a X 8 ct. La Condesa X Een Levensdoel. Lord Douglas Romero Diaz 10 12 1Ö i J. WITTEVEEN. nog oude kwaliteit: Adriana OPLEIDING aangeboden, X X FEUILLETON. t I i I i 4 r\. zl 4 4.) V. 1 t 4 1 c (Wordt vervolgd.) I I. I f i I I I Aanbevelend, Onderstaande MERKEN waarborgen U Braziliaantjes, La Celesta, Wakkere Jongens, Justitia, Neutraal, Nederlandsche Munt, Semper Melior, Suleika, Marquesa, Paulus Potter, William Pitt, reglement of het stellen van een motie, dan zouden B. en W. daarover het college van brandmeesters kunnen hooren. Op een vraag van den heer Brandsma of de Gemeente architect ook recht van advies heeft, antwoordt de Voorzitter toestemend, wyl hy ook van het onderscheidingsteeken van brand meesters is voorzien en ook by voorkomenden brand moet worden gewekt. De heer de Vries meent ook te mogen constateeren, dat de orga nisatie niet is zooals zy moet zijn. en geeft in overweging een Raads Commissie te benoemen, om in overleg met Brandmeesters een reorgani satie uit te werken, want een feit is het. dat thans vaak vele kommandeurs er totaal niets van weten en niet voor hun taak berekend zjjn. De Voorzitter zegt, ven de gevoerde besprekin gen nota te zullen nemen, B. en W. de instel ling van een commissie zullen overwegen, tenzy de leden daartoe zelf het initiatief willen ne men. De vergadering wordt daarna gesloten. tot VEEVERLOSKUNDIGE, door A. J. v. RAALTE, Gediplom. Vee-Verlosk. te KAMPEN, (Oosterholt.) door de toovermacht van een sprekend oog. Een toon, zoo woest en brutaal als de zijne, zou hem nog woester en brutaler gemaakt en de overwinning verzekerd hebben. Maar de baron had hem geantwoord met zoo hoffelijke zwier, dat hij beteuterd was bljjven staan, en de dochter had hem met stilte geslagen door haar kalmen moed om hem harde waarheden te zeggen, waaraan hy niet gewoon was, en hem toen getroffen door haar schalksche vriendelijkheid. Toen hij thuis kwam, was de storm in zyn binnenste bedaard. Tot zyn verwondering ver scheen er 's avonds een knecht van het kasteel, met een briefje en een mandje. Hat briefje was van den volgenden inhoud «Freule Clara zendt den boeman van het Witte huis een der afschuwelijkste dieren die zyn kool vernield hebben; hy eet het op; dit zy de straf. In ’t mandje zat een prachtig konynmisschien wel hetzelfde, dat buurman’s kool opgegeten en waarover deze een niet gering spektakel gemaakt had. Na het vertrek van Jan Verdam bleef de baron lang en ernstig in gedachten verzonken zitten. Dit was evenwel een ongewone zaak voor hem. Hy begreep echter, dat hij orde op zyn zaken moest stellen en die Verdam in ’t oog houden. Daartoe behoorde hij op h’et kasteel te wonen en niet langer snoepreisjes te doen, die wel wat heel veel tijd in beslag namen, ’t Was echter op het kasteel zoo ongezellig. Vooreerst besloot hij, de zuster van zyn overleden vrouw uit te noodigen, zyn huishouden te komen besturen deze dame, eene weduwe, zou daarvoor zeer geschikt wezen, dacht hem. En dan moest zyne dochter thuis komen ’t lieve kind verlangde immers zoo naar hem 1 «Hm, ik mag er wel eens aan denken, haar uit te huwelijkendacht hij. «Hoe oud zou ze wel wezen In deze gedachten werd hij gestoord door een onverwachte ontmoeting zyn buurman kwam regelrecht op hem af. Het gelaat van den baron verduisterde en vrij koel beantwoordde hij ’s mans morgengroet. «Wat is er van uw verlangen «Om maar met de deur in huis te vallen ik zou gaarne dat stukje grond daar koopen.* «’t Spijt me, maar dat is niet te koop.* »U hebt er toch niets aan, en voor my «Toch hecht ik er zeer aan. Ik kan niet zeggen waarom. Maar zoo gaat het meer met affecties. Mogelyk komen daar oude herinne ringen bij in ’t spel; die kan men zoo gemak- kelijk niet van zich afzet ten. «Ja, dat weet ik bij ondervinding,zei Jan Verdam en onwillekeurig tastte hij naar een zeker lichaamsdeel. «Toch zoudt u my er erg mee gerieven, vervolgde hy «indertijd heeft uw rentmeester me al half en half beloofd «Myn rentmeester die gauwdief I Zeg me eens geheel onder vier oogen, hoeveel heeft die rentmeester u wel gekost Jan Verdam sprong op, alsof een adder hem gebeten had, «Voor wien ziet u mij aan riep hjj met de grootste verontwaardiging uit. «Nu, maak ja maar zoo boos niet, buurman 1« sprak de baron, die blikbaar den spijker op den kop geslagen had; doch zy namen afscheid, zonder dat ze het eens geworden waren en al spoedig was de oorlog verklaard. Allerhande nesteryen werden van beide kanten Uitgevonden. Nu eens zond Verdam een arbeider op klompen naar den baron, om dezen aan te De baron was in den laatsten tyd letterlijk geheel omgekeerd. Hij kreeg er genoegen in, zyne zaken te behandelen en zyne bezittingen productief te maken. In ’t eerst ging hy nog wel eens onhandig te werk maar van lieverlede kwam hy op de hoogte. Gaandeweg bleek hem eerst recht, hoe schandelijk zijn rentmeester hem bestolen had. Doch dit behoorde tot het verledenethans ging alles beter en hy hoopte de gemaakte bres in zyne financiën gaandeweg te dichten. Maar die bres was groot! Vooral een schuldvordering, meer dan honderdduizend gulden groot, baarde hem somwylen ernstige bekommering. Tot dusverre echter had hy zyne schuldeischers, de heeren Overman en de Gryp, weten tevreden te stellen, en daar hy nauwgezet den interest betaalde, was hij nog al gerust. Ook zyn vijand liet sedert de laatste ontmoe ting niets meer van zich hoorener scheen een wapenstilstand gesloten misschien ook wel was die stilte de voorbode van een naderend onwêer. Niet weinig werd de baron opgeschrikt door een schrijven van de heeren Overman en de Gryp, die beleefd, maar dringend om betaling verzochten, daar zij geld noodig hadden. En zijn schrik zou nog grooter geweest zijn, wan neer hy geweten had, hoe Verdam kortgeleden een zeer geheimzinnig onderhoud met den ex-rentmeester gehad en hoe deze heer reeds den daarop volgenden dag zich vervoegd had ten kantore van de firma Overman en de Grijp. Punt 18. Verzoek van B. en W. om mach tiging tot het houden van verhuringen en aan bestedingen en het benoemen van schoolschoon- maaksters. De Secretaris doet mededeeling van het vol gende voorstel van B. en W. In het volgende jaar eindigt de huur en pacht van a, het eerste of Nijhuizemertolhuis met daar bij behoorend land en de opkomsten van tol- en bruggelden, alsmede het grasgewas van den trekweg van Workum naar Parrega. b, het tweede of Tjsrkwerder tolhuis met de opkomsten van den tol en het grasgewas van den trekweg vanaf Parrega tot Tjerkwerd. c, een perceel weiland, gelegen aan den Sta tionsweg voorbij de stoomwasscherij „Sirius”. B. en W. verzoeken U om machtiging tot het opnieuw verhuren en verpachten van ge noemde Gemeente-eigendommen en rechten, alsmede tot het houden van aanbestedingen der in 1918 te verrichten vernieuwingen en her stellingen aan Gemeentewerken en gebouwen en van de in dat jaar benoodigde schoolboeken en leermiddelen aan de openbare lagere scholen in deze Gemeente en het benoemen van school- schoonmaaksters. De Voorzitter zegt, dat nu de tolhuizen op nieuw moeten verhuurd, nadat w’ederom con cessie tot tolheffing is verleend, B. en W. een voorloopig onderzoek hebben ingesteld inzake de in een vorige raadszitting gemaakte opmer king omtrent de afschaffing der tolgelden. Hunne conclusie is, dat opheffing vrij wat zal schelen, vooral bij Tjerkwerd, waarvan de opbrengst on geveer f 900 bedraagt. Verminderd met een geschatte huurwaarde van f 200, wordt dus aan tol gebeurd ongeveer f 700. Dat zal ook te Nyhuizum ongeveer het geval zijn, waarbij daar nog komt, de opbrengst der brug, wat samen wel f 1500 zal zijn. Bij een mondeling onderhoud heeft de tolgaarder Haanstra verklaard, voor een jaar onderhands opnieuw te willen pachten, terwijl ook de Vries genegen was onderhands voor 3 jaren voor het zelfde bedrag te pachten. De heer IJntema is er voor een publieke ver pachting uit te schrijven als gewoon, want hij vreest, dat het verschil wel te groot zal worden, welke meening ondersteund wordt door den heer Haytema. Het voorstel van B en W wordt daar op zonder hoofdelijke siemming goedgekeurd, Punt 19. Voorstel van de Gas-Commissie inzake den gasprijs. De Secretaris doet voorlezing van het volgende schrijven De Commissie der Gemeentelijke gasfabriek te Workum heeft in hare j.l. Zaterdag gehouden vergadering, in verband met den gestegen kolen- prys, overwogen, in hoeverre het wenschelijk is den gasprijs te verhoogen en is daarbij tot de overtuiging gekomen, dat het noodzakelijk is den prijs van 16 op 25 cent per M3, te brengen Dat eene verhooging niet onbillyk is. kan hieruit blijken, dat voor een ton kolen, waarvoor in normale tijden f 12 per ton werd uitgegeven, thans 58 a f 60 moet worden betaald. Zij neemt mitsdien de vrijheid U voor te stellen den prijs van het te leveren gas voor alle doeleinden met ingang van 1 December a.s. op 25 cent per M3, te stellen. De Voorzitter licht nog toe, dat het de be ddeling der Commissie is, deze regeling alleen voor de maand December te treffen, om dan met een nader voorstel voor de eerste maanden van met een klein tekort zal sluiten. Het voorstel der Commissie wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Punt 20. Vaststelling van het schoolgeld- kohier, 3e kwartaal 1917, De Voorzitter zegt, dat het kohier ter inzage heeft gelegen. Wyl geen der leden nadere be handeling verlangt, wordt het eindbedrag zonder hoofdelijke stemming vastgesteld op f 235 06. De punten der agenda zijn hiermede afge handeld, maar de Voorzitter doet nog mededee ling van een te elfder ure ingekomen adres van een drietal werklieden vereenigingen alhier, om de petroleum voor hen, die een inkomen hebben van f 1200 of minder, disponibel te stellen voor 25 cent per L. en van Gemeentewege een toe slag te verleenen van 19 cent. De Voorzitter zegt, dat dit adres na de vast stelling der agenda is ingekomen en de tyd van voorbereiding voor de behandeling ontbrak. Hij stelt mitsdien voor het adres in handen te stellen van de distributie-Commissie om advies, de wensch er aan toe willende voegen, dat met bekwamen spoed worde gehandeld. Wel is in de Commissie reeds daarover gesproken, maar nog was geen meerderheid voor het voorstel te vinden. Zonder hoofdelyke stemming wordt goedge vonden het advies der Commissie te vragen. Bij de gewone rondvraag vraagt de heer Brandsma of het hem geoorloofd is, in verband met den brand bij den heer Repko, enkele vragen te stellen, wijl het kalme weer z. i. de oorzaak is geweest dat grooter onheilen zyn verhoed. De burgery is algemeen van oordeel, dat er veel aan de regeling der brandweer hapert en te dien opzichte alle reden tot onge rustheid bestaat. Na toestemming van den Voorzitter, vraagt de heer Brandsma 1. Is door U een onderzoek ingesteld naar de slechte organisatie, waardoor het geheele pand is üitgebrand, terwyl bij doelmatig, vlug en deskundig optreden, misschien de brand tot het achterste deel zou kunnen zyn beperkt en het voorste deel behouden zyn gebleven 2. Achten B. en W. het niet wenschelyk, dat bekwame bouwkundigen als brandmeesters dienen te worden aangesteld, vakmenschen, die gewoon zijn de ladders op te klimmen 3. Heeft U ook een onderzoek ingesteld naar de praatjes, dat er dien nacht by den heer Bonnema op ergerlijke wyze zou zyn gedronken De Voorzitter deelt in antwoord op de vragen van den heer Brandsma mede, dat door brand meesters een rapport aan B. en W. van den brand is uitgebracht en dat hij wel genegen is, dit aan den Raad over te leggen. Naar alle gebleken misstanden, zal een serieus onderzoek worden ingesteld. De onvoldoende organisatie is ook aan brandmeesters opgevallen, maar daar voor moet niet een te groot verwijt tot dat college worden gericht, maar veel op rekening moet worden gesteld van de handkracht, die moet worden gebruikt, en thans de wensche- lijkheid van een motorspuit ten zeerste is ge bleken. Brandmeesters zullen de aangevoerde grieven zeker wel onder de oogen zien. Van het drinken bij Bonnema heeft de Voor zitter wel bij geruchten gehoord en zal een nader onderzoek worden ingesteld. Overigens heeft aan het maken van alarm wel wat ontbroken, want zelfs de Bouwmeester is niet gewekt. Brandmeesters moeten verder alleen de leiding hebben, behoeven zelf niet in goedgekeurd. Punt 11. Adressen, houdende verzoek om af schrijving van Hoofdelyken Omslag, dienst 1917. Blijkens de door den Secretaris gelezen adres sen zyn deze verzoekschriften van F. J. Schim mel om afschryving over 2 maanden, van G. J. Sark over 1 maand, van Auke de Boer, voor de erven D. A. de Boer over 8 maanden en van A. van der Baan, wegens opheffing der fabriek, waar hij werkzaam was. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor, de 3 eerstgenoemde aan vragen toe'te staan, maar op dat van A. v d Baan afwijzend te beschikken, omdat hierin niet bij Verordening is voorzien. Zonder hoofdelijke stemming aldus besloten. Punt 12. Voorstel van B. en W. tot aan stelling van E. van der Zee tot onbezoldigd Ge meentelijk keurmeester. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor, gezien het advies van Ged. Staten, gunstig op het verzoek te beschikken, waartoe zonder hoof delijke stemming wordt besloten. Punt 13. Voorstel van B. en W. tot het doen eener rechtstreeksche uitgaaf uit den post voor onvoorziene uitgaven der begroeting dienst 1917. De Voorzitter deelt mede, dat deze uitgaaf betreft een bedrag van f 6.80 voor reis- en ver blijfkosten aan den heer Y. Oosten, voor zyn bezoek aan sollicitanten in de vacature van on derwijzeres aan de vereenigde Burgerschool. Op de begroeting is daarvoor geen post aangewezen. Zonder hoofdelijke stemming wordt de betaling uit den post vo r onvoorziene uitgaven goedge keurd. Punt 14. Voorstel van B. en W. inzake het herhalingsonderwijs, De Voorzitter deelt mede, dat zich 4 jongens en 1 meisje voor dat onder wijs hebben aangemeld én B. en W„ in over leg met het hoofd der school, voorstellen, om dat geringe getal leerlingen en ter besparing van brandstof, dat onderwijs dezen winter niet te doen geven, hetgeen zonder hoofdelijke stem ming wordt goedgekeurd. Punt 15. Benoeming van een Armvoogd, wegens periodieke aftreding als zoodanig van den heer J. Gras. De Secretaris doet voorlezing van de ingezon den aanbeveling van Armvoogden, die bestaat uit de heeren Jelle Gras en Hotze Zeijlstra. Be noemd met algemeene stemmen het aftredend lid, de heer Jelle Gras. Punt 16. Benoeming van een weesvoogd, wegens periodieke aftreding als zoodanig van den heer H. Runia. Blijkens de door den Secretaris gelezen aan beveling van Weesvoogd dragen deze voor de heerenH. Runia en P, de Zwart. Herbenoemd wordt da heer H. Runia met 10 stemmen. De heer de Zwart verkrygt 1 stem. Punt 17. Benoeming van twee leden der Commissie tot wering van schoolverzuim, onder scheidenlijk in de plaats van de heeren J. J. de Jong en W. Kroeze. Blijkens de door den Secretaris voorgelezen aanbeveling worden in de vacature de Jong, overleden, voorgedragen de heerenA. J. P, Ridder en H. J. Jansen, in de vacature Kroese, de heeren J. E. Muller en H. A. Visser. De Voorzitter geeft nog eenige nadere mededeeling omtrent die aanbevelingen, waaromtrent thans in de Commissie, wat hare samenstelling der verschillende catagoriën betreft, aan de Wet zal zijn voldaan. Tot stemming overgaande wor in zijn verwoedheid een allerkluchtigste be weging. Voorover gebogen, op den hals van zijn paard, had de baron aandachtig naar die weinig vloei ende aanspraak geluisterd. Bij de laatste woorden, aannemende dat het nu uit was, boog hy, nam zyn hoed af, groette uiterst beleefd, wenkte toen zijne dochter, hem te volgen, gaf zyn paard de sporen en vervolgde in korten draf zyn weg. Die gracieuse manier, om een beleediging onbeantwoord te laten en een twist, die beneden hem was, te ontgaan, was een meesterlijk uit gevoerde aftocht en Jan Verdam bleef met den mond vol tanden staan. Freule Clara, welke intusschen op korten afstand haar paard ingehouden had, volgde haar vader niet dadelijk, maar reed regelrecht op Verdam aan, en ’t hoofd opheffende, voegde zij hem toe «Mijnheer Verdam, gy zyt driftig; als men driftig is drukt men in den regel zich slecht uit en men zegt dan niets als dwaasheden.* Die zet, op zoo bedaarde en hooghartige wyze hem gegeven, deed hem woedend opspringen. Een nauw bedwongen geluid ontsnapte hem en hij strekte de armen uit; maar hij gevoelde zich ontwapend, zoo kalm en onverschrokken zag het meisje hem aan. Zonder de minste vrees te koesteren, had zij den woestaard de handen tegen zich zien opheffen. Wel verre dus van zich schrik te laten aanjagen of beangst te worden voor de vuurspuwende blikken van Jan Verdam, bleef zij hem aanzien, en hoe langer zij dit deed, hoe meer zij ’n zekere sympathie voor hem begon' te gevoelen. En op geheel anderen toon, dan zij eerst had gesproken, ja bijna vriendelyk en innemend zelfs, ging zij voort «Wees verstandig, mynheer Verdam’t Leven is een spel en men moet tegen zyn ver lies kunnen. Als men mat wordt gezet, slaat men daarom niet woedend het schaakbord op ’t hoofd van zyn tegenpartij stuk. In de eerste helft van uw leven hebt ge alle partyen ge wonnen nu verliest ge er een, maar spoedig wellicht zijt gy ’t weer, die wintdan lacht ge op uwe beurt om ons, en ik verzeker u, dat ik mij dan niet boos maken zall< «Komaan,* vervolgde zy, daar hy nog altyd roerloos bleef staan, «groet me nu eens beleefd en ik zal uw groet zoo vriendelyk beantwoorden, als men my op de kostschool geleerd heeft Wat ging er in zyne ziel om Zonder eigen lijk recht te weten, wat hij deed, nam hy den hoed af. Freule Clara hield woord, gaf hem een harer vriéndelijkste lachjes ten beste en reed toen haar vader, die weer teruggekeerd was, te gemoet. Jan Verdam bleef haar nakijken, onbewegelijk, met open mond, midden ep den weg staande, en altyd nog verbeeldde hy zich, haar te zien. Overwonnen was hy door *t zedelyk overwicht, zeggen, een boom te rooien, waarvan een tak over zyn grond hing, of een nieuw venster dicht te maken dan weder zond de baron een statigen, langen lakei, in gegaloneerden rok en met hand schoenen aan. naar zijn buurman, met het be leefd maar gebiedend verlangen, om ten spoe digste een moddersloot, die minder aangename geuren verspreide, overeenkomstig de plaatse- lijke verordeningen schoon te maken. Zoo ging het over en weerde spanning werd steeds grooter. Beider onderhoorigen begonnen ook ook al party te trekken en zelfs de dieren kwamen in ’t spel. Verdam had een dog ge kocht met een stompen neus en breede kinne bakken, die zooals zijn adellijke buurman zich eens had laten ontvallen «wel wat op den baas geleek.* Op ’t kasteel was een Deensche dog; slank van vorm, doch gespierd. Op een avond ontmoetten die lieve dieren elkaar geen der meesters riep zyn hond terug, ’t Gevolg was een vechtpartij, langdurig en hevig, doch van een eigenlijke overwinning was geen sprake. De honden vergenoegden zich verder met van uit de verte elkaar de tanden te laten zien. Honden zyn in dit opzicht vaak verstandiger dan menschen. Althans de beide buren waren weldra aan ’t procedeeren. En wat wilde nu het noodlot Jan Verdam moest het eerste proces ver liezen Hij was de razerny naby. Had hy zyn gemoed nu maar eens kunnen luchten. Hij de eerste maal geslagen Maar zijn buurman liet, ’t zij geheel toevallig, misschien ook met voordacht, zich niet zien. Een paar weken waren weer verloopen, toen hy op eenigen afstand een heer in een grys pak en een jonge dame, in een donker rijkleed en met wit gevederden hoed, te paard zag aan komen. In den ruiter herkende hij weldra den baron, en de jonge dame, die hij nog nooit gezien had, was de freule, die kort geleden op het kasteel gekomen was. Verdam werd woedend als een stier bij ’t aanschouwen van een rooden zakdoek. Wijdbeens ging hy midden op den weg staan en zoo wachtte hy, pal staande, den vyand af; vast besloten om dezen eens te zeggen, wat hem op het hart lag. Zoodra de baron binnen zyn be reik was, riep hy, met een van woede heesche stem, op hortenden toon hem toe«Ik wensch u geluk u hebt de zaak gewonnen omdat een gemeene rechtbank maar uw geweten als ge er een hebt ik beroep my op uw geweten ’t is een infamie, dat vonnis want, ziet ge En weer bleef hy steken. Maar eindelijk toch bracht hij er een geregelden volzin uit. Hij nam zijn breed, dik hoofd tusschen de handen«Gy wilt mijn hoofd, mijnheer de baron - daar hebt ge ’t dan!* en hij maakte den met algemeene stemmen benoemd de heeren A. J. P. Ridder en J. E. Muller. de goten te klimmen. Meent de heer Brandsma echter dat door den Raad moet worden inge- een eventueele aanvraag om bouwterrein. Zon- 1918 te komen. De kolenprijs is thans nog niet precies te bepalen, maar met dezen prijs over A I 4 ie A «5 3 55 g co co •3 I I i i 1 11 ’W’ 111 11 -A

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1917 | | pagina 6