fj f) B jsamerhand V De -ce I 1 nu eon huis a 1 f i J k) VI d I 4 51 a o n .el >ei lei ;o< 1 rast con teef A iet T verl ijke trac ;ette net and: iet i anv s h ■ent e a ’erk] oort De leer et b iet ken- Hel it' i .‘am 1 irde nste Vol, 24 i iige tarvc i ee getr der leel kui Vert de eep tp t one d jetr< aa 1OO, irin, loit; 30 bi oor on den Secretaris nog eens te laten lezen. Nadat hieraan is voldaan, zegt de leer Gaastra dat hij wel enkele tirades te sterk vindt aangedikt, maar de con clusie van het adres anders is dan hij oorspronkelijk heeft gedacht. Het voorstel Brandsmade Roest, om adhaesie te betuigen wordt aange nomen met 10 tegen 1 stem, die van den heer de Vries. Punt 17. Vaststelling der belooning voor den plaatselijken correspondent der arbeidsbemiddeling. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor die belooning voor 1924 vast zonderlijk treft en die wij ook hier heb ben ondervonden. De heer de Boer is van hetzelfde gevoelen, doch de heer Gaastra, of schoon erkennende het lijvige stuk niet geheel te hebben gelezen, wil toch wijzen op de uitspraak, dat hier het platteland bijzonder zou worden getroffen. Men móet niet vergeten dat toch ook daar doktoren, predikanten enz. wonen, en voor die eenigszins beter gesitueerden, zou men de toe stand niet beter maken. Dat schijnt wel de keerzijde, maar toch niettemin noodzakelijk te zijn. De heer Sikkes vindt toch in het adres veel, waarvoor hij gevoelt en wil het daarom met een sympathie betuiging steunen. De heer de Vries vindt het argu ment van den heer Gaastra niet steek houdend, doch de heer Gaastra is het weer niet met dezen eens, waarom tenslotte toch maar goed wordt ge- ben, maar anders zou hij willen vragen: diend adres. Hij heeft daarbij echter kost het gekoesterde voornemen nu zoo veel tijd en arbeid, want de zaak is toch allang in de maak en feitelijk is nog niets gedaan. Kan die voorberei ding niet buiten een opzichter ge schieden en kan hij zich voorloopig niet alleen tot dien weg bepalen De Voorzitter zegt, dat B. en W. afgaan op het advies van den Ge- meente-architect, en die adviseert alzoo. Bovendien zijn zij de vorige week op audiëntie geweest bij den Commissa ris, daar het idee de Boer is geopperd en te berde gebracht, doch de Com missaris heeft geadviseerd tot het voorstel, zooals dat nu door B. en W. gedaan. De heer de Roest vraagt, of de kos ten van den opzichter ook onder de kosten van den weg kunnen worden opgenomen. Onder de gegeven om noodzaakt zijn, zijne medewerking te geven want anders wordt de zaak weer uitgesteld, iets, waarmede de Voorzitter het vrij wel eens is. De heer Brandsma is door dit voor stel van B. en W. wel wat overrom- noeming ontvangen, peld, ofschoon hij in de commissie voor werkverschaffing, zich niet tegen af doening heeft verklaard. Hy wil inmiddels den architect zijn x hulde voor de betoonde activiteit in- den Burgemeester zeer slecht Is be- Daarom acht hij het gewenscht, dat zake werkverschaffing niet onthouden, .vallen en hij des nachts niet heeft kost, waarom hij er zich mee kan vereenigen, den architect voor den tijd van 2 maanden eenigen bijstand te verleenen. De heer Gaastra vindt de kwestie van aanleg van dien weg zoo urgent, dat hij elk middel wil aangrijpen, om dien aanleg te bespoedigen. Op een vraag des Voorzitters, of de Raad een opzichter wil benoemen, dan wel, of daartoe machtiging aan B. en W. wordt gegeven, verklaart de heer Brandsma op die benoeming geen invloed te willen uitoefenen. De Voorzitter vraagt daarop machtiging voor B. en W., om voor den tijd van 2 maanden een opzichter aan te stellen, waarbij de heer de Boer de opmer king maakt, dat er thans nog al vee architecten zonder werk zijn en dus een niet te hooge belooning behoeft te worden gegeven, doch de heer Gaastra wenscht de regeling daarvan geheel over te laten aan B. en W., waarna zonder hoofdelijke stemming tot aanstelling van een tijdelijke hulp wordt besloten. Daarna volgt de gewone rondvraag. De heer de Boer zegt, dat de Bur gemeester blijkbaar heeft geweigerc gevolg te geven aan de in de vorige vergadering aangenomen motie inzake aanstelling van een vierden agent van politie, doch vraagt, of de Wet houders dat niet hadden kunnen voorkomen. De heer Veenstra komt ook terug op het uitgesproken gevoelen van den Raad, waarbij geen vierden agent werd noodig geacht, doch waaraan het hoofd der politie zich niets heeft gestoord en waaromtrent hij ook van zijn tegengesteld gevoelen niet in het minst daarna aan den Raad blijk heeft gegeven. Hij betreurt dat ten zeerste en waar in verband daarmede, destijds een motie is aangenomen, stelt hij nu de volgende nieuwe motie voor: reden gewaarschuwd, zage van de voor openbare behande-'JDe Raad, in zijne vergadering van J- -ui,«^<24 Januari 1924 bijeen, spreekt zijne afkeuring uit, dat de Burgemeester een vierden politie-agent heeft be noemd, hetgeen tegen de bedoeling van de meerderheid van den Raat, is, welke er van overtuigd is, dat een vierde agent in onze Gemeente geheel overbodig is en alzoo de Gemeente op onnoodige kosten drijft. De heer Haijtema heeft met de grootste verwondering bij de opening der Leeszaal die speech van den Bur gemeester gehoord, terwijl hij niet in de raadsvergadering tegenwoordig kon zijn en wijst op de tegenstrijdig heid van twee berichten in dezelfde courant, waarbij in het eene melding temeer, wijl het plein bij de school ook veel te klein is en het huis lang zamerhand, wijl het oud en onge riefelijk is, veel aan onderhoud zal kosten. De heer de Roest wil gaarne het voorstel Veenstra ondersteunen, om dat besluit van December 1919 tot uitvoering te brengen. De school zal worden verbouwd en is er met een geschikte gelegenheid dat j af te breken, waardoor meer vrije ruimte voor de school zal wor den verkregen en de situatie veel zal worden verbeterd. De heer Sikkes is het geheel met de vorige sprekers eens. Nu de school geheel zal worden verbouwd en ge restaureerd, zal bij wegneming van het huis, het geheel een veel beter indruk kunnen maken en een en ander beter tot zijn recht kunnen komen. Wel kan het huis nog voor f 250 wor den verhuurd, maar dat is meer ge schied met het oog op woningnood. De heer de Boer zegt, dat dit voor stel tot afbraak zeer onverwacht komt en betwijfelt, of er geen woning nood meer is.Hij acht het huis nog f, wel geschikt voor vergaderlokaal en Nadat de Voorzitter op een vraag van den heer Gaastra, wat het Rijk ten dien opzichte vergoedt, heeft ge antwoord, dat door het Rijk 40 pCt. tot een maximum van f 35Ó wordt bij gedragen, wordt de belooning, zonder hoofdelijke stemming, tot dat bedrag vastgesteld. Punt 18. Voorstel van B. en W. tot toekenning van gratificaties aan J. Stout en aan de wed. J. Oudeboon. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor aan J. Stout en de wed. Oudeboon over het jaar 1923 een gratificatie uit te keeren elk van f 250, waartoe zon der hoofdelijke stemming wordt be sloten. Punt 19. Alsvoren, betreffende het officieel raadsverslag. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor, het officieel raadsverslag af te schaffen eh de notulen weer op den voet van vroeger, volgens het regle ment van orde, door den Secretaris te doen opmaken. De heer de Roest verklaart het volkomen met dat voorstel eens te zijn, maar dan moeten aan de gewone ver slagen in de courant geen moeilijk- leden in den weg worden gelegd. Immers nu reeds is door den Burge meester een verslaggever geweigerd, is inzage van de stukken te nemen, op grond dat hij in een verslag niet de onpartijdigheid had betracht. Daarom wil hij den Raad de wenschelijkheid laten uitspreken, dat die inzage wel standigheden zal de Raad wel ge- zal mogen plaats hebben. Die partij digheid had dan hierin moeten bestaan dat het rapport der begrootings-com- missie in zijn geheel was opgenomen en dat van den Gemeente-architect verkort was weer gegeven. Toch was aan dit laatste rapport nog 105 regels gewijd, wat dus nog wel de moeite waard was en waarbij de volgnum mers op den voet waren gevolgd, wat tooh geen partijdigheid kan heeten. kunnen slapen. Aan den heer Brandsma antwoordt hij, dat hij bij het antwoord aan de werklieden-vereenigingen niet heeft stilgestaan, waarbij de Secretaris er kent, misschien te hebben gefoudeerd tengevolge de langdurige en wijd- loopige discussie, doch de zaak niet zoo te hebben ingezien, doch van de beslissingen op 24 December en 15 Januari mededeeling is gedaan. De heer Brandsma heeft zijne op merking volstrekt niet bedoeld als een verwijt aan den Secretaris of aan B. en W. en geeft een nadere toe lichting, wat hij ten dien opzichte met den Burgemeester heeft besproken. Op de bemerking van den heer de Roest inzake het geschriftje van den Burgemeester, zegt de Voorzitter, niet te weten de verhouding tusschen schrijver en uitgever, maar wel weet hij, dat de Gemeente er buiten staat. Inzake de geplaatste advertentie betreffende eene oproeping van solli citanten voor een agent van politie kan hij verklaren, dat de advertentie niet voor de raadsvergadering is ver zonden, doch nadat de Burgemeester van de motie had kennis genomen. Nadat de Secretaris voorlezing heeft gedaan van de inmiddels door den heer Veenstra op schrift gestelde motie, vraagt de Voorzitter aan den heer Veenstra, of het de bedoeling is, dat deze motie bij aanneming aan den Burgemeester wordt ter hand gesteld, hetgeen door den heer Veenstra toe stemmend wordt beantwoord. De heer Brandsma wil zijn stem motiveeren en zegt, dat hij voor de motie zal stemmen, welke zelfde ver klaring ook door den heer Dijkstra wordt afgelegd. De heer de Vries wil ook aanneming dezer motie afraden, wijl zij geen effect zal sorteeren. Reeds vroeger heeft hij daartegen om verschillende en doet een Wethouder dat, dan is daarmede de meening van den Burgemeester weer gegeven. Bij aanneming zal de ver houding tusschen Burgemeester en Raad niet verbeteren. Verder wijst hij nog op arresten van den Hoogen Raad, ten dien opzichte in andere, gelijksoortige gevallen uitgesproken en moet daarom aanneming ontraden. De heer Sikkes vreest, dat het resul taat dezer motie nihil zal zijn, maar vraagt: waarom moet het hier hard tegen hard De oorspronkelijke motie is met de beste bedoeling ingediend en aangenomen, wijl toch tijdens de lang durige ziekte van de Jong, de nood zakelijkheid van een vierden agent niet was gebleken en nu wordt er zoo plotseling maar weer een nieuwen agent benoemd. Hij gevoelt wel, dat men met deze motie niets ten goede zal bereiken, maar hij wil daarmede enkel zijne teleurstelling inzake den loop der dingen te kennen geven. De heer de Boer meent, dat die motie wel zin heeft, al zou het alleen maar zijn, dat deze zijn uitwerking niet zou missen bij een volgend ge val. De Raad vertegenwoordigt toch de burgerij en geeft met deze uit spraak weer het gevoelen van de overgroote meerderheid der ingezete nen en hoopt, dat de Burgemeester daardoor misschien tot een ander in zicht zal komen. Ook de heer de Roest is van oordeel, dat de Raad gerust zijn oordeel over het gebeurde mag u’itspreken, want daarom gaat het alleen. Duidelijk is in den tijd, die achter ons ligt, ge bleken, dat geen vierde agent noodig is, terwijl deze verder wijst op het getal agenten in gemeenten alsLem- sterland, Baarderadeel, Barradeel enz. Voor het opmaken van proces-verbaal tegen het fietsrijden zonder licht of bel is toch geen vierden agent noodig. De heer van der Gaast wil ook enkel en alleen zijn afkeuring over het voorgevallene uitspreken, zonder meer, want allen voelden vroeger wel de bedoeling van het hoofd der politie. En nu kan de heer de Vries wel sterk de aanneming der motie afraden maar wij hebben niet gehoord de gron den, waarop die afwijzing moest steu nen. De heer Sikkes heeft ook niet be doeld een motie in de toekomst, maar alleen over deze zaak, want later zou men allicht met meer kracht en klem kunnen argumenteeren. De heer de Vries komt op tegen de voorstelling van den heer de Boer dat hij spreekt namens de burgerij en de Burgemeester alleen staat. Naar aanleiding van den diefstal in de bo- terfabriek is toch ook adsistentie ge vraagd van de agenten. Hij blijft er bij uit die motie spreekt wantrouwen tegen den Burgemeester. De heer Veenstra vreest ook met den heer de Vries, dat de motie wei nig effect zal sorteeren. Echter, waar de Raad zich heeft uitgesproken tegen een vierden agent, daar had de Bur gemeester deze dan maar van het te gendeel moeten overtuigen, doch hij reeft geheel gezwegen en het gevoe len van den Raad geheel genegeerd. De Voorzitter meent de discussie over deze zaak nu wel te kunnen sluiten. Hij staat echter naast den heer de Vries, wil ook de aanneming der motie ontraden, doch verder de ver antwoording aan den Raad laten. De motie in stemming gebracht wordt aangenomen met 9 tegen 2 stemmen, die der Wethouders Posthu mus en de Vries. De openbare vergadering wordt daarna aoor den Voorzitter gesloten. adres wordt door adressante te ken nen gegeven dat haar echtgenoot, 29 November 1923 overleden, als cor respondent van het Bureau voor arbeidsbemiddeling, salaris van de Gemeente genoot en dus als Gemeente ambtenaar kon worden aangemerkt. Dankbaar voor de uitkeering over het volle jaar 1923, vraagt zij niettemin te willen overwegen, of er geen ter men kunnen worden gevonden, haar voor een weduwen-pensioen in aan merking te doen komen. De Voorzitter zegt, dat daarvoor geen termen bestaan, waarom B. en W. adviseeren het verzoek af te wijzen, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Punt 16. Verzoek van het Gemeente bestuur van Werkendam om adhaesie- betuiging aan een door hem aan H. M. de Koningin gezonden adres inzake wijziging der Middelbaar- en Hooger Onderwijs wet. Op een desbetreffende vraag van den Voorzitter, verlangt geen der leden voorlezing van het nog al uitgebreide stuk, waarna de Voorzitter adviseert, ofschoon zij wel sympathiek tegen over den iiihoud staan, geen adhaesie te betuigen, wijl dit meer op den weg van de Vereehiging van Nederland- sche Gemeenten ligt en dat allicht meer succes zal hebben. De heer Brandsma wil opmerken dat in die Vereeniging toch ook ver- iu wviucLi vvl piwutoL, tegenwoordigd zijn gemeenten, die altijd nog tot afbraak wel die scholen hebben, terwijl hij dit adres van meer belang acht voor de plattelandsgemeenten. Daarom zou hij wel adhaesie willen betuigen, wijl ook onze Gemeente de bezaren reeds heeft ondervonden ten opzichte van de Hoogere Burgerschool te Sneek. De Voorzitter is het wel eens met den heer Brandsma, doch B. en W. achten de medewerking van de Ver eeniging van Nederl. Gemeenten beter en sterker, ofschoon het motief van den heer Brandsma ook heel goed is. De heer de Roest is het ook eens met den heer Brandsma, want het is aan den verslaggever de gelegenheid iets, wat hem ook veel tijd heeft ge- zal worden gegeven, de stukken te kunnen inzien. De heer de Boer wil opmerken, dat sedert de invoering van het officieel verslag geen notulen meer behoefden te worden gelezen en dus veel tijd werd bespaard, doch dan zou hij het wenschelijk vinden, dat de notulen in het vervolg bij de stukken ter inzage werden gelegd. De heer Gaastra zou het betreuren, indien het officieel verslag werd op geheven, dat er dan van een ander geen verslag zou komen en daarom wil hij het voorstelde Roest gaarne ondersteunen. Nu zijn reeds weer 4 maal de notulen absent geweest en kunnen ook de Gemeentenaren geen kennis nemen, van hetgeen hier be handeld wordt, als aan den verslag gever moeilijkheden in den weg worden gelegd. De heer Posthumus zou, als wij dan een juist verslag in „Friso” kregen, de maatregel toejuichen. En die partijdig heid bestond z. i. hierin, dat in het bedoelde verlag de beslissing omtrent den post voor onvoorziene uitgaven, niet voldoende was weergegeven. Op een vraag van den heer de Boer of ook pogingen in het werk zijn ge steld om het officieel verslag te hand haven, antwoordt de Voorzitter be vestigend, doch deze hebben gefeild en geen resultaten opgeleverd. De heer Veenstra zou hetdeponee- ren van de notulen bij de ingekomen stukken niet toejuichen, want dat in zien is nu vaak reeds al een lastig en tijdroovend werk, waarom hij hoopt, dat B. en W. daarop niet zullen ingaan. Het voorstel tot opheffing van het officieel raadsverslag wordt met alge- meene stemmen aangenomen. Het voorstel-de Roest, ondersteund door den heer van der Gaast, om aan de verslaggevers der bladen, het recht te .geven, na de Raadsvergadering in- ling in aanmerking komende stukken te nemen, wordt daarna tevens met algemeene stemmen aangenomen. Punt 20. Alsvoren tot het aanbren gen eener wijziging in de vastgestel de verordening op de heffing van schoolgelden. Na toelichting van den Secretaris, waaruit blijkt, dat ter Provinciale Griffie enkele bedenkingen bestaan tegen eenige artikelen, stelt de Voor zitter voor, waar die betrekking heb ben op de navordering, daaraan te gemoet te komen, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Punt 21. Alsvoren met betrekking tot het zeestrand. De Voorzitter stelt namens B. en W. wordt gemaakt van zijn aanwezigheid voor, dit punt i-n gesloten zitting te behandelen, mede op verzoek van den landmeter der domeinen, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. De punten op de agenda voorko mende, zyn hiermede afgehandeld, doch de Veorzitter verzoekt den Se cretaris nog mededeeling te doen van een na de vaststelling der punten in gekomen adres. Uit de voorlezing blijkt dat dit een verzoek is van be langhebbende bewoners van de Hoe renkunst, om verbetering te willen aanbrengen aan den weg en den wal aldaar. De Voorzitter stelt voor de behandeling aan te houden tot de vol gende vergadering, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Verder stelt de Voorzitter namens B. en W. nog voor, den Gemeente- architect voor den tijd van 2 maanden een tijdelijk opzichter terzijde te stel len, in verband met de voorbereiding van den aanleg van den weg naar Ferwoude. De heer de Boer zegt, gewacht te hebben op eene mededeeling omtrent de afwikkeling van de werkzaamhe den van den Gemeente-architect, waar over in een vorige vergadering nog al breedvoerig is gesproken en had naar aanleiding-daarvan reeds bereids een schema op papier gebracht en waarvan hij voorlezing doet, doch dat thans tengevolge het voorstel van B. en W. wel kan vervallen. De heer Sikkes erkent misschien geen goeden kijk op de dingen te heb- Hij acht het huis nog i zou het nog voor een jaar aan Meijer willen verhuren. De heer Brandsma is ook van mce- H ning, dat de vuningnood nog niet is geweken en vraagt, of het huis ook nog in tweeën kan worden bewoond. Mocht Meijer al worden verplaatst, dan zou men i kunnen besluiten. De heer de Roest acht het voorstel tot afbraak volstrekt niet plotseling ingediend, want daartoe is December 1919 reeds besloten. Het levert voor de Gemeente ook volstrekt geen voor deel op en voor de bewoners is het feitelijk een ellendige toestand. Het voorstol van B. en W. instem ming gebracht, wordt aangenomen met 6 tegen 5 stemmen. Tegen stem men de heeren Veenstra, Sikkes, van der Gaast, de Roest en Gaastra. Punt 11. Alsvoren van de American Petroleum Company te Rotteream, eene kwestie^ die elke Gemeente af houdende verzoek tot bekoming van J een stuk grond in erfpacht aan den Stationsweg. Blijkens het door den Secretaris gelezen adres wordt voor den tijd van 20 jaar in erfpacht gevraagd het stuk grond Sectie A no. 3459 ter grootte van 525 M2 tegen eene ver goeding van 10 cent per M2, voor den bouw van een paardenstal, woning en eene overkapping. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor het verzoek toe te staan met in achtneming der voorwaarden, op- ‘genomen in het betrekkelijk advies van den Gemeente-architect, De heer Gaastra wijst op de breedte b.van het terrein, de daarnaast staande b' voningen en de mogelijkheid van een d eventueele mesthoop. Blijkbaar zal 1 het huis bestaan uit twee verdiepingen, I doch dat zal geen estetisch gezicht IV geven en het is daar toch een woonwyk I r De heer Sikkes heeft het adres toe- li gejuicht, niet om die mesthoop, maar vonden, om het uitgebreide stuk door g, om die woning. Het bezwaar dier J~~ x 1 zDmesthoop zal niet zoo groot zijn, want u.'| hij vindt die ook dicht bij zijn eigen st’ woning. Het plan vindt hij 'mooi en Iha daarom zal hij er niet togen zijn. co De heer Haijtema vindt, dat het te terrein de laatste jaren een raar ge zicht heeft opgelevord, en de mest hoop geen bezwaar, wijl de mest ver mengd wordt met turfmolm en daar door reukeloos wordt. Het voorstel van B. en W. in stem ming gebracht, wordt aangenomen met 10 tegen 1 stem, die van den heer Gaastra. Punt 12. Adres van R. Hempel, tejstellen pp 350. houdende verzoek tot bekoming van grond in erfpacht aan den trekweg WorkumParrega. De Secretaris doet voorlezing van het reeds in eene vorige vergadering behandelde, maar toen aangehouden adres en het desbetreffende rapport van den Gemeente-architect, welke f laatste adviseert, de grond ter grootte van 300 M2, onder enkele voor waarden toe te staan in erfpacht. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor daartoe te besluiten, tegen eene vergoeding van 6 cent per M2, waar toe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Punt 13. Adressen van D. G. Boontje, L. de Wit, S. Gaastra en ,R. Hendrik- sma, daarbij onderhandsche inhuring verzoekende van de Middenstands- woningen, Wijk G no. 125 t/m. 128. Van de ingekomen adressen wordt geen voorlezing verlangd, waarna op voorstel van B. en W. zonder hoofde lijke stemming, gunstig op de ver zoeken wordt beschikt. Punt 14. Adres van S. Reinsma, daarbij verhooging verzoekende van hare belooning voor het schoonhouden van het politiebureau enz. Blijkens het door den Secretaris gelezen verzoek, wordt in verband met de uitbreiding der werkzaam heden, tengevolge de plaats gehad hebbende restauratie van het waag gebouw, verhooging van salaris ver zocht van 50 op 70 gulden per jaar. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor, gunstig op het verzoek te be schikken, wijl eenige verhooging alleszins billijk wordt geacht, waartoe zoflUer hoofdelijke stemming wordt besloten. Punt 15. Alsvoren van de wed. J. G. de Boer geb. Faber, houdende verzoek om toekenning van een weduwen pensioen. In het door den Secretaris gelezen in de Leeszaal en in het tweede van zijn afwezigheid in den Raad. De rondvraag vervolgende komt de Voorzitter bij den heer Dijkstra, die wijst op den slechten toestand van de Buren bij Kuipers en IJntema en daarin mende; zijn hiermede" afgehandeld, gaarne wat verbetering zag gebracht door het aanvoeren van sintels, waar aan de Voorzitter belooft, zijne aan dacht te zullen schenken. De heer Sikkes zegt bij de verdere rondvraag, ook dat punt van den agent te hebben willen aanroeren en kan er zich ook niet stil over houden. Onze Gemeente is ons allen lief, niet tegenstaande we hier op zware lasten zitten. Die motie is hier aangenomen, maar niet met de bedoeling, die tegen den Burgemeester te richtenwaarbij door hem zelf is gezegd, dat hij hier 3 agenten voldoende achtte. Daarom kwam hij tot zijn groote verwondering tot de ontdekking dier advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden en de daarop gevolgde haastige benoe ming. Hij had het daarom beter geacht, dat aan den Raad een kleine tempe ring was voorgelegd, doch dat is niet geschied en daarom is hem en bijna ae geheele burgerij die benoemiug tegengevallen. Hij zal niet nalaten den nieuwen agent zijn achting te betuigen, maar wenscht niettemin over zijne benoeming zijn diepe teleurstelling uit te spreken. De heer Brandsma wil een ander onderwerp aanroeren, n.l. dat de werkliedenorganisaties geen bericht hebben ontvangen op hun laatst inge- volstrekt niet de bedoeling, eenig wantrouwen uit te spreken tegen den Secretaris, maar komt dat misschien, dat de oudste Wethouder de verga deringen leidt en alle stukken door den Burgemeester worden geteekend en zoodanige dingen daarvan de on aangename gevolgen zijn? De heer de Roest vraagt, of de aan geboden exemplaren van het ge schriftje Het stedeke Workum, ver zonden naar Bolsward enz. als een cadeau moeten worden beschouwd, dan wel, of die door de Gemeente worden betaald. Verder is ook hij zeer verwonderd geweest over die benoeming van een vierden agent. Meent de Burgemeester dat die vierde agent noodig is, dat is zijn zaak en zijn recht, maar hij had toch schriftelijk zijne houding in dezen aan den Raad kunnen kenbaar maken, gelijk in een dusdanig geval, door den burgemeester van Enkhuizen is ge schied. Dat had hij in dezen ook hier verwacht, maar de Raad heeft zelfs geen simpele mededeeling van de be- ‘ng ontvangen. Voorzitter wil, aan het einde der rondvraag gekomen, den heer daijtema mededeelen, dat de gehouden speech by de opening der Leeszaal, c C 1 I i i i I, h I x

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1924 | | pagina 4