Hindeloopen en Stavoren.
prima SIGAREN,
ÊG
firma 8.8. GAASTRA.
’J'
Li
ZATERDAG 6 DECEMBER 1913.
No. 50.
39ste Jaargang.
K
tu l£
KJ.t?
rsz
n
-
r
.lit-
-•> I*
in alle prijzen.
Uitgave van T. GAASTRA Bz.,
firma H. BRANDENBURGH Zoon
te WORKUM.
Pa;
'k/
iet -
•s
)ttj
’t Beste adres voor
te bevorderen.
Op de vraag van
der leden lecture
uitvoerige memorie
er. j
lip|c
si
<ce
;ei
Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents
Per post 0.65. Enkele Nos. 3 ets Ingezonden stukken Donder
dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur.
hoogte zijn. Wil de Raad zich vooraf uitspre- de lagere scholen enz.
ken, goed, maar dan wil hy by voorbaat ver- I I
j staan, wat de Voorzitter betwyfelt, temeer, wyl
dan te weinig bouwruimte overblyft, o,p een vraag
De prijs der Advertentiën is van 1 —5 regels 25 cents, elke
regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten
Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. By
abonnement belangrijk lager.
Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Ny verheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78, Amsterdam
wordt gevraagd, dat in de salaris-verordeningen
voor het onderwijzend personeel, ook eene ver
goeding voor het diploma Handenarbeid worde
opgenomen, alsmede de invoering van het on
derwijs in Handenarbeid op de lagere scholen
den Voorzitter, wenscht geen
van de bijgevoegde, nog al
van toelichting.
Zonder hoofdelijke stemming wordt op voorstel
des Voorzitters besloten, by eventueele wijziging
der betreffende verordening, dat punt nader
onder de oogen te zien.
Punt 12. Adressen van J. Faber en J.
Kloosterhof, daarbij onderhandsche inhuring
verzoekende onderscheidenlijk van de huizen
wijk E 60 en wijk G 14, en van J. A. Koch
om de opbrengst van het bruggeld voor het
draaien der Zuiderbrug, onderhands aan hem
in pacht af te staan.
De Secretaris geeft eerst lecture van het adres
van J. Faber, die onderhandsche inhuring ver
zoekt van de door hem gehuurde woning, de
z.g. Paardenstal, voor den tijd van 3 jaren,
tegen dezelfde huur van f 115 per jaar en
overigens op de bekende voorwaarden.
De Voorzitter herinnert dat in de vorige
Vergadering een gelijk verzoek is ingewilligd,
waarom B. en W. voorstellen, bij wijze van
proef, ook dit perceel onderhands te verhuren,
waar de huursom alleszins billyk kan worden
geacht, waartoe met algemeene stemmen wordt
besloten.
Op dezelfde gronden wordt ook het verzoek
van J. Kloosterhof zonder hoofdelyke stemming
toegestaan, die inhuring verzoekt van de woning
en de Lange brug, tegen een huur van f 105.25
per jaar.
Een gunstige beslissing valt ook het verzoek
van J. A. Koch ten deel, waar zonder hoofde
lijke stemming de z g. Kettingbrug onderhands
in pacht wordt toegewezen op de bestaande
conditie’s.
Punt 9 kan thans in behandeling worden
genomen.
B. en W. vragen machtiging tot verpachting
van de opbrengst der Bagynebrug, het recht
van visschen in het Zool, het grasgewas van de
bermen van eenige wegen, het houden van aan
besteding van de gewone onderhoudswerken der
Gemeente-gebouwen en de leermiddelen der
openbare scholen en het benoemen van school-
schoonmaaksters.
De heer Vkema vraagt, waar het bekend is,
dat b.v. de Bagijnebrug een belangryke ver
andering zal ondergaan, of dit werk ook onder
deze aanbestedingen is begrepen, wat door den
Voorzitter ontkennend wordt beantwoord, zullen
dit publiek geschieden of wel onderhands aan
deskundigen worden opgedragen.
De heer Gaastra zou by voorbaat B. en W.
maar willen machtigen bij een negatief resultaat
van de Bagijnebrug, naar goedvinden te ban
delen, wat de Voorzitter niet noodig acht, wyl
de verpachting eerstdaags plaats vindt en de
nieuwe pacht eerst Mei 1914 ingaat, zoodat de
Raad vooraf nog wel van zyn gevoelen kan
doen blijken.
De heer Brandsma vraagt of de verbouwing
van het huis in de Bagijnestraat ook in deze
aanbesteding is begrepen, wat volgens den Voor
zitter, nog niet door B. en W. is besproken.
De gevraagde machtiging wordt daarna zonder
hoofdelyke stemming verleend.
Punt 13. Adressen ven H. Bleeker en J.
Plantinga, houdende verzoek tot bekoming van
grond in erfpacht te Parrega.
Blykens het door den Secretaris voorgelezen
ingekomen schryven van adressant vraagt H.
Bleeker in erfpacht 50 M- van de eerstvolgende
berm over het brugje op het Noordeinde te
Parrega, om dit te gebruiken als bouwterrein,
terwijl J. Plantinga in erfpacht vraagt een na
der uit te meten stuk, met de uitdrukkelijke
verzekering het niet te zullen gebruiken als
bouwterrein.
De Voorzitter zegt deze adressen in handen
te hebben gesteld van den Gemeente architect
om advies, die in zijn schry ven te kennen geeft,dat
het verzoek van J. Plantinga een gevolg is van
dat van H. Bleeker. De breedte bedraagt al
daar 7,60 M., waarvan 2 M. vrij moet blyven
voor den grindweg, zoodat ongeveer 5 M.
overblyft l/2 sloot voor bebouwing. Blij
kens de opgedane ervaring geeft de over-
blyvende l/2 sloot veel aanleiding tot last, waarom
hij adviseert, afwyzend op de verzoeken te be
schikken.
De Voorzitter stelt namens B. en W. voor,
in afwijking met dit advies, het gevraagde toe
te staan, en het eerste deel op de bekende voor
waarden in erfpacht te geven aan J. Plantinga
en het tweede deel aan H. Bleeker.
Het argument van den Gemeentearchitect heeft
betrekking op de verontreiniging der sloot, maar
dit heeft plaats op grond, buiten onze Gemeente
gelegen.
De heer Gaastra vraagt of dat bezwaar niet
VERSLAG van de Vergadering van den Raad
der Gemeente
WORKUM,
op Dinsdag 2 December 1913, ’s nam. 51/2 uur.
Voorzitter de heer T. M. ten Berge, Burge
meester.
Tegenwoordig alle leden.
Na opening der vergadering door den Voor
zitter, stelt deze als punt 1 der agenda aan de
orde: Notulen der vorige vergadering, welke na
lezing door den Secretaris onveranderd worden
goedgekeurd en vastgesteld, nadat de Voorzitter
naar aanleiding van een opmerking van den heer
Brandsma, dat het door hem gesprokene niet
was opgenomen, had geantwoo d, dat volgens
het reglement van orde enkel de voorstellen en
besluiten behoeven te worden vermeld, niet de
besprekingen daaraan verbonden, en dat het
door hem besproken punt wel was genotuleerd.
Punt 2. Mededeeling van ingekomen stukken.
a. Een apostille van Ged. Staten, houdende
goedkeuting van het Raadsbesluit tot onder
handsche verhuring der z.g. opzichterswoningen
aan G. J. Visser e. a.
b. Een extract uit het resolutieboek van Ged.
Staten, dat de beslissing op het Raadsbesluit,
om de inkoop van de Gemeente-ambtenaren in
het Pensioenfonds geheel voor rekening van de
Gemeente te nemen, is verdaagd.
c. Idem van hetzelfde college, betreffende
het Raadsbesluit ten opzichte van gelijke ambte
naren, die na 1 Oct. in dienst treden.
d. Idem, houdende goedkeuring der inge
zonden Gemeenterekening dienst 1912, in ont
vang tot een bedrag van f 99896,421/2 en in
uitgaaf ten bedrage van f 97832,631/2.
e. Een schrijven van J. Wiersma, vuurtoren
wachter, houdende dankbetuiging voor het ver-
hoogen zyner jaarwedde, welke stukken zonder
hoofdelyke stemming voor kennisgeving worden
aangenomen.
Vervolgens doet de Voorzitter nog mededeeling
van het tijdens de vorige vergadering ingekomen
adres van Weesvoogden, dat na voorlezing bui
ten bespreking kan blijven, wijl bij de behande
ling van punt 6 zal blyken, dat die missive is
ingetrokken.
Punt 3. Verzoeken om afschryving van H. O.
dienst 1913. Blykens de door den Secretaris
voorgelezen adressen betreft dit een verzoek van
A. v. d. Molen wegens vertrek en van A. Bouwer
van den aanslag van wijlen zijne moeder, de
Wed. Ph. Bouwer. Op voorstel van den Voor
zitter wordt zonder hoofdelijke stemming de ge
vraagde afschrijving verleend.
Punt 4. Adres van J. Bogtstra, Directeur-
Boekhouder der Gemeentelijke gasfabriek, hou
dende verzoek om herbenoeming als zoodanig.
Het voorgelezen adres is volgens den Voorzitter
in handen gesteld van de Gas Commissie om
advies, die verklaren geen bezwaren tegen eene
herbenoeming te hebben en daarom adviseeren
het verzoek in te willigen waartoe dan ook met
algemeene stemmen wordt besloten.
Punt 5. Vaststelling eener instructie voor
den Gemeente-Geneesheer. De Secretaris doet
voorlezing van een te dier zake ontvangen
schryven van Ged. Staten, waarin wordt gezegd
dat de gevraagde goedkeuring niet kan worden
verleend, wyl niet voldaan is aan art. 6 der Ge
zondheidswet. volgens welk artikel die verorde
ning eerst om advies moet worden gezonden
aan de Gezondheids-Com missie, om ze daarna
met dat advies, aan Ged. Staten in te zenden.
Verzocht wordt, alsnog daaraan te voldoen.
Verder deelen Ged. Staten als hunne voor-
loopige aanmerkingen nog mede, dat zij gaarne
art. 1 zagen aangevuld en in art. 3 eventueele
schorsing zagen geregeld.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. van meaning
waren, dat dit advies niet noodig was, wat ook
in andere Gemeenten werd gedacht, maar
sedert is de verordening aan de Gezondheids
commissie ingezonden en haar advies terug
ontvangen, waarvan de Secretaris thans lecture
geeft.
Deze geeft daarin te kennen, dat zij tot haar
spijt heeft bemerkt, dat aan den Gemeente-Ge
neesheer niet de betrekking van schoolarts is
opgedragen, een instituut, dat alle aanbeveling
verdient en waarvan zy het nut en de noodza
kelijkheid tracht aan te toonen. Verder meent
zy, dat niet genoeg rekening is gehouden met
de algemeene volksgezondheid, n.l. wat de des
infectie betreft, zoodat zij meent te moeten ver
wijzen naar de verordening van de Gemeente
Bolsward te dien opzichte. Zij adviseert daarom
de Gemeente-Geneesheer alsnog tot schoolarts
te benoemen en hem jaarlyks in beide kwali- I
klaren, zich met een paar punten niet te kunnen
vereenigen, als zijnde in stryd met de Wet.
Liever zou hij zien, dat eerst de voorstellen by
den Raad inkwamen.
De heer Kroese zegt dat het woord >misver-
stand« vreemde dingen kan omvatten, maar hij
wenscht alleen vast te stellen, dat de Voogden
niet met de inzending zullen slabakken.
De Voorzitter wijst b.v. op schorsing of ont
slag van vad«r en moeder, dat is een zaak, die
uitgaat van den Raad.
De heer Jansen is het eens met B. en W.
dat Voogden worden uitgenoodigd met nadere
voorstellen te komen, binnen 3 maanden, wat
de Voorzitter goedvindt.
De heer Gaastra zou het veel eenvoudiger
vinden het huidige reglement tijdelijk buiten
werking te stellen en nieuwe voorschriften
voor gezinsverpleging te ontwerpen.
Nadat nog de heer Hobma de onderstelling
oppert, dat de Raad van de ingediende voor
stellen van Weesvoogden niets wil weten, de
heer Brandsma zegt, dat het rapport hem in
zooverre is tegengevallen, dat er geen conclusie
wordt gesteld, de heer Jansen nogmaals als zijn
gevoelen te kennen geeft dat een eenvoudige
uitnoodiging voldoende is, omdat de Voogden
.Olkomen op de hoogte zijn van den inhoud
van het rapport en de Voorzitter nog een na
dere toelichting geeft omtrent enkele kwestie’s,
wordt het voorstel van B. en W. met algemeene
stemmen aangenomen.
Punt 7. Benoeming van een Weesvoogd en
een Secretars-boekhouder bij de Weesvoogdij,
wegens periodieke aftreding alszoodanig van de
heeren A. Kuipers en L. Steginga.
schryven van Weesvoogden worden door
0 aanbevolen voor de vacature Weesvoogd
1 ..eeren A. Kuipers en H. Reitsma, waaraan
B. en W. geen twee personen wenschen toe te
voegen.
Bij de daarop volgende stemming verkrijgt
de heer A. Kuipers 5 en de heer H. Reitsma
6 stemmen, zoodat laatstgenoemde is gekozen.
Inzake de vacature L. Steginga worden door
voogden aanbevolen de heeren L. Steginga en
B. S. Pijlgroms.
De Voorzitter herinnert, dat in één der ge
houden vergaderingen door den Raad is besloten,
de betrekking van Secretaris-boekhouder en
ambtenaar ter Secretarie niet weer te vereenigen,
waarom B. en W. adviseeren tijdelijk daarvoor
iemand aan te wijzen, n.l. de Secretaris-boek
houder van het Burgerlijk Armbestuur.
De heer Jansen vraagt, of het de bedoeling
is, die functie dan niet weer te vervullen, wat,
volgens den Voorzitter, na eene eventueele reor
ganisatie, misschien niet noodig zal zyn.
De heer Gaastra had gedacht, dat die be
slissing ter kennis van Weesvoogden was gebracht,
om daarmede rekening te houden bij de inzending
eener aanbeveling, terwijl de heer Jansen dan
de tegenwoordige functionaris ook maartijdelijk
zou willen aanstellen, juist om afdoening der
zaken te bevorderen, door alzoo eenige pressie
op Voogden uit te oefenen.
De Voorzitter herhaalt, dat B. en W. van
meening zijn, dat het beter is, dat een Gemeente
ambtenaar van die functie vrij blijft.
De heer Brandsma vraagt of het ook beter is
van Weesvoogden eene nieuwe aanbeveling te
verzoeken, waartoe, volgens den Voorzitter de
Raad kan besluiten, doch waarvan hy de nood
zakelijkheid niet inziet.
Het voorstel van B. en W. in stemming ge
bracht, wordt aangenomen met 6 tegen Astem
men, die der heer Jansen, Brandsma, Gaastra en
Kooistra.
De heer Kroese onthoudt, zich op grond van
familierelaties, van medestemmen.
Punt 8. Benoeming van een Armvoogd, we
gens periodieke aftreding alszoodanig van den
heer J. Gras.
De ingezonden aanbeveling van Armvoogden'
bestaat uit de heeren J. Gras en O. IJntema.
Ook hiervoor wenschen B. en W. niet van het
hun geboden recht gebruik te maken, om twee
personen toe te voegen. Bij stemming verkrijgt
de heer J. Gras 10 stemmen en de heer O. Ün-
tema 1 stem.
Punt 9. Verzoek van B. en W. om machti
ging tot het houden van verhuringen, verpach
tingen, aanbestedingen enz.
Óp voorstel van den Voorzitter wordt zonder
hoofdelijke stemming besloten dit punt aan de
orde te stellen na behandeling van punt 12.
Punt 10. Wyziging der Gemeente-begrooting
voor 1913.
De Voorzitter deelt mede, dat deze wijziging
betreft een post van f 50 in ontvang en uitgaaf
aan te brengen inzake de toeslag voor kinder
gelden, volgens de Wet van 6 Juni 1913, om
I daarvan f 25 uit te keeren aan elk der Onder-
I wijzers L. de Wit en H. Reitsma, waartoe zon-
der hoofdelijke stemming wordt besloten.
Punt 11. Adres van de Vereenigingen tot
bevordering van het Onderwijs in Handenarbeid, «-«.o..»
oogpunt zullen of kunnen zij daarmede op de strekkende tot invoering van Handenarbeid in te ^ondervangen "is" doodde UgTloot’niêt af te
hnncrfp "Wil Ha Rand r.ir.h vnnraf nitsnrA- dft IftiZArft scholen enz, xri__aa::i
In het door den Secretaris voorgelezen adres
teiten een verslag inzake de gezondheidstoestand
te laten uitbrengen.
De Voorzitter zegt, dat volgens de redactie
van art. 6, aan den Gemeente-Geneesheer alles
kan worden opgedragen, wat door B. en W.
nuttig en noodig wordt geacht, dus ook de be
trekking van schoolarts, waarom hij meent, dat
dit punt thans buiten verdere bespreking kan
blijven, terwijl aan het verzoek inzake art. 1 en 3
gevolg zal worden gegeven.
Zonder discussie aldus met algemeene stem
men besloten.
Punt 6. Rapport der Commissie inzake de
Weesvoogd y.
In het door den Secretaris gelezen rapport
zegt de Commissie, dat in een paar gehouden
conferenties met Weesvoogden, de verkoop der
woningen op het Schil en de vereenvoudigde
weezenverpleging aan een practische en zakelijke
behandeling zijn 'bnderworpen. Met het oog
op het feit, dat de woningen reeds met 12 Mej
1914 weer zijn verhuurd, zal de verkoop niet
eerder kunnen plaats hebben dan Mei 1915,
gezien de moeilijkheden voor de administratie,
die daaruit zouden voortvloeien. Omdat op 1
Mei 1914 slechts 1 wees overblijft, wordt tijde
lijke wyziging algemeen noodig geoordeeld, waar
mede Voogden het eens waren. Die wyziging
bestaat hierin, dat zoolang niet minstens 5 wee-
zen zich aanmelden, dient te worden overgegaan
tot gezinsverpleging, onder toezicht en verant
woording van Weesvoogden en verder volgens
de bestaande bepalingen van opvoeding en on
derwijs.
De betrekking van vader en moeder dient dan
met 1 Mei 1914 te worden opgeheven en de
tegenwoordige functionarissen aangesteld tot
concierge, op een maximum salaris van f 150,
hunne werkzaamheden en verplichtingen te re
gelen bij instructie, vast te stellen door Voogden,
en waarvan een afschrift zal worden gezonden
aan den Raad.
De kosten der uitbestede weezen zullen hoog
stens f 300 bedragen.
De bekende voorstellen tot reglementswijziging
in verband met de beide laatste missives d.d.
29 Sept, en 29 October, hebben tevens een punt
van bespreking uitgemaakt, echter besloten met
de unanieme aanneming van het voorstel Uwer
Commissie »dat èn met het oog op de pas ge
nomen Raadsbesluiten ter zake èn met de ge
wijzigde regeling in de naaste toekomst deze
zaak intact behoort te worden gelaten.
De voornaamste bezwaren van Weesvoogden
bleken te zijn gericht tegen de omschrijving,
wat weezen zijn, en de benoeming van vader
en moeder, die volgens hen, door Voogden dient
te geschieden. Billijk en oorbaar werd het
door hen geacht, dat by eventueele kardinale
reglements-wijzigingen als in 1911 en 1913, de
Voogden in de gelegenheid werden gesteld
hiervan kennisgeving of inzage te ontvangen
vóór de vaststelling, wat noch in 1911, noch in
1913 was geschied, waardoor eventueele be
zwaren tijdig zouden kunnen worden ingediend
en misverstand voorkomen.
Na beëindiging der vorengenoemde bespre
kingen en voorloopige regelingen werd door
Voogden met algemeene stemmen besloten, het
tijdens de laatste Raadsvergadering (29 October)
ingezonden schryven in te trekken, en de Com
missie verzocht daarvan mededeeling te doen
aan den Raad,
De Voorzitter wenscht op te komen tegen de
clausule inzake de niet-erkenning van Voogden
bij de vaststelling van hun reglement. Hij doet
daarom mededeeling van een schrijven van B.
en W. aan de Voogden, d.d. 6 Juli 1911, ver
zoekende herziening van hun reglement als leid
draad daarbij voegende dat van het Armbestuur,
pas te voren herzien en vastgesteld. Verder
leest hij voor als antwoord daarop, een missive
van Voogden, d.d. 29 Sept. 1911, waarin wordt
te kennen gegeven, dat volgens hunne meening
art. 11, 16, 21, 28, 31, 37, 38 en 39 dienen te
worden gewyzigd. Waar nu de Voogden alles
zoo pertinent ontkennen, meende hij deze stuk
ken ter kennis van den Raad te moeten bren
gen en aan hen het oordeel te laten.
Overigens stellen B. en W. voor, naar aan
leiding van het uitgebrachte rapport, de voor
stellen tot reorganisatie van Weesvoogden in te
wachten.
De heer Kroese zegt na de vaststelling van
het rapport de door den Voorzitter genoemde
stukken ter inzage te hebben ontvangen, zoodat
hij op den voorgrond wil stellen, dat Voogden
wel zyn erkend.
Hij wil voogden echter melden de wyze,
waarop zij hebben te handelen, voornamelijk
met het oog op de verkoop der woningen, waar
voor de toestemming van Ged. Staten noodig is.
Overigens wenscht hij dat de Raad zich zal
uitspreken over de voorgestelde vereenvoudiging j
der weezenverpleging, opdat de voogden weten, I
waaraan zij zich hebben te houden.
De Voorzitter zou hun het feit dier goedkeu
ring wel willen melden, maar uit administratief 1
J:
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
voor de Gemeenten Workum. Ilemelumer Oldephaerl en Noordwolde.
tj
tl
Dl
1/
FRISO.
5®
I
1
E
1
Ij
I