V( 4 1 I De „Populaire Amsterdammertjes” Trekking 11 Maart as. Mijn Legaat BBz 1ste soort boven-Groninger Tnrf Beste Meerturf, Anthraciet, Eierkolen, Bruinkool Briketten en Cokes enz. Voor 50 cent de kans Obligaties a 50 Y nstjü rd van cent Gemengd Nieuws. FEUILLETON. t Wij Lijst van de vorige trekking ter inzage t Hoofdpremies f 10 000 en f T500 en verder premies f 5000, f 1000, 1 500, 1 100 en f 50, totaal meer dan f 20 000 aan premies A. A. DRAISMA wxre VALKENBURG'S LEVERTRAAN-*. LEEUWARDENS I WC ouc Ap I dag; mi< I aan Ho las 19: voc aan zal 5 Lees dit met aandacht 1 Profiteert nog eens van onze aanbieding Nog in voorraad Aanbevelend, F. POSTMA. R. van der MEÜLEN. km een I den kor L den A N. Su B WC nis, aan staa dier vaai 20 huis de staa G 192 tarii zag< bek bij bra< V een twaalftal personen, te arresteeren. Allen, mannen, vrouwen en jongens, werden, terwijl zich inmiddels een volksoploop voor het pakhuis had verzameld, onder politie-escorte naar het bureau geleid. ’t Is te hopen dat deze lage zielen hun straf niet zullen ontgaan. Overvloedige haringvangst op de Noordzee. De laatste dagen hebben de vis- schers op de Noordzee en vooral ter hoogte van de Schotsche kust ontzag gelijk hoeveelheden haring gevangen, meldt de „Tel.“ Groote scholen haringen werden Het doel der vennootschap is het bouwen van arbei ders- en middenstandswowingen door geheel Nederland Verkrijgbaar tot uiterlijk 10 Maart, voorm. 12 uur bij i Ellendige dierenbeulen. Een ernstige dierenmishandeling op groote schaal is te Deventer aan het licht gekomen. Men heeft n.l. ontdekt dat in het pakhuis van de firma U. aan de Roggestraat, welke firma groote hoeveelheden pluimvee uitvoert, de kippen nagenoeg levend geplukt werden. De kippen kregen alsvorens te worden geplukt, een kleine snede, niet voldoende echter om ze te dooden. De politie heeft een inval in het pakhuis gedaan. Op het oogenblik dat de politie binnentrad, zag hij een ge heel geplukte kip, die nog teekenen van leven gaf, op een der tafels lig gen. Dit gaf den commissaris aanlei- waar vroeg mend. Dan h Heeft zij eenigen tijd geleden een legaat ontvangen? Ja, dat heeft zij. En is zij van avond hier? Ja, antwoordde ik. Wanneer u haar ziet, wees dan zoo goed mij te waarschuwen. Op het oogenblik zie ik haar niet, hernam ik. Dat was volgens de letter waar, want ik keek juist om naar het gezelschap. Nu, juffrouw Elise, zeide hij verder, (want hij had mijn naam verkeerd verstaan iets waarover ik zeer blijde was) zeg mij eens wat u gedaan zoiidt hebben, wanneer u een legaat hadt kunnen krijgen, met dezelfde hatelijke opmerking en voorwaarde, als juffrouw Werner? Ik mag-ver onderstellen, dat de omstandigheden u bekend zijn. Natuurlijk bestaat in de verste verte de mogelijkheid niet, dat u in dergelijke omstandigheden zoudt kunnen komenmaar nemen wij het geval eens als bestaande aan, wat zoudt u doon? Zoudt u het geld niet met verontwaardiging hebben afgewezen Neen, hernam ik, ik geloof dat ik het met dankbaarheid zou aannemen. Zelfs dan, wanneer men het u na liet, dewyl gij te leelijk waart, om ooit te huwen Ik geloof niet, dat eene vrouw ooit zulk eene beleediging kan vergeven. En is die juffrouw Werner waarlijk zoo leelijk? Schrikkelijk I antwoordde ik. Ik zou haar gaarne eens zien. Zij zal zeker rood haar hebben, en scheel zien? Het antwoord op deze vraag werd mij gespaard, door een heer, die mij ten dans kwam vragen. Ik was niet weinig verheugd op de ze wijze van den lastigen vrager ont- hem gedurende dien avond tebntwij- komen bezoeken, om zelf vergeving met wie hij" gesproken had. ’t Is een werd hem natuurlijk in dezelfden mooie grap, dacht ik, hij zal raar op zijn neus kijken, wanneer hij ver neemt. dat hij met mij over mijn eigen persoon een gesprek heeft gevoerd. De avond liep spoedig ten einde. Ik zag nu en dan de gestalte met de schitterende oogen, maar ik wist mij altijd ter rechter tijd te verwijderen, als hij in mijne nabijheid kwam. Den volgenden morgen aan het ont bijt vertelde ik mijn avontuur, onder algemeen en vroolijk gelach. Éenige dagen later reed ik met ma ma uit, om bij mevrouw Reichmann een bezoek te brengen, waar wij den heer Goedhart aantroffen. Mevrouw Reichmann, die mijne moeder niet anders gezien had, dan te huis op de sopha, was zeer blijde haar thans te ontvangen. Na de voorstelling begon nen de dames een eindloos lang ge sprek de heer Goedhart kwam naar Ja, ik geloof dat dit de naam is. mij toe. Ach, juffrouw Werner kan u mij de ruwheid die ik onlangs betoond heb. vergeven Ik weet waarlijk niet wat ik tot mijne verontschuldiging zal bij brengen.' Ik heb gedurende de twee laatste dagen steeds gewandeld, nu hier dan daar, altijd in de hoop van u te zullen ontmoeten, om u vergif fenis te vragen. Er is geene verontschuldiging noo- dig, zeide ik op een toon dien ik zoo onverschillig mogelijk trachtte tema ken, terwijl ik eene waardige houding beproefde aan te nemenhet was echter tevergeefsch. De herinnering aan ons onderhoud en het verlegen gezicht van den heer Goedhart waren onweerstaanbaarik barstte het uit van lachen, waarin hij na eenige oo- genblikken hartelijk deel nam. Dadelijk daarop waren wij de beste vrienden en hadden wij een alleraan genaamst gesprek, terwijl de beide oude dames alles en ieder bespraken. aangetroffen op de vischgronden van Handa en Cape Wrath en verschillen de keeren is het gebeurd, dat men de netten niet aan boord kon krijgen van wege het zware gewicht der visch- massa’s. Het spreekt vanzelf, dat door de zelfde oorzaak tal van netten scheur den en weer andere volkomen ver nield werden. De Fordautomobielen. Uit Detroit meldt men, dat de Ford Motor Company op het oogenblik 162.792 geëmployeerden in dienst heeft: 121.214 werkzaam aan fabrieken in de Vereenigde Staten, 24.323 in andere landen in Amerika en 11.028 in het verdere buitenland. In de Ver. Staten zijn de meeste Ford-employe’s werk- oo__zaam in de groote Ford-fabriek in ding bet geheele bedienend personeel, Detroit zelf, n.l. 68.285. Een gerechtelijke verkooping. Evenals de beide vorige jaren, heeft ook thans weer ten huize van ds. Fraanje, predikant bij de Geref. Ge meente te Barneveld, een gerechte lijke verkooping plaats gehad, wegens het niet betalen van dat gedeelte der belasting, hetwelk op het belasting biljet is gebracht ingevolge de Inva liditeitswet. Ds. Fr. behoort tot de gemoedsbezwaarden, die zijn vrij gesteld van het plakken van rente- zegels voor hun personeel, welk be drag dan echter bij hun belasting wordt gevoegd. Hetzelfde klokje, dat ook de vorige Men had mij verteld dat dit het ver velendste stadje van de geheele we reld was: ik zie nu dat men mij be drogen heeft. Ik ben pas drie uur hier en reeds word ik door eene moeder lijke en hartelijke mevrouw verwel komd daarbij kwam ik in de gele genheid vele 'vreindelijke aangezich ten te zien en een bekorend lied te hooren voordragen. De heer Goedhart bezat in hooge mate het talent om beleefdheden te .zeggen en een gesprek te voerenik behoefde geen woord te spreken. Er is hier in de stad een jonge da me, vervolgde hij, die ik gaarne zou zien, eene zekere juffrouw Warner of Werner, kent u die ook? Ik ken eene juffrouw Werner, als dat de naam is. Ik vermoedde wat volgen zou, doch wilde mij zelve niet aanmelden. jaren onder den hamer was geweest, werd ten verkoope aangeboden, waar voor een geloofsgenoot van genoemden predikant al heel spoedig f50 bood. Daarmee was deze executoriale ver koop afgeloopen. Dominée’s dienstbode verklaart, nooit een cent ouderdomsrente te zullen aannemen. Ook bij een geloofsgenoot van ds. Fraanje heeft, om dezelfde reden, een gerechtelijke verkooping plaats gehad, die ongeveer een gelijk verloop had. Ongevallen. Eenige mannen die per schuitje bussen met melk naar Grouw ver voerden, begaven zich op onbetrouw baar ijs, met het gevolg, dat zij er door zakten. Met veel moeite werden op één na allen gered. Die eene was de knecht van den heer R. v. d. Berg. Een der geredde mannen had nog zijn uiterste best gedaan om hem boven water te houden, doch uitgeput, moest hij ten slotte zijn makker loslaten, anders ware hij zelf ook verdronken. Een ernstig ongeval overkwam den 19-jarigen Gerrit Sp. te Wartena. Fietsende over het ijs, trof hij een zwakke plek, de fiets' schoot er door en Sp. viel voorover met het hoofd op het ijs, waarbij hij ernstige hoofd wonden opliep. Na door dr. Maathuis te Warga te zijn verbonden, die een lichte hersenschudding, constateerde, is hij per brancard naar zijn woning vervoerd. de Mij dunkt dat de jongeluitjes aardig vroolijk zijn, kom, Louize, vertel ons, waarover gij het hebt. Ik kon niet nalaten een kleine boos heid te zeggen en vertelde mevrouw Reichmann, hoe de heer Goedhart onlangs bij mij aangedrongen had, om lem de leelijke juffrouw Werner aan te wijzen. De oude dame lachte, dat laar de tranen over de wangen liepen. Er i8 niets, dat alle stijfheid en plecht statigheid zoo zeer van een morgen- visite wegneemt, en de lieden in kor ten tijd vrienden maakt als een flinke lachbui. Dit was de aangenaamste morgen, dien ik mij ooit herinneren xan. Toen de heer Goedhart ons in het rijtuig hielp, zeide hij tot mama: Ik hoop, mevrouw Werner, dat u mij slagen te worden. Iknam mij voor, zult toestaan, u van tijd tot tijd te hem gedurende dien avond te ontwij- komen bezoeken, om zelf vergeving ken, daar hij spoedig vernemen moest, voor mijne lompheid te vragen. Het Achte Utjower! It scil sahwat fjirtich jierlynwêze dat de mannen dy destiids delieding fen Warkum’s saken yn hannen hiene, it bislüt namen om üs aide Waecb, yn it jier 1650 ünder it bistjür fen Borgemaster Frederik van Inthiema boud,(*) ris danich op to knappen. Nou is er ’n tiid west dat folie hwat as bouwirk aid wier, binammen mei de ferwekwast wer op ’e foetten holpen wirde moast. Sa gyng it ek mei üs Waech, dêr waerd gans hwat opstritsenit houtwirk blonk, de mürren krigen in moaije rea-brüne kleur en alle stiennen waerden óf- dield troch foegen fen wite ferwe En do einlik it seil weinoemd waerd dat dagen lang hongen hie foar it wapen-ynskrift yn 'e mürre oan ’e noardkant. doja, as men dan stean gyng op ’e hichte fen ’e Tillefenne- steeg en syn each oer ’e Merk hinne glide liet,dan skittere yen dat alle- gearre fen fierren to mjitte. Mar as men, forbline, even efterom seach nei it weinhüs fen de Femylje Potma, dan fielde de biskóger, dat dit mei syn yn-moaije gevel, dochs hwat oars tsjin him sei dan it aide bouwirk hwerfen op dizze menear it kerakter bidoarn waerd. De bidoeling fen ien en oar scil dan ek wol goed west hawwe, en sünder mis hat Gooitzen-baes syn béste kreften oan dit wirk bistége. De tiid hat, krekt as yn mear din gen, dy üterlike glans gau wer for- fage en it forfal gie syn gong, tadat in letter Gemeintebistjür blikenjoech fen wiis bileid en „piëteit” om dizze neilittenskip fen bynei 275 jier wer de eare to jaen dy hjar takaem. Dêrfor meije wy tankber wêze Neidat ik by dizze gelegenheit for- gees ütsjoen' hie nei in koarte bi- skriuwing, in soarte forfolg op ’e skiednis fen ’e Waech, mei inkele ófbyldingen twisken de tekst, krige ik koartlyn it boekje yn hannen „Het Stedeke Workum.” Nou wol dizze ütjefte, biwirke troch de Bor gemaster fen Warkum, (for eigen rekkening ütjown bij L. S. Branden- burgh) neat mear wêze dan in Gids, hwêryn de achte skriuwer, drean troch de Ijeafde for syn gemeinte, datjinge ünder it each fen ’e frjem- deling bringt hwat Warkum for bi- langryks oanwize kin. Dat yn dit boekje ek de forboude Waech foar- komt sprekt fennels, dêryn leit in stik fen syn wirk, hwant al hat de Rie it bislüt nomd ta de forbouing, vorm toegestaan, met de woorden Het zal ons aangenaam zijn, u bij ons te zien, enz. De heer Goedhart was in de eerst volgende maanden de lion der stad. Daar hij niet alleen een schoon jong mensch was, maar ook groote rijk dommen bezat, zag men hem overal gaarne; men maakte hem formeel het hofoveral werd hij gevierd. Moeder en dochter verwelkomden hem als een goede partijde mannelijke inwoners zagen in hem den rijksten inwoner der stad, die grooten invloed, mis schien wel bij ’s lands regeering kon krijgen. De jonge erfgenaam nam deze be leefdheden zeer wel op, en was spoe dig overal te huis. Hij maakte ook gebruik van de ver gunning tot bezoeken, door ons aan hem gegeven, en kwam zeer dikwijls bij ons aan huis. Onze gemeenschap pelijke liefde voor de muziek v as een sterk vereenigingspunt, ofschoon hij overal elders muziek had kunnen ma ken want natuurlijk werd te dezer tijd door alle jonge 'dames muziek ge maakt maar onze eerste kennisma- kink droeg er, denk ik, veel toe bij om onze vriendschap te bevestigen. Toen gebeurde het dat, als laatste en wonderlijkste werking van mijn legaat, de heer Goedhart om mijne hand vroeg. Ik moest hem die geven, want hij wilde niet afgewezen worden, ofschoon ik hem aanraadde een schoonheid te huwende menschen zouden ons fe niks en nachtuil noemen. Ik heb er niets tegen, Louize, dat zij zulks doen, zeide hij. Ik heb u al tijd voor een feniks gehonden, en wan- zij mij nu een uil noemen dan zal ik mij dat laten welgevallen. Het gerucht liep in den beginne over de wonderbare geschiedenis van Jacob Holzmann, en nu bovenal over Eindelijk riep mevrouw Reichmann: deze nieuwe en onverklaarbare om standigheid. Wat! die leelijke Louize Werner zou ons den rijksten en schoon- sten man hier in de stad afkapèn! Dat is onmogelijkMen was algemeen verwonderd en opgewonden. Ik deel de dit aan mijn Hugo mede. Ik betreur alleen, zeide hij, dat ik meer dan duizend thaler inkomen heb, en gij daardoor uw legaat behoudt; want ik wilde lieve Louize, dat ge niets anders dan u zelve had, om mij te geven. Ook deze wensch werd voor hem vervuldwant, met inwilliging mijner ouders, werden de wonderdoende twaalfduizend thaler door mijop Rika overgedragen. Deze zal echter geen luwelijksgift noodig hebben, om een man te krijgen, want, in plaats van leelijk te zijn, belooft zij eene groote schoonheid te zullen worden. Ik hoop echter, dat zij even gelukkig mag worden als haar leelijke zuster. Geachte Redactie Herhaaldelijk wordt aan ons bestuur verzocht te ageeren tegen het koopen bij zgn. „vliegende winkels”, uitver- koopen, venters enz., op grond dat de prijzen daar gewoonlijk niet lager zijn dan in goede zaken en men op qualiteit niet het minste verhaal heeft. Ofschoon ons Bestuur de meening huldigt dat den vrijen handel geene banden behooren te worden gangelegd en deze aangelegenheid vele vragen stelt die niet met een handomdraai zijn op te lossen, meent zij toch dat tusschen eerlijke en oneerlijke con currentie onderscheiden kan worden. Dezer dagen toch werden hier door gewiekste, net-uitziende „heeren”, sigaren aangeboden, zgn. van werke- looze sigarenmakers-bouvakarbeiders, op eene wijze waarop o.i. de •vget- Aalberse tot beteugeling van déloyale concurrentie, van toepassing is. Ge- banderoleerd met 15, 12 en 10 cents, werden deze veel en veel lager aan geboden. Listig werden hierbij de sancties vertoond door tal van auto riteiten aan deze manier van verkoop gegeven. Natuurlijk met het doel ver trouwen te wekken, wat hen ook bij meer dan één ingezetene is gelukt. De reëele handel kan hier niet tegen op en ons bestuur zou dergelijke „concurrentie” dan ook liever niet door vooraanstaande personen indirect wenschen te zien bevorderd, natuur lijk geheel te goeder trouw. VER. PL. BELANG. (Slot.) 't Was wonderlijk met hoeveel meer achting ik nu behandeld werd, sinds ik juffrouw Werner met twaalfduizend thaler en niet langer Louize Werner zonder iets was. Onze geestelijke meende dat mijne stem hoog noodig voor het koor was, iets wat hij vroeger nooit scheen te hebben opgemerkt. Ik kreeg ontelbare uitnoodigingen en was inderdaad een persoon van ge wicht geworden. Hoe dikwijls dankte ik in mijn hart den goeden Jacob Holzman voor zijn legaat; ik hield het thans zelfs voor zeer nuttig, dat mijne ijdelheid daarbij had moeten lijden, dewijl anders het gelufc mij misschien het hoofd op hol zou heb ben gebracht. Zoo ging er ongeveer een jaar voorbij en het was een gelukkig jaar. De gezondheid mijner moeder was bijna geheel hersteld, mijn vader vreemdeling keerde zich haastig om, was vroolijk, Rika en ik waren den geheelen dag bezig. De onbekende neef, erfgenaam van het groote ver mogen Hugo Goedhart werd met eene der eerste stoombooten verwacht. Eene zekere mevrouw Reichmann, die gewoonlijk eens in het jaar eene partij gaf, had weder uitnoodigingen verzondende jongelui waren daar mede recht in hun schik. Toen ik mij op den bestemden avond aangekleed had. ging ik naar de woonkamer, om mij in mijn nieuw schoon baltoilet aan mijne ouders te vertoonen. Een oud huisvriend, die bij hen zat, riep mij toe: Juffrouw Louize, men zal u nog een proces aandoen over het valsche voorwendsel bij uw legaat beschrevenwant gij ziet er heden avond volstrekt niet' als een meisje uit dat geen man zou kunnen krijgen. Mijne moeder zag mij liefdevol aan, en zeideIk hoop dat gij veel pleizier zult hebben, lieve Louize. Pak je toch vooral goed in, Louize, was de practische opmerking van vader. Mevrouw Reichmann kwam dadelijk naar mij toe, toen ik binnenkwam én fluisterde mij, na wederzijdsche be groeting in:' hij is gekomen, Louize. Wie is gekomen? vroeg ik. Mijn man is naar hém toe, om hem voor dezen avond uit te noodigen. Ik hoop dat hij niet uitblyft. Ik vermaakte mij zeer wel. Sedert ik in het bezit van het wonderbare legaat gekomen was, gebeurde het niet meer dat ik mq een geheelen Avond in een hoek moest vervelen, hy hat dochs, gjin Warkumer fen geboarte, him dêr foarspand en dat docht my goed om de saek ünder de oandacht fen it Lansbestjür to bringen en sadwaende finantieele stype witen to krijen, sadat de „re stauratie” ta in goed ein brocht wirde koe. Nou jowe üs lansljue faken net gau üting oan hjar gefoel for in moai stribjen, bang as hja dan binne om immen to priizgjen, en dan liket dat wol. ris hwet hird, mar ik wyt wol lit ik sizze dat ik de Borgemaster seis net fen oansjen ken dat ek oaren it met my iens binne, as ik hjir in wird fen „waardeering” üt- sprek tsjinoer in foaroan steand man yn ’e gemeinte for datjinge hwat hy dien hat om dit monement, üs Waech, for undergong to biwarjen. Dat de neiteam it yn eare halde mei IN ALD WARKUMER. Sjoch Siemelink’s „Geschiedenis van Workum”, ütjower T. Gaastra Bsn. (ütforkoft.) zoo als dat vroeger het geval geweest was. Ik was tot mijne eigen verbazing in de mode gekomenzonder twijfel gaf de opmerkzaamheid, die men mij schonk, mij grootere levendigheid, en het bewustzijn, dat ik onafhankelijk was, gaf mij grootere vrijmoedigheid en zelfvertrouwen. Een weinig later trad de heer Reich mann de danszaal binnenhij was alleen. Ik had gaarne willen weten, of de erfgenaam met hem gekomen was, want ik was zeer nieuwsgierig naar hem. De heer Reichmann kwam gedurende een pauze naar mij toe, en verzocht mij te zingen. Ik was juist in het midden van het oude be kende lied: Wenn die Schwalben heimwarts ziehn, toen ik gevoelde dat mij iemand strak aankeek, een gevoel dat, mij vooral, bizonder onaan genaam was. Ik was derhalve blijde, toen het lied uit was, en ik op kon zien om de tooverkracht van dien blik te doen ophouden. Toen ontmoette mijn oog den straal van een donkeren, fonkelenden blik, die echter, zooals ik nog juist tijd had om op te merken, door eene traan verduisterd was. De toen ik hem aanzag. Welk een heer lijke belooning voor mijn gezang! dacht ik bij mij zelve. De dans 'begon weder, en kort daar op trad mevrouw Reichmann in de kamer, aan den arm van een slanken, schoonen jongeling, den bezitter van de schitterende oogen, die ik had op gemerkt. Thans echter fonkelde zijn oog helder, terwijl hij bereidwillig naar den woordenvloed van mevrouw Reichmann luisterde. Zij gingen juist mijne zitplaats voorbij, toen een knecht binnentrad en mevrouw Reichmann verzocht even buiten de kamer te xomen. O, Louize, zeide zij, dit is de heer Goedhart; wees zoo goed hem te on derhouden totdat ik terug kom. Na deze inderdaad weinig ceremo- nieele voorstelling ging zij heen. De heer Goedhart ging bevallig zitten en vertelde mij zeer gemoedelijk dat hij zich gaarne met mij onderhouden wil de. Ik gevoelde mij verlegen, en had alles ter wereld gegeven, indien ik de bedaardheid van mijn buurman bezeten hadik wist niet wat te zeg gen. Gelukkig kwam de jongeling mij te hulp. U heeft zoo even gezongen, niet bij. Ik knikte toestem- ieb ik aan u een groot De heer Goedhart, de" erfgenaam, genoegen te danken, vervolgde hij, en prees verder in een goed aangebracht jompliment zoowel mijn zang als het ied. Dit lied, zeide hij verder, wekt heele aangename herinneringen bij mij op. Bovendien bemin ik de muziek mét al de kracht mijner ziel. Het doet mij genoegen hier medegevoel te vin den. Daarop was ik niet voorbereid. ft TDt An die en in uiti hij ver hac hij sch vo< toe i gel te ge< spc de bo 1 tw •4

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1924 | | pagina 4