FRISO van Zaterdag 13 Sept. 1924 Tweede Blad Inwijding der gerestaureerde Openbare School te Workum, if r. en oi’ nd et is >n- et ie m d- m ië !- )- .1 a a a :o- oo in ar >ij le or al ae- ot- *g- nd >p- kfe eg De en al, ik. on ?.n sk, en er m- rd er in herinnering, wanneer de schoolcom missie binnen kwam met haar ge schenken van vlijt en goed gedrag, als potlooden, sponsdoozen, messen (soms wel wat bot 1), waarbij de mees ters met ons dachten te pronken, doch wij zeer bedeesd waren, zeer tot on genoegen der meesters. Soms kwam een nog hooger perso nage, de schoolopziener, voor wien al onze parate kennis moest worden ge- etaleerd en waarbij wij ook zeer be deesd waren. Zoo gaat het spreker ook nu, waar hij al die vreemde en ernstige gezichten van verschillende autoriteiten om zich heen ziet. Hij is beschroomd, om alles te zeggen, wat hem op het hart ligt, want zoowel van het oude als het nieuwe zou veel te zeggen zijn. Hij zou in conflict komen met vórige sprekers, die zich hier thans thuis gevoelen, doch voor hem is hier thans veel van het oude voorbij- en verloren gegaan. Wel zag hij weer de plaat met de worst in de braadpan, maar toch staat hij ook weer voor tal van vreemde dingen en gevoelt hij de waarheid van de woorden van een Duitschen dichter, die hij citeert. Wel heeft hier een groote verandering plaats gehad, de oude glorie is voorbij, doch de oude school is uit haar assche verrezen en daarom willen wij ons verheu; en blijde zijn ter wille van het EvangeliewoordHet is zaliger te uit. Voor een zeer groot deel zal het van jullie afhangen of de school er netjes blijft uitzien. Toont, dat ge een flink gebouw waard zijt. Laten de groote jongens en meisjes de kleinere in alles een goed voorbeeld geven en moge ook de Vereenigde Burger school er toe bijdragen, dat uit Wor- kum’s jeugd velé nuttige leden voor de maatschappij voortkomen. Thans Dames en Heeren verklaar ik de nieuwe school geopend. Een daverend applaus begroette deze sympathieke woorden. Daarna werd het woord gegeven aan den Inspecteur, den heer Dam, die zijn dank betuigt voor de ontvan gen uitnoodiging en waarbij hij geen oegenblik heeft geaarzeld, deze aan te nemen, ofschoon het hem spijt, hier niet iets langer tegenwoordig te kun nen zijn. Deze opening is voor hem een oorzaak van vreugde, want bij de geuite klachten van den Burge meester, zou hij de zijne kunnen voe gen, omdat hij zich vaak heeft geër gerd, dat deze school er zoo uitzag. Echter nu de andere scholen te dezer plaatse zoo goed in orde zijn gebracht, heeft ook deze een goede beurt ge had. Evenwel hebben bij den verbouw onderwijzers en leerlingen zich moe ten schikken, maar gedachtig aan het „hoop doet leven” hebben zij bij de dreunende mokerslagen toch hun best gedaan, zich bij die veranderde toe standen aan te passen, terwijl hij mag vertrouwendat ook ieder in dit nieuwe gebouw zijn best zal doen. Gedachtig aan het vroeger zoo ha- velooze en vervelooze gebouw, valt het niet mee om alles netjes te hou den, doch nu is de aanblik geheel anders en dienen de Kinderen ook hun best te doen bij voortduring mu ren, banken enz netjes te houden. Echter over één stel banken moet Spr. nog zijn afkeuring uitspreken, terwijl hij ook nog een opmerking meende te moeten maken over de karige ver siering der wanden, maar naar hij gehoord heeft, zijn de daarvoor be- noodigde platen nog in de maak. Hij hoopt, dat deze dag en de ze opening ook aan de ouders iets heeft te zeggen, die hij hier in zoogrooten getale aanwezig ziet en het geen hem groot genoegen doet. Vroeger werd, niet alleen hier, wel eens een klacht geuit, dat de ouders zich niet genoeg het belang van het onderwijs aantrokken, doch dat is op dit oogenblik hier niet het geval, waardoor den onderwijzers een hart onder den riem wordt gestoken. Hij hoopt, dat die belangstelling nog moge vermeerderen en blijven, omdat dit van zoo grooten invloed kan zijn op des onderwijzers werk, waarom hij hoopt, dat dit bij vernieuwing en voortduring het geval mag zijn. De omgeving heeft alom een ontzaggelij ken invloed op den mensch en waar hier nu alles keurig in orde is, de belangstelling is gebleken van Ge meentebestuur en ouders, daar zal dit alles den onderwijzers eiken dag bezielen met moed en vertrouwen. Spreker behoeft nu in het vervolg niet meer met loome schreden naar hier te komen, waar al het „onhei- mische” is verdwenen, wat hem zoo vaak tegen de borst heeft gestuit, waar de andere scholen zoo mooi waren, doch nu is alles in Workum in orde. Het zonnelicht kan nu in de school komen, dat is hygiënisch prachtig, noodig, dat de zón in de school komt, in dit verband wijzende op de „Jeugd herinneringen” van den opvoedkun dige Jan Ligthart. Het kind moet niet alleen gevoelen dat de zon in de school schijnt, maar ook in het hart, en bloeie onze oude openbare’schooit Het moet gevoelen, dat daar een band van liefde wordt gekweekt, dat daar invloed wordt geoefend op de opvoe ding van de jeugd, opdat zij later met genoegen kan terugdenken aan de uren, in de school doorgebracht. Dat zal van onnoemelijk grooten invloed zijn op hun volgend leven en hen lust en liefde geven voor den arbeid, die hen in latere levensjaren wacht. Een welverdiende instemming oogstte ook deze spreker met zijn schoone woorden, waarvoor de Burge meester hem ook nog dank bracht, terwijl deze nog kon mededeelen dat bij de begrooting voor 1925 op ver nieuwing der banken werd gerekend. De kinderen zongen vervolgens nog een liedje, gewijd aan de verdraag zaamheid, waarvan het vierde couplet luidde Partijschap houd’ men verre Van 't pad, dat ’t kind moet gaan. Verdraagzaamheid de sterre, Die ’t leidt langs levens baan. Scheidt ons niet van elkander, Verhindert ’t saam gaan niet Wij minnen d' een den ander, Omdat het God gebiedt! Daarna werd aan de genoodigden de eerewijn aangeboden. Vervolgens sprak ds J. IJntema, Doopsgezinde predikant teOudebildt- zijl namens de oud-leerlingen, die in een mooie en gevoelvolle, soms met tintelen den humor doorweven rede, getuige nis aflegde van den dank, die de oud- leerlingen op een dag als deze bezielde. Namens hen te mogen spreken was een reden van erkentelijkheid, doch met eenigen schroom door hem aan vaard, een zinsnede voor hem meer dan een rethorische zinswending. Hij gevoelt in zich iets van de bedeesd- heid van den schoolleer ling enonwil- De school ziet er thans behoorlijk lekeurig komen hem zijn schooljaren hier doen vertegenwoordigen, wordt ten zeerste op prijs gesteld evenals de aanwezigheid der pers. Het is mij een voorrecht en een ge noegen namens het gemeentebestuur van Workum de Vereenigde Burger school te mogen heropenen. Het doet er niet toe of men Voor- of Tegenstander van openbaar onder wijs is men moet erkennen dat het een feit is dat het openbaar lager onderwijs een zorg is niet alleen van de landelijke doch ook van de plaat selijke overheid. Ook de gemeentebesturen hebben dus een roeping tegenover het openbaar onderwijs en hiertoe behoort zeer ze ker de plicht te zorgen voor behoor lijke d. i. m. i. eenvoudige net ingerich te, voor lucht en licht toegankelijke lokaliteiten, voorzien van goede schoolmeubelen en leermiddelen. De Vereenigde Burgerschool ge sticht in 1882, voldeed reeds lang niet meer aan matige eischen en de klach- I ten dienaangaande van het personeel ’■en de ouders der kinderen waren niet ongegrond. Behalve allerlei kleinere gebreken waren de onhygiënisch ingerichte privaten, die rechtstreeks in verbin ding met de lokalen stonden, de slechte toestand van het dak en de goten, waar door men dikwijls met lekkages had te kampen, de plaatsing der ramen op het Noorden, tengevolge waarvan het onontbeerlijke zonnelicht zorgvuldig uit de lokalen werd geweerd, oorzaak, dat het dagelijksch bestuur meende, dat het temeer nu bijzondere scholen op gemeentekosten in goeden staat zijn gebracht, onverantwoordelijk zou zijn, den slechten toestand waarin de O. L. S. reeds te lang verkeerde, te doen bestendigen. Na overleg met het hoofd der school werden met den heer Inspecteur de I Vries de verbouwingsplannen bespro- ’•ken en ter vaststelling aangeboden aan den gemeenteraad, die de voor gestelde restauratie goedkeurde. Met spoed werd nu de uitvoering der plannen ter hand genomen en getracht in ’t belang van het onder- I wijs de verbouwing in zoo kort moge- lijken tijd te doen plaats hebben. Een regeling werd daarbij getroffen dat het onderwijs zooveel mogelijk kon blijven doorgaan. Allen hebben op loffelijke wijze medegewerkt, zoowel aannemers en architect, als het personeel der school. Dat er wel eens met onvoorziene lastige omstandigheden viel te rekenen en er heel wat geschikt en geplooid moest worden, terwijl zelfs de trommel vliezen van personeel en leerlingen het wel eens hard hadden te verant woorden, de heer Oosten heeft mij daarvan menig staaltje verteld en hij zou met het verhalen van alle weder- warigheden misschien wel een ouder avond kunnen vullen. Doch, hoe het ook zij, alle leed is thans geleden, en wij bevinden ons in een school die zich mag laten zien. Wars van luxe munt het ge bouw uit door degelijken een voud waarin de kinderen en het personeel zich thuis kunnen ge voelen, wat het onderwijs ten goede zal komen. Welk een verschil met het oude Is het nog noodig u daarop te wijzen? Neen immers, ieder ziet het, en ook dat er uitstekend werk geleverd is. Er is gemaakt van de Vereenigde Burgerschool wat er van te maken v. was. De keurige gymnastiekzaal, maar. in, figuurlijken zin is het ook die, dankzij vooral de heeren Zeijlstra, J 1 11 Oosterhoflf en Van der Meulen thans een feestelijk aanzien heeft, zal ver moedelijk in eene bestaande behoefte voorzien. Naast onzen gemeente-architect komt ongetwijfeld een woord van waardeering toe aan de aannemers, den directeur van het gas- en electro- bedrijf en alle andere personen, die er op eenigerlei wijze toe hebben medegewerkt dat de school is gewor den zooals wij haar thans kunnen aanschouwen. De gemeente kan zich feliciteeren bij de ingebruikneming van het ge restaureerde schoolgebouween eere- schuld is betaald gewordenOok u, Hoofd der school met degenen die u I in uwe mooie, doch niet gemakkelijke ’onderwijstaak bijstaan, wil ik mijne gelukwenschen op dezen dag aan bieden. Meermalen heb ik in uwe school lessen bijgewoond, en ik heb den indruk gekregen dat het geven van onderwijs door u en uw personeel met ernst geschiedt, doch het kan niet anders of een niet behoorlijk inge richte school werkt min of meer ver lammend, zoowel op ’t personeel als op de leerlingen. Het is dan ook voor u een dag van beteekenis, nu gij voor uw arbeid een gebouw hebt ontvangen waar geniet alleen met opgewektheid en lust moet werkzaam zijn, doch waar ge ’t ook kunt. Dat eveneens de ouders der kinde ren niet ongevoelig zijn voor de ge moderniseerde school is dunkt mij een vanzelfsheid en gij jongens en meisjes der Vereenigde Burger school, mij dunkt, ge zult in dit nieuwe gebouw nog meer dan in het oude - ---- uw best doen en steeds trachten meester deze plaats een „Hartelijk welkom” en juffrouw, die toch in alles jullie tn» rnAnan in u ui welzijn op het oog hebben, te verblijden, door flink de opgegeven lessen te leeren waardoor het later mogelijk wordt een goede positie in de maatschappij te krijgen. igen onder wijzers en leerlingen, gedachtig aan geven dan te ontvangen Wij, als oud-leerlingen, hebben hier I veel ontvangen en dankbaar willen wij terug denken aan vele gehoorde I verhalen, gezongen liedjes, het trek ken van rechte en kromme lijnen, Ihet drogen van bloemen en planten enz. Dankbaar zijn wij, voor hetgeen I ons is meegegeven op ons verder [levenspad, voor ons later leven, voor verstand en hart beide, ter aankwee- king van deugden en vorming van karakter, wat is ontvangen voor ver- stand en gemoed. In dank daarvoor geven wij thans dit feest, maar daar mede tevens onze getuigenis van onze liefde voor onze oude openbare school. En een stille hulde en eerbiedigen groet brengen wij op dit oogenblik |aan onze onderwijzers, die van ons [zijn heengegaan! Dat zij rusten in Alleen meester de Wit is nog hier en dien wil hij danken voor de lessen, [ontvangen voor het leven. Het ga hem verder wel en moge hij met liefde ook eenmaal zijn taak ein digen aan deze nieuwe school, waar het hem eerst misschien wel wat [vreemd zal zijn, waarvan hij de ge breken heeft gevoeld eertijds, doch waarvan hij thans de gemakken beter zal kunnen waardeeren. Naast hem, wenscht hij ook het verdere personeel geluk met dezen dag en hoopt, dat zij met opgewektheid en liefde hun taak verder mogen vervullen. Maar ook de ouders hebben iets te geven, n.l. hun liefde en belangstelling voor de school. Staande aan een nieuw begin, dienen zij het oude personeel te steunen, op dat een tijdperk van nieuwen bloei |moge aanvangen. En gij, leerlingen, hebt thans een school, mooier en beter dan wij ooit hebben gehad. Dat gij hier moogt vinden, wat vroeger ons deel is ge worden een fundament en grondslag voor latere ontwikkeling. Wij hebben hier een goede, soliede, degelijke grondslag ontvangen en wij hopen, dat dit ook uw deel mag zijn, opdat ge in later jaren, evenals wij thans, zult kunnen getuigen: de jaren, inde openbare school doorgebracht, zullen wij nooit vergeten en daarom aan haar ons hart verpandLang leve, groeie Driewerf heil haar Een dankbaar applaus verwierf ook deze met enthusiasme uitgespro ken belangwekkende rede. De heer B. IJ. Wielinga betuigt daarna, namens de commissie tot we ring van schoolverzuim, zijn dank voor de ontvangen uitnoodiging en erkent, dat deze verbetering, waaraan die van de bijzondere scholen vooraf ging, meer dan dringend noodzakelijk mocht worden genoemd, waarom men er zich over mag verblijden, dat de Gemeente ten slotte niet heeft geaar zeld, verbetering aan te brengen. Im mers de toestand van gebouwen en leermiddelen is van grooten. invloed op het onderwijs en persoonlijk heeft spreker ervaring van den toestand in dezen van voor 40 jaar, toen er zooveel op dat punt ontbrak. Kwamen van die slecht ingerichte scholen dan geen flinke leerlingen O, zeker, doch alleen met de besten werd iets be reikt, maar met de middelmatigen en anderen niet. Die toestanden zijn nu gelukkig opgeruimd, en dat is ook een reden van blijdschap voor de commissie. Spreker richt verder een felicitatie tot de ouders van de leerlingen der openbare school en tot de onderwijzers, hopende, dat alles mag strekken tot een mooie concurrentie tusschen openbare en bijzondere school, strek ken tot heil van de geheele jeugd. Ook deze woorden werden met in stemming aangehoord. De kinderen vertolkten daarop in een liedje nog eens hun dankbaarheid, die zij beloofden te toonen in getrouw schoolbezoek, goed gedrag en vlijt, opdat „al wat edel is, rein, schoon en goed, weerklank moge vinden in het kindergemoed.” De heer J. E. Muller spreekt daar- op namens de Oudercommissie der openbare school en wijst er op, bij het binnentreden dezer school, onwil lekeurig te zijn herinnerd aan eigen jeugd en de groote verandering, die op onderwijsgebied heeft plaats ge had. En wat dit schoolgebouw betreft hij heeft het meermalen met medelij den aangezien, doch thans is veel veranderd, hetgeen alle toejuiching verdient en zal het openbaar onder wijs opnieuw zijne krachten kunnen ontplooien. Zich tot de leerlingen richtende, wijst hij dezen er op, dat de ouderen van vroeger veel hebben gemist, hetgeen door hen later is be treurd, doch laten zij thans naar zich toehalen wat zij kunnen, gedurende den korten tijd, 'die zij ter schoolgaan, om daarmee hun eigen belang in hun later leven te dienen. Als tolk der ouders, dankt hij het Gemeentebestuur voor de prachtige en royale manier waarop de restauratie is uitgevoerd, waardoor de openbare school nu niet meer bij de bijzondere scholen be hoeft achter te staan en het meerma len uitgesproken vermoeden is opge heven, dat de bijzondere scholen wer den bevoorrecht. Ook deze spreker ontving den bij val der aanwezigen voor zijne gespro ken woorden. Eindelijk wordt het slotwoord ge sproken door den heer Oosten, hoofd der school, met eenige schroom, zoo als hij zegt, doch dat voor hem geen rethorische zinswending is. Hij zal weinig nieuws weten te zeggen, doch zijn dankbaarheid uitspreken voor de gesproken woorden van erkentelijk heid en verheugenis. Afgezien van de ministerieele va- cantie-surprise, wil hij toch opmer ken dat het onderwijs een zorg is en een object van bezuiniging bij de Re- geering en dientengevolge moeielijke tijden voor het onderwijs zijn aan gebroken. Maar niettegenstaande die somber lijkende toekomst, wil hij toch een woord van optimisme spreken. Hij voor zich gelooft, dat het onder wijs na de tegenwoordige malaise, zal staan in het teeken van een ver hoogde belangstelling van het geheele volk en dat het openbaar onderwijs weer zal opbloeien. Dat is ook het moment van dit oogenblikHij brengt verder dank aan allen, die aan het feit van dezen dag hebben mede gewerkt. Aan den Gemeenteraad, aan B. en W. en vooral aan den Burge meester, die aan vele geuite wenschen is tegemoet gekomen, en aan dezen dag zulk een prijzenswaardig cachet heeft gegeven. Verder aan den In specteur, die ook dit oogenblik heeft meegemaakt van de herdenking der restauratie der school, maar voor het openbaar onderwijs van groote waarde. Een mooi resultaat van de tot stand gekomen pacificatie, de vrucht van den arbeid van mannen als de Sa- vornin Lohman en dr. Bos, een mooi gebouw, gegeven door een uiterst rechtschen Raad. Zijn dank aan de feest-commissie hoopt hij nog uit te kunnen spreken op een andere plaats. Tot de kinderen heeft hij gezegd, dat zij wel niet veel zouden begrijpen, van wat hier bij deze gelegenheid zou worden gesproken, doch thans wil hij tot hun zeggen, dat waar de school nu zooveel mooier, luchtiger en zonniger is geworden, ook de woorden, hier gesproken, weerklank mogen vinden in hun hart. Toont in het vervolg je dank, door in school flink aan te pakken, door goede ma nieren, zoowel daar binnen als daar buiten, dan geeft ge blijk deze zaak te begrijpen en zult ge toonen te waardeeren, wat door anderen voor u is gedaan. Dank brengt spreker nog aan ar chitect en aannemers, tengevolge wier medewerking nog verschillende klei ne venschen zijn vervuld, niettegen staande soms nóg kleine hinderpalen moesten worden opgeruimd, dank nogmaals aan alle autoriteiten. Ten slotte dank aan alle voorstanders van openbaar onderwijs. En al moge thans de zaak van het onderwijs wel eenigs- zins in de schaduw staan, de gevel is thans gezwaaid en het onontbeer lijke zonnelicht kan toetreden, maar laten nu ook allen de schouders er onder zetten, om het onderwijs te plaatsen in het volle licht. Op deze woorden volgde een dave rend applaus. Het officieele gedeelte van den dag was hiermede geëindigd, waarna de kinderen naar hunne respectieve lo kalen terugkeerden, alwaar ze wer den getrakteerd op een versnapering en hun een mooie foto in lijst werd uitgereikt, waarop alle leerlingen voorkwamen, waarna de genoodigcb nog even op de gevoelige plaat wer den vereeuwigd, doch waarbij door den fotograaf de onherstelbare fout werd begaan den Voorzitter van het feest-commité, te vergeten en vervol gens allen in de gelegenheid werden gesteld het gerestaureerde schoolge bouw te bezichtigen. Des namiddags kwamen de kinde ren op het onmiddellijk achter de school gelegen feestterrein samen, met de meeste welwillendheid daar toe afgestaan door den heer W. van de Lageweg en voor wiens mede werking hem in het openbaar wel een woord van dank mag worden gebracht, om daar te profiteeren van een mooi schoolfeest, hun door de oud-leerlingen aangeboden, die op een milde wijze van hunne goede gezindheid in klin kende munt hadden doen blijken. Het omgeving” en hst gebouw zelve, beter tot zyn recht zal doen komen, terwijl de kinderen een veilige speelplaats kunnen krijgen, die nu op de open bare straat met zijn toenemend auto verkeer, wel wat te wenschen overlaat. En nu is het een niet te ontkennen sympathieke gedachte van de oud- lêerlingen geweest, deze belangrijke gebeurtenis voor de tegenwoordige leerlingen vast te leggen in het aan bieden van een schoolfeest bij de in gebruikneming der gerestaureerde school. Eene commissie ter plaatse, wendde zich tot alle oud-leerlingen, zoowel in als buiten de stad, om financieelen steun en hun oproep werd met gunstigen uitslag be kroond. Daarbij mochten zij ook de zeer te waardeeren en volkomen medewerking van het Bestuur der Gemeente ervaren, waarbij vooral de Burgemeester de groote stuwkracht is gebleken te zijn geweest, om bij de officieele opening alles een degelijk cachet te geven. In het mooie, ruime en door zijn bouw en kleuren weldadig aandoende gymnastiek-lokaal kwamen Woensdag 3' September, ’s morgens te 9!/4 uur, tal van genoodigden bijeen. Met den Burgemeester waren tegenwoordig de beide Wethouders en de Secretaris en nog 6 Raadsleden, de Inspecteur van het onderwijs, de heer Dam, de com missie van toezicht op het lager onder wijs, de commissie tot wering van schoolverzuim, het bestuur van de afd. „Volksonderwijs”, de ouder-com- missie, de commissie van oud-leer lingen, alle schoolkinderen en tal van ouders of verzorgers, benevens voor standers van openbaar onderwijs. Nadat door de kinderen een feest lied was aangeheven, waarin werd uitgedrukt dat het frank en vrij en vroom en vroed steeds het parool der openbare school mocht blijven, nam de Burgemeester het woord en sprak het volgende: Geachte aanwezigen. Zoo is dan de tijd aangebroken, waarop de gerestaureerde openbare lagere school dezer gemeente in ge bruik zal worden genomen en is het m. i. alleszins gepast bij deze gelegen heid een kort openingswoord te spre ken. Ik wil beginnen_met U allen van toe te‘roepen, in ’t bijzonder de heer Inspecteur Dam, die ons de eer aan doet deze plechtigheid bij te wonen. Dat de verschillende door het da- gelijksch bestuur dezer gemeente uit- genoodigde colleges en personen zich Gesticht 1882, verbouwd 1924, zoo staat gegrift op een steen, aangebracht in den muur der openbare school en zal deze heugelijke gebeurtenis voor het nageslacht worden bewaard, en is, zooals de Burgemeester het zoo juist uitdrukte, een eereschuld betaald ge worden. De andere, 3 bijzondere, scholen waren toch bereids in uitste kende conditie gebracht, waarmede de openbare school in den laatsten tijd een schrille tegenstelling vormde, zoodat het woord „schoolpaleis“, vroeger meermalen op de openbare school toegepast in tegenstelling met de gebouwen der bijzondere scholen, en niet zonder reden vaak, thans niet alleen hier, maar overal elders, bijna in tegengestelden zin kan worden ge bruikt. Tengevolge dien verwaarloos den toestand viel het de meerderheid van den Raad vaak gemakkelijk, de lokalen der openbare school meerma len voor doeleinden te bestemmen, geheel buiten het onderwijs gelegen, zoodat de Burgemeester eenmaal niet ten onrechte heeft kunnen zeggen, dat de openbare school langzamerhand een „toevluchtsoord voor dakloozen” dreigde te worden. Thans is aan dit alles een einde gekomen en zou het wenschelijk zijn, dat geen nieuwe stap op denzelfden weg mocht worden gezet. Echter, de onverzoen lijkheid van zeker C. H. Raadslid, zelf oud-leerling der openbare school, ten opzichte van het openbaar onder wijs en zijne reeds in het publiek daaromtrent gemaakte opmerkingen, stemmen ons niet gerust, doch blijkt zyn stem in dezen die van een roe pende in de woestijn te zijn geweest. Een zeer belangrijke verbetering is ontegenzeggelijk met deze verbouwing tot stand gebracht. De school is als het ware gezwaaid en thans met de ramen geheel naar het Zuiden gekeerd, zoodat de zon, in tegenstelling met vroeger, vrijen toegang heeft. Over de geheele lengte is een breedere toegangsweg naar de verschillende lokalen verkregen. De privaten, vroe ger eene bespotting van alle hygiëne, zjjn thans op het noorden aangebracht en staan niet meer in directe ver binding met de lokalen. Nu nog in niet ver verwijderde toekomst het oude schoolhuis geamoveerd, waartoe de Raad feitelijk reeds sedert lang heeft besloten en er zal eene situatie worden geschapen, die de geheele gebouw zelve, beter doen komen, terwijl verkeer, wel wat te wenschen overlaat. I I I 5 i 5 3 3 L L I L 3- n •r im jal er, en rd. ne ;er B 1 3U it u it i kunnen krijgen, die nu op‘ de‘open

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1924 | | pagina 5