Nieuwe Leerlingen kunnen worden toegelaten tot de Vereenigde Burgerschool alhier. Hindeloopen en Stavoren. o, ja jüst. I 1 ZATERDAG 13 MAART 1915. No. 9. 41ste Jaargang. Officieel Gedeelte. B F Binnenlandsch Nieuws. MET VERLOF. a. z. -X Uitgave van T. GAASTRA Bz. firma H. BRANDENBURGH Zo ON te WORKUM. I J H »Niis krekt sa, yn 't hóf, do ’k Us kypkes hwet foerre, Hwet waerd ik dochs kjel, do Seach Rein oer ’e mtirre.« Mar Grytsje, hwet skeelt dy Dou sjnchst sa bidêst. Sa skrüten, sa njuet, sa Siz hat er hwet wést Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents Per post 0.65. Enkele Nos. 3 ets. Ingezonden stukken Donder dags in te zenden. Advertentiën Vrijdagmorgens vóór 11 uur. Mar heit, sjuch, my tinkt ears Ynpleats fen sa’n brief Is ’t better en sprek him Mar seis libbensliif.c De prijs der Advertentiën is van 15 regels 25 cents, elke regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. Bjj abonnement belangrijk lager. Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Nijverheid en Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78, Amsterdam. »’t Is al sa, myn bern. ’k Scil Him wysmeitsje dat Hy min, onfetsoenlik Him oantsjinne hat.< >Sa min heitsa min just Sjuch heit, oeh sjuch, Rein Hat oars net as inkeld Oer... trouwen hwet seine. >Der hast wol gelyk oan Mar ho doarst er ’t dwaen Om ’t dy, dy ’t in skrik for Him fielt foar to slaen.e >Ik skrik for him Heit Ha ’k dat sa wol sein Ik waerd mar hwet kjel Gyn bitinken op Rein >Né, krekt bernl dy fraech kaem For dy ünforwacht, Dou tinkst om gjin trouwen En Rein slachst gyn acht.< «Net om tinke Gyn acht slaen Mar dat Rein sa gaa My fregeoeh heitoch, Jy *juggo ek sa nou Nou reitsje ik fen ’t hynder! Ho sit dat mei jimme Hast sin oan him »Ja heitlc Dan moast him mar nimme 1 Nti v. Meur». FRISO. Er der waerd stou kjel fen? Dér kin *k wer net bij 1 Dy jonge dy komt hjir Faek om ’t amery.« Ei ja heit, mar wyt je Hy stelde my foar Om skielk mar to trouwen Wy pasten elkaar. »Da ’s minder fen Rein, hjer 1 Nou ’ter soks sa mar sei, Nou bliuwt er dan foartoan By üzes mar wei «En do ’t er dat sei, heit Wist ik net hwer ’k wie, Ik waerd dochs sa never, Sa wyt wol as snie.c Nim daedlik de pin op Dan moast him mar skriuwe. Hy moat nou foartoan mar Fen üs hüs en hiem bliuwe. BURGEMEESTER en WETHOU DERS van WORKUM brengen ter kennis van ouders en voogden, dat op Donderdag den 1 April a.s. Kinderen die geboren zijn vóór 1 Januari 1910 komen voor toe lating in aanmerking. Aangifte bij het waarnemend Hoofd der School, (de heer L. DE WIT. Workum. den 8 Maart 1915. Burgemeester en Wethoiiders vootnoemd, W. KROESE, Burgemeester, A. DE VRIES, Secretaris. ten in den trein, die spoedig daarna vertrok. We waren wat blij dat we zoover waren. In Am sterdam kwamen we om negen uur aan. Alle bakkerswinkels gesloten. Dat heb je nu van die akelige negen-uur-winkelsluiting bromden we, want we hadden door de reis flinke honger ge kregen. En om voor een broodje met kaas 15 cent te betalen, dat liet onze seldatenbeurs niet toe. En één broodje wat gaf het. We namen een agent in den arm en vertelden, dat we nog met de nachtboot naar Friesland moesten. En dat we honger hadden en graag wouen foura- geeren. Gelukkig hij snapte het toen ik mijn horloge te voorschijn haalde en veelbeteekenend op de 9 wees. We kregen met zijn hulp volop eten en waren er erg dankbaar voor. Half elf konden we kaartjes krijgen aan het kantoor der maatschappij. Elf uur mochten we op de boot, die twaalf uur uit A. vertrok. We kochten eerste klas kaartjes, de prijs daarvan bedroeg misschien een dubbeltje meer dan tweede klas. Met myn vriend was ik een van de eersten. We kregen een rustbank alleen en een kwar tier na elven sliepen we als een roos. En wer den niet eer wakker dan toen Lemmer in zicht kwam. Hij ging in Lemmer per tram verder, ik huurde een fiets en was ’s morgens acht uur thuis. Dit was myn eerste keer, dat ik met verlof ging. Toen we naar T. gingen, stond ’t verlof we gens verhuizing een paar dagen stil. Al gauw ging echter de nieuwe ploeg weg en de vol gende verheugde zich al in ’t vooruitzicht om met een paar dagen ook naar Friesland te ver trekken. Den morgen, dat die ploeg zou ver trekken, herinner ik me nog zeer goed, ’t Was een Zondagmorgen en de jongens waren wat olij, dat ze straks zouden kunnen vertrekken. Ze haalden de verlofpassen. Alles was in orde en ze gingen naar ’t station. Wij zagen echter wat vreemd op, toen ze met een halfuurtje allen met hoogroode kleuren terug kwamen. De toe gang tot ’t station was afgezet en een kapitein der Generale Staf kwam vertellen, dat ’t verlof voor onbepaalden tijd was ingetrokken. Wat een bittere ontgoocheling. Ooggetuigen vertel den, dat vele kerels de tranen in de oogen hadden van spijt, ’t Was dan ook vreeselijk hard en ieder dacht, dat een ernstige reden tot intrekking genoopt had. Later stond in de couranten, dat dit geen reden van ongerustheid behoefde te zijn, omdat ’t verlof ingetrokken was. Maar ik weet wel, dat die verklaring de stemming er niet beter op maakte. Wij allen moesten nu wachten en ondervonden de terug slag er van. Maar diep teleurstellend was ’t voor de jongens, die dien morgen zouden ver trekken en eveneens voor de ouders, vrouwen en kinderen, die dien dag hun zoon, man en vader verwachten. Gelukkig duurde de inhou ding niet al te lang en nu gaat ieder eenmaal per maand naar huis. (Wordt vervolgd.) H. bij het departement van binnenlandsche zaken”. In opdracht van minister Cort van der Linden moest hij in Nijkerk en omgeving quaestiea en moeilijkheden oplossen, die zich onder deze tijdsomstandigheden hadden opgedaan tusschen het gemeentebestuur eenerzijds en den minister anderzijds. De heer Van Breugel vroeg en verkreeg logies voor een onbepaald aantal dagen. Hij was een welkome gast en werd op zijn wen ken bediend. Na een verblijf van bijna een week is de gezant van den minister wegge* gaan en seinde elders niet te komen dineeren; den volgende dag zou hij weer de gast van „De Roskam” zyn. Den volgende dag stond het diner klaar, doch mijnheer liet op zich waehten en tot heden wacht de hotelier nog op hem met de rekening. Een voorbeeldige administratie. In Woensel, het grootste dorp van (Neder land, vlak grenzend aan Eindhoven, was het eenige dagen geleden herstemming voor een lid van den gemeenteraad, zoo vertelt de „Tel.” Het ging tusschen een Katholiek en een erkend sociaal-democraat. Een hevige stryd, waarbij de S. D. A. P. er slechts een goede 90 stemmen achter zijn tegenpartij bleef. Bjj die verkiezing is gebleken, dat de kiezerslijst van genoemd dorp bezwaarlijk tot model kan dienen voor een ordelijke gemeente-administratia. Wat geconstateerd werd is de vermelding overwaard. Een drietal nimmer genaturaliseerde Belgen stonden op de lijst en stemden bij de eerste en tweede stemming. Een hunner woonde n b. ongeveer 40 jaar in het dorp en had nooit de eer gehad „mee te spreken” bjj de samenstelling onzer wetgevende lichamen. Bij de herstemming ontvingen verschillende kiezen geen kaart. Doodleuk beweerde een raadslid dat bij het schrijven der kaarten een heele bladzijde der kiezerslijst was overgeslagen Velen stemden niet Anderen ontvingen twee stemkaarten, waar van sommigen één, die recht gaf in bureau I en een ander, om in bureau III zijn stem uit te brengen. Dus die 2 stemmen konden uit* brengen. Nog frappanter is het volgendeEen twee tal kiezers beklaagden zich, bij de stemming op 18 Februari, geen kaart te hebben ont vangen. Zij wendden zich tot het stembureau en vernamen, dat zij niet voorkwamen op de kiezerslijsten. Hun verwondering was groot toen zij bij de herstemming een uitnoodigings- kaart kregen en dus wel aan de herstem mingen op 4 Maart mochten deelnemen. Een jongeman van 23 jaar staat op de kiezerslijst heeft aan beide stemmingen deelgenomen. Zoo- als "men weet, behoort men 25 jaar oud te zijn. Het vermoeden bestaat, dat van zekere zijde een poging gedaan zal worden om de ver kiezing onwettig te verklaren. Uniform Landstorm. Naar de »Avp.« verneemt zal eerstdaags een Kon. Besluit verschijnen waarbij vastge steld zal worden de uniform-kleeding voor den Landstorm, zoowel voor Landstormplichtigen als voor vrijwilligers bij den Landstorm. Ook zal daarbij worden bepaald welke uni form in den vervolge aan de vrijwillige L. 8. afd. in bruikleen zal worden verstrekt. De verschillende L. 8. afdeelingen zullen Staten worden toegezonden waarop de maten der manschappen zijn in te vullen. De uni form is van katoen, kan goed gewasschen worden en is bestemd voor zomer- en winter- dracht over de burgerkleeding heen. Nieuw toegetreden manschappen behooren in het vervolg uitsluitend van deze kleeding te worden voorzien. Voor velen is dus het financieele bezwaar aanschaffing van uniform uit den weg geruimd. Van een nalatenschap. Te Zeist wordt de volgende geschiedenis druk besproken. In 1913 overleed aldaar een zonderling, zeer bemiddelde juffrouw, die in haar woning aan de Slotlaan een afgezonderd leven had geleid. Het wekte reeds toen bevreemding, dat na het overlijden geen contanten aanwe zig werden gevonden. Wel viel het iedereen op, zegt bet >U. D.«, ’t Was in de dagen, dat we nog in Moerge stel verbleven. Dus zoo in de eerste zeven we ken der mobilisatie. Toen hoorden we een voor ons o zoo heuglijke tyding. Maar bij geruchte en daarom geloofden we ’t nog zoo vast niet. En toch in stilte, by ons zelf hielden we er aan vast. Tegen je kameradenOch stel d’r je toch niet te veel van voor, ’t Is immers niet eens officieel en wie heeft ’t je als stellig durven vertellen. Maar in ons hart ’t zal wel iets meevallen, ’t gerucht is er, en niemand zal ’t in z’n hersens krijgen 't zoo maar losweg op te denken en als waar te verkondigen. Tot de luitenant na afloop van een middagdienst ons allen bij zich riep, en ons vertelde, dat ’t heusch waar was, dat er werkelyk verlof zou worden gegeven. Wij waren allen dankbaar, vroegen niet eens hoe lang. Een week verliep. Van ’t verlof werd niets gehoord en geen der officieren repte d’r een woord over. De meesten vreesden al, dat de toestand weer zoodanig was, dat van verlof ge ven geen sprake kon zijn. Maar neen, de kapi tein maakte op een morgen bekend, dat den volgenden dag vijftien soldaten, twee dagen met verlof konden gaan. Hé dat gaf een ontspan ning, ’t begin was er. Al dadelijk waren er een honderdtal gegadigden, maar toen de meesten een beetje dieper op de zaak indachten, slonk dat getal aanmerkelijk. Ze vergaten dat ’t ver lof maar voor den tijd van 2 X 24 uren werd verleend. En hoeveel tijd zou d’r niet heengaan met ’t reizen van hier naar Friesland. En dat was in ’t verlof begrepen. Bovendien moest ieder de reis zelf betalen. Dat alles deed de animo aanmerkelyk bekoelen en tenslotte bleek, dat d’r nog een twintigtal liefhebbers waren. Door lo ting werden daaruit vijftien aangewezen. En kelen daarvan vroegen en verkregen toestemming om des avonds te vertrekken. Zij brachten het dien avond nog tot Amersfoort waar ze in de kazerne overnachten. De anderen vertrokken des morgens vroeg en kwamen des middags om vier uur in Leeuwarden aan. En ze moesten den anderen dag twee uur weer weg. ’t Verlof duur de dus in werkelijkheid geen 24 uren. By terugkomst der anderen konden intusschen opnieuw een vijftiental met verlof gaan. Nu bleek, dat ’t voorbeeld aanstekelijk gewerkt had, ’t aantal dat zich opgaf bedroeg weer vier a vyf maal ’t aantal, dat weg kon. En dat on danks de moeilyke en vervelende reis, den kor ten duur van ’t verlof en de kostbaarheid der reis. Zoo gingen drie ploegen met verlof en altyd weer kwamen ze terug met de woorden: Hé ik ga dadelyk weer, als ’t m’n beurt is. ’t Scheen dus nog al wat mee te vallen. Daarby kwam, dat de reisgelegenheid iets gunstiger was geworden, waardoor de tyd dat ge thuis kondt zijn langer was. De verlofgangers gingen n.l. over Amsterdam en dan met de Lemmernacht- boot. Dan waren ze ’s morgens vyf uur in de Lemmer, wat toch altyd veel beter was dan vier uur in den middag in Leeuwarden. Ik was nog niet met verlof geweest. Telkens als de anderen gingen, dacht ik: Nou, zou je haast ook niet ’s aanvragen? En anderen, ze maakten je ’t leven ook al zuur. Kerel waarom ga je ook niet, ’t Duurt wel kort, maar elk oogenblik kan ’t verlof ingetrokken worden, ’t Was zoo en m’n vriend en ik besloten ons op te geven, ’t Toeval wilde, dat we d’r dadelyk »inloten«. We zouden nu met de eerstvolgende ploeg vertrekken. En we troffen ’t deze keer. Juist den avond, dat we zouden vertrekken, kwam ’t bericht, ’t Verlof wordt verlengd tot 3 x 24 uren. Dat gaf een hoerageroep. Allen vonden ’t natuurlyk prachtig, maar wy toch wel in de eerste plaats. Vijf uur was de dienst afgeloopen wy gingen terstond onze verlofpassen halen, om dan naar Tilburg te vertrekken. De trein vertrok halfzeven, we bestelden dus een rijtuig, om toch vooral zeker te zyn, dat we niet te laat kwamen, ’t Rijtuig kwam voor en ’t bleek te zijn een oude mestwagen. We pro testeerden. Zouden we voor zoon ding een kwartje moeten betalen tot Tilburg, dat toch maar ruim een uur loopen van hier lag. Nee dat deden we niet. Maar we moesten, ’t was ruim half zes en te voet zouden we zeker te laat komen. En zoo gingen we dan met z’n elven op de mestkar naar Tilburg. Een onderofficier, die misschien nooit van z’n leven de teugels in handen had gehad, zou mennen. Dat spaarde ons per man een dubbeltje uit. We zouden anders zeven stuivers moeten betalen. Daar ging ’t. Hoeragebrul van onze makkers. ’t Paard schrikt, weigert. Maar helpende handen genoeg. Twee knuppels dalen onbarm hartig op den rug van ’t magere zwartje. Dan plots schiet ’t beest woest vooruit en rent in een stuk door tot Tilburg. Ik verwonder me er nog altijd over dat die reis zonder ongeluk ken afgeloopen is. Telkens en telkens passeer den ons militaire auto’s en fouragewagens van ’t leger. En de onderofficier was al dadelyk ’t bestuur kwyt. ’t Bleek n.l. dat het paard één teugel had, zooals hier in Brabant meestal. Zoo bereikten we dan toch nog heelhuids T. Kochten onze kaartjes naar Amsterdam en stap- Een flinke knaap. Hoe gevaarlijk het is brieven van en naar België te brengen, ondervond de vorige week de schipper L. P., afkomstig van Goes. Hij had met zijn motorschip, waarmede schelpen weggebracht waren, te Willebroeck een ligplaats gezocht, toen men ontdekte dat hij in ’t bezit was van twee in het Fransch gestelde brieven, welke men hem voor te Goes verblijvende vluchtelingen had meege geven. Hij werd gearresteerd en weggebracht en de 15 jarige knecht Thomas K., uit Goes, wachtte met een 9jarig dochtertje van den schipper tevergeefs op zyn terugkomst. De jongen ging op onderzoek uit en ver nam van den havencommandant te Antwer pen, voor wien men wel eens een vaatje oesters had meegebracht, dat de schipper in de eerste paar weken niet vrijgelaten zou worden. Tevens bereikte hem de waarschuwing, dat op het motorschip wel eens beslag zou kun nen gelegd worden. Hij wist zoo spoedig mogelijk van den haven-commandant verlof te krijgen de thuisreis te aanvaarden, bracht daarna den motor op gang en waagde ge heel alleen met het kleine meisje de reis naar Zuid-Beveland, op welke reis zij ver scheidene mijnen passeerden. Zondag kwamen zij te Waarde aan, van waar het meisje door haar familie werd af gehaald. De dappere knaap bracht het motorschip behouden in de Goesohe haven terug. Er in geloopen. Het hotel „De Roskam” te Nijkerk kreeg dezer dagen bezoek van een heer, die zich aan den eigenaar voorstekte als „mijnheer Van Breugel, oud-burgemeester, thans ambtenaar FRISO 7 1 T -- ,U ".J NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD voor de Gemeenten Workum. üemelumer Oldephaert en Noordwolde. i.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1915 | | pagina 1