te WOBWI, op Maandag den 17 Mei 1915. DE BESTE VBZEED. AlHKimXIIIX Bindeloopen en Stavoren. Beleefd verzoek. ZATERDAG S MEI 1915. 41ste Jaargang. No, 17. en I Binnenlandsch Nieuws. Het DEMPEN en SLAT TEN van gedeelten der Wijk bij de voormalige pannenfabriek vanT. AB- BRING HINGST en in verband daarmede het maken van BESCHOEI INGEN en BESTRA TING. Officieel Gedeelte. I ONDER SOLDATEN, ii. h echte zuurbier. I i meer, geen verplegingsartikelen te verkrijgen Uitgave van T. GAASTRA Bz. firma H. BRANDENBURGH Zo on te WORKUM. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van WORKUM, zullen op Zaterdag den 15 Mei 1915, *s nam. 18 uur, aanbesteden Aanwijzing zal plaats hebben op ’Woensdag den 18 Mei e.k. des middags 18 uur. Het bestek ligt vanaf a.s. Don derdag ter inzage ter Secretarie en is vanaf dien dag aldaar ver krijgbaar tegen den prijs van f 0.25 per exemplaar. Workum, den 3 Mei 1915. Burgemeester en Wethouders 'voornoemd, J. QUARLES VAN UFFORD. De Secretaris, A. DE VRIES. DE UITGEVER. Dit blad verschijnt des Zaterdags en kost per halfjaar 50 cents Per post 0.65. Enkele Nos. 3 ets. Ingezonden stukken Donder dags in te zenden. Ad verten tien Vrijdagmorgens vóór 11 uur. k<hr> kco.als ’tnoodig is laat hij zijne hand op onzen schouder rusten, en dan voelen we den druk, alsof een zwaar voorwerp daarop is gelegd En als we dan onwillekeurig hem eens recht in de oogen kijken, dan vertrekt hij geen spier. Zelfs is zyn mond niet geplooid tot een zachten glimlach. Steeds is en blijft hij koel en strak. Soms zelfs kykt hij erg norsch en stuursch. ’t Is Klein Korporaaltje 1 Onwillekeurig denk ik bij 't neerschrijven van die simpele woorden, aan een ander klein korporaaltje. En treffend,’juist honderd jaar geleden speelde die het einde van zijn rol. Ge begrijpt zeker allen dat ik Napo- lion op het oog had, die zelf ook eenmaal de naam van klein korporaaltje gedragen, maar ze aldra voor een andere meer klinkende verwisseld Doch ter zake. Ik bedoel met klein korporaal tje ons korperaaltje en niemand anders. En ik betwijfel I of ons klein korporaaltje een trapje tijdens de mobilisatie zal klimmen heusch ons korporaaltje heeft alleen de naam met die andere gemeen. Misschien ook iets anders, maar dat zult ge dan allicht zelf wel kunnen opmer ken. Klein korporaaltje is een zeer sympathiek persoontje en ook niet sympathiek in dien zin, dat het hem niets bommen kan treurig he daar houden de jongens van. Maar dat onver schillige, neen zoo mag ik 't niet noemen ik doe hem onrecht dat zorgelooze dan bezorgdt hem onder zyn vrienden vyanden. Laat ik u echter eerst wat nader doen kennis maken met ons korporaaltje. Hij is milicien en vrijwilliger tegelijk. Verkeert dus in een toestand, die ze in de dierkunde gedaanteverwisseling plegen te noemen. Hoe dat zit Luister, ik ga het u vertellen. Kees, z’n ware naam. is met mij onder de wapenen gekomen, dat was, zooals ik reeds vroeger r’s schreef, in Januari 1914. Hij kwam uit L. en viel al spoedig in het oog. zoet des levens. En onverbiddelijk, dreigend soms, staat daar onze vriend op een eerbiedigen afstand, en wenkt en Wenkt.En we vragen hem ons nog eenige oogenblikken te geven en te doen smaken de reinste genoegens des levens. Maar ijskoud klinkt het»Neen, kleinzielige, dat is onmogelijk. Wat vermeet gij u, nietige sterveling, mij deze gunst te vragen Gij weet vooruit dat uw verzoek niet ingewilligd kan worden. Ik zal u geleiden, uw ganschen le vensweg overal en steeds en telkens zal ik u omringen en omzwevenik zal bij u zyn om u te doen smaken de reinste ruste van uwe ziele. Zonder mij kunt gij niet leven. Ik zal u niet verlaten om uw zelfs willeik zal u ge bieden in tijden van droefenis, als u het harte schreit, door dat koninklijke woord tot u te spreken, dat op uw gekwetst harte zal inwer pen als de balsem op de schrynende wonde M y zult gij gehoorzamenik ben uw gebieder ik, koning Plicht En uit zijn oogen straalt een licht als van goddelijken oorsprong. Hoe meer ons dit licht bestraalt, des te meer komen we onze roeping nabij, de roeping van mensch te zyn in de volle beteekenis des woords. O, als een ieder onzer zijn plicht deed, steeds en overal, en ten volle I Wat tranen zouden dan niet behoeven te vloeienwat levensgeluk zou dan niet vernietigd wordenwat ellende zou niet worden geleden. Nieuwe aardappelen. Door den tuinier P. Palma te Dronrijp, werd Dinsdagmiddag den Commissaris der Koningin te Leeuwarden een mandje nieuwe aardappelen, in den konden grond gekweekt, aangeboden. Mond- en klauwzeer. -oDK3«- (Nadruk verboden) Wy allen hebben een besten vriend. Steeds •n alom is hij bij ons. En wij stellen allen den keogsten prijs op zijne tegenwoordigheid. Toch kan hy het ens soms zoo lastig maken dat we hem wel eens naar de maan wenschen. Maar eenige «ogenblikken later, als we weer kalm syn geworden, hebben we spyt van onze ver- wentching, en we zouden hem gaarne terug- reepen. Wat evenwel onnoodig is, want onze vriend is billyk en menschkundig genoeg en by ons te blyven. Hy weet wel dat zijn tegen woordigheid soms hinderlijk is, maar daar hij steeds het goede beoogt en voor eer en plicht alles veil heeft, doet hij maar net of hy veel dingen niet ziet. En toch kan hij zoo goedig zien met zyn strenge, gebiedende oogen. Hij Om tijdige bezorging van FRISO te bevorderen wor den H. H. Adverteerders beleefd verzocht hunne z oo spoedig- mogelijk in te zenden. Tot plaatsing van adv. en reclames voor Handel, Nijverheid en verheid en handel, wederom met de verte genwoordigers van de verschillende landbouw- vereenigingen een bespreking gehouden aan zijn departement teneinde hun gevoelen te vernemen, omtrent do vraag, of de bestrij ding van het mond- en klauwzeer op de tot nu toe gevolgde wijze dient te worden voort- voortgezet, dan wel of een andere gedrags lijn zou moeten worden gevolgd, waarbij te vens de vraag gesteld was, of de tegenwoor dige bestrijding al of niet op prijs wordt ge steld. Daze vergadering werd tevens bijge woond door den directeur generaal van den vee.artsenij kondigen dienst en de districts vee artsen. Uit de besprekingen bleek, dat ten op zichte van de vraag, of in den weidetijd mot het afmaken van ziek en verdacht vee zou moeten worden doorgegaan, verre de meerderheid der vertegenwoordigers van de landbouwvereeniging van gevoelen was, dat het bij den tegenwoordigen stand van het mond- en klauwzeer, na alles wat reeds tot beteugeling der ziekte was verricht aanbe veling verdient de meest krachtige bestrijdings maatregelen te blijven toepassen; met dit voorbehoud evenwel, dat, zoodra een zoodanige uitbreiding mocht ontstaan, dat de kans om de ziekte tot staan te brengen is verdwenen, met afmaken zou dienen te worden opge houden. Van verschillende zijden werd de wensche- lijkheid, betoogd, om in dit laatste geval in het geheel geen maatregelen meer toe te passen, aangezien afzondering^- en uitslui- tingsmaatregelen voor de bestrijding van geen waarde worden geacht en den veehouder slechts last en hinder veroorzaken. De be- oordeoling van het tijdstip, waarop eventueel het afmaken geen succes meer zou hebben, werd gaarne overgelaten aan den veeartsenij- kundigen dienst. Ten opzichte van het af maken van waardevol fokvee werd door som migen eenig voorheb eud gemaakt. Het Friesche Groene Kruis over 1914. Uit het jaarverslag het volgende. Er is thans geen plaats in Friesland waar zijn. 1 Jan. 1915 waren 111 vereenigingen aan gesloten. Cursussen in eerste hulp bij ongevallen werden in 1914 door bemiddeling van de Prov. Vereen, niet gegeven. De afd. Heeren- veen gaf er een met 20 leerlingenFrane- ker begon Dec. 1914. Vrije cursussen in eerste hulp werden gegeven te Spannum (15 leerl.)Oosterend (35 leert); Oldeboorn (15 leert), Cursussen in gezondsheidsleer en zieken verpleging, moeder- en bakercursussen wer den gegeven te Buitenpost (20 leert), Burnm (25 leert), Drachtster Comp (40 leert), Hui- zum (10 leert), Kollum (100 leert), Mars- sum (20 leerl.), Steggerda (15 leert), Tjerk- werd (40 leert). In 1914 zijn 307 ontsmettingen verricht. Vrijdag 28 Mei a s. wordt te Leeuwarden de algemeene vergadering gehouden. Verdronken. Maandagmorgen j.l. kwamen, naar hun werk gaande arbeiders, aan het Vluchtoord Veen huizen III berichten, dat op een kwartier afstands van het gesticht een man, wellicht een der vluchtelingen, verdronken in een sloot lag. Enkele personen gingen op onderzoek en vonden op de aangeduide plaats, in een heel ondiepe sloot met slechts weinig water, in de heide werkelijk een der vluchtelingen, een ongehuwd persoon. Hij had zich gedeeltelijk ontkleed; de kleeren lagen dicht bij hem. Er waren geen sporen van geweld aan het lichaam zichtbaar; alleen een paar schram men in het gezicht, vermoedelijk door het vallen in de heidestoppels. Het lijk is naar het hospitaal gebracht. Vermoed wordt, dat de ongelukkige, onder den invloed van sterken drank, op zyn terug weg uit een langdurig dorp, waar hij des Zondagsmiddags heengegaan was, onderweg aan het sukkelen is geraakt, en toen het reeds donker werd, meenende, dat hij zich te bed begaf, gedeeltelijk heeft ontkleed, bij de sloot De prijs der Advertentiën is van 15 regels 25 cents, elke regel meer 4 cents. Grootere letters naar plaatsruimte. Buiten Friesland, uitgezonderd Familieberichten, 10 ets. per regel. By abonnement belangrijk lager. Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78, Amsterdam. of onze goede vriend nooit eens vroolijk en op geruimd is. En altijd vreeselijk droog. Niets prettig dus om met zoo iemand om te gaan. Een echte zuurbier. En als we ons eens eenige oo genblikken van dat ongenietbare wezen willen ontslaan, ook, dan laat hij dat wel voor die eenige momenten toe. Maar lang duurt het niet. Hij komt telkens en telkens zonder aan dienen en ook zonder uitnoodiging terug, uit louter zucht voor ons welzijn, zooals hij zelf zegt En als wij niet willen gelooven dat hij ons uit louter liefde steeds en overal met zijn vriendelijke zorgen omringt, dan ontrekt hij zich wel eens voor eenigen tyd aan ons gezelschap. Tot onze straf. Want weldra gevoelen we zyn gemis. En als hy ons wat lang verlaat, soms te lang, dan huilen we wel eens tranen met tuiten, en gelukkig mogen we ons dan rekenen dat hij wederom ons met zyn vaderlijke zorgen wil om ringen en verder onze gids wil zyn op ons le venspad. Want zonder onzen vriend kan ’t ons niet goed gaan. Zonder hem geen duurzaam genoegen, geen rust der ziel: niet een kalmte des, gemoeds. Zoo is hij dus, met al zijn onaangename eigen schappen en hebbelykheden, steeds onze beste leidsman. Maar wel zouden we hem wat meer .toeschie telijkheid willen doen betrachten. WantTér de anderen korperaal. zijn toch oogenblikken in ons leven, dat we zoo u,£—L" x gaarne ons zelven willen zijn, ontdaan van alle zorgen en beslommeringen. We genieten b.v. de schoonheid der natuurwe bevinden ons in aangenaam gezelschapwe smaken het zoetste *°t milicien-sergeant te worden aangesteld, dat - - - moest hier gebeuren, omdat hy tot onze com pagnie behoorde' Maar hij zelf was de oorzaak, in ’t dorp op politiewacht was als korporaal 1 schen uit naar ons kwartier, want hij lag met ons bij De Kort. P wat uitrusten op de stroozak, viel in slaap ontwaakte toen de sergeant-majoor hem flink heen en weer schudde. Ik was d’r niet bij, dunkt hy zal een zeer verbaasd ge- k rust gestoord werd. De sergeant-majoor had hem gevraagd in de wacht en hy bleek afwezig. O hij zal misschien een kopje thee of koffie in zijn kwartier drinken zei hij ik ga hem wel even opzoeken. En nu was ’t laatste wel toegestaan, maar natuurlijk wat hy gedaan had niet, zoodat de majoor hem moest rappor- teeren wat dan ook gebeurde. Keesje liep eenige dagen politiekamer op, maar dat was ’t ergste niet, tegelijk werd hem aangezegd, dat hij voorloopig geen kans op bevordering had. Dat was het leelykste en voor hem het onaan genaamste van het geval. In B. werden enkele dagen daarna een drietal korporaals tot serge ant bevorderd, hij zou het dus allicht ook ge worden zijn. In ’t eerst konden we aan klein korporaaltje merken, dat ’t hem geducht speet en hij trachtte door uitmuntend gedrag de ver loren gunst te herwinnen. Later heelde de wond wat en Kees ging weer in zijn oude sleur door. Kees heeft in z’n burger al verschillende be roepen bij de hand gehad. Eerst is hij drie jaar op de ambachtsschool geweest en heeft daar ’n diploma gehaald. Hij had dus een goed vakman kunnen worden, maar ’t avontuurlijke zat hem in het bloed en hij zei het timmervak vaarwel. Later werd hij schrik niet lezer darmwasscher. Dat is ook bij allen bekend en meer dan eens moet hij hooren smdarm wasscher. Maar gelukkig heel vaak geeft hij daartoe niet aanleiding, z’n hart is goed en de soldaten hebben bijna nooit last met hem. Nu was hij van plan in dienst te blijven, promotie te maken en zoo meer. Dat zal intusschen ook wel weer misloopen en het zal voor hem het verstandigste zijn, z’n oud vak weer ter hand te nemen. Misschien groeit d’r dan nog een flinke vakman uit. Kees zal wel gedurende de mobilisatie klein korporaaltje blijven. En dan H, wat ik bedoel, als ik zeg. dat hij, zoo iemand hem bij ongeluk wat hardhandig tegen een muur of deur duwde, d’r groote kans bestond »dat hij bleef kleven. Kees was een neen ik zal niet is zetten, hij kon mij r’s «zuur slaan» als hy ’t las Kees was dan een vetkees. En daar houden ze nu eenmaal in dienst niet van. Sol daten, die steeds netjes gepoetst bij den dienst verschijnen kunnen in den regel een potje bre ken en hebben bij baantjes enz. meestal de voorkeur. Eu ook voor opleiding tot een rang komen ze dan meestal ’t eerst in aanmerking. Maar een ieder weet het, een Nederlander houdt nu eenmaal niet van »soldaatjespelen« en de animo tot het bekleeden van een rang (milicien- korporaal of milicien-sergeant) is meestal niet groot. Waar dan nog bij komt, dat de meesten zoo ze al bij de opleiding daartoe komen en tot de genoemde rang bevorderd worden, zoo spoedig mogelijk na ’t beindigen van hun dienst deze gaan verlaten en dus niet een vry willige verbintenis aangaan. Zoo gebeurt het dan, dat anderen die noch door voorkomen, noch door ontwikkeling in aanmerking kunnen komen, daartoe toch toegelaten worden. Maar stilzwij gend wordt dan verlangd, dat ze na het beëin digen van hun eigen dienst nog een vry willige verbintenis voor den duur van eenige maanden, een jaar of langer aangaan, op die manier was Kees ook bij de opleiding gekomen. Hij wou, zoo hij milicien-sergeant werd, wel bijteekenen. En zoo was hij dus bij de opleiding gekomen, ondanks zijn nietig persoontje en ondanks zijn overal bekende nonchalantheid. Kees bleek toch een zeer bruikbaar kereltje te zijn. Wat hem aan lichaamskracht en voorkomen ontbrak, vulde zijn slimme geest wel aan. Hij werd dus met Bij het begin der mor bilisatie ging hij niet met onze compagnie mee, maar werd overgeplaatst bij een Landweer- bataljon. Later toen we aan de grenzen lagen, kwam hij weer bij ons, naar hij verzekerde om moest hier gebeuren, omdat hy tot 1 dat hij toen de strepen niet kreeg. Terwijl hij van aflossing kneep hij er s’morgens vroeg tus- Daar ging hij heel gewoon "t 1 en i was d’r niet bij maar me zicht gezet hebben, toen hij zoo in zijn zoete naar broken, heeft de minister van landbouw, nij- lottig gevolg. i Voorjaars- Paardenmarkt i i - NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD voor de Gemeenten Workum. Bemelnmer Oldephaerl en Noordwolde. I X 1. J ■/■A-*'

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1915 | | pagina 1