FRISO I I I u t. XJ is Dinsdag 1 Januari 1924 Tweede Blad s 1 V toestaan, wijl het thans voor de igediend, alles nu ■d is en de zaak I 'H een ontvang van een uitgaaf van en een batig saldo van Uitgebracht op den heer Tj. de Zwart 4 en op den heer A. Haijtema 6 st. en 1 stem in blanco. Benoemd alzoo de heer A. Haijtema. Punt 3. Alsvoren van een Secretaris boekhouder van het Burgerlijk Arm bestuur wegens periodieke aftreding alszoodanig van den heer L. Wielinga. De aanbeveling van Armvoogden bestaat uit de heeren L. Wielinga en D. L. de Jong. Benoemd de heer L. Wielinga met 10 stemmen. De heer D. L de Jong verkrijgt 1 stem. Punt 4. Alsvoren van een Wees- voogd, wegens periodieke aftreding alszoodanig van den heer E. de Roest. De aanbeveling van Weesvoogden bestaat uit de heeren E. de Roest en G. G. Groenendal. Benoemd de heer E. de Roest met 10 stemmen. De heer Groenendal verkrijgt 1 stem. Punt 5. Alsvoren van een lid der Plaatselijke Commissie van toezicht op het lager onderwijs, wegens perio dieke aftreding alszoodanig van den heer H. J. Jansen. De aanbeveling der Commissie be staat uit de heeren H. J. Jansen en A. J. P. Ridder.. Benoemd wordt de heer Jansen met algemeene stemmen. Punt 6. Alsvoren van leden der Plaatselijke Commissie van toezicht op het Correspondentschap der ar beidsbemiddeling. Aftredenden zijn de heeren W. R. de Jong, R. R. Veenstra, G. T. Hoekstra en E. Ydema. Achtereenvolgens worden in de verschillende vacatures de aftreden den herbenoemd met algemeene stemmen. Punt 7. Benoeming eener Commis sie van bijstand in het beheer der Gemeentelijke gasfabriek en het Ge meentelijk Electriciteitsbedrijf. Aftredenden zijn de heeren R. F. de Boer, A. Brandsma, H. Haijtema en P. Gaastra. In de vacature R. F. de Boer wordt de aftredende herbe noemd met 9 stemmen. De heer F. Sikkes verkrijgt 2 stemmen. In de vacature Brandsma wordt deze herbenoemd met 10 stemmen. De heer P. Veenstra verkrijgt 1 stem. In de vacature Haijtema wordt de aftredende herkozen met 9 stemmen. De heer P. Veenstra verkrijgt 2 stem men. In de vacature Gaastra wordt deze herbenoemd met 8 stemmen. De heer E. de Roest verkrijgt 3 stemmen. Punt 8. Alsvoren eener Commissie bedoeld in art. 166 der Gemeentewet. geopperd. het huis nog 1 jaar aan Faber willen verhuren voor f 100, onder voorwaarde dat de Ge meente voor alle verdere onkosten van onderhoud zal gevrijwaard blijven. Het voorstel van B. en W. instem ming gebracht, wordt aangenomen met 9 tegen 2 stemmen, die der heeren Gaastra en de Boer. Punt 19. Adres van F. G. Kramer in het Heidenschap, daarbij steun uit de Gemeentekas verzoekende als be- e verhuring over te gaan, heer Brandsma te kennen Aftredenden zijn de heeren E. de Roest en P. Veeristra. In de vacature de Roest wordt her kozen de heer E. de Roest met 9 stemmen. De heer P. Veenstra ver krijgt 1 stem en 1 stem is in blanco uitgebracht. In de vacature Veenstra wordt her kozen de heer P. Veenstra met 10 stemmen. De heer H. Haijtema ver krijgt 1 stem. Punt 9. Adressen van P. Kramer en L. Pruiksma, onderscheidenlijk het verzoek inhoudende om vanaf 12 Mei 19241929 in aanmerking te mogen komen voor de bediening der Noor- derbrug en Bagijnebrug. Blijkens de door den Secretaris ge lezen adressen vragen adressanten voor den tijd van 5 jaar op de thans geldende voorwaarden in hunne func- tie’s te mogen worden gehandhaafd. Tevens, zegt de Voorzitter, is nog een adres ingekomen inzake de Zuider- brug, waarvan de Secretaris ook me- dedeeling doet en waarbij F. Polma verzoekt, in de plaats van J. Koch, die voor verdere waarneming bedankt, met de bediening dier brug te worden belast. Hij stelt namens B. en W. voor, in gunstigen zin op deze adres sen te beschikken. Op een vraag van den heer Brandsma naar de fi- nancieele voorwaarden, zegt de Secre taris dat J. Koch f 150 krijgt, L. Pruik sma bij de Bagijnebrug vrije woning heeft én f55 toeslag en P. Kramer voor de Noorderbrug f 50 ontvangt, alles ongerekend de te heffen door- vaartgelden. De heer de Boer vraagt of het gesloten zijn der bruggen van 11 uur 's avonds tot 5 uur’s morgens, in het contract wordt opgenomen, of dat dit ten allen tijde kan worden ge wijzigd, doch de Voorz. antwoordt, dat dit hiermede geen verband houdt en ten allen tijde wijziging kan worden aangebracht. De heer Gaastra meent, dat het feit van het aftreden van J. Koch, allicht niet van algemeene bekendheid is en daarom publieke verhuring feitelijk gewenscht is, iets, wat de Voorz. een nieuw gezichtspunt acht, maar waartegen de heer de Vries zich verzet, want ieder die de situatie aldaar kent, zal moeten toestemmen, dat de bediening alleen voor Polma bestemd kan zijn, die de woning al daar ook nog tot Mei 1925 in huur he&ft ning van elke brug afzonderlijk in stemming, waarbij zonder hoofdelijke stemming de bediening der Noorder brug wordt toegewezen aan P. Kramer en die der. Bagijnebrug aan L. Pruik sma. Inzake de Zuiderbrug komt een voorstel Gaastrade Roest, om deze voor 5 jaar publiek te verhuren, in stemming, hetgeen wordt aangenomen met 6 tegen 5 stemmen. Er voor ver klaren zich de heeren H. van der Gaast, E. de Roest, P. Gaastra, R. de Boer, H, Haijtema en F. Sikkes. Punt 10. Adres van Sj. Haitsma, daarbij onderhandsche inhuring ver zoekende van het grasgewas der ber men van den Heidenschapsterweg en een stukje land. Blijkens het door den Secretaris gelezen adres vraagt adressant de bestaande huurovereenkomst te con- tinueeren voor den tijd van 3 jaren, met dien verstande dat de huur wordt teruggebracht tot f 60 per jaar. De Voorz. stelt namens B. en W. voor, gunstig op dit adres te beschik ken. De heer de Roest vraagt de reden van vermindering van 70 tot 60 gulden, waarop de Voorz. zegt, dat dit geba seerd zal zijn op den achteruitgaan- den tijd. De heer de Roest vindt het beter tot publieke verpachting over te gaan, hetgeen wordt ondersteund door den heer de Boer. Dit voorstel in stemming gebracht, wordt verworpen met 8 tegen 3 st. die der heeren de Roest, Gaastra en de Boer, waardoor het voorstel van B. en W. wordt geacht te zijn aan genomen. Punt 11. Alsvoren van het Bestuur der Nieuwe Vereeniging voor Chr. Onderwijs alhier, houdende verzoek tot bekoming van gelden uit de Ge meentekas voor verbouwing van de school dier vereeniging. De Secretaris geeft nogmaals lecture van het reeds vroeger ingekomen en behandelde adres, waarbij overeen komstig art. 74 der Lager Onderwijs wet van 1920 een bijdrage uit de Gemeentekas werd verzocht van f 5872 en welk verzoek toen werd toegestaan, met dien verstande dat B. en W. nog omtrent enkele dingen in nader overleg zouden treden met het Hoofd en het Bestuur der school. Thans stelt de Voorzitter namens B. en W. voor het adres nog eens aan te houden en om nader advies in hunne handen te stellen. De heer R. de Boer wil het verzoek nu toestaan, wijl het thans voor de derde maal wordt ingediend, alles nu feitelijk goedgekeurd urgent is. De Voorzitter acht juist dat het be zwaar van B. en W. waarom zij de zaak nog eens grondig willen onder zoeken, doch waarvoor zij tot nu toe geen tijd hebben gehad. Het voorstel-de Boer wordt door geen der leden ondersteund. De heer Dijkstra zou ook gaarne nog opheldering verlangen betreffende een post van f 1600, terwijl hij mede af; van f 200, welke bemerkingen den Voorzitter voldoende redenen zijn, om eene definitieve beslissing nog eens aan te houden, en waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Punt 12. Alsvoren van het Bestuur der Vereeniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs, tot bekoming van gelden uit de Gemeentekas voor het aanschaffen van schoolbanken. Blijkens het door den Secretaris gelezen adres wordt ingevolge art. 72 en 73, derde lid der Lager Onder wijswet van 1920 een bijdrage uit de Gemeentekas gevraagd van f55 voor het aanschaffen van twee schoolbanken De Voorzitter stelt namens B. «nW. voor daaraan te voldoen, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Punt 13. Alsvoren van W. Muller, houdende verzoek om onderhandsche inhuring van het Nijhuizumer tolhuis met bijbehoorenJ land en grasgewas enz. Blijkens het door den Secretaris gelezen adres loopt de tegenwoordige huur tot Mei 1924,tengevolge waarvan thans onderhandsche inhuring wordt gevraagd voor den tijd van 3 jaren, tegen een jaarlijksche huur van f2350. De Voorzitter zegt, dat B. en W. in dezen zich van advies onthouden en de beslissing aan den Raad wen- schen over te laten. Ofschoon zij van oordeel zijn dat het vaststaat dat de inkomsten, wat de veehouderij betreft, dalende zijn, is het voor hen toch moeilijk te beslissen of de geboden lagere huur daaraan geëvenredigd is en zou hij gaarne daaromtrent het advies van den heer Van der Gaast willen hooren. Deze zegt het grasgewas wel te kunnen beoordeelen, maar niet de op brengst der tolgelden. Hij meent, dat er geen minder verkeer langs den weg is gekomen en het ook moeilijk is, zich aan de cijfers vast te houden. Echter een vermindering van f 3050 op f 2350 acht hij te hoog. De heer Brandsma brengt in herin nering, dat hij in de vorige vergade ring onderhandsche inhuring heeft verdedigd en al moet hij erkennen dat het verschil wel wat groot is, toch moet men er om denken, dat de bruggelden zullen dalen en de tol gelden gelijk zullen blijven. Maar de man heeft hier ook moeilijke tijden - gehad en in verband daarmede heeft De Voorz brengt daarop 02 eedie- hij hem geadviseerd dit adres in te i zèndBEj WSfft zal hij hier brood hebben, dan moet hij niet meer huur betalen. Hij adviseert daarom hét adres, £qo- als het is ingediend, aan te nemen. De heer de Roest is het eens met den heer Van der Gaast en acht 700 gulden een te groot verschil. De op brengst der tol zal niet verminderen. Hij begrijpt niet het argument van den heer Brandsma inzake de brug gelden, want het peil is juist onder de brug door verhoogd. De heer Gaastra verklaart zich in principe tegen onderhandsche inhu- ringen, maar vraagt of de pas afge komen concessie tot tolheffing ook oorzaak kan zijn dat de man, om iets anders te krijgen, zal worden ge dupeerd. De heer de Vries is na de gehoorde toelichting, ook wel genegen de pacht som iets te verlagen, maar alleen voor het land. Die vermindering stellende op 15 van de huur der landerijen, adviseert hij de tegenwoor dige huursom te verlagen met f 250 en die voor de volgende jaren te be palen op f2800. De Voorz. meent uit de besprekin gen te mogen afleiden, dat men in het algemeen in beginsel genegen is tot onderhandsche verhuring, maar niet op de financieele vergoeding van Muller wenscht in te gaan, waarom het hem gewenscht voorkomt den huurder voor te stellen met eene ver mindering van f250 genoegen te ne men. De heer Gaastra meent dat enkel rekening moet worden gehouden met het gevraagde in het ingezonden adres en men dat óf moet toestaan óf moet afwijzen. De Voorz. wil nog opmerken, dat het voor de Gemeente veel waard is, dat men een geschikte huurder heeft, en al zal men een even goede kunnen krijgen, een betere krijgt men niet en daarom zou hij deze willen be houden. De heer Gaastra blijft bij zijn uit gesproken opinie, de Voorz. meent dat het gedane voorstel toch kan worden gewijzigd, de heer Veenstra meent ook, dat men dit kan amen- deeren, terwijl de heer de Boer op merkt, dat Muller uit de besprekingen in de vorige vergadering reeds heeft kunnen opmaken, dat een gunstige beslissing op zijn verzoek niet van een leien dakje zou gaan. De heer de Vries herinnert, dat feitelijk de heer Gaastra zich principieel alleen tegen onderhandsche inhuring heeft verklaard. De heer de Roest zou den huurder een bedrag van f 2800 willen vragen en mocht hij dit weigeren, tot publieke verhurin waarna de 1 geeft, dat de man op dit voorstel ja of neen kan zeggen. De Voorz. zou dan dit adres willen afwijzen en hem inzending van een nieuw adres willen vragen, maar de heer Gaastra blijft bij zijn opvatting; óf toestaan óf afwijzen, waarna met algemeene stemmen het verzoek wordt een post van f 1600, terwijl hij mede I afgewezen. op een fout in de berekening wijst I Daarna wordt met algemeene stem men besloten aan B. en W. de mach-1 tiging te verstrekken aan Muller de gelegenheid te geven binnen 8 dagen te beslissen, of hij onderhands het tolhuis wil pachten tegen f2800 per jaar. Punt 14. Alsvoren van M. Visser, houdende verzoek om onderhands van de Gemeente in huur te mogen ont vangen het stukje grond, kadastraal bekend Gemeente Workum, sectie A. no. 1263. Adressant is, blijkens het door den Secretaris gelezen verzoekschrift, ge negen bedoelden grond te huren tegen een huursom van f 4 per jaar en op dezelfde voorwaarden als den vorigen huurder waren gesteld. De Voorz. stelt namens B. en W. voor, gunstig op dit verzoek te be schikken, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Punt 15. Alsvoren van de Gymn.- Ver. „U. D. L”, daarbij het gebruik verzoekende van het gymnastieklo kaal der openbare lagere school. In het door den Secretaris gelezen adres wordt gevraagd voornoemd lo kaal te mogen huren des Dinsdags- avonds van 89 uur tegen eene ver goeding van f 10 per jaar. De Voorz. zegt, dat in dezen het advies is ge vraagd van het hoofd der school, de heer Oosten, waarvan tevens mede- deeling wordt gedaan en die daarin te kennen geeft het verzoek in alle deelen te moeten afwijzen, niet alleen omdat dit gebouw alle recht van bestaan heeft verloren als gymnastieklokaal, maar omdat hij zich moet beklagen voor de toege vendheid van den Raad, die maar steeds dit lokaal beschikbaar stelt voor doeleinden, die met het onder wijs niet in het minste verband staan, tot schade en last van het gewone schoolonderwijs en van buitengewonen hinder voor den bewoner van het schoolhuis. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor, gelezen het advies van het hoofd der school, afwijzend op het adres te beschikken. De heer Veenstra zegt alles te ge voelen voor wat door den heer Oosten in zijn advies wordt te berde gebracht. De Openbare School blijkt hoe langer hoe meer voor alles geschikt te zijn. Hij wil tot de ophanden zijnde ver bouwing nog wachten, maar dan alles, wat er niet in hoort, de huur opzeggen. De heer de Boer is het niet eens met het advies van B. en W. en dat van den heer Oosten. De meubels, die er voorhanden zijn, bedraagt "Slechts een 10-tal stoelen en die kun nen wel in nei kolèniibl? worden ge borgen. De gymnastiekvereeniging sukkelde al genoeg. Voor hem bestaat de Openbare School uit 3 lokalen. En het feit van buitengewone drukte Dan zou men aan zoo’n vereeniging de huur kunnen opzeggen, of anders zou de politie maar af en toe eens in de steeg moeten gaan zien. De huurder van het schoolhuis had echter vooraf met al die dingen rekening kunnen houden en daarom wil hij het ver zoek toestaan. De heer Gaastra is het eens met het advies van B. en W. en den heer Oosten, alsmede met het gesprokene door den heer Veenstra. Het is geen gymnastieklokaal meer en misschien zou later een andere regeling zijn te treffen. Ook de heer de Roest is van het zelfde gevoelen als de heeren Veen stra en Gaastra en meent, dat de openbare school steeds wel zeer stief moederlijk wordt behandeld. De heer de Boer, zelf een leerling der open bare school, meent daar alles maar in te kunnen duwen, of is het mis schien de bedoeling, door dat alles het lokaal Rehoboth te ontlasten? Nu de Leeszaal het Weeshuis gaat verlaten komen daar allicht vertrekken voor verschillende doeleinden vrij, reden waarom ook hij tegen 1 April, alles wat huisvesting vindt in de openbare school, het gebruik wil opzeggen. De Secretaris deelt mede, dat inmid dels ook nog een nader schrijven is in gekomen van den Inspecteur van het onderwijs, die mede van oordeel is, dat omtrent al de toegestane dingen, een nadere regeling moet worden getrof fen. Het voorstel van B. en W. in stem ming gebracht, wordt aangenomen met 10 tegen 1 stem, die van den heer de Boer. Punt 16. Alsvoren van Johs. A. Vis ser, houdende verzoek om onderhands van de Gemeente m pacht te mogen bekomen het vischrecht in het Zool. Blijkens het door den Secretaris gelezen adres wordt onderhandsche inhuring gevraagd van het vischrecht in het Zool voor den tijd van 5 jaar, tegen een jaarlijksche pachtsom van f 100, waarna door den Voorz. wordt medegedeeld dat te dier zake nog een adres is ingekomen van R. J. Visser, S. J. Visser en E. Feenstra, om het vischrecht publiek te verpach ten. De Voorz. stelt namens B. en W. voor, ondanks het later ingekomen adres van R. J. Visser c.s., op het adres van Johs. A. Visser gunstig te beschikken. De heer Gaastra stelt voor, ondanks de beide ingekomen adressen, tot pu blieke verpachting te besluiten, alleen onder ingezetenen, die zelf van het vischrecht gebruik maken, om zoo doende elke strooman van buiten te weren, hetgeen wordt ondersteund door den heer Haijtema. VERSLAG van de vergadering van den Raad der Gemeente WORKUM, op Donderdag 20 December 1923, des namiddags 41'2 uur. Voorzitter de heer G. G. Posthumus, oudste Wethouder. Tegenwoordig alle leden. Na opening der vergadering door den Voorzitter met de voorlezing van het formuliergebed, stelt deze als punt 1 der agenda aan de orde 1. Mededeeling van ingekomen stukken. a. Een schrijven van het R. K. Schoolbestuur, berichtende aanneming der voorwaarden waarop het vervolg onderwijs zal moeten worden gegeven. b. Een extract uit het resolutie boek van Ged. Staten, houdende vast stelling der ingediende Gcmeente- rekening met een ontvang f 308.637.76i/2, een uitgaaf f 295.294.54t 2 f 13.343.22. c. Een missive van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, dat geen termen aanwezig zijn om aan het verzoek der Gemeente te voldoen om eene tegemoetkoming volgens de Lager Onderwijswet. d. Een apostille van Ged. Staten, geleidende het goedgekeurde Raads besluit tot wijziging der begrooting over 1923. e. Een schrijven van den Minister van Waterstaat, dat de concessie voor tolheffing op den weg Workum— Bolsward tot 1 Mei 1927 wordt ver lengd. f. Een procesverbaal van de ge houden kasopname bij den Directeur der Lichtbedrijven waaruit blijkt dat het kassaldo f 1353.531 2 bedraagt, tot welk bedrag kas en boeken overeen stemmen. g. Een mededeeling van B. en W. inzake de levering van lampen voor het gerestaureerde waaggebouw en van een aantal privaattonnen. h. Een mededeeling van den Voor zitter dat de Burgemeester zich inge volge medisch advies nog van de leiding der vergadering moet ont houden, welke stukken en mededeelingen zonder hoofdelijke stemming, voor kennisgeving worden aangenomen. Punt. 2. Benoeming van een Arm voogd, wegens periodieke aftreding en bedanken alszoodanig van den heer H. Haijtema. De aanbeveling van Armvoogden bestaat uit de heeren Tj. de Zwart en A. Haijtema. De heer Brandsma was van mee- ning, dat de belanghebbende ingeze tenen het onderling inzake dat visch recht eens waren, maar waar dit blijk baar niet het geval is, is hij het eens met het voorstel-Gaastra. De heer de Vries zegt, dat men alleen over die kwestie goed kan oordeelen, als men weet, hoe die his torie zich heeft ontwikkeld en geeft daarom dienaangaande eene uitvoerige toelichting. Aan Johs. Visser is des tijds het vischrecht gegund voor f 100, nu komt hij weer met het verzoek en daarom wil hij het verzoek toestaan, waarbij de vrucht van den arbeid komt aan de arbeiders zelve en niet aan het kapitaal. De. heer de Roest spreekt ook zijn afkeer uit over die gedwongen voor keur en zou het daarom toejuichen als het blijven kon, zooals het is ge weest, want dan komt het allen ten goede. De heer de Vries merkt op, dat Johs. Visser hem heeft gezegd, dat de verdeeling blijft, zooals zij is geweest, maar den heer Sikkes is de zaak toch niet recht duidelijk want zij visschen er allen nu toch immers reeds in. De heer Veenstra is het eens met den heer de Vries en acht het ge wenscht, dat de Raad het vischrecht weer aan Johs. Visser geeft. De heer Brandsma was van meening, dat de zaak in orde was, maar nu blijkt, dat er toch haken en oogen zijn. Hij zou er voor zijn, dat B. en W. het desrioods in 4 deelen gingen verpachten, onder verklaring der belanghebbenden, dat zij er allen deel in zullen hebben. De heer de Roest acht het wensche- lijk de zaak aan te houden tot de volgende vergadering, wijl de tegen woordige huur toch nog loopt tot 15 Juni. De heer de Vries wil het recht weer aan Johs. Visser toestaan, onder dezelfde situatie als tot dusver is ge schied en niet in de particuliere din gen der visschers treden. De heer Gaastra wijst nogmaals op de onderscheiden adressen van onder handsche en particuliere verpachting en acht daarom een publieke verhu ring, enkel onder ingezetenen, het beste, waartegenover de Voorz. stelt het voordeel, dat men bij een onder handsche verpachting veel beter de verschillende belangen kan regelen. Het voorstel de Vries in stemming gebracht, wordt verworpen met 6 tegen 5 stemmen, waarna nogmaals een zeer uitvoerige discussie wordt gehouden over publieke en onder handsche verhuring, de beste verdee ling en de onderlinge verdeeldheid der visschers, waarbij men niet gaarne iemand wênSCht «i* te sluiten, om ten slotte met 10 tegen -l^^emmen te verwerpen het voorstel-Gaastra t?t publieke verpachting. Zonder hoofdelijke stemming wordt ten slotte goed gevonden, wijl de tijd van weder inhuring pas 1 Juni afloopt, dat B. en W. eerst nog eens in nadere onderhandeling zullen treden met de verschillende belanghebbende vis schers. Punt 17. Alsvoren van het Bestuur van de vereeniging „Dorpsbelang” te Parrega, om onderhandsche inhu ring van een stukje binnenberm van den trek weg Workum—Parrega voor tuingrond. Blijkens het door den Secretaris gelezen adres wordt opnieuw inhuring gevraagd van den binnenberm van den trekweg ten Zuiden van Parrega met ingang van 1 Januari 1924 voor den tijd van 4 jaar, tegen een jaar lijksche vergoeding van f25: De Voorz. stelt namens B. en W. voor, gunstig op het verzoek te be schikken, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Punt 18. Adressen van H. Faber, onderscheidenlijk het verzoek inhou dende tot onderhandsche inhuring van het huis wijk O no. 24 of tot het onderhands 'koopen van dat perceel. De Secretaris geeft lecture van het ingezonden adres, waarbij onderhand sche inhuring wordt gevraagd voor onbepaalden tijd, of bij aldien de Raad tot niet weder inhuring mocht be sluiten, van onderhandschen aankoop. De Voorz. stelt namens B. en W. voor afwijzend op de beide adressen te beschikken en te besluiten tot publieken verkoop der beide naast elkaar gelegen panden. De heer Gaastra vraagt of de toe standen hier zooveel zijn gewijzigd, dat de agent kans ziet, elders huis vesting te kunnen erlangen, want anders wordt het een mooie kans voor strijkgeldschrij vers. De heer de Boer ziet er geen groot voordeel in, wanneer bij verkoop de opbrengst tegen een kleine rente op het Grootboek moet worden geplaatst, terwijl de heer Veenstra vraagt, of B. en W. ook hebben overwogen voor welke som Faber het huis onderhands zal kunnen koopen, want anders ge voelt hij wel wat voor het bezwaar door den heer Gaastra De heer de Boer zou jaa: 100, ■n f L

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1924 | | pagina 5