Hindeloopen en Stavoren. Verkoop van hakhout. ■v?( x?di l Ej I hip Jll 1 ZATERDAG 29 MAART 1913. No. 14. 39ste Jaargang. Officieel Gedeelte. )E V i i na* I I 4 5 I De Voorzitter is daartoe gekomen door de De heer Kroese zegt als lid der commissie, het voor legging dezer en vorengenoemde bepalingen wordt in hoogste ressort door den Gemeenteraad 4 ude nc Ki ME Zu. Uitgave van T. GAASTRA Bz., firma H. BRANDENBURGH Zoon te WORKUM. van den Raad i rj.' 1 treding van de verordening reeds pensioen of wachtgeld uit de gemeentefondsen genieten of verzekerd zijn bij het pensioenfonds van het Rijk, en nu bestaat er o. i. geen bezwaar daarin ook de ambtenaren op te nemen, hetzij zij al dan niet pensioen genieten, doch die na de inwerkingtreding der verordening zijn of worden aangesteld. Is de Raad eveneens deze meening toegedaan, dan stellen B. en W. voor zulks offi cieel te bekrachtigen en vervalt daardoor het voorstel van den heer Jansen. De heer IJntema acht het beter de door de heer Jansen aangegeven woorden te laten ver vallen, terwijl deze laatste zegt, voldaan te zijn over het voorstel van B. en W., maar het een voudiger acht de door hem genoemde alinea er uit te nemen. De pensioenverordening is min of meer een contract, waarin de dingen juist moeten worden gestipuleerd, opdat zij niet voor verschillende uitlegging vatbaar zijn. Op grond van hetgeen hier vroeger besproken is en waar hij geen redelijke gronden van B. en W. heeft gehoord, meent hij zijn voorstel te moeten handhaven. De Voorzitter wijst den heer Jansen er op dat hij zich beroept 01 ling, maar dat is eene huishoudelijke bespreking geweest. De heer Kroese had oorspronkelijk gedacht met de wyziging van den heer Jansen mee te kunnen gaan, maar het geopperde bezwaar bestaat echter bij nadere lezing niet. Men moet hier het verschil in het oog vatten tusschen verze kering en pensioen genieten, het laatste is een uitgesteld loon en daarom gaat hij thans met B. en W. mee. De heer Jansen, terugkomende op de bewering De BURGEMEESTER van WORKUM brengt ter kennis van gegadigden, dat op VRIJDAG den 4 APRIL as., des namiddags 12i/2 uur, op het terrein «DE HEERENKUNST” alhier, publiek zal worden verkocht een partij hakhout in 100 perceelen. Workum, den 28 Maart 1913. De Burgemeester voornoemd, T. M. ten BERGE. hi Ir >p een vroegere behande- 5 CT nd j V. plaatsing van een nortonput gewenscht werd. De heer Kroese meent dat alles hier neerkomt op de economische zijde van de zaak, die ge heel ligt op de weg van Ged. Staten, maar waarvan de financieele bezwaren voor de Ge meente te groot zijn. De heer Gaastra wenscht, waar de Voorzitter het gebrek ontkent en toch het nut ervan wil erkennen, de zinsnede aangaande het gebrek weg te laten. Met algemeene stemmen wordt ten slotte de redactie aan B. en W. overgelaten. Punt 9. Adres van de wed H. W. van der Werf om vergunning tot het leggen van een draaibrugje over de z.g. Oude Gracht in het Heidenschap. Uit het door den Secretaris gelezen adres blijkt dat adressant bij een nieuw te bouwen boerenhuizinge, de aldaar liggende barten wenscht te vervangen door een draaibrugje. De Voorzitter zegt, het adres te hebben ge steld in handen van den Gemeente-architect om advies, die het verzoek wenscht toe te staan, onder voorwaarde, dat de brug, wanneer zij niet voor overrijden wordt gebruikt, moet zijn afgedraaid. De Voorzitter stelt daarom namens B. en W. voor, het verzoek tot wederopzeggens toe te staan, onder voorwaarde dat de scheepvaart geen belemmering mag ondervinden, terwijl bij niet voldoening daaraan, de brug verwijderd moet worden, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Punt 10. Adres van P. de Zwart e. a. om verlaging van het schoolgeld voor het bezoeken der school voor uitgebreid lager onderwijs. In het door den Secretaris voorgelezen adres verzoeken adressanten eene belangrijke verlaging in het schoolgeld voor bovengenoemde school aan te brengen, wijl: le. het gewone lager onderwijs niet meer voldoende is voor het op komende geslacht. 2e. schoolgebouw en leer krachten gelegenheid bieden nog vele leerlingen op te nemen, vooral ook van middenstanders en kleine burgers. 3e. de school dan meer zal beantwoorden, ook aan het belang der Gemeente. De Voörzitter zegt, namens B. en W. eerst tot den Raad de vraag te moeten richten, of het adres in gunstige overweging zal worden genomen of niet. Hem komt het voor, dat het schoolgeld wel wat hoog is voor sommige men- schen. De heer Kroese zegt, dat deze verordening reeds dagteekent van 1899 en het gewenscht is, deze eens goed onder de oogea te zien. Voor zeer gegoede menschen is het schoolgeld niet te hoog, maar voor de minder gegoeden is ver laging wel noodig, waarom dat onderzoek moet geschieden op een wijze, dat men alles bedaard kan nazien. De heer Jansen vindt ook, dat er alle reden tot herziening bestaat, temeer waar adressanten gelijk hebben, dat de school in eene algemeene behoefte voorziet. Het schoolgeld is, in even redigheid van andere Gemeenten, hier hoog, zoodat hij een algeheele verlaging zou willen voorstellen, b.v. voor één leerling van 40 op 30 en voor twee leerlingen op 25, want de vermin dering in de thans bestaande verordening is een paskwil. De Voorzitter wil opmerken dat hun voorstel enkel bedoelt de zaak in overweging te nemen en een eventueele regeling later te behandelen, waarbij de heer Jansen zich wel wenscht neer te leggen. De heer Gaastra vindt in het adres ook wel motieven, die hij beaamt, waarom hij het in gunstige overweging wil nemen. De heer Kroese zegt, dat zjjn idee verder gaat, n.l. om het adres commissariaal te stellen, wat ook wel de bedoeling van den Voorzitter is, terwijl de heer IJntema vraagt, of het niet rationeeler is een algeheele schoolgeldwijziging voor te stellen. Op voorstel van den heer Kroese, overgenomen door B. en W. uitsprekende de erkenning dat wijziging der verordening noodig is, maar die naar aanleiding van het adres, in handen te stellen eener Commissie, wordt daarop met al gemeene stemmen aangenomen. Tot leden dier Commissie worden door den Voorzitter aangewezen de heeren Kioese, Bosma en Gaastra. De heei’ Gaastra vraagt of dat onderzoek zich nu niet moet uitstrekken tot de geheele schoolgeldregeling, want die voor het lager onderwijs gaat uit van een heffing van het bru to inkomen, terwijl die voor het u. 1. o. wordt berekend naar het netto inkomen, wat toch feitelijk onbillijk en onmogeljjk is. Na nog eenige besprekingen wordt met alge meene stemmen besloten beide schoolgeldrege- lingen in die wijziging op te nemen. Punt 11. Verzoek om machtiging tot den publieken verkoop van een hoeveelheid hakhout. In verband met het snoeien der boomen in de stad vraagt de Voorzitter machtiging tot verkoop van het daardoor verkregen hakhout, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt be sloten. Punt 12. Voorstel van B. en W. tot het doen van een rechtstreeksche betaling uit den VERSLAG van de Vergadering der Gemeente WORKUM, op Dinsdag 25 Maart 1913, ’s nam. 5t/2 uur. Voorzitter de heer T. M. ten Berge, Burgem. Aanwezig alle leden, behalve de heeren S. S. Hobma en G. Bosma. Na opening der Vergadering door den Voor zitter, stelt deze als punt 1 der agenda aan de orde: Notulen der vorige vergadering, welke na lezing door den Secretaris onveranderd worden goedgekeurd en vastgesteld. Punt 2. Mededeeling van ingekomen stukken. a. Een schrijven van R. Brussel, houdende aanneming der voorwaarden inzake huur van een opslagplaats. b. Een apostille van Ged. Staten, houdende goedkeuring van het ingezonden primitief kohier van Hoofdelijken Omslag, dienst 1913. c. Idem, houdende goedkeuring van Raadsbesluit tot versterking van den post onvoorziene uitgaven. d. Idem, houdende goedkeuring van het Raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van een strook grond aan R. Brussel. e. Idem, houdende goedkeuring van het Raadsbesluit tot aankoop van een strook grond naast de Gasfabriek. f. Een Provinciaal Blad, inhoudende de be- ining en herstemming zal plaats hebben in het fX.t“““S" lesBU? Uüür ueu Het voorstel van B. en W. in stemming ge- bracht, wordt aangenomen met 6 tegen 3 stem- men, die der heeren IJntema, Jansen en Ykema. Punt 5. Voorstel van B. en W. tot wijziging van art. 7 der pensioenverordening. De Voorzitter zegt, dat het wel aardig is dat voorstellen door de leden worden gedaanwaar door B. en W. onwillekeurig nog actiever worden. Het gevolg is geweest, dat zij hebben gelezen dat de weduwen onverzekerd zijn. Dat is een grove onbillijkheid en zeker niet de bedoeling van de ontwerpers geweest. Na nog nader in herinnering te hebben ge bracht het ontstaan der verordening, stelt de Voorzitter namens B. en W. voor, in de 2de alinea van art. 7 de zinsnedeweduwe van den gepensionneerde, te vervangen door weduwe van den ambtenaar, en dat artikel te lezen als volgt «De weduwe van den ambtenaar bekomt na diens overlijden 2/3 deel van het pensioen, waarop hij gedurende zijn leven aanspraak had, zoolang zjj eerbare weduwe blijft, en het huwe lijk minstens 10 jaren heeft bestaan. Bij korteren huwelijkstermjjn wordt de uitkeering op billijke wijze door het Bestuur geregeld. Zooals het artikel thans luidt, kan alleen de weduwe van een ambtenaar, die reeds gepen- sionneerd is, recht op pensioen doen gelden, wat toch ongetwijfeld niet de bedoeling is geweest bij het in het leven roepen der verordening. Het komt B. en W. daarom alleszins billijk voor, de weduwe van den ambtenaar, die komt te overlijden, terwjjl hij nog in dienst is en die tenminste 10 jaren tot het fonds heeft bijge dragen, pensioen te verzekeren en stellen mitsdien voor de boven aangegeven wjjziging in de ver ordening goed te keuren. De heer Jansen stelt op den voorgrond, dat wij allen ons best willen doen het Pensioenfonds zoo goed mogeljjk aan zjjn doel willen laten beantwoorden, en dan is de bestaande clausule werkeljjk een bezwaar. Maar dan moet gelezen wordenweduwe van den ambtenaar of die van den gepensionneerde en dienen beide cate- goriën te worden genoemd. De Voorzitter meent, dat het niet duidelijker behoeft te worden gemaakt, want dat staat reeds in een vorig artikel. De heer Jansen zegt, dat zich toch die twee gevallen kunnen voordoen. De weduwe van een gepensionneerde genoot tot nu toe bij den dood van haar man pensioen, maar krijgt met dan^n1nYpUten^enSWy/e?°vgeüaan Z°°' de w9^g van B. en W. niets, en daarom is ,Pen.sloenfond8 kunnen w°rden ?P«e- zyne toevoeging noodzakeljjk. «m^nt^amJL^^ De heer Kroese zegt als lid der commissie, gemeen te-ambtenaren, die by de inwerking* I Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents Per post 0.65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur. De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten Friesian 1, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bij abonnement belangrijk lager. Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Nijverheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78, Amsterdam die de verordening heeft ontworpen, dat destijds de bedoeling heeft voorgezeten kort en duidelijk te zijn, maar soms komt dan de duidelijkheid wel wat in het gedrang. Om misvatting te voorkomen, stelt hij voor de wijziging Jansen over te nemen, waartoe B. en W. zich ook bereid verklaren. Nu er toch wijzigingen zijn aangebracht, wenscht de heer Jansen in plaats van «waarop hij gedurende zijn leven aanspraak had« te lezen: «waarop haar echtgenoot op het tijdstip van zijn overlijden aanspraak had« en het woord «eerbare* te laten vervallen, dit is geen woord meer van onzen tijd, terwijl de maatstaf ook niet alleen de vrouw mag worden aangelegd. De heer Kroese zou dat woord juist met het oog op de zedelijkswetten willen handhaven, maar wil liever niet op nadere wijzigingen in gaan, omdat we een overgangstijdperk beleven, in afwachting van een pensioneering van Rijks wege van Gemeenteambtenaren. De Voorzitter onderschrijft de laatste zinsnede van den heer Kroese geheel, waar hij nog pas meent gelezen te hebben, dat zulk een wets ontwerp nog kans heeft dit zittingsjaar afge handeld te kunnen worden. Het voorstel van B. en W., geamendeerd door den heer Jansen, in stemming gebracht, wordt daarop met algemeene stemmen aangenomen. Punt 6. Adres van de wed. W. Klazes om eene tegemoetkoming uit de Gemeentekas. In het door den Secretaris gelezen adres wordt te kennen gegeven dat zij door den dood van haar man in hulpbehoevende omstandigheden verkeert en waar de Raad laatst ten opzichte haar overleden echtgenoot zoo zeer de mensch- lievendheid heeft betracht, hoopt zij in die gunst ie mogen blijven deelen, door haar een deel dier gratificatie ad f 125 uit te blijven keeren. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor haar jaarlijks f 60 uit te keeren, ingaande met den dag van het overlijden van Klazes. De heer IJntema wenscht uit billijkheidsoog- punt, met het oog op het Pensioenfonds, haar 2/3 van hetgeen haar man zou hebben genoten, uit te keeren, dus f 80. De Voorzitter wil opmerken dat hij voor zich en ook de Wethouders misschien, daar niet te gen zullen zijn, maar zij hebben deze uitkeering gebaseerd op die, welke ook aan de wed. Kluif- stra wordt verstrekt, die echter meer dan Klazes voor de gemeente heeft gepresteerd, dus komt hen f 60 alleszins billijk voor. Het voorstel van den heer IJntema, ondersteund door den heer IJkema, wordt aangenomen met 6 tegen 3 stemmen, die der heeren Posthumus, Potmaen Gaastra. Punt 7. Adres van A. Algera om onderhand sche inhuring van het stukje land, gelegen in het Heidenschap tusschen de woningen van Johs. Ketelaar en Tj. Bekema. Adressant verzocht, volgens het door den Secretaris gelezen adres, onderhandsche inhuring van het stukje land, thans bij hem in huur voor f 15.50 per jaar, voor den tijd van 3 jaren, te gen een huursom van f 15. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor niet op het verzoek in te gaan, maar het land publiek te verhuren, op voorwaarden, als door B. en W. dienstig zullen worden geacht. Op een vraag van den heer Gaastra, welke bezwaren B. en W. tegen het verzoek hebben, antwoordt de Voorzitter, dat het hun college bekend is, dat er meer liefhebbers zijn en zij dienen te voldoen aan den eisch van v ed. Sta ten, de voerdeeligste huur te bedingen. De heer Haijtema merkt op, dat ook een la gere huur wordt voorgesteld, wat geheel tegen den regel is. Met algemeene stemmen wordt afwijzend op het adres beschikt. Punt 8. Circulaire van’ Ged. Staten dezer provincie, inzake den aanleg van een drinkwa terleiding. De Voorzitter zegt, dat hun in de laatste Raadsvergadering is opgedragen, in dezen de Vereeniging «Plaatselijk Belangd te raadplegen, maar dat tot hun leedwezen, daarop geen ant woord is ontvangen. Het komt B. en W. het beste voor, Ged. Staten te berichten, dat hier ter plaatse geen voorziening noodig is, ofschoon uit een oogpunt van volksgezondheid wel wenschelijk maar dat de kosten voor de ingezetenen te bezwaarlijk zullen worden. De heer Jansen zou het antwoord willen laten bij de laatste clausule, en niet, door de toe voeging der wenschelijkheid, de pil willen ver- vergulden. De Voorzitter zou wel degelijk de wensche lijkheid willen uitspreken, waarom niet? De vraag wordt gesteld of er gebrek is, wat hij ontkennend zou willen beantwoorden, daarmede niet afwijkende van het geen wordt gevraagd. De heer Gaastra wijst op de opvatting van het woord gebrek, vooral met het oog op de voorkomende droogte, en zou daarom daar niet op willen wijzen. oj_ lezing in de Courant van het verslag der ver- I gadering van «Plaatselijk Belangd, waaruit l bleek dat het gebrek werd ontkend en toch de van den Voorzitter, dat de duidelijkheid niets te wenschen overlaat, herinnert echter aan de vroeger gehouden officieuse bespreking, waarbij bleek, dat men het een beletsel achtte. Waar B. en W. in alle deelen ingaan op wat hij voorstelt, begrijpt hij de bezwaren niet, om zijn voorstel over te nemen. De Voorzitter is dankbaar, dat de heer Jansen door het voorstel van B. en W. is voldaan en dus het idee van hen niet in den wind wordt geslagen. Toen is de zaak huishoudelijk en meer in het voorbijgaan behandeld, thans is het voor stel Jansen nader en degelijker onderzocht. De Raad heeft echter ten allen tijde gelegen heid tot nadere regeling, want de slot-alinea van het artikel luidt: Over verschil van uit- paling der dagen waarop de verkiezing, stem- district Sneek in de vacature D. H. Gaastra, respectievelijk op 7 April, 21 April en 5 Mei, welke stukken zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving worden aangenomen. Verder deelt de Voorzitter nog mede, dat van Ged. Staten bericht is ontvangen, dat bij hun College geen bezwaar bestaat de schorsing van het onderwys in het Heidenschap nog een jaar te verlengen. In verband daarmede vraagt de Voorzitter voor B. en W. machtiging om onderwijzerswoning en tuin onderhands of publiek te verhuren, waartoe zonder hoofdelyke stemming wordt besloten Punt 3. Adressen om afschrijving Van Hoof delijken omslag, dienst 1912. De Voorzitter deelt mede, dat deze adressen door hun College zijn onderzocht en in orde bevonden, waarom de gevraagde afschrijving zonder hoofdelijke stemming wordt goedgekeurd en wel aan H. M. J. Snijders, Otto de Jong en Janke van der Meer, in evenredigheid van 7 maanden en aan J. J. Noordhof in evenredigheid van 10 maanden. Punt 4. Voorstel van den heer J. Jansen tot wijziging van art. 14 der gemeentelijke pensioenverordening. Uit het door den Secretaris gelezen voorstel van den heer Jansen blijkt, dat deze de woorden aan het slot van den eersten zin van art. 14 «of verzekerd zijn bij het Pensioenfonds van het Rijk* wil laten vervallen. Mocht de Raad daartoe niet willen overgaan, dan stelt hy voor art. 14 te lezen als volgt: Dit Pensioenfonds geldt niet voor gemeente ambtenaren die: 1. by het inwerking treden dezer verorde ning reeds pensioen of wachtgeld uit de gemeente fondsen genieten; 2. een rijkspensioen hebben van meer dan f 600 per jaar of voor dezelfde som uit bezit zyn aangeslagen in den Hoofdelyken Omslag dezer Gemeente enz. Verder wordt nog gelezen de bijgevoegde memorie van toelichting. De Voorzitter zegt dat B. en W. omtrent deze wjjziging hebben geconfereerd met de Commissie, belast met het toezicht op de pensioenregeling, en niettegenstaande de Raad zich destijds heeft uitgesproken, dat genoemd artikel gepensionneerde personen buiten sluit, zjjn zij en voornoemde Commissie, na grondig onderzoek, de zienswjjze toegedaan dat de zoo- ï- FBI 1 J 7 (i i NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD voor de Gemeenten Workum, Hemelumer Oldephaert en Noordwolde. tn10 *1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1913 | | pagina 1