FRISO I X van Zaterdag 29 Nov. 1924 Tweede Blad L. 11 vooral ook met het oog op de hoo^, polderlasten en maalgelden, die in de Workumermeer moeten worden be taald. Jt- 1Z. derzoek mgesteld, met bijstand van den architect, naar demogelijkheid van Sts wanneer de gronden voor een niet te hoogen compost direct ter plaatse wordt aan gevoerd. Het eerste punt achtte de Commis sie van het grootste belang. Een on derzoek naar den kostprijs, in overleg dat van dit een principieele kwestie, want wor den deze woningen, op particulier terrein staande, geholpen, dan moet men een zelfde verzoek ook aan an dere groepen toestaan, die daarvoor dan ook in aanmerking zouden kun nen komen. De heer Sikkes acht dit ook wel een moeilijk geval, want aan den anderen kant is ook een steeg en dan zouden de bewoners daarvan ook bij aanvraag moeten worden geholpen, waarom hij het ook beter vindt, dat belangheb benden zich tot hun verhuurders wenden. De heer Brandsma acht verplaat sing ook geen oplossing en inwilliging, ook om andere reden, niet wensche- lijk. De heer de Roest zegt, dat hier juist over de steeg een lantaarn staat, de ze bij verplaatsing naar den overkant, beslist betere verlichting in die steeg zou geven, hetgeen destijds bij de vo rige leeszaal ook wel degelijk is ge bleken. De heer Sikkes zegt, dat vroeger een arm is'aangebracht ter verlich ting van een stee.c:, hetgeen door den Voorzitter wordt toegestemd. Het voorstel de Roest wordt door geen der leden ondersteund en komt dus niet verder in behandeling, waarna het voorstel der Gascommissie zonder hoofdelijke stemming wordt aangeno men en het verzoek der bewoners dus is afgewezen. Punt 6. Voorstel van de Commissie der Gemeentelijke gasfabriek tot ver nieuwing van den gashouder no 1. Blijkens het door den Secretaris ge lezen advies der Gascommissie, ver toont de toestand van den gashouder den laatsten tijd zoodanige sporen van voortgezet verval, dat verandering noodzakelijk is, waarom wordt voor gesteld tot vernieuwing over te gaan en dit op te dragen aan de firma de VriesRobbé te Gorinchera voor f12870deze kosten te bestrijden, voor zoo ver aanwezig, uit het reservefonds en voor de rest uit gelden, op te ne men bij een kassier. Zij deelt hierbij echter mede dat de Maatschappij „Mabeg” indertijd in schreef voor f12350, plus de lossings- kosten voor onze rekening, welke be groot kunnen worden op ongeveer f75, alzoo een verschil van f445. De Commissie meende echter over dit bedrag te moeten heenstappen ten einde de Hollandsche industrie te steunen. Sedert kwam echter nog een schrijven van de „Mabeg” in, waarbij zij nogmaals hare offerte met f500 verlaagde, zoodat het prijsver schil thans 1945 bedraagt. Alhoewel de Commissie haar eerst ingenomen standpunt wil handhaven, meende zij toch van pen en ander mededeeling te moeten doen. De Voorz. deelt overeenkomstig het n de vorige vergadering gedaan ver zoek van den heer Veenstra mede, dat de Bouwmeester heeft gerappor teerd, dat het maken van een nieuwe fundeering voor een gashouder, het digde meerdere terrein, het leggen 1i zal vorderen van f3800. eer Veenstra zegt er niet aan heeft gehoord, verder op zijn toen ge opperd idee in te gaan. Hij vraagt echter of het minder aangegeven be drag van „Mabeg” ook aan de firma te Gorinchem is medegedeeld, waar omtrent de Voorz. opmerkt, dat allicht een der leden van de Gascommissie dit punt wel even nader zal willen toelichten, die daartoe beter in staat zal zijn dan hij zelf. De heer de Roest wil nog vooraf opmerken, dat het punt van dezen gashouder voor hem eene teleurstel ling is geweest, wijl hij bij de destijds genomen beslissing inzake waterstof gas er op had gerekend, dat deze uitgaaf nu niet direct noodig zou zijn 1 geweest en nu is die installatie zelfs 1 nog niet in gebruik. Hij had ook ge- dacht dat met de voor kort nog aan geschafte nieuwe gashouder, het be- 1 drijf eenigszins sterker zou hebben ge- staan en vraagt daarom, of voorziening 1 in dezen wel direct noodig is. De Commissie zal daarover misschien, 1 in verband met den verbouw, beter 1 over kunnen oordeelen, doch hij dacht 1 dat dan de installatie voor waterstof- I gas wel achterwege had kunnen olijven. De heer Brandsma wil als oudste id der Gascommissie wel eenige toe lichting geven en zegt, dat de Com missie 3 firma’s heeft laten mededin gen, doch dat zij het Hollandsch fabrikaat hebben willen laten voor gaan en de Hollandsche industrie wilden bevoordeelen. Twee firma’s 1 lebben den prijs verlaagd en ten slotte leeft de „Mabeg” er nog f500 afge- nomen, doch ten slotte komt daar toch een eind aan. Wat het waterstof- gas betreft, dit is aangeschaft, om in November ven aan te leggen. Het waterstofgas zou daarin kunnen voorzien en dus besparing kunnen geven. De Voorzitter meent, dat men moei lijk aan een nieuwe gashouder zal knnnen ontkomen en zou ook gaarne de Hollandsche industrie willen be voordeelen, doch waar het verschil nu ongeveer f1000 bedraagt, zou hij aan de andere firma de voorkeur willen geven, om daardoor nog f 1000 te besparen, De heer Veenstra vindt, dat eraan deze inschrijving wel een wat vieze kant zit en hij ook wel gaarne f925 zou willen bezuinigen. Doch waar de „Mabeg” hare inschrijving met f 1000 heeft verminderd, geeft dat wel een eigenaardigen indruk inzake het punt van vertrouwen, temeer wijl de ande re firma dat niet heeft gedaan. Daar om wil hij de levering aan de firma te Gorichem geven, want waar zijn anders de grenzen van het vertrou wen De Voorziter wil opmerken dat de firma de Vries-Robbé ook een bedrag heeft weggelaten en vraagt of men voldoende zekerheid heeft van even» tueele leverantie. De Directeur heeft in „Mabeg” het volste vertrouwen wegens reeds vroeger gedane leve- rantie’s. De heer de Vries licht toe dat de verlaging is aangebracht, omdat de houder in den wintertijd kan worden gebouwd, hetgeen toch een groot verschil maakt. Maar telken keere de inschrijving te verlagen, geeft geen solide indruk en daarom vindt hij de houding van „Mabeg“ niet fair. Het voorstel der Gascommissie in stemming gebracht, wordt met alge- meene stemmen aangenomen. Punt 7. Voorstel van de Commissie der Gemeentelijke gasfabriek tot uit breiding van de fabriek door bijbouw van een nieuwen kolenloods en het maken van een nieuw zuiverhuis voor zwavelwaterstof en een nieuwen kel der voor teer, amoniak enz. (In het vorige raadsverslag is dit voorstel in zijn geheel reeds eenig- zins uitvoerig vermeld, waarom wij daarheen verwijzen. Verslaggever). De heer de Vries merkt op dat het advies van den Directeur duidelijk genoeg is en voor zich zelf spreekt, maar toch wil hij nog wijzen op de toename der productie, geeft te dien opzichte eenige cijfers, die tot 435.000 M* zijn geklommen. Bovendien zijn de zuiveringskisten aan een ernstige restauratie toe, dat wel f1000 zal moeten kosten, maar niettemin kan hij de nog al groote uitgaaf met alle gerustheid aanbevelen. De heei' Gaastra zal na ernstige overweging, doch niettemin toch nog met eenigen schroom, zijn stem aan het voorstel geven. Echter elke uit breiding geeft niet altijd voordeel, want het kan zij n dat met een uitgaaf van f 3000 soms een meerdere ont vangst van f1000 wordt verkregen. Hij heeft echter de overtuiging, dat men genoodzaakt is door een zuren appel heen te bijten en hoopt, dat de goede kans zal blijven, dat de fabriek zich zelf zal kunnen bedruipen. Niet temin, de sprong is groot en de kosten beduidend hoog. - De Voorzitter is van meening, dat het de kwestie is of men vertrouwen heeft in de toekomst van de fabriek. De heer Sikkes heeft ook een kijkje genomen in de fabriek en weet ook niet, wat de toekomst zal geven, maar de tegenwoordige toestand kan niet worden bestendigd. De kolenloods is slecht, de motoren staan te dicht bij elkaar en leveren gevaar op en ook hij is wel eenigszins schuchter voor die hooge post, maar acht een en an der toch een radikale oplossing. Ook de heer de Boer geeft met eenigen schroom zijn stem aan het voorstel, doch meent dat in alle ge val de kolenloods toch moest worden uitgevoerd, want als de winter had doorgezet, zou men kolen te weinig hebben gehad. De heer van der Gaast wil de com missie vragen, of deze zich verant woord acht met dezen sprong in het duister. Het electrisch licht zal zeker in de toekomst meer toenemen en daarom vraagt hij, of de commissie werkelijk van meening is, dat het gasverbruik nog zal toenemen, of al thans bestendigd zal worden? De heer de Vries wil niet direct spreken van een sprong in het duister, ofschoon ook hij niet volstrekte zeker heid kan geven aangaande de toe komst, maar daarom kon de Commis sie dit voorstel niet achterwege hou den. Het aantal electrisch aangeslo tenen is reeds gestegen tot 100 en toch is nog 50.000 M3 gas noodig, en daarin ligt juist het kardinale punt. Op die gegevens is het advies gegrond en daarom ook kan hij het voorstel gerust aanbevelen. De heer de Roest heeft ook wel ge dacht aan de concurrentie met het electrisch licht, maar het zit hem meer in het gas voor verwarming en iet kookgas. Achterna beschouwd was het allicht beter geweest, indien men de scholen maar geen gas voor verwarming had gegeven, want die kunnen nogal veel gebruiken. Ook aij is voor bouw van een loods en veiligstelling der motoren, dat een groote som zal eischen, maar hij hoopt, dat het bedrijf zich zelf steeds zal kunnen bedruipen. De heer Veenstra zegt, datB. en W. inzake het aan hen gericht schrijven van de Gascommissie, daaraan geen advies hebben toegevoegd, maar hij het niettemin eens is met het gedane voorstel, waarom hij de Commissie zou willen aanbevelen, zoo spoedig mogelijk verbetering aan te brengen. Echter wil hij vragen of de Commissie rekening heeft gehouden met de be staande oude sloot daar, waar destijds grond is verkocht met het recht van vrijen loop naar den wal, alsmede met de belangen der verdere naast- legers. VERSLAG van de vergadering van den Raad der Gemeente WORKUM, op Vrijdag 21 November 1924, des namiddags 5 uur. Voorzitter de heer A. Wagenaar Az., Burgemeester. Tegenwoordig alle leden. Na opening der vergadering door den Voorzitter, met de voorlezing van het formuliergebed, zegt, deze, dat de notulen der vorige bijeenkomst nog niet zijn opgemaakt, waarom hij als punt 1 der agenda aan de orde stelt: 1. Mededeeling van ingekomen stukken a. Een Provinciaal blad, no. 55, hou dende benoeming van leden der col leges van zetters voor ’s Rijks direc te belastingen, voor watWorkum.be- treft, van de heeren S. R. Dijkstra en S. S Hobma. b. Een medeeling van B. en W. van den uitslag van de gehouden aanbe steding van het maken van een onder bouw vpor een basculebrug in gewa pend beton enz. c. Een schrijven van den heer P. Gaastra, dat het Bestuur van het Workumer Nieuwland niet bereid is het initiatief te nemen tot het uitschrij ven van een vergadering van de Ge meentebesturen van Workum, Hinde- loopen en H. O. en Noordwolde en het Bestuur van het Workumer Nieuwland. d. Een proces-verbaal van de opne ming van kas en boeken van den Ge- meente-ontvanger. e. Een schrijven van den heer N. W. Schotanus, secretaris van de afd. Workum van de Fr. Mij. van Land bouw, waarbij deze dank zegt voor de belangelooze medewerking bij de gehouden Veekeuring en de restau ratie van het Marktplein. f. Een extract uit het Resolutieboek van Ged. Staten, no. 14, tweede afd., houdende goedkeuring van de wijzi ging eener plaatselijke belasting (se- cretarie-leges). g. Een schrijven van het Bestuur der Oranje-Vereeniging, dat geen ge bruik is behoeven te worden gemaakt van een door den Raad toegezegde bijdrage in de kosten van feestviering op 1 Sept. j.L. De Voorzitter stelt voor, deze stuk ken voor kennisgeving aan te nemen doch de heer de Boer vraagt inzake de leges-verordening of voor gebruik van aan de straat, 50 cent per dag moet worden betaald, waaromtrent de Se cretaris het desbetreffende art. der verordening voorleest, waaruit blijkt, dat het voorschrift op de stoep niet geldig is. De stukken worden daarop zonder hoofdelijke stemming, voor kennisge ving aangenomen, terwijl de Voorziter den heer Gaastra nog dank zegt voor zijne bemoeiingen inzake de tolheffing in het Workumer Nieuwland. Punt 2. Schrijven van het Bestuur van den A. N. W. B., Touristen-Bond voor Nederland, betreffende het aan leggen van rijwielpaden langs de we gen, enz. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor, dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen, waartoe zonder hoof delijke stemming wordt besloten. Punt 3. Rapport van de Commissie inzake de heerschende werkeloosheid. Blijkens het door den Secretaris gele zen rapport bedroeg het getal werke- loozen in de maanden Sept. Oct. Nov. respectievelijk 1—0—0. Thans zijn als werkeloos ingeschreven 16 personen, waarvan 9 gehuwden en 7 vrijgezel len. Uitgetrokkenen geene, dus m ver gelijking met vorige jaren valt eeni ge verbetering te constateeren. Toch meent de Commissie dat in de naaste toekomst moet worden uitgezien naar werkverruiming en productieven ar beid, waarom zij voorstelt B. en W. op te dragen de werken „demping opslag de Boer-Tolsma” en „de op vaart tusschen R. K. Kerk en gesticht zoo noodig in 1924 te doen uitvoeren. Tevens wil zij B. en W. verzoeken besprekingen te openen en plannen met kostenberekening te laten maken voor het verleggen van het zooveel besproken Telefennepad naar de zij de van de z.g. Waterliezen. Men zou dan misschien kunnen komen tot een oplossing, die beide partijen in dezen bevredigde: een betere wandelweg en een prachtige gelegenheid voor werkverruiming. Verder heeft de Commissie een on derzoek ingesteld, met bijstand het in cultuur brengen”van een deelte der Workumermeerpolder. zou kunnen geschieden: 1. prijs worden gekocht; 2. wanneer”de compost direct ter plaatse wordt aan gevoerd. Wanneer echter tegen een billijke prjjs alsnog zou kunnen worden ge kocht, is de Commissie van mee- èn de Commissie vreezen, dat dit plan zal moeten vallen met het oog op de hooge kosten en zij dit plan naar vo ren hebben gebracht met de bedoeling te trachten de arbeiders door den winter te helpen, als tegemoetkoming in de werkloosheid. Hij wil zich daar om nogmaals tot den heer van Hall wenden, met dezen spreken of hem schrijven, om een meer serieus voor stel te doen, om in verband daarme de eventueel met nader voorstel bij den Raad te komen. De heer de Vries wil nog opmer ken dat het in cultuur brengen van grond een gezonde werkverruiming is, geen werkverschaffing en ook van groote waarde voor de toekomst, ter wijl hier ook de op de uitgeveende gronden rustende slikgelden van f13.600 in mindering kunnen worden gebracht. De heer van der Gaast kan zich ook wel met de eerste 2 punten van het rapport der Commissie vereenigen en na de toelichting, hier gegeven, ook met het 3de punt, maar vreest, waar de heer van Hall f50.000 heeft gevraagd, de Commissie toch wel eenigszins vastzit, iets, waarover de heer de Vries meent, dat nog te spre ken zal zijn en waarbij de Voorz. nog eens eene toelichting geeft, van het geen de Commissie zal moeten doen. Op een vraag van den heer de Vries of de Raad de kosten, die op een eventueel onderzoek zullen vallen, zal willen betalen, zegt de Voorz., dat deze allicht nog wel wat mee zullen vallen, in allen gevalle, daarvan moet de consequentie worden aanvaard, doch de Commissie zal daarin wel zoo zuinig mogelijk willen zijn. De heer Dijkstra wil nog inzake het Telefennepad opmerken, dat dit ongeveer 750 M. lang en 5 M. breec zou moeten zijn,maar dan zou het beter zijn een sloot te graven, dan zeezand aan te voeren, wat veel meer kosten zou vorderen. Hij begroot den aanleg op f 1600, de verharding ook op f 1600 en de brugjes op f1000, doch vreest dat een en ander ten slotte nog zal afstuiten op den onwil tot medewer king van IJbema, Het voorstel van B. en W. tot dem ping der twee genoemde wijken, zoo mogelijk nog in 1924 uit te voeren en te bestrijden uit den post voor onvoor ziene uitgaven en het vorengenoemd voorstel Gaastravan der Gaast wor den daarop zonder hoofdelijke stem ming aangenomen, waarna de Voorz. nog de Commissie dank zegt voor hare bemoeiingen, inzake het uitge- fning, den Raad te mogen adviseeren een Commissie te benoemen, bijgestaan door deskundigen op landbouwgebied, om deze zaak nader te onderzoeken berekeningen te maken en met nade re plannen hieromtrent bij den Raad te komen. Tenslotte meent de Commissie er op te mogen wijzen, dat bij aanneming het uitbreidingsplan van de gasfabriek, heel wat arbeidskrachten kunnen ge plaatst worden, ook reeds bij de uit voering der voorloopige werkzaam heden. De heer de Vries geeft nog enkele opmerkingen inzake het in cultuur brengen van de Meer en zegt dat de Commissie, in overleg met B. en W., heeft gevraagd naar den kostprijs, die door den heer van Hall voor 110 pon- demaat is gesteld op f50,000, dus op ongeveer f 450 per pondemaat. Des kundigen, daarover gehoord, vonden die prijs veel te hoog, waarom de Commissie dan ook heeft gemeend. De heer Haytema kan zich ver eenigen met de demping der wijken in 1924, alsmede met het idéé, het pad door de Telefennesteeg langs de Waterliezen te leiden, door aanvoer van zand uit zee, waardoor dan nog enkele arbeidskrachten noodig waren, terwijl ook de bedragen van f2000 van Bokma en f500 van IJbema aan het geheel ten goede zouden komen. Het in cultuur brengen van de Wor kumer Meer lijkt hem minder goed toe. De heer de Roest is het, wat het eerste punt betreft, eens met den heer Haijtema, voor het tweede gevoelt hij wel iets, doch de houding van IJbema geeft niet veel kans op een gunstig resultaat. De uitvoering van het laat ste deel van het advies acht hij wel goed voor een P. W. Jansen-stichting misschien, maar voor uitvoering van een arme Gemeente als Workum is hij huiverig. De heer Gaastra zegt, niet in de gelegenheid te zijn geweest, destuk ken te hebben kunnen inzien, maar na het thans gehoorde, zou hij de Commissie willen adviseeren, door te werken en te komen met een defini- de openbare straat, zoowel op of tief plan met kostenberekening, want nu hangt alles nog in de lucht. Het voorstel Gaastra, ondersteund door van der Gaast, bedoelt beide plannen, meer zoowel als pad, nader te onder zoeken en ten dien opzichte met meer afgeronde voorstellen te komen. De heer de Vries geeft nog te ken nen dat de Commissie bedoelde, eerst het gevoelen van den Raad over de bedoelde punten te hooren, want ge voelt deze er in zijn meerderheid niet voor, dan was dien arbeid verder overbodig. De Voorz. wil daarom den Raad zich in beginsel over deze kwestie laten uitspreken, wat ook het gevoe len is van den heer Gaastra, wijl het plan toch hangt of valt met de kosten en dus eerst de cijfers bekend moeten zijn. De heer de Boer wil de aangegeven wijziging van het Telefennepad wel onderzoeken, maar vreest, dat van het aanbod van den heer van Hall wel niet veel terecht zal komen, - - 'ge De heer Dijkstra wil nog inzake ongeveer 750 M. lang a< de maanden September, October en N-geen nieuwe oven behoe zou daarin kunnen voorzien en di aankoopen van het daarvoor benoo- der pijpleidingen enz. in totaafeen bedrag De hi te denken, nu hij dit”hooge bedrag opperd idee in te gaan. Hij vraagt drag van „Mabeg” ook aan de firma omtrent de Voorz. opmerkt, dat allicht igenomen, waarna de Voorz. Commissie dank zegt voor voorloopig van dat punt af te stappen, bracht rapport. Punt 4. Brieven van de landeige- viuv-ci naren J. .Haagsma, S.D. Bokma en Sj. wd eens op een hoek van een steeg IJbema, inzake den afstand van grond - - ten behoeve van den aan te leggen weg naar Ferwoude. Blijkens de door den Secretaris ge lezen brieven gaat de heer J. Haagsma accoord met de getaxeerde waarde zijner landerijen, benoodigd voor den aanleg van den weg naar Ferwoude. Ook het R. K. kerkbestuur neemt genoegen met de aangegeven taxatie, behoudens machtiging van de kerke lijke overheid, die zal worden aange vraagd. Ook de heer S. Bokma neemt genoegen met de taxatie, mits het voetpad van Workum naar de Zeedijk wordt weggenomen, waarvoor hij f2000 wil geven, deze som in ontvangst te nemen, als de nieuwe weg voor het verkeer wordt geopend. De heer IJbema kan zich met het ten zijnen opzichte getaxeerde bedrag van f 1783.50 niet vereenigen. Daar de bestaande „jister“ direct bij het melk- stalt is gelegen en bij het aanbrengen van een nieuwe „jister“, dan een paard en wagen moet worden ingespannen, wenscht hij de oude te behouden. Wel wil hij met de Gemeente onderhan delen en een eisch stellen en dit liefst in één bedrag, n.l. voor de benoodigde gedeelten van den aan te leggen weg, voor de versplintering van zijn „finneu, voor de afscheiding van de boeren- huizinge van het land, voor de last en het ongerief, dat de nieuw aan te leggen weg meebrengt, alsmede dat het vervoeren van ae mest uit de mestvaalt, door het verhoogen van den weg, voor hem onmogelijk is, aange zien de weg daar ongeveer een meter hooger wordt dan de bestaande reed. Hij vraagt daarom f4500, zonder be lemmering in het bedrijf aangaande hekken en pompen. Mocht de Raad nog besluiten het bestaande pad naar de Zeedijk op te heffen, dan zou hij daarvoor nog eene tegemoetkoming van f500 willen geven. B. en W. adviseeren den Raad, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen en te besluiten tot onteigening van den voor den aan te leggen weg Workum—Ferwoude benoodigden grond. De heer Gaastra is van meening dat in verband met het besprokene in een vorige vergadering, deze zaak in het stadium was gekomen, dat vorengenoemde eigenaren de toen ge stelde voorwaarden al of niet hadden te accepteeren, welke meening ook de Voorzitter is toegedaan, waarom deze dan ook adviseert, thans [de onteige ningswet toe te passen, want de be langhebbenden moeten ten slotte toch ook weten, wat zij willen. Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten. Punt 5. Adres van de Pelikaanbe- woners, houdende verzoek tot plaatsing van een lantaarn in de steeg. Blijkens het door den Secretaris ge- De Voorz. zegt dat èn^ B. en W. lezen adres achten zij zich verstoken van de straatverlichting, een gemis, dat in de vroeg donkere avonden die in aantocht zijn, zeer zal worden ge voeld en zeer onaangenaam en lastig is. Dit euvel zou te verhelpen zijn door het plaatsen van een lantaarn in het midden of aan het einde der steeg, hetgeen om financieele bezwa ren niet achterwege behoeft te blijven. Het advies der Gascommissie geeft de Raad in overweging de adressan ten te verwijzen naar de eigenaars of beheerders der bewoonde percee- en. De Commissie is de meening toegedaan dat dergelijke, niet door- oopende stegen, niet voor aparte ver- ichting ten koste der Gemeente in aanmerking komen. B. en W. adviseeren den Raad op dit verzoek eene afwijzende beschik king te nemen en het hier door de Commissie aangegeven standpunt, steeds gehuldigd, ook thans te hand haven. De heer de Roest vraagt of er ook mogelijkheid bestaat de lantaarn, thans juist aan de overzijde van de Wymerts geplaatst, over te brengen naar de overzijde, juist voor de steeg. De Voorzitter heeft daarover ook wel gedacht, of dat verbetering zou kunnen geven, maar men krijgt dan langzamerhand een eigenaardige ver lichting, die oorspronkelijk toch om de beurt aan weerszijden van de Wijmerts is aangebracht en daarom is het toch maar beter de plaats der lantaarns te behouden, zooals zij steeds zijn ge weest. Het is voor den heer Gaastra weer r sie van het grootste belang. Een on derzoek naar den kostprijs, in overleg met B. en W. gedaan, bracht haar echter tot de overtuiging, C... „1 plan moet worden afgezien. want dan doet men beter voor dat geld ander land te koopen. Echter, ofschoon de heer van Hall schrijft, den koopprijs niet te willen verlagen, toch een eventueel bod in overweging te willen nemen, valt er allicht over den prijs toch nog te praten, gezien ook de betrekkelijke zinsnede in het rapport der Commissie. Spreker althans is tot de overtuiging gekomen, dat de zaak wel eenige nadere over weging waard is en wil daarom de eigenaar in de gelegenheid stellen een aannemelijk en schappelijker aanbod te doen. ft -gi

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1924 | | pagina 5