met en zonder rand T. GAASTRA Bz. Alles of niets door PASSEPARTOUT. De Curator en zijn Pupil. Gemengd Nieuws. SCHETSJES FEUILLETON verkrijgbaar in den boekwinkel van was 10 my ook nog achter i Aparte woningen voor gezinnen met t.b,c.-patienten. Dordrecht, waar 't cijfer i den a, be- l Deel II. c c 1 h t e Die ouwe vrouw, die onder m’n venster ons gesprek afluisterde. Nou, wel gefeliciteerd. Doe toch niet zoo sarcastisch. Ik heb haar in drift WabliefJij hebt haarezel Zie je nou wel, datje ’n tweede stomme streek uitgehaald hebt. Als je zoo doorgaat, help je my ook nog achter de tralies, ’t Lykt wel, ot je krank zinnig geworden bent. Ja, maar, ’t onweer is afgewend. Michel zal getuigen, dat-ie haar om mij te verdedigen van me af geslin gerd heeft en zonder bedoeling met ’t hoofd tegen den muur heeft gegooid. Ah zoo, dat is ten minste één gladde zet. Je bent toch nog niet heele- maal kindsch. Maar nou moet je my beloven, als er ’n rechtsz; wordt te niet kent, dat je rechtszaak van gemaakt getuigen^at jij de vrouw dat je haar nooit gezien hebt en dat er ook nooit iets tusschen haar en mij bestaan heeft, ik bedoel ’n veete. Ja, ’n liefdes-betrekking zal er wel niet tusschen jullie bestaan heb ben. Je zet je liefje zoo maar niet op water en brood. Dat is dus afgehandeld? Accoord. En nu ga ik naar Parijs. Ik ga logeeren in de Deux Princes en richt van daar uit in deftige smoking, m’n aanval op de dochter van Brunier; je zult zien, dat zaakje is zóó in orde. Dullalier heeft ’t me ook sterk aan geraden en je weet dat is de soliditeit in toga. De toekomst ziet er weer rooskleurig uit. Dat lastige geval met die ouwe vrouw wordt wel in den doofpot behandeld, de eenige erfge naam van Graaf de Lannoy schijnt z’n buik vol te hebben van onze gast vrijheid Je hebt wéér geljjk gehad, Delcroix. Als-ie de oproeping in de kranten niet gelezen heeft, komt er geen vuiltje aan de lucht. Tot ziens, tot binnen enkele dagen, dan zie je me als de gelukkige bruidegom mét huwelijksvoorwaarden en een bruid terug. Toen reikte de Hollandsche advo caat zyn cliënt Constant Noijens de hand. Op dit oogenblik vertoonde zich de eerste barst in den grond onder de voeten van Markies d’Auvergne, een barst die tot kloof worden zou, waarin hij storten moest. (Wordt vervolgd.) gehoord hebben of gelezen van de gezusters Rosalie en Virginie Loveling, twee Vlaamsche dichteressen, die in de eerste helft der 19e eeuw jong waren. Ik ga hier niet van ze ver tellen, maar wil herinneren aan het artikel van Rosalie, dat omstreeks 1880 verscheen in het letterkundig tijdschrift „Astrea” en Getiteld was „Gierigheid”. Met een paar lijnen heeft de schrijfster daarin aangegeven, wat dat karakter gebrek was en, schoon „Astrea” al lang musea is, is de defenitie van Rosalie in het tref fende voorbeeld, treffend door eenvoud mij bij gebleven. De dichteres vertelde van een „zuinige” huismoeder, die op den ver telijk hoopte hij dat Thérèse nog le ven zou, niet zoozeer uit medelijden met de vrouw, als wel uit angst voor eigen veiligheid. Haagstig liep-ie de breede lanen door van ’t uitgestrekte park, sloeg tweemaal ’n zijpad in, sprong over ’n sloot en kwam zoo, langs den kori sten weg in ’t sparrebosch, waar de loods stond. Hij tastte in z’n zak om den sleutel te pakken, maar dit was overbodig. De deur stond wagenwijd open. Had-ie die daarstraks toen-ie de loods verliet, vergeten af te slui ten? Bevend betrad-ie ’t hok, dat des zomers in den maaitijd voor bij keuken diende. Het was leeg. Hij stak ’n lucifer aan, maar zag niets. Thé- rése was verdwenen. Hij luisterde. Hoorde hij in de verte geen 'stem men? Ja, ’t leek wel of daarginds ’n volksmenigte bijeen was. Plots ont waarde hij Michel, den opzichter, die op ’n draf kwam aanzetten, met ’n hondenzweep in de had. Meneer de Markies, Thérése Lianotte hebben ze dood in de loods ge vonden. Ze schijnt gewurgd te zijn Want er staan vinger-afdrukken in haar hals. Ze lag in de öpenstaanden deur. Ze schijnt nog naar buiten ge dropen te zijn. En ’t mooiste van alles is, dat ze uw hondenzweep bij haar in ’n hoek gevonden hebben, kijk maar uw wapen staat er in met de rroon er boven op De Markies overzag bliksemsnel iet doods-gevaarlijke van den toestand. Schreeuw niet zoogelastte hij met trillende stem. Kom mee Snel keerde hij terug naar ’t Ka steel op den voet gevolgd door Michel, die al lang wist, wat-ie van deze zaak te denken had. De Markies had in deze vrouw natuurlijk ’n ge vaarlijke getuige voor de een of andere duistere zaak ontdekt. Ze had geweigerd te spreken en dat had de kwestie nog gevaarlijker voor hem gemaakt en (ook voor haar. Z’n meester had haar toen eenvoudig uit den weg geruimd. Maar wat een ezelachtigheid om z’n visitekaartje in den vorm van die hondenzweep, naast ’t lyk laten liggen. De Markies holde naar de torenkamer, sloot er zich met Michel in op en hijgde: Is er al politie by geweest Ja, meneer, ’n gendarme, de veldwachter en de gemeente-secre- gaan roepen. Ze is ibracht naar de ba-l pakjes te maken, al het linnengoed, schen dan uitgezonderd, die (wel eens) den geldtrommel en den effectentrom J mei. De dieven zijn begonnen met alles uit ’t kabinet te halen en op den grond te gooien. Vervolgens zijn alle kamers doorzocht, maar het was blijk baar alleen te doen om geld, want de voorwerpen van waarde zijn niet mee genomen. Toen de strooptocht geen resultaat opleverde, hebben zij de be woonster een slag op den linkerslaap toegebracht. Zij ging het bed uit en naar het kabinet, waar zij een stevig strijkplankje heeft staan »om hun de harsens in te slaan.De inbrekers, blijkbaar totaal overbluft, hebben dat niet afgewacht, maar zijn er vandoor naar het landgoed van notaris Delc roix. Hij vond zijn medeplichtige sla pende op ’n divan. Wordt wakkerik moet je spre ken. ’n Beetje kalmer, asjeblief, grom de de notaris, jouw bourgogne heeft me te pakken gehad. Ik moet je raad inwinnen. Alweer? Ei, ei, je schijnt me dus eindelijk op rechten prijs te gaan stellen. Ik moet geld hebben, halen waar halen. Doe dan wat ik je aangeraden heb. De dochter van Brunier. in Parijs Juist, ik heb je al honderd maal gezegd, dat je die vragen moet. Ik kan ze niet uitstaan. Ze is puissant rijk. Je kunt met haar bruidschat jou tekorten, die je als curator en beheerder gemaakt hebt, dekken. Eeuwig en altijd dat mormel op je dak. Beter ’n mormel op je dak dan de politie. Jij wilt zeker weer ’n paar mille verdienen aan ’t opmaken van de huwelijksvoorwaarde, hè Jeprendsmonbien, ou jele trouve. Enfin, ik doe het, ik zal haar straks gaan vragen. En zoo gauw mogelijk trouwen, als je blief. Ze houdt toch nog altijd van je? Ze is smoorlijk op me. Ik heb haar eenige weken geleden nog bij bij den advocaat Dullalier in de Ave nue Clicly. Dat moet ’n buitengewoon serieus advocaat zijn. Veel te serieus man, voor jou. Mijn »Swan« en ik. XVII. GIERIGHEID. Ik denk wel niet, dat er veel Friso- lezers(essen) zijn, de literaire men ia L Ju itif i. I leic jslui .enii d. I ;evrd jcheA e. I van i vangs veror I f. ld conve g.Ic wijzig houde Geme i. comm 1925. gegaan langs denzelfden weg als zij gekomen waren. De juffrouw stak daarop een lampje aan, en ging op de koekoekklok kijken hoe laat het was het was precies twee uur. Toen de politie, onder leiding van hoofdinspec teur Lettinck, kwam, was haar linker slaap geheel blauw. »Dat is niet erg» zei de oude juffrouw, maar dat zij zoo met Turk, mijn hond, gesleept hebben, dat is een schandaal. Houdt de deur dicht, anders krijgt Turk pien in ’t lief. Hij serieus, ik geslepen. We zul len eens zien, wie ’t wint. Dus ik vraag haar ten huwelijk. Da’s zeer verstandig. Maar, laat niet blijken, dat ik je dat aangeraden heb. Natuurlijk niet. Ik zwijg over jou. Ook heel verstandig, zei Delcroix, wel wetend, dat de reputatie, die er van zijn naam uitging, geen aanbeve ling was om ze in ’n deftigen kring' van advocaten te introduceeren. Nou heb ik je nog wat te zeggen. En dat is? Thérèse Lianotte is dood, Onmiddellijk daarop reed de markies I Lianotte, wie is dat? jaardag van ’r jongste dochtertje de familie zou tracteeren op chocola. Maar er mankeerde wat aan die cho cola, zij was niet zoet genoeg. Veel haperde er niet aan, maar ’t was niet de echte verjaardag-chocolade ze was niet zoet genoeg. Nu is „zoet” het moet worden toegestemd iets, wat met den smaak heeft te maken en dus iets subjectiefs. Maar in den jarigen kring maakten allen een proeflipje en was er dus een absoluut te-kort. De moe der had dit te-kort kunnen verhelpen door een grisje, zeg ’n halve stuiver, suiker, maar ze kon er niet toe ko men. En zoo werd de chocola op verjaardag van Ka door ’r Ms, dorven wel niet, maar toch niet feest- echt gemaakt. De „zuinige” huismoeder was hier „gierig”, HierOch, kom gierig heid is 'n constaat foutief in iemand. Een foutief, dat zich telkens, telkens openbaart. Bijvoorbeelder wordt op een kouden winterdag in de huiska mer een kachel „gestookt”, waarbij tusschen beide allen een kleine koude rilling voelen. Het deugt daar niet het is er niet behaaglijk warm, want de machinist of machiniste bedreft door zijn (haar) „zuinigheid” op een paar houtjes of turfjes of ’n schepje zwarte brand de kamertemperatuur. Wij concludeeren dusvéél, door weinig bederven, onaangenaam, niet precies-echt te maken, akt is gierig heid. Kijken we nu nog even naar die menschen, welke m’n „Swan” in het vorige schetsje uitduidde en die ik noemde de gierigaards dezer wereld Zy allen hebben hun gelden te lief, zij laboreeren aan gebrek aan waar- deering van medemenschen. Het is het fatale gebrek van onze dagen, allen willen koning zijn, koning kraaien in opschik, bazigheid, geestig heid, spierkracht, rijkdom, kennis van zaken en toestanden ik gooi alles maar door mekaar. En wat doen ze dan? Ze doen, zei m’n „Swan”,geheimzinnig.Over die allure zullen we een volgenden keer onze gedachten eens laten gaan. H. In Dordrecht, waar 't cijfer voor longtuberculose de laatste jaren erg hoog is, zal de gemeente zich voorde zaak spannen. B. en W. zijn van meening dat 't vooral 't samenwonen in te kleine woningen is, dat de ziekte in de hand werkt. Daar immers is geen ruimte om den patient in een aparte kamer onder te brengen en deze wordt dan maar in 't woonvertrek temidden van de overige leden van 't gezin verpleegd, natuur lijk met groote kans op besmetting. Noodig zijn dus ruime woningen met een zonnige, zooveel mogelijk in de luwte gelegen kamer voor den patient. B. en W. willen nu als volgt te werk gaan De directeur van den bouw- en woningdienst wijst eenige voor de verpleging van zoodanige lijders ge schikte woningen aan, welke aan boven staande voorwaarden voldoen. De ver- eeniging tot bestrijding der tuberculose wijst in overleg met den directeur van den gemeentelijken geneeskundigen dienst de voor het betrekken van een zoodanige woning in aanmerking ko- mende gezinnen aan. Aan deze gezinnen verleent dan het bureau voor Maatschap pelijk Hulpbetoon, onder door B. en W. nader te stellen voorwaarden, een toe lage op de huur van fl a fl.50 per week, naar gelang van den financieelen toestand van het gezin. Behalve dit wenschen B. en W. ook mee te werken aan de uitzending van tuberculeuze volwassenen en kinderen voor sanatoria en herstellingsoorden. Hen Rijnschip omgeslagen en gezonken. Vrouw en drie kinderen verdronken. Het 1400 ton groote Rijnschip »Stoi in polder» van de Rhein und See A. dat Dinsdagmiddag van de Steenplaat naar de Waalhaven zou worden gesleept, is om drie uur op de Maas door een zware bui overvallen, waardoor het zooveel water overkreeg, dat het gezon ken is. Het schip voer met de luiken open en tengevolge daarvan kreeg het zooveel water binnen, dat het kapseisde en in minder dan geen tijd in de diepte verdween. De knecht van den schipper wist zich in een boot te redden. De schipper, R. Hartsuiker, die te water was geraakt, werd door de bemanning van de sleepboot Vecht», die het schip op sleeptouw had, gered. Zijn viouw en drie kinderen echter, die aan boord waren, zijn in de diepte verdwenen. De schipper heeft nog een poging aangewend, om ze te redden. De bemanning van de sleepboot heeft j.l. toen ze het ongeluk zag aankomen,, nog getracht met het schip de Rijnha ven in te vluchten, om daar bescher ming tegen het booze weer te zoeken. Voor het uitvoeren van deze manoeuvre was het echter reeds te laat. Tijdens het opdraaien zonk de Stormpolder. De vrouw van den schipper, die is omgekomen, was 32 jaar oud. De ver dere slachtoffers zijn een meisje van vijf en een jongetje van drie jaar, haar beide kinderen en een neefje van deze kinderen, eveneens een jongetje van drie jaar. Hoewel het ongeluk in de eerste plaats aan het zeer ruwe weer moet worden geweten, zou het toch waar schijnlijk niet gebeurd zijn, als het schip met gesloten luiken had gevaren. In dat geval zou het water, dat het schip heeft overgekregen, weer wegge spoeld zijn, nu had het evenwel overal vrij toegang Het varen met open luiken is bij de Rijnschepen, geladen met kolen, die van de Steenplaat naar de Waalhaven verhaald worden, om daar te lossen, vrijwel regel. Dat het bij slechte weersgesteldheid voor schip deze schepen zijn in den regel zeer diep geladen en opvaren den gevaarlijk kan zijn, is thans maar al te duidelijk gebleken. Straatroof. Maandagavond heeft in de Linnaeus- straat te Amsterdam, een brutale be- rooving plaats gehad. Aan de tram halte bij de Van Swindenstraat, stond een looper van de Spaarbank van de stad Amsterdam te wachten op de tram die hem naar de Munt zou brengen. Hij had als iederen avond het geld in een trommel bij zich, dat gestort was in het bijkantoor van deze spaarbank in de van Swindenstraat. De man, die 82 jaar is, vervult deze taak al vele jaren. Plotseling liep een man tegen hem aan en ontnam hem de trommel. Vóór de oude man eigenlijk wist, wat er ge beurde, had zijn aanrander zich al uit de voeten gemaakt en was in het Oosterpark verdwenen. De politie die onmiddellijk van de berooving in kennis was gesteld, heeft getracht den misdadiger in handen te krijgen. Met honden is het Oosterpark afgezocht, maar tot nu toe ontbreekt elk spoor. De trommel bevatte een bedrag van f 6500, voor het meeren- deel bestaande uit bankpapier. Een gefingeerde berooving. Voor de Utrechtsche rechtbank stond Maandag terecht de 27-jarige schoen maker C. van M. uit Amersfoort, be schuldigd als wissellooper van de ban kiersfirma van der Zoo, de Jong en Ophoven te Amersfoort op 29 Januari een bedrag van f 34.000 verduisterd te hebben, Verdachte bekende thans het geïncasseerde bedrag uit zijn portefeuille te hebben genomen en het te hebben gestopt tn een leeg conser- venblikje. Daarna was hij op zijn fiets weggegaan en had hij die ergens tegen een bank stuk gereden. Hij was daarna alsof hij bewusteloos was, op den grond gaan liggen. Zoo vond men hem en bracht hem naar het ziekenhuis, waar hij zijn simulatie 24 uur lang volhield. Tenslotte viel hij door de mand en verklaarde het geld verduisterd te hebben. Het O. M. mr. Fabius, achtte ver duistering onder zeer verzwarende omstandigheden aanwezig en eischte 1 jaar gevangenisstraf,, met aftrek van preventief. ’t Verlies van Duitscbe onderzeeërs in den oorlog. Gedurende den oorlog zelf zijn weinig gegevens beschikbaar gesteld over het aantal vernietigde Duitsche onderzee- booten. Uit een lezing van een marine- ingenieur te Keulen blijkt, dat meer dan de helft van het personeel op deze oorlogsbodems op zee is omgekomen, n.l. 6000. De vijandelijke tegen-maat- regelen hebben dus wel succes gehad, hetgeen ook blijkt uit het aantal ver ongelukte onderzeebooten, n.l. 161. Bovendien gingen nog 37 zulke schepen door andere oorzaken» verloren. De zelfde autoriteit schatte het aantal dooden als gevolg van de hongerblok- kade der entente in Duitschland alleen op 750.000, terwijl de duikbootoorlog het verlies van 30.000 menschenlevens heeft veroorzaakt. Inbraak met geweldpleging. In den nacht van Maandag op Dins dag is in de Emmawijk te Zwolle in gebroken, ten huize van een alleen- wonende 73-jarige dame, die als zeer gefortuneerd bekend staat. De waakhond, die in de keuken lag, werd opgesloten. Daarop is de voordeur open gezet. De juffrouw sliep in een gesloten bedstee in die kamer stond ook het groote kabinet. Zij heeft de gewoonte alles in Hoofdstuk V. ONWEER BIJ HELDERE LUCHT. Markies d’Auvergne had wéér z’n raadsman om advies gevraagd, Toen-ie z’n bourgogne-roes had uitgeslapen, herinnerde hij zich flauw de stappen die hy gedaan had. Waar was-ie heen geweest na het diner? O, ja, die vrouw En met angstwekkende bitter heid verrees het beeld in de loods voor z’n oogen. Stom was-ie geweest, onvergeeflijk stom. En Delcroix had gelijk gehad, toen-ie waarschuwde„dat wordt je tweede stomme streekAls die vrouw dood was, en de dokter van Meriadec zou ’t bewijs van overlijden moeten teekenen, zou-ie merken, dat de ouwe Thérèse geen natuurlijken dood gestorven was. Dat gaf’n onder zoek, herrie, aanklacht arrestatie van een of anderen opzichter, misschien wel van Michel, en dan werd de zaak nog ingewikkelder en nog gevaar lijker. Het leek wel, of ’t noodlot hem op de hielen bleef zitten. Aan wien moest-ie raad vragen Hij vertrouwde niemand. Zelfs Delcroix niet, die alles wist, die hem steeds alles als ’n booze geest had ingefluisterd en wiens raad hij meest hoewel tegen z’n zin had opgevolgd, omdat deze hem steeds weer vaster in eigen misdadig heid deed vei strikken. Delcroix had hem curator gemaakt had hem leeren spelen en drinken, had hem in aanraking met verderfe lijke vrouwen gebracht. Onder zyn invloed was Markies d’Auvergne ’n zwakkeling geworden. Hij verlangde er naar als de dronkaard naar de absinth. Hij gaf dus order den wagen voor te laten komen, om Delcroix op z’n landgoed te gaan bezoeken. Maar eerst moest-ie zekerheid hebben of de ouwe vrouw in de loods al of niet in ’t leven was. Het stuitte hem vree- seljjk tegen de borst den weg naar de loods nog eens te gaan afleggen. Wat zoude er vinden? ’n Lijk:Har-1 naar Meriadec ge Voor het huisgezin. Overkokende melk kan de gasvlam uitdooven, waardoor een gasontploffing kan ontstaan. Blijf daarom als ge melk kookt, in de nabijheid. Verwarm nooit was met terpentijn op een open vlam of vuur. Wasch niet met benzine in de nabijheid van een vlam of van vuur en zorg voor krachtige luchtverversching. GEZONDHEIDSRAAD. rak voor besmettelijke ziekten en de dokter is geroepen. Dan is alles verlorenliet de Markies zich ontvallen. Watblieft u? Alles verloren? loe bedoelt meneer de Markies Ik bedoel och ik bedoel niets antwoord op mijn vragen, anders nietsVersta je dat Zooals meneer de Markies be veelt. Toen begon de Markies plots op ’n anderen toon, terwijl het angstzweet lem uitbrak Michel, ik moet je ’n bekentenis doenik heb in drift Vertel me niets, meneer, ik zou tegen u moeten getuigen.vertel niet verder Toch moet ik. Luister: ik heb de ouwe Thérèse in drift, toen ik haar strafte.Jij was er bij Ik? Luister dan toch, ’t Geldt jouw toekomst, ’t geldt ’n gratificatie van tien duizend francs, dan kun je dat luis koopen in de kom van ’t dorp, waar je zoo’n zin in had. Thérèse leeft mij aangevallen. Ze vloog me aan met ’n mes, kijk, dit jachtmes, jij was er bij, jij hebt ze bij de keel gegrepen en met haar hoofd tegen den wand van de loods gegooid. Jij deedt dat om je Meester te verdedigen, ’t Is een plotselinge drift van me geweest, Michel, dat zweer ik je. Maar ik mag niet van zooiets beschuldigd worden, ik heb trouwplannen, morgen ga ik m’n aanstaande vrouw bezoeken, de dochter van’n advocaat in Parijs.den associé van haar vader ontmoet, Als jij voor me getuigt, dan ben ik gered en je weet wat ik je beloofd heb. i Joe het dan maar voor m’n aanstaande >ruid. Michel zei niets, hij dacht na, wikte en woog het voor en tegen en zei toenBlijf ’m maar uit z’n vingers Goed, ik zal zeggen, dat ik haar van u afgerukt heb en dat ik haar om u te verdedigen, tegen den wand gegooid heb. Geef mij dat jachtmes, klaar denk aan uw belofte, als u die niet nakomt Reken er op; dan moogt ge me aanklagen. Dat zou ik dan ook stellig doen. Wanneer kan ik de tienduizend francs iomen halen? Overmorgen, als ik van notaris Delcroix terug ben. U kunt op my rekenen, zei Mi chel en verliet de torenkamer. naar de torenkamer, sloot er zich met >p en hijgde Ja, meneer, ’n gendarme, de taris, dien zijn ze KASTPAPIER I i 5 te. i 8 2 li i I 1 A j. E houde: ontvai boeke: k. 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1926 | | pagina 4