Nieuws- en Advertentieblad
Binnen en Buten.
I
r
voor de Gemeenten Workum, Hem. Oldeph. en Noordw., Hindeloopen, Stavoren, enz. enz.
'V
ZATERDAG 20 JULI 1918.
No. 30.
44ste Jaargang.
t
I
- Uitgave van T. GAASTRA Bz. te WORKUM. -
I
Geldwezen buiten de prov. Friesland is uitsluitend gemachtigd het Alg. Adv.-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr, 76-78, Amsterdam,
Tel. Intercomm. 1114.
VERSLAG van de Vergadering van den
Raad der Gemeente
W O B K M,
op Donderdag 11 Juli 1918, *s namiddags
5 uur.
Voorzitter de heer Jhr. Quarles van
Ufiford, Burgemeester.
Tegenwoordig alle leden.
Na opening der Vergadering door den
Voorzitter, stelt deze als punt 1 der agenda
aan de ordeNotulen der beide vorige
vergaderingen, welke na lezing door den
Secretaris, behoudens een kleine opmerking
van den heer de Boer omtrent het adres
van het bestuur van de Sociëteit Harmonie
en het percent der uitgeschreven leening,
onveranderd worden goedgekeurd en vast
gesteld.
Punt 2. Mededeeling van ingekomen
stukken.
a. Een apostille van Ged. Staten hou
dende goedkeuring van het Raadsbesluit
tot wijziging der begrooting, tot af- en
overschrijving van posten en het doen
eener rechtstreeksche betaling uit den post
voor onvoorziene uitgaven alles van de
begrooting over 1917.
b. Idem van hetzelfde College, tot
goedkeuring van het Raadsbesluit tot het
aangaan eener geldleening van f 5000.
c. Idem van het besluit tot wyziging
der begrooting, dienst 1918.
d. Een extract uit het resolutieboek
van Ged. Staten houdende goedkeuring van
het Raadsbesluit tot het aangaan eener
geldleening voor de Gasfabriek, groot
f 5648.65.
e. Een adres van den Raad der Ge
meente Utingeradeel om adhaesie betuiging
aan een dezerzijds verzonden adres aan
den Minister van Nijverheid en Handel.
f. Een adres van den Bond van Ge-
meente-ambtenaren inzake verbetering van
positie,
Welke stukken zonder hoofdelijke stem
ming voor kennisgeving worden aange
nomen.
Punt 3. Voorstel van den heer P. Veen*
stra, tot het verleenen van eene toelage
uit de Gemeentekas aan de Wed. J.
Oudeboon.
Na herinnering door den Voorzitter aan
dit in de vorige vergadering ingediend
voorstel, zegt deze op een desbetreffende
vraag van den heer IJntema, dat de be
doeling is een jaarljjksche toelage. De
heer Brandsma vreest dat de Raad bjj
inwilliging in een eigenaardige positie
zal komen tegenover Ged. Staten, waar
deze voor 3 jaren een geljjke aanvraag
hebben geweigerd. De Voorzitter acht de
Raad in dezen volkomen bevoegd en advi
seert den vorm eener gratificatie te kiezen,
gelyk met Stout is geschied. De heer
Kroese herinnert aan een destijds door
hem ingediend voorstel om aan de Chr.
Bewaarschool f 100 te geven in eens, wat
hem toen zeer kwalyk is genomen. De
Voorzitter meent, dat de heer Kroese met
deze bespreking buiten de orde is en ziet
geen verband met het behandelde punt.
De heer Kroese meent van wel. Van den
belanghebbende is geen verzoek ingekomen,
nu vraagt een lid in dezen vorm een jaarljjk-
sche gift uit de Gemeentekas, wat in strjjd
is mot het voor 3 jaren genomen Raads
besluit.
De heer de Boer vreest, dat bij aanne
ming van dit voorstel, ook andere weduwen
van Gemeente-ambtenaren zullen volgen.
De heer Veenstra meent te mogen ver
wachten, dat Ged. Staten die uitkeering
niet zullen weigeren, en waar de heer
Kroese erkent, dat destyds door den Raad
een fout is begaan, ten opzichte van een
ambtenaar die de Gemeente 35 jaar heeft
gediend, daar zou hy er prys op stellen,
die fout te verbeteren en die f 100 alsnog
te geven.
De heer do Vries meent ook dat de Raad
een eereschuld heeft af te lossen tegen
over een ambtenaar met 35-jarige trouwe
plichtsbetrachting en vindt het alleszins
billyk, dat dit door den Raad wordt ge
voeld.
Het voorstel Veenstra in stemming ge
bracht, wordt aangenomen met 6 tegen 5
stemmen, die der heeren Kroese, Posthumus,
Potma, Hobma en IJkema.
Punt 4. Adres van den agent van
politie H. van der Zee, houdende verzoek
om verhooging zyner jaarwedde.
In het door den Secretaris gelezen adres
wordt, mat het oog op de zeer dure tyden,
verhooging van salaris gevraagd tot het
maximum en rekening te willen houden
met elders doorgebrachte dienstjaren, om
als nog zyn positie als onpartydig politie
man te kunnen handhaven.
De Voorzitter stelt namens B. en W.
voor het adres aan te houden tot by de
behandeling der begrooting. Dan kunnen
de politiesalarissen nog eens onder de
oogen worden gezien, temeer, wjjl het de
bedoeling van B. on W. is, met het oog
op de vacature van eersten agent, het
geven van een gratificatie te overwegen.
Zonder hoofdelyke stemming wordt
daartoe besloten.
Punt 5. Voorstal van B. en W. tot ver
hooging van de jaarwedden der ambte
naren ter secretarie en gemeente-werk-
lieden.
In het door den Secretaris gelezen voor
stel adviseeren B. en W. den Raad, de
jaarwedden van na te noemen Gemeente- geven een cursus in eerste hulp bij onge-
ambtenaren met ingang van 1 Juli 1918 lukken, beginnende half Juli 1918, weke-
vast te stellen en te regelen als volgtdie lyks éénmaal gedurende één uur, des
Dinsdagsavonds 78 uur, in het geheel 12
keer. Hy vraagt daarvoor het gebruik
van een lokaal der openbare lagere school.
De Voorzitter stelt namens B. en W. voor
het verzoek in te willigen en adressant
voor het aangegevan doel gratis een school
lokaal in gebruik aftestaan, onder voor
waarde dat de kosten van schoonhouden
en van eventueele verlichting van het lo
kaal
hoofdelyke stemming wordt daartoe be
sloten.
Punt 8. Resolutie van Ged. Staten be
treffende den weg-aanleg WorkumWon-
seradeel.
Da Secretaris doet voorlezing van het
volgende
Gehoord het mondeling gerapporteerde
van de Commissie uit deze vergadering
die den 18 Februari j.l. te Workum een
conferentie heeft gehad met het Dagelijksch
Bestuur der Gemeente Workum, het voor-
loopig bestuur van het Waterschap Zui
delijk Wonseradeel en de besturen van
het St. Gertrudes gesticht en van de St.
Ludgerus school te Workum ter bespreking
van de richting, te geven aan den op bet
gebied van Workum aan te leggen weg
van het Waterschap Zuidelijk Wonseradeel;
gezien de retro-acta, daaronder een schrij
ven van den Gemeenteraad van Workum,
d.d. 29 Juni 1917; is besloten: Het schrij
ven van den Provincialen Hoofdingenieur
omtrent deze aangelegenheid, d.d. 22 Sept,
j.l.. onder bijvoeging van de 3 bylagen
(«chetsteekeningen) door den Raad van
Workum overgelegd bij zijn voranaange-
haald schrijven, bij afschrift dezes te stel
len in handen van het Gemeentebestuur
van Workum, met uitnoodiging daarover
zyn oordeel te doen kennen, onder terug
zending der stukken en dat Bestuur mede
te deelen, dat deze vergadering, gelijk
reeds de Commissie uit haar midden in
de conferentie deed uitkomen, handhaaft
haar denkbeeld, den weg aan te leggen
in een boog als op de eene der teekeniu-
gen in potlood is aangegeven, en loopende
van de Yskeboerevacrt naby de St. Lud
gerus school tot de brug in den trekweg
tusschen Hollemeer on Trekvaart, en dat
zy er prys op stelt, goed gemotiveerd, van
het Gemeentebestuur te vernemen, aan
welke richting van den weg dat Bestuur
de voorkeur geeft, n.l. óf langs de Brou
wersvaart óf langs de Yskeboerevaart. In
verband met deze resolutie adviseeren B.
en W., aan Ged. Staten te berichten, dat
aan de richting van den weg langs de
Brouwersvaart de voorkeur wordt gegeven.
Na een zeer langdurige en uitgebreide dis
cussie, veel te groot van omvang, om in
dit verslag op te nemen en waaraan door
bijna alle leden wordt deelgenomen, wordt
ten slotte het voorstel van B. en W. met
algemeene stemmen aangenomen, n.l. om
den weg te leggen in een boog van R K.
School en Kerk naar de Lange Brug.
Tevens wordt aangenomen met 8 tegen
3 stemmen, die der heeren Potma IJnte
ma en Hobma, een voorstel de Boer, om
B. en W- op te dragen aan Ged. Staten
te berichten dat voormeld besluit werd
genomen onder den drang, om tot een
stemmigheid met Ged. Staten te komen,
doch dat de meerderheid van den Raad
nog steeds de voorkeur geeft aan eene ver
betering van het D warsnoord, in den zin
van het ontwerp van den Gemeentearchitect.
De redactie van het aan Ged. Staten ta
zenden antwoord wordt overgelaten aan
B. en W.
Punt 9. Adres van de plaatselyke werk
liedenverenigingen, het verzoek inhouden
de tot verstrekking van cokes en gas voor
verminderden prys aan mingegoeden.
In het door den Secretaris gelezen adres
wordt gezegd, dat met verbazing kennis
is genomen van het Raadsbesluit om de
eenmaal op hun verziek toegestane f1000
niet voor het distribueeren van klompen
beschikbaar te stellen. Zy zyn zoo vrij
by dezen nogmaals aan die belofte te her
inneren. Tevens verzoeken zy cokes voor
lageren prys beschikbaar te willen stellen
en de prys van het gas nader te regelen,
zoodat door de mindergegoeden minder
wordt betaald dan door meergegoeden, te
verdoelen in klassen naar het inkomen,
zooals dat b.v. in Sneek is vastgesteld.
Zy meenen alle redenen te hebben om ook
op verlaging van cokes en gas prys aan
te dringen, daar ook reeds door Uwen
Voorzitter is te kennen gegeven, dat een
bedrag van f 1000, dat voor genoemde
klompendistributie de mindergegoeden ten
goede zou komen, als op een gloeiende
plaat zou vallen.
Een uitdrukking, die hoewel voor twee-
vast te stenen en te regelen als volgtdie
van G. G. Groenendaal, eerste beambte ter
Secretarie op f 1200 met drie jaarlyksche
verhoogingen van f 100 tot een maximum
van f 1500 die van L. Steginga, tweede
beambte ter Secretarie op f 900 met drie
jaarlyksche verhoogingen van f 100 tot
een maximum van f 1200; die van R.
Westra, derde beambte ter Secretarie op
f600, met drie jaarlyksche verhoogingen
van f 100 tot een maximum van f 900,
die van A. Abma, stadstimmerman op
f 1000 en die van R, B. de Jong, stads
werkman op f 850, De Voorzitter acht
geen breedvoerige toelichting noodig, waar
het bekend is dat de ambtenaren ter
Secretarie hard moeten werken en zy ook
den druk der tyden gevoelen. B. en W.
hebben daarom gemeend hunne salarissen
te moeten herzien, mede in verband met
die van andere werklieden in deze Ge
meente. De heer de Boer wil daarmede
wachten als met het adres van den agent
van der Zee, maar de Voorzitter wil direct
het voorstel behandelen, wyl het een vast
staand feit is, dat by particulieren de
loonen hooger zyn, deor hen goed en veel
wordt .gewerkt, in den regel met veel
overuren. De heer de Boer verwacht, dat
een eenmaal gegeven verhoeging zal blyven
bestaan, beter acht hij het, een gratificatie
te geven, vooral met het oog op de bur
gery, die vaak niet meer geniet en ten
slotte hieraan ook nog zal moeten betalen.
De Voorzitter zegt, dat men niet moet
vergeten, dat zy dienen te worden betaald
voor hetgeen zy presteeren. Ging er één
weg, dan zou men voor het feit komen te
staan, dat er geen sollicanten kwamen en
deze loonstandaard is in overeenstemming
met hun werk. De heer Brandsma is het
eens met de Boer. Kort geleden zyn toe
slagen gegeven en de salarissen herzien.
Moet dan alleen de burgery den druk der
tyden ondervinden Hy meent, dat de
standaardloonen niet zoo hoog zyn, en
stelt daarom voor het voorstel aan te
houden tot by de behandeling der begroo
ting, hetgeen wordt ondersteund door den
heer Potma. De Voorzitter is het er mee
eens, dat de verhoogde salarissen door de
burgery moeten worden betaald, maar aan
den anderen kant is er veel opgewektheid
toe noodig, het veelomvattende werk te
verrichten. De heer Veenstra meent, dat
met deze verhooging een wel watscheeve
verhouding ontstaat ten opzichte van de
salarissen van Gemeente-arcbitect en
Directeur der Gasfabriek, welke salarissen
de Voorzitter te zyner tyd ook onder de
oogen wenscht te zien, een en ander in
verband met ieders groote verantwoorde
lijkheid. De heer Brandsma zegt, dat het
dan beter is een voorstel in te dienen met
bepaling van een uurloon voor te maken
overuren, wat de Voorzitter niet wenschelyk
acht. Daarom wil de heer Brandsma het
voorstel aanhouden, om later te komen
met een voorstel inzake toeslag. Daar
tegen komt de Voorzitter in verzet, wyl
hy niet weet, wat dienaangaande het
gevoelen van de Wethouders is. De heer
de Vries acht het voorstel een stap in de
goede richting en verwacht binnen kort
ook een voorziening ten opzichte van den
Gas-Directeur en den Gemeente-Architect.
Het voorstel van B. en W. in stemming
gebracht, wordt daarop aangenomen met
8 tegen 3 stemmen, die der heeren de
Boer, Potma en Brandsma.
Punt 6. Adres van C. E. H. M. Hes
lenfeld, houdende verzoek om aangesteld
te worden tot tydelyk schoolarts, enz.
In het door den Secretaris gelezen adres
geeft adressant te kennen tegen billyke
vergoeding wel in aanmerking te willen
komen voor tydelyk schoolarts en daaraan
tevens te verbinden de functie van cun-
troleerend geneeskundige inzake de rant-
soeneering voor zieken, wyl de regeling
op dit oogenblik zoo is, dat er schandelyk
misbruik wordt gemaakt van de concur
rentie der plaatselyke geneesheeren.
De Voorzitter stelt namens B. en W,
voor dit adres voor kennisgeving aan te
nemen wijl dr. Heslenfeld reeds de functie
van schoolarts vervult, maar dat, wat hy
bedoelt, voorkomt by dreigende epidemieën.
Een en ander kan wel nader geregeld
worden als die zaak urgent is, evenals ook
de k westie van controleerend geneeskun
dige. Zonder hoofdelyke stemming wordt
daartoe besloten.
Punt 7. Adres van dr. Heslenfeld, om
voor het houden eener cursus in eerste
hulp by ongelukken, gebruik te mogen
maken van een lokaal der openbare lagere
school.
In het door den Secretaris gelezen adres
wordt gezegd dat hy zich voorstelt te
oan hwet bitammelik, en dertroch in boel
hwet net troch de mesken kin foar-
komme.
Mar dat nimt net wei det men net
aid hoecht to wezen, om to witten, det
baldiedigens, strjitteskeinen, mislédigjen
fen persoanen, in bispotten fen it eer
biedwaardige, in oertréding fen de wet
fen sedelikens yn ien wird, det elke
bütenspoarighoid lang gjin lytsbytsje is
en dat se under de namme fen oan-
slaggen net forskoand wirde kinne. Sa
’t it yn ’e hüs derhinne stiet, de toan
dy ’t der hwet al to faek heardt wirdt,
it ientoanige hwer ’t men gjin ófwiksel
yn wol, de ünforskilligens for de fraeoh
hwet er sonder kosten of moeite dien
wirde kin om it thus hwet oangenaem
to meitsjen, driuwe in hopen ta de doar
üt om derre hjar nooht to siikjen.
Net allinne bern mar ek greate min
sken. En det is net to forwünderjen.
As de üthüzichheid al sa ier oankweke
wirdt, as men litsen nei gesellichheid,
gjin foldwaening fynt finder eigen dak
as men yn yens jeugd leard hat de ge-
sellige omgong fierder to siikjen, den
bliuwt dy sucht oan ’t róljen, en roast-
ket foart, om de nooht, faek it gelok
fen mennioh hüsgesin to forbaljen en it
opkommende slachtme mei it selde for-
kearde eigenskip opskieppe to setten.
Skou dit nou mar net op ’e lytse
wente, of op ’e drokte fen ’e hüsge-
noaten, hwent it lytse bestek is gjin
hinderpeal for nochtlik bynoarwêzen, en
de drokke beusichheden forhinderje net
om inkele eagenblikken fen rêstich for
kear to hawwen.
Mar dit is ek in stüdzje, as men it
sa neamme mei, yntwisken in stüdzje
der ’t de haeden fen it gesin hjar net
oan ünttrekke moasten. ’t Is thus sa
stil, sa forfeelsum, sa dit en sa dat, sa
wirdt er sein, of tocht alteast en
men rint foart sunder yen seis to freeg-
jen oan hwa ’t de skild leit en hwet
er dien wirde koe om hjir forbettering
yn to kryen.
Dyselde langstme, hwer ’t we 't nou
oer hawwe, kin de wei wirde ta folie
goeds en mei derom net forwaerloaze
wirde, lyk as meastal bard, en it war
dwaen nei in rjuohte lieding en it oan-
wennen derfen is in earste plicht tsjin-
oer yens hüsgenoaten en de hele maet
den soil men soks ynskikke 8^‘PPÜ-
De jonge strjitterinners binne ek de
takomstige boargers, dy ’t, as se ien-
mel forwyldere binne, net sa gemaklik
yn ’e ban komme fen ’e maetskiplike
oarder, en dan licht hjarren neirinne,
dy *t krektlyk troch de geest fen bynoar
wêzen dreaun wirde en dan meiinoar
selskip- dingen üthelje dy *t it deiljooht eigentlik
net fordrage kinne.
It thus sa oangenaem mooglik meitsje.
To rie gean mei de forskillende aerden,
kerakters en bihoeften. Elkoar hwet
tajaen, en hwet oan elkoar opofferje om
faeks letter greater offers to foarkommen.
Elkoarren siikje oan to lüken en it hüs
gesin bynoar to balden troch in sadanioh
gesellich forkear, det er net iens om de
dingen dy ’t fen fierren barre, ofbüten
doar, tocht wirdt. Der moat men op
oan stjüre.
Hwet minder minsken op ’e strjitte
hwet mear om eigen bird, dy ruil scoe
wol ütkinne. Scoe 't der buten effen
stiller wirde, binnenyn scoe *t safolle
libbender wirde. FRISO.
■♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦f
j Dit blad verschijnt des Za-
j terdags' en kost per halfjaar
70 cents; per post 85 cents.
Enkele Nos. 4 ets.
Ingezonden stukken Don-
j derdags in te zenden.
Advertentiën Vrijdagmorgens
vóór 11 uur.
De prijs der Advertentiën
is van 15 regels 30 cents,
elke regel meer 5 cents.
Grootere letters naar plaats
ruimte. Buiten Friesland, uit
gezonderd Familieberichten,
10 ets per regel. Bij abon
nement belangrijk lager.
De minsken wolle byelkoar wêze, dat
leit sahwet yn ’t aerd Inkele persoanen
ütsündere, dy ’t in hekel oan ’e min
eken hawwe, dy *t om sa mar to sizzen,
minskeskou binne, en hjar efterüt balde
om fen alle omgong forwidere to bliuwen,
kin men der net by rekkenje, mar oars
oer ’t algemien merkt men by elkenien
in sucht nei gesellichheid, dy ’t him yn
alle stannen en by elke leeftiid oppe-
nearret.
Yn ’t bigryp fen gesellichheid is lyk-
wol tige forskil. De iene moat yn in
great selskip wêze soil er wille hawwe,
de oare hald mear fen it lytse selskip,
bygelyks, it stille hüslike.
Men scoe hast biwearre meije, dat er
fen in gesellich byelkoarwêzen allinne
der mar sprake wêze kin, hwer ’t men
mei inkelen fortroulik forkeard en dan
ek Ijeafst noch yn in net al to greate
romte.
En doohs bigripe in hopen dat oars.
Der binne in boel ljue, dy ’t it yn
eigen hüs net hirde kinne, dy ’t to-
minsten safolle mooglik der üt rinne.
By de jeugd sit det kwea ornaris al,
en sa komt it dat de jonkheid gans tiid
forgriemt op strjitte.
Dat gedangel op *e strjitte om skynt
wakkere moai to wêzen, foaral yn ’e
eagen fen de jongerein, Sneina sjucht
men se fen moarn oant joun. Yn ’e
wike ek wol, mar dan meast op ’e selde
plakken der ’t se by foarkar gearhokje
Ek sjucht men so by lytse kloftkes
binne en wer stoartskaven as woene se
prebearje alle üneffenheden op hjar wei
sljucht to sliten.
Yn *e greate stêdden kin men soks
maklik foarstelle.
Der is allicht ien of oar, dat troch
nijichheid of üngewoanens de oandacht
lükt, mar yn ’e lytse stêdden en doar-
pen moat men doohs wol in boel strjitte-
Ijeafde yn yens hert hawwe, as men
yen tofreden steld mei hünderderten fen
kearen it selde paed op en del to tin
nen en altyd weroan it selde to sjen.
As yens wente sa binaud en min is
dat men der mei skik net yn bankje
kin ef der binne oare oarsaken, hwer-
trooh it net yn ’e hüs sitten, to for-
kiezen is, f
kinne. Mar yn hwetfor stan men dy
foarkar for it strjitteforkear opmerkt,
almeast kin men it balde for in biwiis,
dat men selskip siket to finen. Hwent
mar komselden treft men immen oan,
dy *t yn syn ienlikheid kupert of op *e
strjitte tahald. Trochgeans litte de
strjittefrjeonen hjar kinne as i
swiete maten, fen byelkoar wêze to wol
len yn greate en oars mar yn ’e lytse
jploegen.
As sadanioh kin men it strjitteforkear
net noch ünbepaeld ófkeure. Der binne
'fensels in hele soart, dy ’t om net to
priisgjen reden de ganske dei, hjar büten
hjar wenningen biwege, dy ’t licht sel-
skip siikje, dat net oan to rieden is of
‘iominsten net troch hjarren sooht wirde
moast, mar det jowt yen noch net it
rjuoht om alle strjitterinners to min-
achtsjen en it gerin en gedooh op strjitte
as inkel üt forkearde oarsaken foart-
kommende to foroardieljen.
Om de grins krekt to bipalen moat
men mear bigryp en bitoohtsumens
hawwe, as gewoanliks by de jeugd foun
wirdt. Derom is 't goed as se net troch
forkearde foarbielden op in dwaelspoar
brocht, of troch onforstandige lieding
fen ’t iene kwea yn *t oare fierd wirde.
As de riper fen jierren der mear om
tochten, dat hjar foarbield, büten hjar
witten, in boel neifolgers fine kin, dan
sooene se hjar fen o sa folie ünthalde,
dat se nou sünder erch dogge. En
krektlyk sa as de alden fen jierren hwet
mear bitochten, det de jeugd net mei
geweld twongen wirde moat aide mant-
sjes to wêzen, den sooene se plak jaen
Tot plaatsing van Adv, en Reclames voor Handel, Nijverheid en
voor Friesland Filiaal D. Y. ALTA te Leeuwarden, Bagijnestraat 54.
I
1
FRISO