FRISO
van Zaterdag 13 Sept. 1924
Tweede Blad
Inwijding der gerestaureerde Openbare
School te Workum,
if
r.
en
oi’
nd
et
is
>n-
et
ie
m
d-
m
ië
!-
)-
.1
a
a
a
:o-
oo
in
ar
>ij
le
or
al
ae-
ot-
*g-
nd
>p-
kfe
eg
De
en
al,
ik.
on
?.n
sk,
en
er
m-
rd
er
in herinnering, wanneer de schoolcom
missie binnen kwam met haar ge
schenken van vlijt en goed gedrag,
als potlooden, sponsdoozen, messen
(soms wel wat bot 1), waarbij de mees
ters met ons dachten te pronken, doch
wij zeer bedeesd waren, zeer tot on
genoegen der meesters.
Soms kwam een nog hooger perso
nage, de schoolopziener, voor wien al
onze parate kennis moest worden ge-
etaleerd en waarbij wij ook zeer be
deesd waren. Zoo gaat het spreker
ook nu, waar hij al die vreemde en
ernstige gezichten van verschillende
autoriteiten om zich heen ziet. Hij is
beschroomd, om alles te zeggen, wat
hem op het hart ligt, want zoowel van
het oude als het nieuwe zou veel te
zeggen zijn. Hij zou in conflict
komen met vórige sprekers, die
zich hier thans thuis gevoelen, doch
voor hem is hier thans veel van het
oude voorbij- en verloren gegaan.
Wel zag hij weer de plaat met de
worst in de braadpan, maar toch staat
hij ook weer voor tal van vreemde
dingen en gevoelt hij de waarheid
van de woorden van een Duitschen
dichter, die hij citeert. Wel heeft hier
een groote verandering plaats gehad,
de oude glorie is voorbij, doch de oude
school is uit haar assche verrezen
en daarom willen wij ons verheu;
en blijde zijn ter wille van
het EvangeliewoordHet is zaliger
te
uit. Voor een zeer groot deel zal het
van jullie afhangen of de school er
netjes blijft uitzien. Toont, dat ge een
flink gebouw waard zijt. Laten de
groote jongens en meisjes de kleinere
in alles een goed voorbeeld geven en
moge ook de Vereenigde Burger
school er toe bijdragen, dat uit Wor-
kum’s jeugd velé nuttige leden voor de
maatschappij voortkomen.
Thans Dames en Heeren verklaar ik
de nieuwe school geopend.
Een daverend applaus begroette
deze sympathieke woorden.
Daarna werd het woord gegeven
aan den Inspecteur, den heer Dam,
die zijn dank betuigt voor de ontvan
gen uitnoodiging en waarbij hij geen
oegenblik heeft geaarzeld, deze aan
te nemen, ofschoon het hem spijt, hier
niet iets langer tegenwoordig te kun
nen zijn. Deze opening is voor hem
een oorzaak van vreugde, want bij
de geuite klachten van den Burge
meester, zou hij de zijne kunnen voe
gen, omdat hij zich vaak heeft geër
gerd, dat deze school er zoo uitzag.
Echter nu de andere scholen te dezer
plaatse zoo goed in orde zijn gebracht,
heeft ook deze een goede beurt ge
had. Evenwel hebben bij den verbouw
onderwijzers en leerlingen zich moe
ten schikken, maar gedachtig aan het
„hoop doet leven” hebben zij bij de
dreunende mokerslagen toch hun best
gedaan, zich bij die veranderde toe
standen aan te passen, terwijl hij
mag vertrouwendat ook ieder in
dit nieuwe gebouw zijn best zal doen.
Gedachtig aan het vroeger zoo ha-
velooze en vervelooze gebouw, valt
het niet mee om alles netjes te hou
den, doch nu is de aanblik geheel
anders en dienen de Kinderen ook
hun best te doen bij voortduring mu
ren, banken enz netjes te houden.
Echter over één stel banken moet Spr.
nog zijn afkeuring uitspreken, terwijl
hij ook nog een opmerking meende
te moeten maken over de karige ver
siering der wanden, maar naar hij
gehoord heeft, zijn de daarvoor be-
noodigde platen nog in de maak.
Hij hoopt, dat deze dag en de
ze opening ook aan de ouders
iets heeft te zeggen, die hij hier in
zoogrooten getale aanwezig ziet en het
geen hem groot genoegen doet.
Vroeger werd, niet alleen hier, wel
eens een klacht geuit, dat de ouders
zich niet genoeg het belang van het
onderwijs aantrokken, doch dat is op
dit oogenblik hier niet het geval,
waardoor den onderwijzers een hart
onder den riem wordt gestoken. Hij
hoopt, dat die belangstelling nog moge
vermeerderen en blijven, omdat dit
van zoo grooten invloed kan zijn op
des onderwijzers werk, waarom hij
hoopt, dat dit bij vernieuwing en
voortduring het geval mag zijn. De
omgeving heeft alom een ontzaggelij
ken invloed op den mensch en waar
hier nu alles keurig in orde is, de
belangstelling is gebleken van Ge
meentebestuur en ouders, daar zal
dit alles den onderwijzers eiken dag
bezielen met moed en vertrouwen.
Spreker behoeft nu in het vervolg
niet meer met loome schreden naar
hier te komen, waar al het „onhei-
mische” is verdwenen, wat hem zoo
vaak tegen de borst heeft gestuit, waar
de andere scholen zoo mooi waren,
doch nu is alles in Workum in orde.
Het zonnelicht kan nu in de school
komen, dat is hygiënisch prachtig,
noodig, dat de zón in de school komt,
in dit verband wijzende op de „Jeugd
herinneringen” van den opvoedkun
dige Jan Ligthart. Het kind moet niet
alleen gevoelen dat de zon in de
school schijnt, maar ook in het hart, en bloeie onze oude openbare’schooit
Het moet gevoelen, dat daar een band
van liefde wordt gekweekt, dat daar
invloed wordt geoefend op de opvoe
ding van de jeugd, opdat zij later met
genoegen kan terugdenken aan de
uren, in de school doorgebracht. Dat
zal van onnoemelijk grooten invloed
zijn op hun volgend leven en hen lust
en liefde geven voor den arbeid, die
hen in latere levensjaren wacht.
Een welverdiende instemming
oogstte ook deze spreker met zijn
schoone woorden, waarvoor de Burge
meester hem ook nog dank bracht,
terwijl deze nog kon mededeelen dat
bij de begrooting voor 1925 op ver
nieuwing der banken werd gerekend.
De kinderen zongen vervolgens nog
een liedje, gewijd aan de verdraag
zaamheid, waarvan het vierde couplet
luidde
Partijschap houd’ men verre
Van 't pad, dat ’t kind moet gaan.
Verdraagzaamheid de sterre,
Die ’t leidt langs levens baan.
Scheidt ons niet van elkander,
Verhindert ’t saam gaan niet
Wij minnen d' een den ander,
Omdat het God gebiedt!
Daarna werd aan de genoodigden
de eerewijn aangeboden.
Vervolgens sprak ds J. IJntema,
Doopsgezinde predikant teOudebildt-
zijl namens de oud-leerlingen, die in een
mooie en gevoelvolle, soms met tintelen
den humor doorweven rede, getuige
nis aflegde van den dank, die de oud-
leerlingen op een dag als deze bezielde.
Namens hen te mogen spreken was
een reden van erkentelijkheid, doch
met eenigen schroom door hem aan
vaard, een zinsnede voor hem meer
dan een rethorische zinswending. Hij
gevoelt in zich iets van de bedeesd-
heid van den schoolleer ling enonwil-
De school ziet er thans behoorlijk lekeurig komen hem zijn schooljaren
hier doen vertegenwoordigen, wordt
ten zeerste op prijs gesteld evenals
de aanwezigheid der pers.
Het is mij een voorrecht en een ge
noegen namens het gemeentebestuur
van Workum de Vereenigde Burger
school te mogen heropenen.
Het doet er niet toe of men Voor-
of Tegenstander van openbaar onder
wijs is men moet erkennen dat het
een feit is dat het openbaar lager
onderwijs een zorg is niet alleen van
de landelijke doch ook van de plaat
selijke overheid.
Ook de gemeentebesturen hebben dus
een roeping tegenover het openbaar
onderwijs en hiertoe behoort zeer ze
ker de plicht te zorgen voor behoor
lijke d. i. m. i. eenvoudige net ingerich
te, voor lucht en licht toegankelijke
lokaliteiten, voorzien van goede
schoolmeubelen en leermiddelen.
De Vereenigde Burgerschool ge
sticht in 1882, voldeed reeds lang niet
meer aan matige eischen en de klach-
I ten dienaangaande van het personeel
’■en de ouders der kinderen waren niet
ongegrond.
Behalve allerlei kleinere gebreken
waren de onhygiënisch ingerichte
privaten, die rechtstreeks in verbin
ding met de lokalen stonden, de slechte
toestand van het dak en de goten, waar
door men dikwijls met lekkages had
te kampen, de plaatsing der ramen op
het Noorden, tengevolge waarvan het
onontbeerlijke zonnelicht zorgvuldig
uit de lokalen werd geweerd, oorzaak,
dat het dagelijksch bestuur meende,
dat het temeer nu bijzondere scholen
op gemeentekosten in goeden staat
zijn gebracht, onverantwoordelijk zou
zijn, den slechten toestand waarin de
O. L. S. reeds te lang verkeerde, te
doen bestendigen.
Na overleg met het hoofd der school
werden met den heer Inspecteur de
I Vries de verbouwingsplannen bespro-
’•ken en ter vaststelling aangeboden
aan den gemeenteraad, die de voor
gestelde restauratie goedkeurde.
Met spoed werd nu de uitvoering
der plannen ter hand genomen en
getracht in ’t belang van het onder-
I wijs de verbouwing in zoo kort moge-
lijken tijd te doen plaats hebben.
Een regeling werd daarbij getroffen
dat het onderwijs zooveel mogelijk kon
blijven doorgaan.
Allen hebben op loffelijke wijze
medegewerkt, zoowel aannemers en
architect, als het personeel der school.
Dat er wel eens met onvoorziene
lastige omstandigheden viel te rekenen
en er heel wat geschikt en geplooid
moest worden, terwijl zelfs de trommel
vliezen van personeel en leerlingen
het wel eens hard hadden te verant
woorden, de heer Oosten heeft mij
daarvan menig staaltje verteld en hij
zou met het verhalen van alle weder-
warigheden misschien wel een ouder
avond kunnen vullen.
Doch, hoe het ook zij, alle leed is
thans geleden, en wij bevinden ons
in een school die zich mag laten zien.
Wars van luxe munt het ge
bouw uit door degelijken een
voud waarin de kinderen en het
personeel zich thuis kunnen ge
voelen, wat het onderwijs ten goede
zal komen. Welk een verschil met
het oude Is het nog noodig u daarop
te wijzen?
Neen immers, ieder ziet het, en ook
dat er uitstekend werk geleverd is.
Er is gemaakt van de Vereenigde
Burgerschool wat er van te maken v.
was. De keurige gymnastiekzaal, maar. in, figuurlijken zin is het ook
die, dankzij vooral de heeren Zeijlstra, J 1 11
Oosterhoflf en Van der Meulen thans
een feestelijk aanzien heeft, zal ver
moedelijk in eene bestaande behoefte
voorzien.
Naast onzen gemeente-architect
komt ongetwijfeld een woord van
waardeering toe aan de aannemers, den
directeur van het gas- en electro-
bedrijf en alle andere personen, die
er op eenigerlei wijze toe hebben
medegewerkt dat de school is gewor
den zooals wij haar thans kunnen
aanschouwen.
De gemeente kan zich feliciteeren
bij de ingebruikneming van het ge
restaureerde schoolgebouween eere-
schuld is betaald gewordenOok u,
Hoofd der school met degenen die u
I in uwe mooie, doch niet gemakkelijke
’onderwijstaak bijstaan, wil ik mijne
gelukwenschen op dezen dag aan
bieden. Meermalen heb ik in uwe
school lessen bijgewoond, en ik heb
den indruk gekregen dat het geven
van onderwijs door u en uw personeel
met ernst geschiedt, doch het kan niet
anders of een niet behoorlijk inge
richte school werkt min of meer ver
lammend, zoowel op ’t personeel als
op de leerlingen.
Het is dan ook voor u een dag van
beteekenis, nu gij voor uw arbeid een
gebouw hebt ontvangen waar geniet
alleen met opgewektheid en lust moet
werkzaam zijn, doch waar ge ’t ook
kunt.
Dat eveneens de ouders der kinde
ren niet ongevoelig zijn voor de ge
moderniseerde school is dunkt mij
een vanzelfsheid en gij jongens
en meisjes der Vereenigde Burger
school, mij dunkt, ge zult in dit nieuwe
gebouw nog meer dan in het oude
- ---- uw best doen en steeds trachten meester
deze plaats een „Hartelijk welkom” en juffrouw, die toch in alles jullie
tn» rnAnan in u ui welzijn op het oog hebben, te verblijden,
door flink de opgegeven lessen te leeren
waardoor het later mogelijk wordt
een goede positie in de maatschappij
te krijgen.
igen
onder
wijzers en leerlingen, gedachtig aan
geven dan te ontvangen
Wij, als oud-leerlingen, hebben hier
I veel ontvangen en dankbaar willen
wij terug denken aan vele gehoorde
I verhalen, gezongen liedjes, het trek
ken van rechte en kromme lijnen,
Ihet drogen van bloemen en planten
enz. Dankbaar zijn wij, voor hetgeen
I ons is meegegeven op ons verder
[levenspad, voor ons later leven, voor
verstand en hart beide, ter aankwee-
king van deugden en vorming van
karakter, wat is ontvangen voor ver-
stand en gemoed. In dank daarvoor
geven wij thans dit feest, maar daar
mede tevens onze getuigenis van onze
liefde voor onze oude openbare school.
En een stille hulde en eerbiedigen
groet brengen wij op dit oogenblik
|aan onze onderwijzers, die van ons
[zijn heengegaan! Dat zij rusten in
Alleen meester de Wit is nog hier
en dien wil hij danken voor de lessen,
[ontvangen voor het leven. Het ga
hem verder wel en moge hij met
liefde ook eenmaal zijn taak ein
digen aan deze nieuwe school, waar
het hem eerst misschien wel wat
[vreemd zal zijn, waarvan hij de ge
breken heeft gevoeld eertijds, doch
waarvan hij thans de gemakken beter
zal kunnen waardeeren. Naast hem,
wenscht hij ook het verdere personeel
geluk met dezen dag en hoopt, dat zij
met opgewektheid en liefde hun taak
verder mogen vervullen. Maar ook de
ouders hebben iets te geven, n.l. hun
liefde en belangstelling voor de school.
Staande aan een nieuw begin, dienen
zij het oude personeel te steunen, op
dat een tijdperk van nieuwen bloei
|moge aanvangen.
En gij, leerlingen, hebt thans een
school, mooier en beter dan wij ooit
hebben gehad. Dat gij hier moogt
vinden, wat vroeger ons deel is ge
worden een fundament en grondslag
voor latere ontwikkeling. Wij hebben
hier een goede, soliede, degelijke
grondslag ontvangen en wij hopen,
dat dit ook uw deel mag zijn, opdat
ge in later jaren, evenals wij thans,
zult kunnen getuigen: de jaren, inde
openbare school doorgebracht, zullen
wij nooit vergeten en daarom aan haar
ons hart verpandLang leve, groeie
Driewerf heil haar
Een dankbaar applaus verwierf ook
deze met enthusiasme uitgespro
ken belangwekkende rede.
De heer B. IJ. Wielinga betuigt
daarna, namens de commissie tot we
ring van schoolverzuim, zijn dank
voor de ontvangen uitnoodiging en
erkent, dat deze verbetering, waaraan
die van de bijzondere scholen vooraf
ging, meer dan dringend noodzakelijk
mocht worden genoemd, waarom men
er zich over mag verblijden, dat de
Gemeente ten slotte niet heeft geaar
zeld, verbetering aan te brengen. Im
mers de toestand van gebouwen en
leermiddelen is van grooten. invloed
op het onderwijs en persoonlijk heeft
spreker ervaring van den toestand in
dezen van voor 40 jaar, toen er zooveel
op dat punt ontbrak. Kwamen van
die slecht ingerichte scholen dan geen
flinke leerlingen O, zeker, doch
alleen met de besten werd iets be
reikt, maar met de middelmatigen en
anderen niet. Die toestanden zijn nu
gelukkig opgeruimd, en dat is ook
een reden van blijdschap voor de
commissie.
Spreker richt verder een felicitatie
tot de ouders van de leerlingen der
openbare school en tot de onderwijzers,
hopende, dat alles mag strekken tot
een mooie concurrentie tusschen
openbare en bijzondere school, strek
ken tot heil van de geheele jeugd.
Ook deze woorden werden met in
stemming aangehoord.
De kinderen vertolkten daarop in
een liedje nog eens hun dankbaarheid,
die zij beloofden te toonen in getrouw
schoolbezoek, goed gedrag en vlijt,
opdat „al wat edel is, rein, schoon en
goed, weerklank moge vinden in het
kindergemoed.”
De heer J. E. Muller spreekt daar-
op namens de Oudercommissie der
openbare school en wijst er op, bij
het binnentreden dezer school, onwil
lekeurig te zijn herinnerd aan eigen
jeugd en de groote verandering, die
op onderwijsgebied heeft plaats ge
had. En wat dit schoolgebouw betreft
hij heeft het meermalen met medelij
den aangezien, doch thans is veel
veranderd, hetgeen alle toejuiching
verdient en zal het openbaar onder
wijs opnieuw zijne krachten kunnen
ontplooien. Zich tot de leerlingen
richtende, wijst hij dezen er op, dat
de ouderen van vroeger veel hebben
gemist, hetgeen door hen later is be
treurd, doch laten zij thans naar zich
toehalen wat zij kunnen, gedurende
den korten tijd, 'die zij ter schoolgaan,
om daarmee hun eigen belang in hun
later leven te dienen. Als tolk der
ouders, dankt hij het Gemeentebestuur
voor de prachtige en royale manier
waarop de restauratie is uitgevoerd,
waardoor de openbare school nu niet
meer bij de bijzondere scholen be
hoeft achter te staan en het meerma
len uitgesproken vermoeden is opge
heven, dat de bijzondere scholen wer
den bevoorrecht.
Ook deze spreker ontving den bij
val der aanwezigen voor zijne gespro
ken woorden.
Eindelijk wordt het slotwoord ge
sproken door den heer Oosten, hoofd
der school, met eenige schroom, zoo
als hij zegt, doch dat voor hem geen
rethorische zinswending is. Hij zal
weinig nieuws weten te zeggen, doch
zijn dankbaarheid uitspreken voor de
gesproken woorden van erkentelijk
heid en verheugenis.
Afgezien van de ministerieele va-
cantie-surprise, wil hij toch opmer
ken dat het onderwijs een zorg is en
een object van bezuiniging bij de Re-
geering en dientengevolge moeielijke
tijden voor het onderwijs zijn aan
gebroken. Maar niettegenstaande die
somber lijkende toekomst, wil hij toch
een woord van optimisme spreken.
Hij voor zich gelooft, dat het onder
wijs na de tegenwoordige malaise,
zal staan in het teeken van een ver
hoogde belangstelling van het geheele
volk en dat het openbaar onderwijs
weer zal opbloeien. Dat is ook het
moment van dit oogenblikHij brengt
verder dank aan allen, die aan het
feit van dezen dag hebben mede
gewerkt. Aan den Gemeenteraad, aan
B. en W. en vooral aan den Burge
meester, die aan vele geuite wenschen
is tegemoet gekomen, en aan dezen
dag zulk een prijzenswaardig cachet
heeft gegeven. Verder aan den In
specteur, die ook dit oogenblik heeft
meegemaakt van de herdenking der
restauratie der school, maar voor het
openbaar onderwijs van groote waarde.
Een mooi resultaat van de tot stand
gekomen pacificatie, de vrucht van
den arbeid van mannen als de Sa-
vornin Lohman en dr. Bos, een mooi
gebouw, gegeven door een uiterst
rechtschen Raad. Zijn dank aan de
feest-commissie hoopt hij nog uit te
kunnen spreken op een andere plaats.
Tot de kinderen heeft hij gezegd,
dat zij wel niet veel zouden begrijpen,
van wat hier bij deze gelegenheid
zou worden gesproken, doch thans
wil hij tot hun zeggen, dat waar de
school nu zooveel mooier, luchtiger
en zonniger is geworden, ook de
woorden, hier gesproken, weerklank
mogen vinden in hun hart. Toont in
het vervolg je dank, door in school
flink aan te pakken, door goede ma
nieren, zoowel daar binnen als daar
buiten, dan geeft ge blijk deze zaak
te begrijpen en zult ge toonen te
waardeeren, wat door anderen voor
u is gedaan.
Dank brengt spreker nog aan ar
chitect en aannemers, tengevolge wier
medewerking nog verschillende klei
ne venschen zijn vervuld, niettegen
staande soms nóg kleine hinderpalen
moesten worden opgeruimd, dank
nogmaals aan alle autoriteiten. Ten
slotte dank aan alle voorstanders van
openbaar onderwijs. En al moge thans
de zaak van het onderwijs wel eenigs-
zins in de schaduw staan, de gevel
is thans gezwaaid en het onontbeer
lijke zonnelicht kan toetreden, maar
laten nu ook allen de schouders er
onder zetten, om het onderwijs te
plaatsen in het volle licht.
Op deze woorden volgde een dave
rend applaus.
Het officieele gedeelte van den dag
was hiermede geëindigd, waarna de
kinderen naar hunne respectieve lo
kalen terugkeerden, alwaar ze wer
den getrakteerd op een versnapering
en hun een mooie foto in lijst werd
uitgereikt, waarop alle leerlingen
voorkwamen, waarna de genoodigcb
nog even op de gevoelige plaat wer
den vereeuwigd, doch waarbij door
den fotograaf de onherstelbare fout
werd begaan den Voorzitter van het
feest-commité, te vergeten en vervol
gens allen in de gelegenheid werden
gesteld het gerestaureerde schoolge
bouw te bezichtigen.
Des namiddags kwamen de kinde
ren op het onmiddellijk achter de
school gelegen feestterrein samen,
met de meeste welwillendheid daar
toe afgestaan door den heer W. van
de Lageweg en voor wiens mede
werking hem in het openbaar wel een
woord van dank mag worden gebracht,
om daar te profiteeren van een mooi
schoolfeest, hun door de oud-leerlingen
aangeboden, die op een milde wijze
van hunne goede gezindheid in klin
kende munt hadden doen blijken. Het
omgeving” en hst gebouw zelve, beter
tot zyn recht zal doen komen, terwijl
de kinderen een veilige speelplaats
kunnen krijgen, die nu op de open
bare straat met zijn toenemend auto
verkeer, wel wat te wenschen overlaat.
En nu is het een niet te ontkennen
sympathieke gedachte van de oud-
lêerlingen geweest, deze belangrijke
gebeurtenis voor de tegenwoordige
leerlingen vast te leggen in het aan
bieden van een schoolfeest bij de in
gebruikneming der gerestaureerde
school. Eene commissie ter plaatse,
wendde zich tot alle oud-leerlingen,
zoowel in als buiten de stad, om
financieelen steun en hun oproep
werd met gunstigen uitslag be
kroond. Daarbij mochten zij ook de
zeer te waardeeren en volkomen
medewerking van het Bestuur der
Gemeente ervaren, waarbij vooral de
Burgemeester de groote stuwkracht
is gebleken te zijn geweest, om bij de
officieele opening alles een degelijk
cachet te geven.
In het mooie, ruime en door zijn
bouw en kleuren weldadig aandoende
gymnastiek-lokaal kwamen Woensdag
3' September, ’s morgens te 9!/4 uur,
tal van genoodigden bijeen. Met den
Burgemeester waren tegenwoordig de
beide Wethouders en de Secretaris en
nog 6 Raadsleden, de Inspecteur van
het onderwijs, de heer Dam, de com
missie van toezicht op het lager onder
wijs, de commissie tot wering van
schoolverzuim, het bestuur van de
afd. „Volksonderwijs”, de ouder-com-
missie, de commissie van oud-leer
lingen, alle schoolkinderen en tal van
ouders of verzorgers, benevens voor
standers van openbaar onderwijs.
Nadat door de kinderen een feest
lied was aangeheven, waarin werd
uitgedrukt dat het frank en vrij en
vroom en vroed steeds het parool der
openbare school mocht blijven, nam
de Burgemeester het woord en sprak
het volgende:
Geachte aanwezigen.
Zoo is dan de tijd aangebroken,
waarop de gerestaureerde openbare
lagere school dezer gemeente in ge
bruik zal worden genomen en is het
m. i. alleszins gepast bij deze gelegen
heid een kort openingswoord te spre
ken.
Ik wil beginnen_met U allen van
toe te‘roepen, in ’t bijzonder de heer
Inspecteur Dam, die ons de eer aan
doet deze plechtigheid bij te wonen.
Dat de verschillende door het da-
gelijksch bestuur dezer gemeente uit-
genoodigde colleges en personen zich
Gesticht 1882, verbouwd 1924, zoo
staat gegrift op een steen, aangebracht
in den muur der openbare school en
zal deze heugelijke gebeurtenis voor
het nageslacht worden bewaard, en is,
zooals de Burgemeester het zoo juist
uitdrukte, een eereschuld betaald ge
worden. De andere, 3 bijzondere,
scholen waren toch bereids in uitste
kende conditie gebracht, waarmede
de openbare school in den laatsten tijd
een schrille tegenstelling vormde,
zoodat het woord „schoolpaleis“,
vroeger meermalen op de openbare
school toegepast in tegenstelling met
de gebouwen der bijzondere scholen,
en niet zonder reden vaak, thans niet
alleen hier, maar overal elders, bijna
in tegengestelden zin kan worden ge
bruikt. Tengevolge dien verwaarloos
den toestand viel het de meerderheid
van den Raad vaak gemakkelijk, de
lokalen der openbare school meerma
len voor doeleinden te bestemmen,
geheel buiten het onderwijs gelegen,
zoodat de Burgemeester eenmaal niet
ten onrechte heeft kunnen zeggen, dat
de openbare school langzamerhand
een „toevluchtsoord voor dakloozen”
dreigde te worden. Thans is aan dit
alles een einde gekomen en zou
het wenschelijk zijn, dat geen nieuwe
stap op denzelfden weg mocht
worden gezet. Echter, de onverzoen
lijkheid van zeker C. H. Raadslid,
zelf oud-leerling der openbare school,
ten opzichte van het openbaar onder
wijs en zijne reeds in het publiek
daaromtrent gemaakte opmerkingen,
stemmen ons niet gerust, doch blijkt
zyn stem in dezen die van een roe
pende in de woestijn te zijn geweest.
Een zeer belangrijke verbetering is
ontegenzeggelijk met deze verbouwing
tot stand gebracht. De school is als
het ware gezwaaid en thans met de
ramen geheel naar het Zuiden gekeerd,
zoodat de zon, in tegenstelling met
vroeger, vrijen toegang heeft. Over
de geheele lengte is een breedere
toegangsweg naar de verschillende
lokalen verkregen. De privaten, vroe
ger eene bespotting van alle hygiëne,
zjjn thans op het noorden aangebracht
en staan niet meer in directe ver
binding met de lokalen. Nu nog in
niet ver verwijderde toekomst het
oude schoolhuis geamoveerd, waartoe
de Raad feitelijk reeds sedert lang
heeft besloten en er zal eene situatie
worden geschapen, die de geheele
gebouw zelve, beter
doen komen, terwijl
verkeer, wel wat te wenschen overlaat.
I
I
I
5
i
5
3
3
L
L
I
L
3-
n
•r
im
jal
er,
en
rd.
ne
;er
B
1
3U
it
u
it
i
kunnen krijgen, die nu op‘ de‘open