V(
4
1
I
De „Populaire Amsterdammertjes”
Trekking 11 Maart as.
Mijn Legaat
BBz
1ste soort boven-Groninger Tnrf
Beste Meerturf, Anthraciet, Eierkolen,
Bruinkool Briketten en Cokes enz.
Voor 50 cent de kans Obligaties a 50
Y nstjü rd
van
cent
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
t
Wij
Lijst van de vorige trekking ter inzage
t
Hoofdpremies f 10 000 en f T500 en verder premies
f 5000, f 1000, 1 500, 1 100 en f 50, totaal
meer dan f 20 000 aan premies
A.
A.
DRAISMA wxre
VALKENBURG'S
LEVERTRAAN-*.
LEEUWARDENS
I
WC
ouc
Ap
I
dag;
mi<
I
aan
Ho
las
19:
voc
aan
zal
5
Lees dit met aandacht 1
Profiteert nog eens van onze aanbieding
Nog in voorraad
Aanbevelend,
F. POSTMA.
R. van der MEÜLEN.
km
een
I
den
kor
L
den
A
N.
Su
B
WC
nis,
aan
staa
dier
vaai
20
huis
de
staa
G
192
tarii
zag<
bek
bij
bra<
V
een twaalftal personen, te arresteeren.
Allen, mannen, vrouwen en jongens,
werden, terwijl zich inmiddels een
volksoploop voor het pakhuis had
verzameld, onder politie-escorte naar
het bureau geleid.
’t Is te hopen dat deze lage zielen
hun straf niet zullen ontgaan.
Overvloedige haringvangst op de
Noordzee.
De laatste dagen hebben de vis-
schers op de Noordzee en vooral ter
hoogte van de Schotsche kust ontzag
gelijk hoeveelheden haring gevangen,
meldt de „Tel.“
Groote scholen haringen werden
Het doel der vennootschap is het bouwen van arbei
ders- en middenstandswowingen door geheel Nederland
Verkrijgbaar tot uiterlijk 10 Maart, voorm. 12 uur bij
i
Ellendige dierenbeulen.
Een ernstige dierenmishandeling op
groote schaal is te Deventer aan het
licht gekomen. Men heeft n.l. ontdekt
dat in het pakhuis van de firma U.
aan de Roggestraat, welke firma groote
hoeveelheden pluimvee uitvoert, de
kippen nagenoeg levend geplukt
werden. De kippen kregen alsvorens
te worden geplukt, een kleine snede,
niet voldoende echter om ze te dooden.
De politie heeft een inval in het
pakhuis gedaan. Op het oogenblik dat
de politie binnentrad, zag hij een ge
heel geplukte kip, die nog teekenen
van leven gaf, op een der tafels lig
gen. Dit gaf den commissaris aanlei-
waar vroeg
mend. Dan h
Heeft zij eenigen tijd geleden een
legaat ontvangen?
Ja, dat heeft zij.
En is zij van avond hier?
Ja, antwoordde ik.
Wanneer u haar ziet, wees dan zoo
goed mij te waarschuwen.
Op het oogenblik zie ik haar niet,
hernam ik. Dat was volgens de letter
waar, want ik keek juist om naar
het gezelschap.
Nu, juffrouw Elise, zeide hij verder,
(want hij had mijn naam verkeerd
verstaan iets waarover ik zeer
blijde was) zeg mij eens wat u gedaan
zoiidt hebben, wanneer u een legaat
hadt kunnen krijgen, met dezelfde
hatelijke opmerking en voorwaarde,
als juffrouw Werner? Ik mag-ver
onderstellen, dat de omstandigheden
u bekend zijn. Natuurlijk bestaat in
de verste verte de mogelijkheid niet,
dat u in dergelijke omstandigheden
zoudt kunnen komenmaar nemen
wij het geval eens als bestaande aan,
wat zoudt u doon? Zoudt u het geld
niet met verontwaardiging hebben
afgewezen
Neen, hernam ik, ik geloof dat ik
het met dankbaarheid zou aannemen.
Zelfs dan, wanneer men het u na
liet, dewyl gij te leelijk waart, om
ooit te huwen Ik geloof niet, dat
eene vrouw ooit zulk eene beleediging
kan vergeven. En is die juffrouw
Werner waarlijk zoo leelijk?
Schrikkelijk I antwoordde ik.
Ik zou haar gaarne eens zien. Zij
zal zeker rood haar hebben, en
scheel zien?
Het antwoord op deze vraag werd
mij gespaard, door een heer, die mij
ten dans kwam vragen.
Ik was niet weinig verheugd op de
ze wijze van den lastigen vrager ont-
hem gedurende dien avond tebntwij- komen bezoeken, om zelf vergeving
met wie hij" gesproken had. ’t Is een werd hem natuurlijk in dezelfden
mooie grap, dacht ik, hij zal raar op
zijn neus kijken, wanneer hij ver
neemt. dat hij met mij over mijn eigen
persoon een gesprek heeft gevoerd.
De avond liep spoedig ten einde.
Ik zag nu en dan de gestalte met de
schitterende oogen, maar ik wist mij
altijd ter rechter tijd te verwijderen,
als hij in mijne nabijheid kwam.
Den volgenden morgen aan het ont
bijt vertelde ik mijn avontuur, onder
algemeen en vroolijk gelach.
Éenige dagen later reed ik met ma
ma uit, om bij mevrouw Reichmann
een bezoek te brengen, waar wij den
heer Goedhart aantroffen. Mevrouw
Reichmann, die mijne moeder niet
anders gezien had, dan te huis op de
sopha, was zeer blijde haar thans te
ontvangen. Na de voorstelling begon
nen de dames een eindloos lang ge
sprek de heer Goedhart kwam naar
Ja, ik geloof dat dit de naam is. mij toe.
Ach, juffrouw Werner kan u mij de
ruwheid die ik onlangs betoond heb.
vergeven Ik weet waarlijk niet wat
ik tot mijne verontschuldiging zal bij
brengen.' Ik heb gedurende de twee
laatste dagen steeds gewandeld, nu
hier dan daar, altijd in de hoop van
u te zullen ontmoeten, om u vergif
fenis te vragen.
Er is geene verontschuldiging noo-
dig, zeide ik op een toon dien ik zoo
onverschillig mogelijk trachtte tema
ken, terwijl ik eene waardige houding
beproefde aan te nemenhet was
echter tevergeefsch. De herinnering
aan ons onderhoud en het verlegen
gezicht van den heer Goedhart waren
onweerstaanbaarik barstte het uit
van lachen, waarin hij na eenige oo-
genblikken hartelijk deel nam.
Dadelijk daarop waren wij de beste
vrienden en hadden wij een alleraan
genaamst gesprek, terwijl de beide
oude dames alles en ieder bespraken.
aangetroffen op de vischgronden van
Handa en Cape Wrath en verschillen
de keeren is het gebeurd, dat men de
netten niet aan boord kon krijgen van
wege het zware gewicht der visch-
massa’s.
Het spreekt vanzelf, dat door de
zelfde oorzaak tal van netten scheur
den en weer andere volkomen ver
nield werden.
De Fordautomobielen.
Uit Detroit meldt men, dat de Ford
Motor Company op het oogenblik
162.792 geëmployeerden in dienst heeft:
121.214 werkzaam aan fabrieken in de
Vereenigde Staten, 24.323 in andere
landen in Amerika en 11.028 in het
verdere buitenland. In de Ver. Staten
zijn de meeste Ford-employe’s werk-
oo__zaam in de groote Ford-fabriek in
ding bet geheele bedienend personeel, Detroit zelf, n.l. 68.285.
Een gerechtelijke verkooping.
Evenals de beide vorige jaren, heeft
ook thans weer ten huize van ds.
Fraanje, predikant bij de Geref. Ge
meente te Barneveld, een gerechte
lijke verkooping plaats gehad, wegens
het niet betalen van dat gedeelte der
belasting, hetwelk op het belasting
biljet is gebracht ingevolge de Inva
liditeitswet. Ds. Fr. behoort tot de
gemoedsbezwaarden, die zijn vrij
gesteld van het plakken van rente-
zegels voor hun personeel, welk be
drag dan echter bij hun belasting
wordt gevoegd.
Hetzelfde klokje, dat ook de vorige
Men had mij verteld dat dit het ver
velendste stadje van de geheele we
reld was: ik zie nu dat men mij be
drogen heeft. Ik ben pas drie uur hier
en reeds word ik door eene moeder
lijke en hartelijke mevrouw verwel
komd daarbij kwam ik in de gele
genheid vele 'vreindelijke aangezich
ten te zien en een bekorend lied te
hooren voordragen.
De heer Goedhart bezat in hooge
mate het talent om beleefdheden te
.zeggen en een gesprek te voerenik
behoefde geen woord te spreken.
Er is hier in de stad een jonge da
me, vervolgde hij, die ik gaarne zou
zien, eene zekere juffrouw Warner
of Werner, kent u die ook?
Ik ken eene juffrouw Werner, als
dat de naam is. Ik vermoedde wat
volgen zou, doch wilde mij zelve
niet aanmelden.
jaren onder den hamer was geweest,
werd ten verkoope aangeboden, waar
voor een geloofsgenoot van genoemden
predikant al heel spoedig f50 bood.
Daarmee was deze executoriale ver
koop afgeloopen.
Dominée’s dienstbode verklaart,
nooit een cent ouderdomsrente te
zullen aannemen.
Ook bij een geloofsgenoot van ds.
Fraanje heeft, om dezelfde reden, een
gerechtelijke verkooping plaats gehad,
die ongeveer een gelijk verloop had.
Ongevallen.
Eenige mannen die per schuitje
bussen met melk naar Grouw ver
voerden, begaven zich op onbetrouw
baar ijs, met het gevolg, dat zij er
door zakten. Met veel moeite werden
op één na allen gered. Die eene was
de knecht van den heer R. v. d. Berg.
Een der geredde mannen had nog zijn
uiterste best gedaan om hem boven
water te houden, doch uitgeput, moest
hij ten slotte zijn makker loslaten,
anders ware hij zelf ook verdronken.
Een ernstig ongeval overkwam den
19-jarigen Gerrit Sp. te Wartena.
Fietsende over het ijs, trof hij een
zwakke plek, de fiets' schoot er door
en Sp. viel voorover met het hoofd
op het ijs, waarbij hij ernstige hoofd
wonden opliep. Na door dr. Maathuis
te Warga te zijn verbonden, die een
lichte hersenschudding, constateerde,
is hij per brancard naar zijn woning
vervoerd.
de
Mij dunkt dat de jongeluitjes aardig
vroolijk zijn, kom, Louize, vertel ons,
waarover gij het hebt.
Ik kon niet nalaten een kleine boos
heid te zeggen en vertelde mevrouw
Reichmann, hoe de heer Goedhart
onlangs bij mij aangedrongen had, om
lem de leelijke juffrouw Werner aan
te wijzen. De oude dame lachte, dat
laar de tranen over de wangen liepen.
Er i8 niets, dat alle stijfheid en plecht
statigheid zoo zeer van een morgen-
visite wegneemt, en de lieden in kor
ten tijd vrienden maakt als een flinke
lachbui. Dit was de aangenaamste
morgen, dien ik mij ooit herinneren
xan.
Toen de heer Goedhart ons in het
rijtuig hielp, zeide hij tot mama: Ik
hoop, mevrouw Werner, dat u mij
slagen te worden. Iknam mij voor, zult toestaan, u van tijd tot tijd te
hem gedurende dien avond te ontwij- komen bezoeken, om zelf vergeving
ken, daar hij spoedig vernemen moest, voor mijne lompheid te vragen. Het
Achte Utjower!
It scil sahwat fjirtich jierlynwêze
dat de mannen dy destiids delieding
fen Warkum’s saken yn hannen hiene,
it bislüt namen om üs aide Waecb,
yn it jier 1650 ünder it bistjür fen
Borgemaster Frederik van Inthiema
boud,(*) ris danich op to knappen.
Nou is er ’n tiid west dat folie hwat
as bouwirk aid wier, binammen mei
de ferwekwast wer op ’e foetten
holpen wirde moast. Sa gyng it ek
mei üs Waech, dêr waerd gans hwat
opstritsenit houtwirk blonk, de
mürren krigen in moaije rea-brüne
kleur en alle stiennen waerden óf-
dield troch foegen fen wite ferwe
En do einlik it seil weinoemd waerd
dat dagen lang hongen hie foar it
wapen-ynskrift yn 'e mürre oan ’e
noardkant. doja, as men dan stean
gyng op ’e hichte fen ’e Tillefenne-
steeg en syn each oer ’e Merk hinne
glide liet,dan skittere yen dat alle-
gearre fen fierren to mjitte. Mar as
men, forbline, even efterom seach nei
it weinhüs fen de Femylje Potma, dan
fielde de biskóger, dat dit mei syn
yn-moaije gevel, dochs hwat oars
tsjin him sei dan it aide bouwirk
hwerfen op dizze menear it kerakter
bidoarn waerd.
De bidoeling fen ien en oar scil
dan ek wol goed west hawwe, en
sünder mis hat Gooitzen-baes syn
béste kreften oan dit wirk bistége.
De tiid hat, krekt as yn mear din
gen, dy üterlike glans gau wer for-
fage en it forfal gie syn gong, tadat
in letter Gemeintebistjür blikenjoech
fen wiis bileid en „piëteit” om dizze
neilittenskip fen bynei 275 jier wer
de eare to jaen dy hjar takaem.
Dêrfor meije wy tankber wêze
Neidat ik by dizze gelegenheit for-
gees ütsjoen' hie nei in koarte bi-
skriuwing, in soarte forfolg op ’e
skiednis fen ’e Waech, mei inkele
ófbyldingen twisken de tekst, krige
ik koartlyn it boekje yn hannen
„Het Stedeke Workum.” Nou wol
dizze ütjefte, biwirke troch de Bor
gemaster fen Warkum, (for eigen
rekkening ütjown bij L. S. Branden-
burgh) neat mear wêze dan in Gids,
hwêryn de achte skriuwer, drean
troch de Ijeafde for syn gemeinte,
datjinge ünder it each fen ’e frjem-
deling bringt hwat Warkum for bi-
langryks oanwize kin. Dat yn dit
boekje ek de forboude Waech foar-
komt sprekt fennels, dêryn leit in
stik fen syn wirk, hwant al hat de
Rie it bislüt nomd ta de forbouing,
vorm toegestaan, met de woorden
Het zal ons aangenaam zijn, u bij ons
te zien, enz.
De heer Goedhart was in de eerst
volgende maanden de lion der stad.
Daar hij niet alleen een schoon jong
mensch was, maar ook groote rijk
dommen bezat, zag men hem overal
gaarne; men maakte hem formeel het
hofoveral werd hij gevierd. Moeder
en dochter verwelkomden hem als een
goede partijde mannelijke inwoners
zagen in hem den rijksten inwoner
der stad, die grooten invloed, mis
schien wel bij ’s lands regeering kon
krijgen.
De jonge erfgenaam nam deze be
leefdheden zeer wel op, en was spoe
dig overal te huis.
Hij maakte ook gebruik van de ver
gunning tot bezoeken, door ons aan
hem gegeven, en kwam zeer dikwijls
bij ons aan huis. Onze gemeenschap
pelijke liefde voor de muziek v as een
sterk vereenigingspunt, ofschoon hij
overal elders muziek had kunnen ma
ken want natuurlijk werd te dezer
tijd door alle jonge 'dames muziek ge
maakt maar onze eerste kennisma-
kink droeg er, denk ik, veel toe bij
om onze vriendschap te bevestigen.
Toen gebeurde het dat, als laatste en
wonderlijkste werking van mijn legaat,
de heer Goedhart om mijne hand vroeg.
Ik moest hem die geven, want hij
wilde niet afgewezen worden, ofschoon
ik hem aanraadde een schoonheid te
huwende menschen zouden ons fe
niks en nachtuil noemen.
Ik heb er niets tegen, Louize, dat
zij zulks doen, zeide hij. Ik heb u al
tijd voor een feniks gehonden, en wan-
zij mij nu een uil noemen dan zal ik mij
dat laten welgevallen.
Het gerucht liep in den beginne
over de wonderbare geschiedenis van
Jacob Holzmann, en nu bovenal over
Eindelijk riep mevrouw Reichmann: deze nieuwe en onverklaarbare om
standigheid. Wat! die leelijke Louize
Werner zou ons den rijksten en schoon-
sten man hier in de stad afkapèn!
Dat is onmogelijkMen was algemeen
verwonderd en opgewonden. Ik deel
de dit aan mijn Hugo mede.
Ik betreur alleen, zeide hij, dat ik
meer dan duizend thaler inkomen heb,
en gij daardoor uw legaat behoudt;
want ik wilde lieve Louize, dat ge
niets anders dan u zelve had, om mij
te geven.
Ook deze wensch werd voor hem
vervuldwant, met inwilliging mijner
ouders, werden de wonderdoende
twaalfduizend thaler door mijop Rika
overgedragen. Deze zal echter geen
luwelijksgift noodig hebben, om een
man te krijgen, want, in plaats van
leelijk te zijn, belooft zij eene groote
schoonheid te zullen worden. Ik
hoop echter, dat zij even gelukkig
mag worden als haar leelijke zuster.
Geachte Redactie
Herhaaldelijk wordt aan ons bestuur
verzocht te ageeren tegen het koopen
bij zgn. „vliegende winkels”, uitver-
koopen, venters enz., op grond dat de
prijzen daar gewoonlijk niet lager
zijn dan in goede zaken en men op
qualiteit niet het minste verhaal heeft.
Ofschoon ons Bestuur de meening
huldigt dat den vrijen handel geene
banden behooren te worden gangelegd
en deze aangelegenheid vele vragen
stelt die niet met een handomdraai
zijn op te lossen, meent zij toch dat
tusschen eerlijke en oneerlijke con
currentie onderscheiden kan worden.
Dezer dagen toch werden hier door
gewiekste, net-uitziende „heeren”,
sigaren aangeboden, zgn. van werke-
looze sigarenmakers-bouvakarbeiders,
op eene wijze waarop o.i. de •vget-
Aalberse tot beteugeling van déloyale
concurrentie, van toepassing is. Ge-
banderoleerd met 15, 12 en 10 cents,
werden deze veel en veel lager aan
geboden. Listig werden hierbij de
sancties vertoond door tal van auto
riteiten aan deze manier van verkoop
gegeven. Natuurlijk met het doel ver
trouwen te wekken, wat hen ook bij
meer dan één ingezetene is gelukt.
De reëele handel kan hier niet tegen
op en ons bestuur zou dergelijke
„concurrentie” dan ook liever niet
door vooraanstaande personen indirect
wenschen te zien bevorderd, natuur
lijk geheel te goeder trouw.
VER. PL. BELANG.
(Slot.)
't Was wonderlijk met hoeveel meer
achting ik nu behandeld werd, sinds
ik juffrouw Werner met twaalfduizend
thaler en niet langer Louize Werner
zonder iets was. Onze geestelijke
meende dat mijne stem hoog noodig
voor het koor was, iets wat hij vroeger
nooit scheen te hebben opgemerkt.
Ik kreeg ontelbare uitnoodigingen en
was inderdaad een persoon van ge
wicht geworden. Hoe dikwijls dankte
ik in mijn hart den goeden Jacob
Holzman voor zijn legaat; ik hield
het thans zelfs voor zeer nuttig, dat
mijne ijdelheid daarbij had moeten
lijden, dewijl anders het gelufc mij
misschien het hoofd op hol zou heb
ben gebracht.
Zoo ging er ongeveer een jaar
voorbij en het was een gelukkig
jaar. De gezondheid mijner moeder
was bijna geheel hersteld, mijn vader vreemdeling keerde zich haastig om,
was vroolijk, Rika en ik waren den
geheelen dag bezig. De onbekende
neef, erfgenaam van het groote ver
mogen Hugo Goedhart werd
met eene der eerste stoombooten
verwacht.
Eene zekere mevrouw Reichmann,
die gewoonlijk eens in het jaar eene
partij gaf, had weder uitnoodigingen
verzondende jongelui waren daar
mede recht in hun schik. Toen ik mij
op den bestemden avond aangekleed
had. ging ik naar de woonkamer, om
mij in mijn nieuw schoon baltoilet
aan mijne ouders te vertoonen. Een
oud huisvriend, die bij hen zat, riep
mij toe: Juffrouw Louize, men zal u
nog een proces aandoen over het
valsche voorwendsel bij uw legaat
beschrevenwant gij ziet er heden
avond volstrekt niet' als een meisje
uit dat geen man zou kunnen krijgen.
Mijne moeder zag mij liefdevol aan,
en zeideIk hoop dat gij veel pleizier
zult hebben, lieve Louize.
Pak je toch vooral goed in, Louize,
was de practische opmerking van
vader.
Mevrouw Reichmann kwam dadelijk
naar mij toe, toen ik binnenkwam én
fluisterde mij, na wederzijdsche be
groeting in:' hij is gekomen, Louize.
Wie is gekomen? vroeg ik.
Mijn man is naar hém toe, om hem
voor dezen avond uit te noodigen.
Ik hoop dat hij niet uitblyft.
Ik vermaakte mij zeer wel. Sedert
ik in het bezit van het wonderbare
legaat gekomen was, gebeurde het
niet meer dat ik mq een geheelen
Avond in een hoek moest vervelen,
hy hat dochs, gjin Warkumer fen
geboarte, him dêr foarspand en
dat docht my goed om de saek
ünder de oandacht fen it Lansbestjür
to bringen en sadwaende finantieele
stype witen to krijen, sadat de „re
stauratie” ta in goed ein brocht
wirde koe.
Nou jowe üs lansljue faken net gau
üting oan hjar gefoel for in moai
stribjen, bang as hja dan binne om
immen to priizgjen, en dan liket dat
wol. ris hwet hird, mar ik wyt wol
lit ik sizze dat ik de Borgemaster
seis net fen oansjen ken dat ek
oaren it met my iens binne, as ik
hjir in wird fen „waardeering” üt-
sprek tsjinoer in foaroan steand man
yn ’e gemeinte for datjinge hwat hy
dien hat om dit monement, üs Waech,
for undergong to biwarjen.
Dat de neiteam it yn eare halde
mei
IN ALD WARKUMER.
Sjoch Siemelink’s „Geschiedenis
van Workum”, ütjower T. Gaastra Bsn.
(ütforkoft.)
zoo als dat vroeger het geval geweest
was. Ik was tot mijne eigen verbazing
in de mode gekomenzonder twijfel
gaf de opmerkzaamheid, die men mij
schonk, mij grootere levendigheid, en
het bewustzijn, dat ik onafhankelijk
was, gaf mij grootere vrijmoedigheid
en zelfvertrouwen.
Een weinig later trad de heer Reich
mann de danszaal binnenhij was
alleen. Ik had gaarne willen weten,
of de erfgenaam met hem gekomen
was, want ik was zeer nieuwsgierig
naar hem. De heer Reichmann kwam
gedurende een pauze naar mij toe,
en verzocht mij te zingen. Ik was
juist in het midden van het oude be
kende lied: Wenn die Schwalben
heimwarts ziehn, toen ik gevoelde
dat mij iemand strak aankeek, een
gevoel dat, mij vooral, bizonder onaan
genaam was. Ik was derhalve blijde,
toen het lied uit was, en ik op kon
zien om de tooverkracht van dien
blik te doen ophouden. Toen ontmoette
mijn oog den straal van een donkeren,
fonkelenden blik, die echter, zooals
ik nog juist tijd had om op te merken,
door eene traan verduisterd was. De
toen ik hem aanzag. Welk een heer
lijke belooning voor mijn gezang!
dacht ik bij mij zelve.
De dans 'begon weder, en kort daar
op trad mevrouw Reichmann in de
kamer, aan den arm van een slanken,
schoonen jongeling, den bezitter van
de schitterende oogen, die ik had op
gemerkt. Thans echter fonkelde zijn
oog helder, terwijl hij bereidwillig
naar den woordenvloed van mevrouw
Reichmann luisterde. Zij gingen juist
mijne zitplaats voorbij, toen een knecht
binnentrad en mevrouw Reichmann
verzocht even buiten de kamer te
xomen.
O, Louize, zeide zij, dit is de heer
Goedhart; wees zoo goed hem te on
derhouden totdat ik terug kom.
Na deze inderdaad weinig ceremo-
nieele voorstelling ging zij heen. De
heer Goedhart ging bevallig zitten en
vertelde mij zeer gemoedelijk dat hij
zich gaarne met mij onderhouden wil
de. Ik gevoelde mij verlegen, en had
alles ter wereld gegeven, indien ik
de bedaardheid van mijn buurman
bezeten hadik wist niet wat te zeg
gen. Gelukkig kwam de jongeling mij
te hulp.
U heeft zoo even gezongen, niet
bij. Ik knikte toestem-
ieb ik aan u een groot
De heer Goedhart, de" erfgenaam, genoegen te danken, vervolgde hij, en
prees verder in een goed aangebracht
jompliment zoowel mijn zang als het
ied. Dit lied, zeide hij verder, wekt
heele aangename herinneringen bij
mij op. Bovendien bemin ik de muziek
mét al de kracht mijner ziel. Het doet
mij genoegen hier medegevoel te vin
den. Daarop was ik niet voorbereid.
ft
TDt
An
die
en
in
uiti
hij
ver
hac
hij
sch
vo<
toe
i
gel
te
ge<
spc
de
bo
1
tw
•4