Alle voorkomende
Drukkerij „Friso“ ïorknm
Alles of niets
SCHETSJES
FEUILLETON
worden netjes en tegen
billijken prijs’geleverd
door
Telefoon No. 45.
INGEZONDEN.
5
(Wordt vervolgd.)
I
door PASSEPARTOUT.
de auto voor te brengen. Ik vertrek
binnen ’n paar minuten naar Rennes.
De Markies was doodsbleek gewer
den, maar scheen zich met alle kracht
te beheerschen en zei:
Het spijt me. maar ik zal aan
uw verzoek voldoen. Ik zal u per
soonlijk naar Rennes brengen.
Dank u, zei Constant, boog èn
verliet het vertrek, om zich naar z'n
kamer te begeven. Hier werd tien
minuten later aan de deur geklopt.
Hoofdstuk V.
DE DOORSLAG.
Al hetgeen Constant Noijens gezien
had, tijdens z’n rondrit per auto, was
wel in’ staat zijn besluit om te weige
ren aan het wankelen te brengen.
Tot het kasteel Mériadec behoorden
honderden hectaren zeer vruchtbare
grond, de vruchtbaarste grond van
geheel Bretagne. Al de groote boer
derijen waren het eigendom van den
Markies d’Auvergne. Op de boerderij
en waren pachters aangesteld, die den
rentmeester van hun heer jaarlijks
aanzienlijke bedragen moesten komen
betalen, zoodat het inkomen van den
Markies zelfs niet te benaderen scheen.
En dit alles zou als Constant, de be
rooide, werklooze gymnastiek- en
schermmeester in den schoot vallen
als de Markies kwam te sterven.
Welk groot geheim schuilde daar
achter, ’t Was de angst voor een val
strik, die Constant telkens weer deed
besluiten het voorstel van de hand
te wijzen. Hij behoefde echter niette
trachten achter dit geheim te komen.
Nog één dag, dan moest hij tegenover
den notaris en z’n getuigen zijn be
sluit kenbaar maken en de overeen
komst onderteekenen. In ieder geval,
hoe z’n besluit ook mocht uitvallen:
Morgen tegen elf uur zou-ie weer naar
de serre met de Cactus-planten terug-
keeren. Hij zou en hij moest nog eens
met de oude Thérèse praten. Misschien
zou, wat hij van haar te hooren kreeg
van grooten invloed zijn op de beslis
sing, die hij ging nemen.
Onmiddellijk na de lunch verscheen
een in 't licht-grijs met zilver uitge-
doschte livrei-bediende, dezelfde, die
naast den chauffeur zat, toen hij per
auto van den trein te Rennes werd
afgehaald
Mijnheer de Markies stelt u voor
onder mijn geleide het kasteel eens
te bezichtigen, zoo u hiervoor althans
eenige belangstelling heeft.
Natuurlijk, antwoordde Constant,
dat doe ik zelfs heel graag.
En hij overwoog bij zichzelf: dat is
misschien ook al 'n lokmiddel om mijn
besluit te beïnvloeden. We zullen zien.
De livrei-bediende ging hem voor
en het verwonderde nu den jongen
Hollander niet plotseling tegenover
zulke schatten aan zilver en antieke
voorwerpen te staan. Er was ’n rid
derzaal, die geheel gesierd was met
de wapens en wapenen en harnassen
van het geslacht d’Auvergne. Hij zag
die achter ’n groepje
verscholen stond. Hij
haar toe en zij greep z’n hand.
dadelijk komt de opzichter om met
ons naar de druiven-serres te gaan,
ik heb uw moeder als kamermeisje
gediend. Haar vader is pas gestorven
en heeft 'n onmetelijk fortuin voor haar
achtergelaten. Ze zeggen, dat al de
couranten vol hebben gestaan van
oproepingen voor de erfgenamen. Als
v haar zoon bent, is u de eenige erf
genaam, mèt markies d’Auvergne, dat
s haar neef. Weés voorzichtig voor hem
hij heeft een slecht hart. Hij is wreed
en zuigt z’n volk uit tot den laatsten
cent. Hij straft zelf nooit, we zien hem
zelf nooit, maar door middel van z’n
rentmeester en z’n opzichters worden
we uitgeperst en soms mishandeld.
Toch zeggen ze, dat al die rijkdom
maar schijn is. Hij moet veel schulden
hebben en daarom moet alles zwaar
zyde openen, maar dat ging ook niet, belast en beleend zyn. Ik zeg u, neem
er kurassen van zwaar antiek zilver,
gobelins voorstellende enkele edellie
den, levensgroot te paard, met hun
gemalin op de valkenjacht, de „ridder
slag” van een d’Auvergne door den
keizer Karei den Groote. Dit alles zou
later het eigendom worden van hem,
den allereenvoudigsten Hollandschen
jongen, wiens vader het tot kapitein
van de artillerie gebracht had, ’n rit
meester zonder eenig fortuin, die nooit
verder geweest was dan Frankrijk,
waar-ie, in z’n kwaliteit van regiments-
adjudant, de groote manoeuvres van
de Fransche artillerie in 't Zuiden
had meegemaakt. Bij die gelegenheid
moest kapitein Noijens dan ook z’n
verloofde hebben leeren kennen. Hoe
langer hoe meer voelde Constant iets
tegen-natuurlijks in de manier, waarop
de markies hem aan zich wilde ver
binden voor 't leven. Dit alles bleef
al z’n gedachten beheerschen, terwijl
de bediende hem in de verschillende
zalen van 't kasteel vertelde van de
kostbare antieke voorwerpen en schil
derstukken, die, elk voor zich 'n ge
schiedenis vertegenwoordigden.
Toen zij de bibliotheek binnen gin
gen, zei de bediende
Dit is de rijkste en meest com
plete boekenverzameling van geheel
Auvergne. De catalogus geeft over
de honderd en veertigduizend deelen
aan. Zooals u ziet, neemt zij vier zalen
in beslag. Zij is aangelegd door den
overgrootvader van den markies en
elk zijner opvolgers heeft haar naar
zijn beste krachten en weten gecom
pleteerd. Wij, burgermenschen zouden,
als wij alleen deze verzameling beza
ten, meer dan schatrijk zijn.
Merkwaardig, dacht Constant, ieder
een schijnt er hier op uit te zijn, de
rijkdommen van den markies tegen
over mij goed te doen uitkomen. Ik
geloof 't nu wel en ik zie heusch wei
in, dat ik m’n tijd niet in ledigheid
zal hoeven door te brengen, als ik
hier heer en meester ben.
Heel den middag bleef hij in tegen
woordigheid van den bediende en
bewonderde den overweldigende rijk
dom van het interieur. Maar nog
steeds werkte de twijfel, nog steeds
knaagde de achterdocht: er is iets,
er dreigt iets. Wees voorzichtig scheen
ook weer dezelfde zachte stem dien
nacht te waarschuwen.
Den volgenden morgen was-ie zeer
vroeg wakker en hij besloot, nadat-
ie z’n toilet gemaakt had, in den tuin
te gaan wandelen. Hij wilde den
grendel voor zijn deur wegschuiven,
dit lukte weliswaar, maar de deur
kon langs binnen niet geopend worden.
Ze scheen van buiten goed gesloten.
Hij maakte ’t venster open, wilde ook
dat van gewoon glas aan de buiten-
Een ingesteld onderzoek in de Ge
meente H. O. en N. wees uit, dat ook
daar geen controlemiddel beschikbaar
was, zoodat gepleegde overtredingen
niet kunnen worden geconstateerd en
tegen gegaan.
De heer Gaastra zou het toch noodig
achten een weegtoestel aan te schaf
fen, prijsopgave te vragen en moge
lijke inwerkingstelling te kunnen
zien. Na eenige discussie, wordt vour-
loopig besloten de zaak thans nog te
iaten zooals het nu is.
Verder is nog ingekomen een adres
van den auto-ondernemer D. Faber,
inzake de wegafsluiting Workum
Bolsward voor auto’s, langs welken weg
hij en zijn personeel voor een groot
deel hun brood moeten verdienen.
Van plan zijnde de autodienst via
Ferwoude te doen plaats hebben, is
hem gebleken dat het deel van dien
weg onder Workum zoo slecht is, dat
ook spoedig daar sluiting zal moeten
volgen, tenzij het geld op de begroe
ting, uitgetrokken voor werkverrui
ming, hier of op den trekweg wordt
besteed. Anders zal Workum bijna
geheel worden geïsoleerd. Het is ech
ter ongetwijfeld een belang voor de
geheele gemeente, dat hare deuren
voor het vreemdelingenverkeer open
staan, waarom aanvankelijke herstel
ling gewenscht is, echter van dien
aard, dat direct gevaar geweken is.
Radikale verbetering is noodzakelijk,
doch z. i. kan deze aanhangige kwestie
net zoo goed voortgang hebben met
een weg, die geopend is voor het ver
keer, als met een afgesloten weg.
Niemand der leden heeft bezwaar
tegen directe behandeling van dit
adres. De heer Gaastra vraagt, of den
Voorzitter ook iets naders bekend is,
aangaande die sluiting van den trek
weg, wat hem alleen gebleken is uit
een mededeeling in de Leeuwarder
Courant. De Voorzitter geeft daarna,
ofschoon daarvoor op dit oogenblik
niet voldoende geprepareerd en thans
niet in het bezit van talrijke belang
rijke en positieve gegevens, niettemin
een uitvoerige, interessante en met
talrijke gegevens gedocumenteerde
uiteenzetting van de geschiedenis van
dezen wag, reeds dateerende van een
concessie sedert 1647 en opgediept
uit de archieven van Workum, Bols
ward en Wonseradeel, waaruit blijkt
dat de aansprakelijkheid voor het
onderhoud van dien weg, voorzoover
Workum alleen betreft, nog volstrekt
niet als vaststaande behoeft te worden
beschouwd. Hij belooft echter een
aangevangen serieus onderzoek met
kracht te zullen voortzetten, overtuigd
dat de uitkomst nog wel eens tot ver
rassende resultaten zal kunnen leiden.
De Raad, overtuigd, dat oogenblik-
kelijk ingrijpen in den benarden toe
stand noodig is, machtigt, na eenige
discussie, het College van B. en W.
een bedrag van f 1500 te besteden aan
de verbetering van den weg langs de
Makkumerdijk vanaf Zeeburg tot de
grens van Wonseradeel.
Bij de rondvraag vestigt de heer
Dijkstra de aandacht op de brug bij
J. Faber, de heer Brandsma op den
toestand bij de nieuw aangelegde be-
tonbrug en de heer van der Gaastop
de wenschelijkheid, om voorverbree-
ding der bermen in het Heidenschap
geen grond van de z. g. „Stads-Viere”
te nemen, maar aan te voeren van
Tjerkwerd, aan welke punten door
B. en W. de noodige aandacht zal
worden geschonken, waarna de Ver
gadering door den Voorzitter wordt
gesloten.
het begin van dit schetsje.
„Het ware gevoel van eigenwaarde
is eene vrucht van ware beschaving
en zelfkennis”, zeker, maar het ligt
zoo maar niet voor de gréép. Om het
bezit moet gestreden, geleden, gewor
steld worden en wie meent, dat po
sitie of carrière of promotie het zullen
brengen, die dwaalt ganschelijk.
Errare humanum est, dwalen is
menschelijk, dit woord van Seneca
is er niet om er zich op te beroepen.
Het herinnert den mensch, dat er
fouten zijn niet om er voor op den
loop te gaan, maar om ze teveroete-
ren. in verkloeking en zonder uitstel
uitstel wordt licht afstel en beide
schaden ons zelfrespect.
....Nederland werd getroffen door
een zware materiëele ramp. Er is
echter iets opgedoken uit de water
vloeden daarover zal m’n „Swan”
het hebben in het e.v. Friso-nummer
het houdt speurbaar verband met
wat boven dit schetsje staat.
het personeel van de gasfabriek
wederom een gezamenlijke toeslag
van f300 te geven, wordt door voor-
en tegenstanders nog al iets in het
midden gebracht, tot tenslotte het
voorstel wordt aangenomen met 6
tegen 5 stemmen. Tegen stemmen de
heeren Dijkstra, Sikkes, van der Gaast,
de Roest en Posthumus.
Wat de restitutie aan den Directeur
der gasfabriek betreft van 2/3 der
kosten van de hem door de wet op
gelegde zekerheidsstelling, heeft de
Raad met 10 tegen 1 stem, die van
den heer Brandsma, besloten, die
restitutie over de jaren 1924 en 1925
te bestendigen, doch die kosten voor
1926 en volgende jaren geheel voor
rekening van het bedrijf te nemen,
terwijl ook de Ontvanger in het ver
volg in dat zelfde recht zal deelen.
De begrootingen van gasfabriek en
gemeente zullen in overeenstemming
worden gebracht met vorengenoemde
besluiten.
De punten der agenda zijn hier-
medejafgehandeld, doch de Voorzitter
deelt mede, dat nog een adres is in
gekomen van de politieagenten, waar
van door den Secretaris ‘voorlezing
geschiedt en waarin wordt verzocht
eene salarisregeling te ontwerpen
met inachtneming der voor eenieder
hunner te stellen regelen (Hoofdagent
en agenten), naar den maatstaf, zooals
die voor de Rijkspolitie geldende is,
aangevuld met een kindertoelage,
geldig voor alle kinderen beneden den
leeftijd van 18 jaar der gemeente
ambtenaar ter verzorging komende
en waarvan, zooals bij het Rijksper
soneel, geene inkomens-grenzen zijn
gesteld, waarbij door overschrijding
derzelve, geen toeslag meer zou
worden genoten. De aan Rijks- en
Gemeentepolitie opgelegde taak is
eender, zijnde handhaving van wetten,
Koninklijke besluiten, Provinciale,
Gemeente- en Waterstaats verorde
ningen.
Op voorstel van den heer Ferwerda
wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten dit punt aan te houden tot
de volgende vergadering.
Verder doet de Voorzitter nog me
dedeeling van een ingekomen rapport
van den Hoofdagent van politie, waar
van door den Secretaris lecture ge
schiedt en dat betreft het handhaven
van het verbod inzake het gewicht,
waarmede over bruggen mag worden
gereden en de genomen besluiten
van Ged. Staten inzake gedeeltelijke
sluiting van den weg door het Hei
denschap en van den Bols warder weg
voor motorrijtuigen. Wanneer de po
litie niet wordt uitgerust met een
controlemiddel (weeginrichting), is het
haar niet mogelijk de hand aan deze
verordening of reglementen te houden.
En ’t glas was zóó ongewoon dik,
dat-ie dit zelfs met een of ander voor
werp moeilijk zou kunnen verbrijzelen.
Wat moest dat beteekenHij rammelde
’n paar malen aan den deurknop, maar
niets hielp. Was-ie hier opgesloten?
Met opzet Of was 't toeval Hij luis
terde, omdat-ie schuifelende schreden
in de gang meende te hooren. Toen
probeerde hij nog eens de deur te
openen. Dit lukte opeens zeer gemak
kelijk. Toen-ie in de gang stond zag-
ie nog juist het tipje van de witte
schort van Sanne achter de deur van
de eetzaal verdwijnen. Was de grendel
langs buiten voor z’n deur geschoven
geweest? En had Sanne die nu snel
teruggeschoven, om hem niet te doen
vermoeden, dat-ie den heelen nacht
opgesloten was geweest? Constant is
dat nooit te weten gekomen. Hij liep
naar de eetzaal, waar de oude Suzanne
dadelijk diep boog, toen zij hem zag.
Is u al op vroeg ze verwonderd.
Ja, ik heb erg onrustig geslapen
en ik ga ’n beetje in’t park wandelen.
Neem eerst ’n kop thee of cho
colade met ’n beschuit; nuchter blij
ven is niet goed.
Constant volgde haar raad en liet
zich toen langs de achterdeur over 'n
breed terras naar het park brengen.
Er begon 'n klokje te kleppen. Dat
was zes uur. De arbeid in het park
begon. Constant nam zich voor, te
voet den weg te volgen, dien-ie gis
teren per auto had afgelegd en zou
trachten de serre met de Cactus-plan
ten te bereiken. Dit lukte hem na 'n
wandeling van bijna twee uren. De
serre stond wagewijd open, want de
zon stond aan den hemel en scheen
er recht op. Op het oogenblik dat hij
binnen zou stappen, hoorde hij zacht
achter zich hoesten’t was Thérèse,
j s lage conifères
„Ij stapte snel op
Ik moet me haasten, zei ze, want
dienstbode van G 328 naar Bussum»
Brinklaan 22. Rintje Hein IJpma, rei
ziger van F 3 naar Bolsward, 2e Hol-
landiastraat F 6. Wilhelmina Gerdina
Petronella Harmzen, zonder beroep
van C 15 naar Dokkum. Hooge Pol
C 224. Cornelis Hiemstra, spoorweg-
werker met gezin van A 81 naar Hies-
lum. Siebrigje de Boer, weduwe Fokke
Kalksma, zonder beroep van A 123
naar Bolsward, Gijsbert Japikstraat 33.
Alegonda Adema, dienstbode van D
106 naar Heidenschap H. O. N. Jacoba
Veenstra, zonder beroep van B 62 naar
Rotterdam, Mathenesserdijk 253a.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
Uit financieel oogpunt ziet het Be
stuur van het Strijkorkest »Ceacilia«
alhier zich gedwongen de gewone jaar-
lijksche uitvoering op de Sociëteit Har
mon ie en in het lokaal »Rehobóth<
door het geven van een concert in de
Doopsgez. Kerk te vervangen.
Op deze wdjze kan éénmaal locali-
teithuur, vervoer piano, pianostemmen
enz. worden uitgespaard. Een niet on
belangrijk bedrag.
Wij vertrouwen dat onze donateurs
zich kunnen indenken dat werkelijk
niet uit gemakzucht tot deze versobe
ring is besloten, maar dat inderdaad
het recht van voortbestaan van ons
Strijk ons noodzaakt zóó te handelen.
Na deze korte uiteenzetting zal U
ons Uw gewaardeerde (en onontbeer
lijke) medewerking toch niet onthouden
U, mijnheer de Redacteur dankend
voor de verleende plaatsruimte.
Het Bestuur van »Ceacilia<,
E. ROBIJNS, Voorz.
J. WAGENAAR, Pennm.
j. VAN DOUWEN KUIPERS, Secr.
De auto is voor.
Constant begaf zich naar de witte
hall, werd door Sanne uitgelaten en
daar buiten stond de luxe wagen met
den Markies, die er reeds in had
plaats genomen.
Wanneer we snel rijden, kunt u
den expres van vier uur nog halen,
zei-ie. En de wagen schoot voort, pijl
snel en nam handig de vele bochten
tusschen de heuvels van dit zeer gril
lige terrein.
Pas op, Constant, er dreigt iets,
sprak ’n stem. Constant hield z’n vuis
ten gereed, 't Was noodig. Plots wierp
de markies zich op hem, wilde hem
bij de keel grijpen, maar Constant,
scherp op z'n hoede, diende den veel
ouderen man ’n geweldigen vuistslag
tegen den slaap toe, zoodat hij met ’n
zwaren zucht ineenzakte. Op dit oo
genblik stopte de auto. De chauffeur
had zich omgewend en de worsteling
gezien.
Constant rukte het portier open,
sprong naar buiten en dreigde den
chauffeur
Beweeg je niet of ik schiet je
neer
Meteen greep-ie naar z’n borstzak,
waar enkel z’n portefeuille met reis
geld zat. Ruggelings liep hij naar den
boschrand achter zich, sprong over
den sloot en verdween. Hij was buiten
't bereik van den markies en den
grooten sterken chauffeur. Nu was 't
zaak zoo snel mogelijk naar Rennes
te gaan en den trein naar Holland
te nemen.
Vanuit de verte hoorde hij den wa
gen wegsnorren. Er daagde 'n ruiter
op, ’n cavalerist, aan wien Constant
den weg vroeg naar Rennes. Dat was
al heel gemakkelijk. Ginds waar de
huizen begonnen, reed 'n electrische
tram af. 's Nachts om twaalf uur arri
veerde hij te Brussel en den anderen
morgen stond htf in de leege kamer
van 't bovenhuis, dat-ie drie dagen
geleden verlaten had.
En nu, meneer de markies d’Au
vergne, al bezit ik geen cent, nu tus
schen ons
Mijn >Swan« en ik.
XII. ZELFRESPECT.
„Het ware gevoel van eigenwaarde
is eene vrucht \an ware beschaving
en zelfkennis, en de bron van be
scheidenheid zonder huichelarij, van
rechtvaardigheid jegens anderen zon
der heerschzucht, van verdraagzaam
heid zonder zwakheid, van vast en
krachtig handelen zonder geweld.”
Deze schoone woorden, even schoon
als juist, las ik in een oud werk, dat
nimmer veroudert, het werk, waarin
de groote paedagoog van Friesland
zijne belijdenis als zoodanig heeft
neergelegd en uitgesproken mocht
ze velen ten voorbeeld zijn en velen
sterken in den vaak zoo moeilijken
levensstrijd
Ik las deze woorden en enkele dagen
daarna las ik in een verslagje van
eene vergadering, aan welke correctie
was verzocht van eene onjuistheid,
aan te wijzen en algemeen erkend,
dat zelfrespect verbood aan het ver
langen te voldoen. Wat uit een wijs
hoofd kwam en over ijd’le lippen,
schrijf ik niet neer om te vergelijken
- ér is polaire tegenstelling, die
scherp belicht en wie onjuist was
moge afvoeren, vèr, van het benepen
standpunt van niet loyale erkenning
van foutieven.
In onze dagen van moreel verval,
inzinking is een te
liggen op den weg van ied’ren mensch
onjuistheden, dwalingen, inconsequen-
tiën, incorrectheden, tekort-komingen,
vele en in velerlei vorm. Maar wie
nu alleen naar zijn jasje kijkt en naar
zijn medailles en weigert in te keeren
interno en te keeren van de dwalingen
zijns weegs, die berokkent zich zelven
ernstige schade, die verstart en mag
wegen en overwegen het citaat aan
LUST van uit Workum vertrok
ken en aldaar gevestigde per
sonen over Jan. 1926.
lugekomen
Klaaske Knossen, dienstbode van
Hoogeveen naar G 119. Aukje Hoek
stra, dienstbode van Cornwerd naar A
170. Intje Kok, dienstbode van Nije-
mirdum naar G 266. Hendrik Tjerkstra,
schipper met gezin van Heidenschap
naar Workum, aan boord. Grietje Dijk
stra, dienstbode van Heidenschap naar
G 312. Reinskje van der Meulen,
dienstbode van Leeuwarden naar B 54
Hidde de Vries, caféhouder met gezin
van Gramsbergen naar G 114.
Vertrokken
Roelof Veldman, bakkersknecht van
D 50 naar Zutphen Buitensingel 71.
Taekle de Boer, schipper met gezin
naar Stavoren aan boord. Anne Jaspers,
werkman met gezin aan boord naar
Exmorra. Christiaan Vivilianus de
Vreeze, caféhouder met gezin van G
114 naar Beverwijk, Romer Kerkstraat
39. Martha Everarda de Vreeze, zonder
beroep van G 114 naar Bussum, Mek-
rüivwi lenburgerlaan 40. Jouke de Jong, boe-
zwak woord, renknecht van G 8 naar Terband.
Liekeltje Porten, huishoudster van G
114 naar Beverwijk, Romer Kerk
straat 39. Marten Johannes Schoot
stra, horlogemaker met gezin van G
128 naar Huizum, Schrans D 51. Thijs
Rienks, Brievenbesteller met gezin van
G 120 naar Bennekom, Brinkerweg 12.
lemkje Veenstra, huishoudster van G
194 naar Nijhuizum. Gertrud Klaholt,
u in acht. Uw moeder was 'n engel,
die alles aan haar liefde voor uw va
der moet opgeofferd hebben. Maar
haar vader schijnt op ’t laatst van
z’n leven tot inkeer gekomen te zijn.
Wat wil de markies van u
Hij heeft me hier laten komen en
stelt me voor hier levenslang te blijven.
Doe’t niet, doe’t niet en vertrek
zoo spoedig mogelijk. Vaarwel, daar
komt de opzichter. Wees op uw hoede
Vlugger dan men van zoo’n oude
ziel verwacht zou hebben, was zij Sanne waarschuwde
verdwenen, en Constant stond daar
koud en sidderend over al z’n lede
maten. Wat hij daar gehoord had, was
wel in staat hem geheel van z’n stuk
ken te brengen. Bliksemsnel had-ie
de plannen van den Markies doorzien.
De hemel scheen hem die oude vrouw
te hebben toegezonden, om ’n schur
kenstreek te ontmaskeren voor het
te laat was.
De Markies wilde hem dus dag en
nacht bij zich houden om den erfge
naam van de bezittingen van den
vader van z’n moeder, van den heer
de Lannoy voortdurend in ’t oog te
kunnen houden.
Nu was alles duidelijk. Maar nog
moest-ie voorzichtig zijn, moest-ie
veinzen, want als de Markies er achter
kwam, dat-ie hem doorzag, zou-ie in
staat zijn hem eenvoudig uit den weg
te ruimen. Hij moest zich dus houden,
of-ie nog steeds in twijfel verkeerde
omtrent 't besluit dat-ie te nemen had.
Tot aan de lunch bleef hij in het
uitgestrekte park, keerde toen terug
naar het kasteel en liet de oude Sanne
aan den Markies vragen of deze hem
te woord kon staan. Onmiddellijk
kwam het antwoord, dat de Markies
meneer Noijens gaarne zou ontvangen.
Toen Constant in de torenkamer
kwam, zag-ie daar tot z’n verwonde
ring ’n grooten breeden man, kaal
hoofdig en met 'n sterk gebogen neus.
In ’n hoek zaten aan ’n tafeltje twee
eenvoudige mannen, zij schenen men-
schen van ’t platteland te zijn. De
Markies zag zeer bleek en zei:
Meneer Noijens, het doet me ge
noegen u den notaris Delcroix uit
Parijs te kunnen voorstellen. Hij is
sinds vanmorgen mijn gast in verband
met de overeenkomst, die wij hebben
aan te gaan.
De notaris was opgestaan en reikte
Constant glimlachend de hand.
Meneer Delcroix, vervolgde de
Markies, heeft 'n concept overeen
komst
Markies, viel Constant hem in
de rede, doe geen verdere moeite.
Ik weiger formeel de overeenkomst
aan te gaan.
Is dat uw allerlaatste woord?
Ja. En ik wensch ten spoedigste
te vertrekken. Gelieve order te geven
71
Drukwerken