FRISO
I
X
van Zaterdag 29 Nov. 1924
Tweede Blad
L.
11
vooral ook met het oog op de hoo^,
polderlasten en maalgelden, die in de
Workumermeer moeten worden be
taald.
Jt-
1Z.
derzoek mgesteld, met bijstand van
den architect, naar demogelijkheid van
Sts
wanneer
de gronden voor een niet te hoogen
compost direct ter plaatse wordt aan
gevoerd.
Het eerste punt achtte de Commis
sie van het grootste belang. Een on
derzoek naar den kostprijs, in overleg
dat van dit
een principieele kwestie, want wor
den deze woningen, op particulier
terrein staande, geholpen, dan moet
men een zelfde verzoek ook aan an
dere groepen toestaan, die daarvoor
dan ook in aanmerking zouden kun
nen komen.
De heer Sikkes acht dit ook wel een
moeilijk geval, want aan den anderen
kant is ook een steeg en dan zouden
de bewoners daarvan ook bij aanvraag
moeten worden geholpen, waarom hij
het ook beter vindt, dat belangheb
benden zich tot hun verhuurders
wenden.
De heer Brandsma acht verplaat
sing ook geen oplossing en inwilliging,
ook om andere reden, niet wensche-
lijk.
De heer de Roest zegt, dat hier juist
over de steeg een lantaarn staat, de
ze bij verplaatsing naar den overkant,
beslist betere verlichting in die steeg
zou geven, hetgeen destijds bij de vo
rige leeszaal ook wel degelijk is ge
bleken.
De heer Sikkes zegt, dat vroeger
een arm is'aangebracht ter verlich
ting van een stee.c:, hetgeen door den
Voorzitter wordt toegestemd. Het
voorstel de Roest wordt door geen
der leden ondersteund en komt dus
niet verder in behandeling, waarna
het voorstel der Gascommissie zonder
hoofdelijke stemming wordt aangeno
men en het verzoek der bewoners
dus is afgewezen.
Punt 6. Voorstel van de Commissie
der Gemeentelijke gasfabriek tot ver
nieuwing van den gashouder no 1.
Blijkens het door den Secretaris ge
lezen advies der Gascommissie, ver
toont de toestand van den gashouder
den laatsten tijd zoodanige sporen van
voortgezet verval, dat verandering
noodzakelijk is, waarom wordt voor
gesteld tot vernieuwing over te gaan
en dit op te dragen aan de firma de
VriesRobbé te Gorinchera voor
f12870deze kosten te bestrijden, voor
zoo ver aanwezig, uit het reservefonds
en voor de rest uit gelden, op te ne
men bij een kassier.
Zij deelt hierbij echter mede dat de
Maatschappij „Mabeg” indertijd in
schreef voor f12350, plus de lossings-
kosten voor onze rekening, welke be
groot kunnen worden op ongeveer
f75, alzoo een verschil van f445. De
Commissie meende echter over dit
bedrag te moeten heenstappen ten
einde de Hollandsche industrie te
steunen. Sedert kwam echter nog
een schrijven van de „Mabeg” in,
waarbij zij nogmaals hare offerte met
f500 verlaagde, zoodat het prijsver
schil thans 1945 bedraagt.
Alhoewel de Commissie haar eerst
ingenomen standpunt wil handhaven,
meende zij toch van pen en ander
mededeeling te moeten doen.
De Voorz. deelt overeenkomstig het
n de vorige vergadering gedaan ver
zoek van den heer Veenstra mede,
dat de Bouwmeester heeft gerappor
teerd, dat het maken van een nieuwe
fundeering voor een gashouder, het
digde meerdere terrein, het leggen
1i
zal vorderen van f3800.
eer Veenstra zegt er niet aan
heeft gehoord, verder op zijn toen ge
opperd idee in te gaan. Hij vraagt
echter of het minder aangegeven be
drag van „Mabeg” ook aan de firma
te Gorinchem is medegedeeld, waar
omtrent de Voorz. opmerkt, dat allicht
een der leden van de Gascommissie
dit punt wel even nader zal willen
toelichten, die daartoe beter in staat
zal zijn dan hij zelf.
De heer de Roest wil nog vooraf
opmerken, dat het punt van dezen
gashouder voor hem eene teleurstel
ling is geweest, wijl hij bij de destijds
genomen beslissing inzake waterstof
gas er op had gerekend, dat deze
uitgaaf nu niet direct noodig zou zijn 1
geweest en nu is die installatie zelfs 1
nog niet in gebruik. Hij had ook ge-
dacht dat met de voor kort nog aan
geschafte nieuwe gashouder, het be- 1
drijf eenigszins sterker zou hebben ge-
staan en vraagt daarom, of voorziening 1
in dezen wel direct noodig is. De
Commissie zal daarover misschien, 1
in verband met den verbouw, beter 1
over kunnen oordeelen, doch hij dacht 1
dat dan de installatie voor waterstof- I
gas wel achterwege had kunnen
olijven.
De heer Brandsma wil als oudste
id der Gascommissie wel eenige toe
lichting geven en zegt, dat de Com
missie 3 firma’s heeft laten mededin
gen, doch dat zij het Hollandsch
fabrikaat hebben willen laten voor
gaan en de Hollandsche industrie
wilden bevoordeelen. Twee firma’s 1
lebben den prijs verlaagd en ten slotte
leeft de „Mabeg” er nog f500 afge-
nomen, doch ten slotte komt daar
toch een eind aan. Wat het waterstof-
gas betreft, dit is aangeschaft, om in
November
ven aan te leggen. Het waterstofgas
zou daarin kunnen voorzien en dus
besparing kunnen geven.
De Voorzitter meent, dat men moei
lijk aan een nieuwe gashouder zal
knnnen ontkomen en zou ook gaarne
de Hollandsche industrie willen be
voordeelen, doch waar het verschil
nu ongeveer f1000 bedraagt, zou hij
aan de andere firma de voorkeur
willen geven, om daardoor nog f 1000
te besparen,
De heer Veenstra vindt, dat eraan
deze inschrijving wel een wat vieze
kant zit en hij ook wel gaarne f925
zou willen bezuinigen. Doch waar de
„Mabeg” hare inschrijving met f 1000
heeft verminderd, geeft dat wel een
eigenaardigen indruk inzake het punt
van vertrouwen, temeer wijl de ande
re firma dat niet heeft gedaan. Daar
om wil hij de levering aan de firma
te Gorichem geven, want waar zijn
anders de grenzen van het vertrou
wen
De Voorziter wil opmerken dat de
firma de Vries-Robbé ook een bedrag
heeft weggelaten en vraagt of men
voldoende zekerheid heeft van even»
tueele leverantie. De Directeur heeft
in „Mabeg” het volste vertrouwen
wegens reeds vroeger gedane leve-
rantie’s.
De heer de Vries licht toe dat de
verlaging is aangebracht, omdat de
houder in den wintertijd kan worden
gebouwd, hetgeen toch een groot
verschil maakt. Maar telken keere de
inschrijving te verlagen, geeft geen
solide indruk en daarom vindt hij de
houding van „Mabeg“ niet fair.
Het voorstel der Gascommissie in
stemming gebracht, wordt met alge-
meene stemmen aangenomen.
Punt 7. Voorstel van de Commissie
der Gemeentelijke gasfabriek tot uit
breiding van de fabriek door bijbouw
van een nieuwen kolenloods en het
maken van een nieuw zuiverhuis voor
zwavelwaterstof en een nieuwen kel
der voor teer, amoniak enz.
(In het vorige raadsverslag is dit
voorstel in zijn geheel reeds eenig-
zins uitvoerig vermeld, waarom wij
daarheen verwijzen. Verslaggever).
De heer de Vries merkt op dat het
advies van den Directeur duidelijk
genoeg is en voor zich zelf spreekt,
maar toch wil hij nog wijzen op de
toename der productie, geeft te dien
opzichte eenige cijfers, die tot 435.000
M* zijn geklommen. Bovendien zijn
de zuiveringskisten aan een ernstige
restauratie toe, dat wel f1000 zal
moeten kosten, maar niettemin kan
hij de nog al groote uitgaaf met alle
gerustheid aanbevelen.
De heei' Gaastra zal na ernstige
overweging, doch niettemin toch nog
met eenigen schroom, zijn stem aan
het voorstel geven. Echter elke uit
breiding geeft niet altijd voordeel,
want het kan zij n dat met een uitgaaf
van f 3000 soms een meerdere ont
vangst van f1000 wordt verkregen.
Hij heeft echter de overtuiging, dat
men genoodzaakt is door een zuren
appel heen te bijten en hoopt, dat de
goede kans zal blijven, dat de fabriek
zich zelf zal kunnen bedruipen. Niet
temin, de sprong is groot en de kosten
beduidend hoog. -
De Voorzitter is van meening, dat
het de kwestie is of men vertrouwen
heeft in de toekomst van de fabriek.
De heer Sikkes heeft ook een kijkje
genomen in de fabriek en weet ook
niet, wat de toekomst zal geven, maar
de tegenwoordige toestand kan niet
worden bestendigd. De kolenloods is
slecht, de motoren staan te dicht bij
elkaar en leveren gevaar op en ook
hij is wel eenigszins schuchter voor
die hooge post, maar acht een en an
der toch een radikale oplossing.
Ook de heer de Boer geeft met
eenigen schroom zijn stem aan het
voorstel, doch meent dat in alle ge
val de kolenloods toch moest worden
uitgevoerd, want als de winter had
doorgezet, zou men kolen te weinig
hebben gehad.
De heer van der Gaast wil de com
missie vragen, of deze zich verant
woord acht met dezen sprong in het
duister. Het electrisch licht zal zeker
in de toekomst meer toenemen en
daarom vraagt hij, of de commissie
werkelijk van meening is, dat het
gasverbruik nog zal toenemen, of al
thans bestendigd zal worden?
De heer de Vries wil niet direct
spreken van een sprong in het duister,
ofschoon ook hij niet volstrekte zeker
heid kan geven aangaande de toe
komst, maar daarom kon de Commis
sie dit voorstel niet achterwege hou
den. Het aantal electrisch aangeslo
tenen is reeds gestegen tot 100 en
toch is nog 50.000 M3 gas noodig, en
daarin ligt juist het kardinale punt.
Op die gegevens is het advies gegrond
en daarom ook kan hij het voorstel
gerust aanbevelen.
De heer de Roest heeft ook wel ge
dacht aan de concurrentie met het
electrisch licht, maar het zit hem
meer in het gas voor verwarming en
iet kookgas. Achterna beschouwd
was het allicht beter geweest, indien
men de scholen maar geen gas voor
verwarming had gegeven, want die
kunnen nogal veel gebruiken. Ook
aij is voor bouw van een loods en
veiligstelling der motoren, dat een
groote som zal eischen, maar hij hoopt,
dat het bedrijf zich zelf steeds zal
kunnen bedruipen.
De heer Veenstra zegt, datB. en W.
inzake het aan hen gericht schrijven
van de Gascommissie, daaraan geen
advies hebben toegevoegd, maar hij
het niettemin eens is met het gedane
voorstel, waarom hij de Commissie
zou willen aanbevelen, zoo spoedig
mogelijk verbetering aan te brengen.
Echter wil hij vragen of de Commissie
rekening heeft gehouden met de be
staande oude sloot daar, waar destijds
grond is verkocht met het recht van
vrijen loop naar den wal, alsmede
met de belangen der verdere naast-
legers.
VERSLAG van de vergadering van
den Raad der Gemeente
WORKUM,
op Vrijdag 21 November 1924, des
namiddags 5 uur.
Voorzitter de heer A. Wagenaar Az.,
Burgemeester.
Tegenwoordig alle leden.
Na opening der vergadering door
den Voorzitter, met de voorlezing van
het formuliergebed, zegt, deze, dat de
notulen der vorige bijeenkomst nog
niet zijn opgemaakt, waarom hij als
punt 1 der agenda aan de orde stelt:
1. Mededeeling van ingekomen
stukken
a. Een Provinciaal blad, no. 55, hou
dende benoeming van leden der col
leges van zetters voor ’s Rijks direc
te belastingen, voor watWorkum.be-
treft, van de heeren S. R. Dijkstra
en S. S Hobma.
b. Een medeeling van B. en W. van
den uitslag van de gehouden aanbe
steding van het maken van een onder
bouw vpor een basculebrug in gewa
pend beton enz.
c. Een schrijven van den heer P.
Gaastra, dat het Bestuur van het
Workumer Nieuwland niet bereid is
het initiatief te nemen tot het uitschrij
ven van een vergadering van de Ge
meentebesturen van Workum, Hinde-
loopen en H. O. en Noordwolde en
het Bestuur van het Workumer
Nieuwland.
d. Een proces-verbaal van de opne
ming van kas en boeken van den Ge-
meente-ontvanger.
e. Een schrijven van den heer N.
W. Schotanus, secretaris van de afd.
Workum van de Fr. Mij. van Land
bouw, waarbij deze dank zegt voor
de belangelooze medewerking bij de
gehouden Veekeuring en de restau
ratie van het Marktplein.
f. Een extract uit het Resolutieboek
van Ged. Staten, no. 14, tweede afd.,
houdende goedkeuring van de wijzi
ging eener plaatselijke belasting (se-
cretarie-leges).
g. Een schrijven van het Bestuur
der Oranje-Vereeniging, dat geen ge
bruik is behoeven te worden gemaakt
van een door den Raad toegezegde
bijdrage in de kosten van feestviering
op 1 Sept. j.L.
De Voorzitter stelt voor, deze stuk
ken voor kennisgeving aan te nemen
doch de heer de Boer vraagt inzake
de leges-verordening of voor gebruik
van
aan de straat, 50 cent per dag moet
worden betaald, waaromtrent de Se
cretaris het desbetreffende art. der
verordening voorleest, waaruit blijkt,
dat het voorschrift op de stoep niet
geldig is.
De stukken worden daarop zonder
hoofdelijke stemming, voor kennisge
ving aangenomen, terwijl de Voorziter
den heer Gaastra nog dank zegt voor
zijne bemoeiingen inzake de tolheffing
in het Workumer Nieuwland.
Punt 2. Schrijven van het Bestuur
van den A. N. W. B., Touristen-Bond
voor Nederland, betreffende het aan
leggen van rijwielpaden langs de we
gen, enz.
De Voorzitter stelt namens B. en W.
voor, dit schrijven voor kennisgeving
aan te nemen, waartoe zonder hoof
delijke stemming wordt besloten.
Punt 3. Rapport van de Commissie
inzake de heerschende werkeloosheid.
Blijkens het door den Secretaris gele
zen rapport bedroeg het getal werke-
loozen in de maanden Sept. Oct. Nov.
respectievelijk 1—0—0. Thans zijn als
werkeloos ingeschreven 16 personen,
waarvan 9 gehuwden en 7 vrijgezel
len. Uitgetrokkenen geene, dus m ver
gelijking met vorige jaren valt eeni
ge verbetering te constateeren. Toch
meent de Commissie dat in de naaste
toekomst moet worden uitgezien naar
werkverruiming en productieven ar
beid, waarom zij voorstelt B. en W.
op te dragen de werken „demping
opslag de Boer-Tolsma” en „de op
vaart tusschen R. K. Kerk en gesticht
zoo noodig in 1924 te doen uitvoeren.
Tevens wil zij B. en W. verzoeken
besprekingen te openen en plannen
met kostenberekening te laten maken
voor het verleggen van het zooveel
besproken Telefennepad naar de zij
de van de z.g. Waterliezen. Men zou
dan misschien kunnen komen tot een
oplossing, die beide partijen in dezen
bevredigde: een betere wandelweg
en een prachtige gelegenheid voor
werkverruiming.
Verder heeft de Commissie een on
derzoek ingesteld, met bijstand
het in cultuur brengen”van een
deelte der Workumermeerpolder.
zou kunnen geschieden: 1.
prijs worden gekocht; 2. wanneer”de
compost direct ter plaatse wordt aan
gevoerd.
Wanneer echter tegen een billijke
prjjs alsnog zou kunnen worden ge
kocht, is de Commissie van mee-
èn de Commissie vreezen, dat dit plan
zal moeten vallen met het oog op de
hooge kosten en zij dit plan naar vo
ren hebben gebracht met de bedoeling
te trachten de arbeiders door den
winter te helpen, als tegemoetkoming
in de werkloosheid. Hij wil zich daar
om nogmaals tot den heer van Hall
wenden, met dezen spreken of hem
schrijven, om een meer serieus voor
stel te doen, om in verband daarme
de eventueel met nader voorstel bij
den Raad te komen.
De heer de Vries wil nog opmer
ken dat het in cultuur brengen van
grond een gezonde werkverruiming
is, geen werkverschaffing en ook van
groote waarde voor de toekomst, ter
wijl hier ook de op de uitgeveende
gronden rustende slikgelden van
f13.600 in mindering kunnen worden
gebracht.
De heer van der Gaast kan zich
ook wel met de eerste 2 punten van
het rapport der Commissie vereenigen
en na de toelichting, hier gegeven,
ook met het 3de punt, maar vreest,
waar de heer van Hall f50.000 heeft
gevraagd, de Commissie toch wel
eenigszins vastzit, iets, waarover de
heer de Vries meent, dat nog te spre
ken zal zijn en waarbij de Voorz. nog
eens eene toelichting geeft, van het
geen de Commissie zal moeten doen.
Op een vraag van den heer de Vries
of de Raad de kosten, die op een
eventueel onderzoek zullen vallen,
zal willen betalen, zegt de Voorz., dat
deze allicht nog wel wat mee zullen
vallen, in allen gevalle, daarvan moet
de consequentie worden aanvaard,
doch de Commissie zal daarin wel
zoo zuinig mogelijk willen zijn.
De heer Dijkstra wil nog inzake
het Telefennepad opmerken, dat dit
ongeveer 750 M. lang en 5 M. breec
zou moeten zijn,maar dan zou het beter
zijn een sloot te graven, dan zeezand
aan te voeren, wat veel meer kosten
zou vorderen. Hij begroot den aanleg
op f 1600, de verharding ook op f 1600
en de brugjes op f1000, doch vreest
dat een en ander ten slotte nog zal
afstuiten op den onwil tot medewer
king van IJbema,
Het voorstel van B. en W. tot dem
ping der twee genoemde wijken, zoo
mogelijk nog in 1924 uit te voeren en
te bestrijden uit den post voor onvoor
ziene uitgaven en het vorengenoemd
voorstel Gaastravan der Gaast wor
den daarop zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen, waarna de Voorz.
nog de Commissie dank zegt voor
hare bemoeiingen, inzake het uitge-
fning, den Raad te mogen adviseeren
een Commissie te benoemen, bijgestaan
door deskundigen op landbouwgebied,
om deze zaak nader te onderzoeken
berekeningen te maken en met nade
re plannen hieromtrent bij den Raad
te komen.
Tenslotte meent de Commissie er
op te mogen wijzen, dat bij aanneming
het uitbreidingsplan van de gasfabriek,
heel wat arbeidskrachten kunnen ge
plaatst worden, ook reeds bij de uit
voering der voorloopige werkzaam
heden.
De heer de Vries geeft nog enkele
opmerkingen inzake het in cultuur
brengen van de Meer en zegt dat de
Commissie, in overleg met B. en W.,
heeft gevraagd naar den kostprijs, die
door den heer van Hall voor 110 pon-
demaat is gesteld op f50,000, dus op
ongeveer f 450 per pondemaat. Des
kundigen, daarover gehoord, vonden
die prijs veel te hoog, waarom de
Commissie dan ook heeft gemeend.
De heer Haytema kan zich ver
eenigen met de demping der wijken
in 1924, alsmede met het idéé, het pad
door de Telefennesteeg langs de
Waterliezen te leiden, door aanvoer
van zand uit zee, waardoor dan nog
enkele arbeidskrachten noodig waren,
terwijl ook de bedragen van f2000
van Bokma en f500 van IJbema aan
het geheel ten goede zouden komen.
Het in cultuur brengen van de Wor
kumer Meer lijkt hem minder goed toe.
De heer de Roest is het, wat het
eerste punt betreft, eens met den heer
Haijtema, voor het tweede gevoelt hij
wel iets, doch de houding van IJbema
geeft niet veel kans op een gunstig
resultaat. De uitvoering van het laat
ste deel van het advies acht hij wel
goed voor een P. W. Jansen-stichting
misschien, maar voor uitvoering van
een arme Gemeente als Workum is
hij huiverig.
De heer Gaastra zegt, niet in de
gelegenheid te zijn geweest, destuk
ken te hebben kunnen inzien, maar
na het thans gehoorde, zou hij de
Commissie willen adviseeren, door te
werken en te komen met een defini-
de openbare straat, zoowel op of tief plan met kostenberekening, want
nu hangt alles nog in de lucht. Het
voorstel Gaastra, ondersteund door
van der Gaast, bedoelt beide plannen,
meer zoowel als pad, nader te onder
zoeken en ten dien opzichte met meer
afgeronde voorstellen te komen.
De heer de Vries geeft nog te ken
nen dat de Commissie bedoelde, eerst
het gevoelen van den Raad over de
bedoelde punten te hooren, want ge
voelt deze er in zijn meerderheid niet
voor, dan was dien arbeid verder
overbodig.
De Voorz. wil daarom den Raad
zich in beginsel over deze kwestie
laten uitspreken, wat ook het gevoe
len is van den heer Gaastra, wijl het
plan toch hangt of valt met de kosten
en dus eerst de cijfers bekend moeten
zijn.
De heer de Boer wil de aangegeven
wijziging van het Telefennepad wel
onderzoeken, maar vreest, dat van
het aanbod van den heer van Hall
wel niet veel terecht zal komen,
- - 'ge
De heer Dijkstra wil nog inzake
ongeveer 750 M. lang
a<
de maanden September, October en
N-geen nieuwe oven behoe
zou daarin kunnen voorzien en di
aankoopen van het daarvoor benoo-
der pijpleidingen enz. in totaafeen
bedrag
De hi
te denken, nu hij dit”hooge bedrag
opperd idee in te gaan. Hij vraagt
drag van „Mabeg” ook aan de firma
omtrent de Voorz. opmerkt, dat allicht
igenomen, waarna de Voorz.
Commissie dank zegt voor
voorloopig van dat punt af te stappen, bracht rapport.
Punt 4. Brieven van de landeige- viuv-ci
naren J. .Haagsma, S.D. Bokma en Sj. wd eens op een hoek van een steeg
IJbema, inzake den afstand van grond - -
ten behoeve van den aan te leggen
weg naar Ferwoude.
Blijkens de door den Secretaris ge
lezen brieven gaat de heer J. Haagsma
accoord met de getaxeerde waarde
zijner landerijen, benoodigd voor den
aanleg van den weg naar Ferwoude.
Ook het R. K. kerkbestuur neemt
genoegen met de aangegeven taxatie,
behoudens machtiging van de kerke
lijke overheid, die zal worden aange
vraagd. Ook de heer S. Bokma neemt
genoegen met de taxatie, mits het
voetpad van Workum naar de Zeedijk
wordt weggenomen, waarvoor hij
f2000 wil geven, deze som in ontvangst
te nemen, als de nieuwe weg voor
het verkeer wordt geopend.
De heer IJbema kan zich met het
ten zijnen opzichte getaxeerde bedrag
van f 1783.50 niet vereenigen. Daar de
bestaande „jister“ direct bij het melk-
stalt is gelegen en bij het aanbrengen
van een nieuwe „jister“, dan een paard
en wagen moet worden ingespannen,
wenscht hij de oude te behouden. Wel
wil hij met de Gemeente onderhan
delen en een eisch stellen en dit liefst
in één bedrag, n.l. voor de benoodigde
gedeelten van den aan te leggen weg,
voor de versplintering van zijn „finneu,
voor de afscheiding van de boeren-
huizinge van het land, voor de last
en het ongerief, dat de nieuw aan te
leggen weg meebrengt, alsmede dat
het vervoeren van ae mest uit de
mestvaalt, door het verhoogen van den
weg, voor hem onmogelijk is, aange
zien de weg daar ongeveer een meter
hooger wordt dan de bestaande reed.
Hij vraagt daarom f4500, zonder be
lemmering in het bedrijf aangaande
hekken en pompen. Mocht de Raad
nog besluiten het bestaande pad naar
de Zeedijk op te heffen, dan zou hij
daarvoor nog eene tegemoetkoming
van f500 willen geven.
B. en W. adviseeren den Raad, deze
brieven voor kennisgeving aan te
nemen en te besluiten tot onteigening
van den voor den aan te leggen
weg Workum—Ferwoude benoodigden
grond.
De heer Gaastra is van meening
dat in verband met het besprokene
in een vorige vergadering, deze zaak
in het stadium was gekomen, dat
vorengenoemde eigenaren de toen ge
stelde voorwaarden al of niet hadden
te accepteeren, welke meening ook de
Voorzitter is toegedaan, waarom deze
dan ook adviseert, thans [de onteige
ningswet toe te passen, want de be
langhebbenden moeten ten slotte toch
ook weten, wat zij willen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
daartoe besloten.
Punt 5. Adres van de Pelikaanbe-
woners, houdende verzoek tot plaatsing
van een lantaarn in de steeg.
Blijkens het door den Secretaris ge-
De Voorz. zegt dat èn^ B. en W. lezen adres achten zij zich verstoken
van de straatverlichting, een gemis,
dat in de vroeg donkere avonden die
in aantocht zijn, zeer zal worden ge
voeld en zeer onaangenaam en lastig
is. Dit euvel zou te verhelpen zijn
door het plaatsen van een lantaarn
in het midden of aan het einde der
steeg, hetgeen om financieele bezwa
ren niet achterwege behoeft te blijven.
Het advies der Gascommissie geeft
de Raad in overweging de adressan
ten te verwijzen naar de eigenaars
of beheerders der bewoonde percee-
en. De Commissie is de meening
toegedaan dat dergelijke, niet door-
oopende stegen, niet voor aparte ver-
ichting ten koste der Gemeente in
aanmerking komen.
B. en W. adviseeren den Raad op
dit verzoek eene afwijzende beschik
king te nemen en het hier door de
Commissie aangegeven standpunt,
steeds gehuldigd, ook thans te hand
haven.
De heer de Roest vraagt of er ook
mogelijkheid bestaat de lantaarn,
thans juist aan de overzijde van de
Wymerts geplaatst, over te brengen
naar de overzijde, juist voor de steeg.
De Voorzitter heeft daarover ook
wel gedacht, of dat verbetering zou
kunnen geven, maar men krijgt dan
langzamerhand een eigenaardige ver
lichting, die oorspronkelijk toch om de
beurt aan weerszijden van de Wijmerts
is aangebracht en daarom is het toch
maar beter de plaats der lantaarns te
behouden, zooals zij steeds zijn ge
weest.
Het is voor den heer Gaastra weer
r
sie van het grootste belang. Een on
derzoek naar den kostprijs, in overleg
met B. en W. gedaan, bracht haar
echter tot de overtuiging, C... „1
plan moet worden afgezien.
want dan doet men beter voor dat
geld ander land te koopen. Echter,
ofschoon de heer van Hall schrijft,
den koopprijs niet te willen verlagen,
toch een eventueel bod in overweging
te willen nemen, valt er allicht over
den prijs toch nog te praten, gezien
ook de betrekkelijke zinsnede in het
rapport der Commissie. Spreker
althans is tot de overtuiging gekomen,
dat de zaak wel eenige nadere over
weging waard is en wil daarom de
eigenaar in de gelegenheid stellen
een aannemelijk en schappelijker
aanbod te doen.
ft
-gi