Se binne sa lekker en dou hatst’ dochs safolle!» »Siikje seis!» antwirde Paulus noartich en stjürsk. Treurich seach it Ijeave famke de mélle jonge oan. sSjuchst» dan net, dat myn beide hénnen lam binue en dat ik der neat mei kin?» Mar ek dizze wirden stuiten ou op de onge- foelige jonge. It famke roan by him wei, wylst Palus syn hoed ek yette fol beyen loege. III. Der kaem in Md wyfke oanrinnen. Hja kuggele en hoastte, dat it yen oangrize scoe. Hja hie in bosk takken üt it bosk by’noar socht, op ’e rêch, en ’t like wol dat se haest onder ’e fracht biswike scoe. »Och to, béste jonge,® smeke it élde minske, help my effen, yn ’e goedichheit! Help my, ik bin net fier mear fen myn wente ou, mar kin haest net mear. Dou bist’ in feardige, sterke jonge. Tógje dy pear prikken efkes. De skouders dogge ray sa sear en de rêch giet my stikken. Ik kom noait thüs mei myn brénje astou net in hén ütstekste!» Paulus seach it sloof brimstich oan. »Hwet tink jy wol,« róp er, »mien jy misskien dat ik jou feint bin? Né, mar sa is ’t net, ’k woe Ijeaver, dy smoarge prikken »Ei jongkje ha dochs hwet meilyen!» sei ’t éld minske mei yet mear oandrang, ndou seoest’ er in goed wirk mei dwaen. ’t Is for dy gjin praet wirdich, dy stik of hwet takken en dou kinst my der in hele deugd mei bisoargje, hwent my mar in héntsje.» »Né, ik doch it net, ik wol net!» sei de minne jonge. »Ei, to mar »Né!< »Dou dófhüdige snaekl Hatst dan neat gjin hert for earmen en brekliken ?t róp it skjin toneine minske en bjar eagen flikkeren der oer. nEarje de élderdom!» stiet yn it hillich boek en «Sillich de barmhertigen, hwent se scille barmhertichheid onderfine.» Mar hwet styt dy to wachtsjen? It scil noch ris raer mei dy ütdraeije, ast dy net mélle gau foroareste. For de léste kear freegje ’k dy, meilijen mei my to hawwen, en 't houtspil for my to dragen. Ik scil er dy ryklik for leanje.» »For leanje? Jy? Jy binne ommers in bid- lerswiif!» sei Paulus en gniisde forachtlik. Mar derom net as woene jy my der ek hwet for jaen, ik dy ’t dochs lykswols net. Ik bin gjin sjouwersman for frjemde ljue.» IV. »Dou seilst dat yn der iwichheid w-êze! róp hookstrooks in stimme, en Paulus trille der fen as in blêd oan ’e beam. It bidlerswiif hie ’t takkebosk oer ’e groun smiten en stie nou heech opstoelke foar de forhearde jonge. Deearmtlike fodden leine yn ’t gêrs en yn in sierlik silver- trieen kleed stie in great en beljont fromminske, rjucht as in kears. Op ’e blanke holle strielle een kroane, fen kleare stjirkes gearstéld. In goudne girle hie se om ’e mil, dy 't it deftich nis.er kleed, sa tige rom, yn bitwang halde. »Ik bin de moannegodinne,» sei de forskining. »Om ’e hondert jier kom ik op ’e ierde om de minsken te sjen. Nou kom ik yn dit postür, en dan in dat mar ik sjuch yn ’e hutten en klinten fen de earmen krekt sa faek as yn ’e paleisen, en kestielen fen de riken. Ik ha skat- ten by my, wille for de jeugd, kiüden for de siken, en treast for de goede en dildege ljue. Mar sa goederjowsk as ik for de goeden bin sa kwea bin ik for de minne. De greatste deugd op ’e wréld is de Ijeafde. En de lytse bern binne al ien steat om dy üt to oefenjen. Mar dou hatst fen dy deugd ont nou ta yet neat witte wollen. Faken hak ’k dy warskóge, mar it wier altyd om ’e nochtl Ik wier dat famke dat dy om in ierdbei frege; ik wier it earm éld wyfke mei ’t takkebosk. O, hiest it mar efkes in eintsje for hjar droe gen, mar né, dou woeste net. Nou bist net wirdich dat de ierde dy langer draecht. For sokke stienen herten is hjir onder gjin plak. Sokken moat mei my omheech, mei nei de moanne ta der ’t neat en nimmen is om tsjin to féllen. Hawar dogeneat! Kry op dat takkeboskjier yn, jier üt, alle eeuwen troch seilst it op ’e rêch hélde en nimmen host’er ek om bidde en smeke scitste, scil dy dyn pak for- lichtsje. In earm ongelokkich minske woestou net helpe. Foartoan scilste nea wer op ’e help fen hwa ek hoeche to gobberjen. V. Al eart hja ütpraet wier, siet it takkebosk Paulus op ’e rêch. Hy fielde de groun onder syn toetten wei wirden en riisde omhegen: heger as de beamen, heger as de toerren, mid den troch de wolkens hinne oe, hwet wier it der kAid en dampichnoch heger en altyd mar heger. De left waerd tinner oan en elk om bidde en smeke scitste, scil dy dyn pak for- op ’e help -‘5 4 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD voor de Gemeenten Workum. llemelumer Oldephaerl en Noordwolde. Ilindeloopen en Stavoren.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1912 | | pagina 1