-:Boek- Courant- en Handelsdrukkerij.
T. GAASTRA, bij de markt, WORKUM.
Men plaatse zijne advertentiën in „Friso
L
In de macht van een monster,
door JOHN, ADÉR.
D. F. J. HOFSTEDE.
3:ek- en Papierhandel.
Schiijf- en Teekenbehoeften.
Depot Ned. Bijbelgenootschap.
Algem. Adveitentie-Bureau.
Brillen en Lorgnets,
met Rathenower-Kristalglazen,
cj) in Goud, prima Doublé, Nikkel en Staal.
FEUILLETON.
I
JJ
r
Sneek, Juni ’17,
e»
L
I
I
klacht en bedrevenheid in het leven te houcten
_ou ook hunne eerste en voornaamste levenszorg
op de vorm daarvan gericht zijn. Zoo was en is
het by alle volken, die aan het begin van hun
ne kr ohav’ng i nden of stmn. Zoo is het rch-
r niet meer b j de hedendaapsche beschaafde
volken. In den loop der tyden beeft bij dezen de
vei* -ndelijken ontwikkeling aanmerkelijk aan
omvang en belangrijkheid gewonnen en is n’
basli -end voor den vooruitgang en de waarde
van het individu in de samenleving gewor-
Nauwkeurige inslijping- van Glazenop voorschrift
van H. H. Oogartsen.
Reparatiën spoedig, s o 1 i e d en netjes.
Barometers, Thermometers, Roup- Ac Leesglazen.
Instrumentmaker - Opticiën - Ged. Pol 95, - SNEEK.
pijn gauw bedaard te zijn, want ze sloot de deur
achter zich dicht en maakte voorbereidingen, die
aller behalve geschikt waren, om te gaan rus-
t m. Ze pakte een groots doos uit, die haar dien
avond was gestuurd. Vlug spreidde ze de in
houd van den doos op haar bed uit. Het was
een compleet avond-costuum... van een heer 1
Een smoking, een hooge hoed, een wandelstok,
en een lichte overjas, benevens een kunstige
heereopruik met lang zwart haar, waaronder ze
hs jr e’gen haar verborg. Toen ontkleedde He
lene zich en trok daarna haar heerencostuum
aan. Een smetteloos wit overhemd, een omge
slagen boord, manchetten en een strikje vol
tooiden haar toilet, doch aan haar gezicht wss
ts zien, dat het hier geen grap gold.
Het sloeg juist elf uur, toen Helene zich als
jonge man onbemerkt het huis uitsloop en in
een taxi stapte.
Ze liet zich ryden tot aan de woning van August.
Helene wist, dat ze een wanhopige daad ging
doen, doch ze wist ook, dat haar geen ander
middel overbleef. Ze had de bedoeling van den
bloedzuiger maar al te goed begrepen. Had hij
haar collier eenmaal in handen, dan zouden de
diamanten niet genoeg opgebracht hebben. Hij
zou haar dan een ander sieraad vragen en het
collier in pand houden. Op die manier was hij
van plan, haar geheel uit te buiten en dan pas,
a>s hij zeker wist, dat er niets meer te halen
v'el, zou hij de noodlottige briefjes terug geven,
uie hij waarschijnlijk door middel van Harolds
b idiende of zoo iets tegen ruime fooien in han
den gekregen had. Ze bedacht met schrik dat
hij op die manier zeker wel een drie duizend
gulden zou kunnen afpersen door al haar paar-
len en diamanten en haar gouden sieraden, door
valsche te vervangen. Dit zou niemand merken,
had hij beweerd en als Helene na haar huwelijk
geld genoeg had, kon zij alles immers weer terug
kcopen.
Ze had haar oogen bij de verschillende be-
z ren bij August gced den kost gegeven, en
e i vrouw, die tot het uiterste gedreven wordt
waagt veel.
De jonge man liep de smalle gang door die
naar den turn achter het huis voerde. Zond.,
zich te bedenken liep hij het huis voorbij en
klom langs een der p>laren van de verande g>
ruischlcos op de schuttmg. Vandaar klauter a
hij. door de schaduw van een groote kastanje-
b om bedekt op de naburige veranda. Hier
klopte hij zijn kleeren wat af, en zette zijn
hooge hoed recht, terwijl hij met welgevallen
zijn gummi-overschoenen bekeek, die op lak
schoenen geleken en welke zachte schoenen hij
in plaats van andere aanhad.
Hij haalde diep adem en nam toen een glin-
stetejd iu.rumentje uit den zak, waarmede hij
e rebveeven aan de veranda-deur los drag
ee. Spoedig we?k de groote schurlaten wrshe,
ot buiten werking gesteld. Op zijn zachte schoe
ien liep hij geruieehloos binnen, toen de veran
da deur geopend was. De jonge man knielde voor
de brandkast van Anton August en begon te
werkei. Hij had dien middag onder voorwen
Lans gezien om August zich een oogenblik te
toen verwijderen. Het was maar één minuut ge
weest, doch die minuut was voor Helene vol
doende om van den sleutel van den brandkast
die op tafel lag, een was-afdruk te nemen. Hij
had geen tyd verloren, doch was dien zelfden
widdag nog een sleutel gaan afvylen naar zyn
model. Dit was tamelijk goed gelukt, want na
eenig moeite sprong het slot met een lichte klank
ven.
Zeker, dit is heel mooi, maar niet voldoende.
Viermaal per week een uur vcor gymnastiek
onderwijs tusschen de schooluren en de vrije
Zaterdag- en Woensdagmiddag voor openlucht
spel Daar moet het heen I Zeker is de geeste
lijke ontwikkeling op zichzelf van veel meer be
lang dan de lichamelijke, wat waarde en nut
betreft voor het staat"- en beroepsleven en voor
het gezellig verkeer, maar het is ook waar, dat
de vereeniging van beiden weder van veel grooter
belang is, dan elk op zich zelf. Het mag met
grond beweerd worden, dat de geestelijke vor
ming der massa een hoogeren graad bereiken
kan, ei haar de lichamelijke ter zijde staat, en
omgekeerd.
Inderdaad toch vormen lichaam en ziel één
geheel.
Voedt men het eene op, dan moet men dit
ook het andere doen; anders wordt het even
wicht verstoord en ontwikkelt zich het eene,
ten koste van het andere.
Reeds de geschiedenis lesrt, dat lichamelijk
zwakke en kwijnende volken het nooit tot hooge
geestesbeschaving gebracht hebben, evenals om
gekeerd de over- verfijning van geestes en ge-
notsleven ten koste van lichamelijke gehardheid
bij hoog ontwikkelde volken, tot achteruitgang,
ja zelfs tot ondergang gevoerd heeft.
Ik denk hier in de eerste plaats aan het op
den hoogsten trap van ontwikkeling staande volk
der oudheid, de Hellenen, bij wie even zorgvul
dig de lichamelijke zoowel als de geestelijke
ontwikkeling der jeugd behartigd werd.
Is het voor den handswerkman al van groote
waarde, wanneer hij zich een krachtig geoefend
lichaam heeft gevormd, gehard tegen de schade
lijke invloeden van zijn beroep, ook voor ande
ren, die een meer zittende of geestes-inspannen-
de levenswijze leiden, waar, door veelal groote
eischen aan de zenuwen gesteld worden, zijn de
zenuwsterkende lichaamsoefeningen van het hoog
ste belang als dus de methode van lichaamsoefe
ning er voor zorgt, den jongen mensch niet al
leen gezondheid en kracht bij te brengen, maar
nem ook het doelmatig gebruik van zijne krachten
e leeren, zyn geestkracht te verhoogen, in bem
need en vastberadenheid, bedachtzaamheid, te
genwoordigheid van geest en zelfvertrouwen aan
kweeken; als zij hem gewent aan onderge
schiktheid bij het arbeiden of oefenen in ge
meenschap met anderen, dan zal een zoo opgevoed
nensch zich beter een weg doorhet leven banen
en zyn rol in dit leven met meer lust en opge
wektheid kunnen vervullen, dan een ongeoefen
de.
Lichamelijke opvoeding wil dus zeggen de
opvoeding van het lichaam en de in het lichaam
sluimerende krachten.
Deze opvoeding is even noodzakelijk voor den
jongen mensch als de intellectueels of geestelij
ke opvoeding, even noodig dus als wat menge-
woonlyk alleen onder opvoeding verstaat.
P. J.
o er.
Toen nam de jonge man een vouwbeen van
de lessenaar en opende daar de rechterlade me
de. In eau klein houten doosje dat zonder moei
te open ging lag een in groen leer gebonden
boekje. Op het eerste blaadje onderaan stond het
woord »naobob«.
Vlug keerde de jonge man naar de brandkast
terug en stelde het letterslot op dien naam. De
brandkast was geopend.
Doch op hetzelfde oogenblik hoorde de koel
bloedige jongeman voetstappen in het huis weer
klinken. Snel schoof hij de lade van het schrijf
bureau dicht en veroorg zich toen op de veran
da, die door zwam overgordijnen afgeschut
werd.
De voetstappen kwamen nader. De deur werd
geop het electrisch licht opgedraaid en de
heer xi August kwam binnen. Tien lange
minv stond Helene doodstil achter de gordij
nen terwijl ze geen oog van August afwende.
Ze stond doodsangsten uit dat hij zich zou om-
keeren en bemerken dat het letterslot van de
brandkast veranderd was. August bleef echter
stil zitten. Tot opeensDaar stond hij op,
hij liep langzaam en heel kalm in de richting
van de veranda. Hij komt. Hij schuift de gor
dijnen op zy.
«Komt U binnen® zei August vriendelijk. Het
is koud buiten«.
«Ik dacht wel, dat U iets buitengewoons zou
doen. Gaat U zitten® zei August weer.
Ofschoon Helene van angst schier bezweek,
wist zij toch haar uiterlijke kalmte te bewaren.
Ginds bij de deur zag Helene een schaduw
van een man, die haar net bloed in de aderen
deed stollen. A<s het eens een politie man was.
Toch besloot zij tot het uiterste vol te houden.
«Hebt u het geld meegebracht vroeg August
Plotseling kwam de man die bij de deur stond
naar voren en zei
»Ik weet niet, wie U is maar ik werd hier
verwacht en U niet. Intusschen, zeide hy zich
tot August wendende. »U vroeg deze jongeling,
die U voor mij aanzag of ik het geld meege
bracht had Neen, dat heb ik niet, maar wel
wat anders® Hij sprak op zachts sissende toon
ea zag er hoogst overspannen uit. Er flikkerde
iets in zijn hand.
«M’n vader heeft je eersten brief ontvangen
en het heeft hem tot wanhoop gebracht. Die
wanhoop van myn vader zal je mij betalen schrift
vervalscher. Betalenmet je leven®.
Een schot viel uit de kleine revolver, die de
jonge man in de haud hield. Vreeselyk hoestend
viel August naast de tafel neer.
«Je hebtme vermoord steunde hij.
Sidderend had Helene dit tooaeel aangestaard
doch thans sprong ze op en haalde eenige doo-
zen brieven uit de brandkast, die ze op het haard
vuur gooide, waar ze hoog opvlamden.
De jonge man greep Helene bij den pols en
geleidde haar onhoorbaar een gang door, een
trap af, tot beiden op straat stonden.
«We hebben dezelfde belangen» zeide haar
redder. «Ik vermoed, dat U ook evenals ik in
zijn macht was. Thans hebben we niets te vree-
zen. Gaat U kalm naar huis en verbrand deze
kleeren, opdat de politie-honden geen spoor vin
den. Door onze toevallige gelijkenis zyn we ve’lig.
Vaarwel I®
Drie maanden later, toen Helene getrouwd
was, las ze in de krant, dat de justitie het voor
vaststaand had aangenomen dat Anton August
zelfmoord had gepleegd,
Daarom heeft de onvoeding zich meer en meer
t jperkt f rt de ontwikkel :rg der verstandeliike
vermoger s, ten koste echter van die der lie la
melijke. Veel zorg wordt er wel is we<”- nfc d
aan de hygieni che inlichting van schc allot-- len
aan de dc Mmatigheid der schoolmeubelen en der
leermiddelen.
Men beproeft den duur der geest lijke in
spanning ts verminderen en zoekt buiten de
school de gezondheid der kerlingen te bevorde
ren door gelegenheid tot lichaamsoefening t ge-
laarwi - ith -—r,»i xaszr-ircrc mmb
jes aardig zal vinden® zei August suiker zoet.
«Ze zijn al drie jaar oud® antwoordde Helena.
«Toch niet® hernam August »U heeft ze wel
in 1801 geschreven, maar a’s Uw aanstaande ze
ontvangt zijn ze gedateerd op 1904. Ziet U maar.
Tot haar ontstelien’s zag Helene, dat de jaar
tallen 1901 op de drie briefjes onzichtbaar ver
anderd waren in 1904
«Dus® ging August voort, dateert dit eerste
briefje van de .orige week, dit tweede is van
daag geschreven en dit derde overmorgen. Ziet
U wel? We hebben vandaag den 18ien Mei.
Deze zijn respectievelijk van 9, 18 en 20 Mei
en ook 1904, dus...
«Hoeveel moet ik U betalen vroeg Helene.
«Een kleinigheid. Honderd gulden per stuk en
vyf en twintig gulden voor mijn moeite.®
«Drie honderd vyf en twintig gulden
«Dat is het bedrag. Komt U overmo. gen maar
eens terug. Dan is dit laatste briefje ook van
waarde en kunnen we handelen®, zeide hy.
Thuis gekomen, dacht Helene over het vreese-
Ijjke van haar toestand na. Haar ouders kon
zij zoo een bsdrag niet vragen zonden een rede
te noemen. Hoe moest zij er aan komen Op
het violette briefje was, zooals August voorspeld
had geen spoor overgebleven van hetgeen er op
gestaan had. Een'ge korrels verdroogde inkt in
de enveloppe, bevestigde de waarheid van zyn
bewering. Ze had thans geen enkel bewys in
handen, en was hulpeloos aan den schurk over
geleverd.
Twee bange dagen bracht freule Helene door.
Den derden dag bracht zij August een bezoek,
dat geen ander resultaat had, dan dat hij teren
betaling van f 5 nog een dag uitstel verleende.
Ook dien dag bracht echter geen raad en voor
tien gulden thans, was August met moeite te
bewegen nog een dag te wachten.
Koortsachtig zocht Helene naar middelen om
geld te krijgen. Te vergeefsch. Ook dien dag
bracht geen uitkomst, en ziek van overspanning
stond Helene den zesden dag voor den onvermurw-
baren August.
«Het is jammer, heel jammer® zei hy. «Voor
zoo een luttel bedrag moet U den kcop niet
laten afspringen... U hoeft slechts die twee dia
mantjes uit Uw collier te laten nemen, en er
va’ che in te laten zetten, dan kunt U mij be
telen en die drie vodjes papier verbranden. Ik
weet wel een juwelier, die dat heel aardig voo?
U zal opknappen. Niemand zal er iets van be
merken. U laat het vandaag hier en morgei
haalt U het bij mij terug en ontvangt tege’ijker-
t jd de briefjes. Als de juwelier meir dan f325
bitaalt, na aftrek van de or kosten en den prijs
van de valsche steenen, zal ik het U ook eerlijk
uitkeeren®.
«En als ik het niet doe?® vroeg Helene.
«Dan gaan deze epistels vanavond op de post.
«Er staat geen kwaad in®.
«Neen, volstrekt niet. Het zijn schoolmei’jes-
brieven. Alleen zyn ze levendig gesteld. Heel
levendig,®
«Misschien vat Egbert het niet kwaad op®.
«Ik zal ze ook aan zyn vader, den graaf,
adresseeren®.
«Die vindt het waai schjjnlyk ook zoo erg n’et.®
«Dan kent U den graaf niet® hernam August
zachtzinnig.
Een trek van teleurstelling om Helene’s mond
bewees, dat ze den graaf wel kende.
Helene gaf des avonds voor hoofdpyn te heb
ben en ging vroeg naar bed. Toen zij evenwel
op haar kamer gekomen was, scheen haar hoofd-
Tegenwoordig kan men haast geen tijdschrift
ter hand nemen of men vind er berichten, plaatjes
of een artikel in, in verband met de lichamelij
ke opvoeding.
Helaas echter weet een gedeelte en misschien
wel een grootei’ gedeelte der menschen dan men
zou denken, nog steeds niet, wat lichamelijke
opvoeding is en zijn zij dus nog onbekend met
het groote nut'er van. Laten we trachtten hen het
begrip van lich. opv. eenigszins duidelijk te ma
ken. Beschouwen we daarvoor eerst het kind in
zijne ontwikkeling. Reeds vanaf de geboorte ge
voelt het kind een instinctieve neiging om zicé
te bewegen. De eerste bewegingen uit zich hoofd-
zakelyk in schreeuwen. Zeker, soms of dikwijls
schreeuwt een kind, omdat het honger gevoelt,
soms ook door pijn, doch meestal heeft het ges
reden tot schreeuwen, en is dit een gevolg van
overvloedige bewegingsaandrane;. Dit schreeuwen
is voor het kind een uitstekende longen-gymna
stiek en gaat later gepaard met trappen en be
wegingen der armen, ja, haast alles is in be
weging. De bewegingen van een kind worden,
naarmate het ouder wordt, steeds uitgebreider,
steeds meer gecompliceerd, ock vaster. Dit komt
door dat die bewegingen, ontstaan door de sa
mentrekking der willekeurige spieren steeds meer
onder invloed van den wil komen. Iedere kee
als een kind voor ’t eerst een nieuwe bewegiuo
uitvoert, is het als ’t ware verwonderd, dat het
zooiete prestoeren kan en tracht steeds weer
die beweging te herhalen. Dit merkt me vooi
al wanneer een kind voor ’t eerst gaat ste.an en
loopen. (Ouders, bevordert niet te spoedig het
leeren staan en loopea 1 Wanneer een kind zich
terk genoeg gevoelt om ’t eigen evenwicht vol
doende te dragen, begint het uit zichzelf wel te
staan en te loopen. Bij vele kinderen is zelfs,
al hebben zij den leeftijd bereikt waarop anae-
re kinderen reeds loopen, het beenderen eb spier
stelsel nog niet sterk genoeg ontwikkeld om het
gewicht te dragen
Steeds meer gaat het kind zich nu bewegen
en worden de bewegingen vaster. Tot het vijf-
de a zesde levensjaar speelt het kind öyna den
geheelen dag met andei e kinderen en ;s, ook al
leen zijnde bijna geen oogenblik stil. Dan komt
helaas de kentering, het, ik zou bijna zeggen
noodzakelijke kwaad, dat het kind naar school
moet. Het levenslustige, altijd in de weer zijn
de kind wordt dan. om te zorgen dat het, groo
geworden zijnde, in de maatschappij een plaa -
kan krijgen, genoodzaakt, in de school eenige
uren achtereen, zoo goed als stil te zitten, ten
einde zijn geest op te voeden.
Wij zijn ten volle overtuigd, dat de opvoeding
van den jongen mensch en de ontwikkeling van
zyn, hem door de natuur medegegeven aanleg,
niet aan het toeval mag worden overgelaten, maai
door aan het doel beantwoord ’de maatregelen
moet geleid worden. Wannet- ie menschen bo-
Freule Helene zat voor haar kaptafel en droom
de nog eens na over het verlovingsfeest dat dien
avond ter harer eere gegeven was. Eindelijk
was ze dan met Egbert verloofd en geen macht
ter wereld kon hen, die elkander zoo lief had
den, beletten te trouwen. Zy ontdeed zich lang
zaam van haar sieraden en pakte die in haar
juweelenkistje. Op eens zag zij een geparfu
meerd briefje op haar toillettafel liggen. Vlug
opende zij het en een bleekheid over toog haar
gelaat, dat bij de lezing een verschrikte uit
drukking aannam, Het violette briefje luidde
als volgt
Mejuffrouw.
«Sinds eenige dagen ben ik in het bezit uwer
«briefwisseling met een zekeren Harold. Dar*
«ik vermoed dat U er prys op zult stellen die
«briefjes met het oog op Uw verloving, zelf i j
«handen te hebben, verklaar ik mij bereid, U
«ze te verkoopen.
Hoogachtend,
Anton August.
«Goede Hemel® riep Helene uit, «wat moet
dat beteekenen En ze herinnerde zich Harold,
waar zij mee geflirt had toen ze nog jong wss.
Vermoeid van het ter hare eere gegeven feestje
meende zij, dat dit schoolmeisje: geschrijf voor
haar thans wel niet compromitesrend zou zijn,
en dat, indien die August haar trachtte geld af
te persen, zij de zaak eenvoudig bij de nolitie
zou aangeven, ten koste van een oogenbbk een
mal figuur te slaan, en ging gerust slapen.
Den volgenden morgen, na het ontbijt, begaf
freule Helene zich naar de woning van den heer
Anton August, die haar allerminzaamst ontvkg.
Hy was een gezette heer van circa 50 jaar met
een vriendelijk blozend gezicht en wat 1c ~3
haren, zorgvuldig over de kale schedel gekamd.
Hij droeg een gouden bril en zag er overigens
uit als een kalme gezeten dokter of zoo iemand.
«Ik dacht wel dat de freule er geen gras over
zou laten groeien® zei August. «Er zijn wel
domme menschen, die me als ik ze iets te koop
aanbied dadelijk met de politie dreigen. Maf”
och, ze verliezen het toch altijd.®
«Laten we ter zake komen® antwoordde Helene.
«Als de politie er in game aid moet worden, is
het briefje, dat ik gisteravond van U ontving
reeds voldoende om U van chantage te beschul
digen®.
«Meent U Och kom. Het is met heel bij
zondere inkt geschreven. Werkelijk heel byzor-
der en ik geloof zelfs dat die op het oogenblik
al genoegzaam verbleekt is om geen woord meer
te laten lezen. Heusch. Een uur na het schry ven
bladert de inkt al weg en drie uur later blyft
er meestal niets van over dan wat verdroogde
inkt.
Helene maakte een ongeduldige beweging.
«Ziet U eens freule® zei hy, terwyl hy een
doos opende.
Onder een dikke glasplaat zag Helene op den
bodem van de platte doos drie rose briefjes lig
gen, die ze als de hare herkende.
«Lieve Harold M’n liefste Harold Lieve
ling. Ik geloof piet, dat U verloofde die brief*
den.
e
i
I