FRISO i r BRILLEN en PINCE-NEZ K D. F. J. HOFSTEDE Opticien, Grootzand 18, Sneek. TELEFOON 332. J. K. de VRIES van Maandag 2 Jan. ’28 Tweede Blad 1 1 1 9 ;eeft te kennen, dat oor den Raad kan Aanbevelend, Inrichting voor alle mogelijke reparatiën aan Vlugge afwerking 'w ,4 I -no. 1 C. len onderwerp. Tijdens het voorlezen Krotfenga Jr. aan, dat de heer Bulthuis opnieuw voor het tijdvak 12 Mei 1928 tot 12 Mei 1929 het door hem bewoonde per ceel wenscht in te huren op dezelfde voorwaarden. Waar by openbare vrij zeker geen hoogere huursom (f350) kan worden verkregen, adviseeren zy het verzoek in te willigen, waartoe de Raad by acclamatie besluit. Punt 7. Verzoek van den bond van bedryfsautohouders in Nederland om In dit rekest heeft de bond bij den op een snel tempo van verbetering der wegen geplaatst op wegenplan en verzoekt hyi Verslag van de vergadering van den Raad der Gemeente W O R K U M, op Donderdag 22 December 1927, des namiddags 6 uur. Voorzitter de heer A. Wagenaar Az., Burgemeester. Secretaris de heer H. R. van Brug gen. Alle leden bleken by ons binnen komen aanwezig en hadden zich reeds rondom de groene tafel geschaard, teneinde de 16 punten der agenda af te werken om daarmede zeer waar- schynlyk, hun werkzaamheid in het jaar 1927 te besluiten. Het beleggen van deze vergadering scheen nog al vrij plotseling te zijn opgekomen, want we misten de gebruikelijke annonceering der onderwerpen in ons blad. Ook het kort verslag moest deze keer achterwege blijven, wegens plaatsgebrek, ten spijt van uitgever en schrijver dezes. Nadat de Voorzitter het formulier gebed had voorgelezen, werd direct overgegaan tot Punt 1. Notulen der vorige verga deringen. Geen der leden maakte aanmerking op de voorgelezen notulen, die on veranderd werden gearresteerd. Punt 2. Mededeelingen en Inge komen Stukken. De volgende stukken werden in ’t kort gememoreerd: a. Goedkeuring van Gedeputeerde Staten van het raadsbesluit tot wijzi ging der gemeentebegrooting. b. idem tot wijziging der verorde ning op het beheer der gasfabriek. c. Procesverbaal van de opneming van kas en boeken bij den gemeente ontvanger. In kas was f 15089.525, waarmede de boeken overeenstemden. d. idem van de opneming der kas en boeken by het gas- en electrici ty tsbedryf. In kas was totaal f 1909.605, waar mede de boeken overeenstemmen. e. Schry ven van den heer L. Wie- linga houdende aanneming van zijn benoeming tot secretaris-boekhouder van het Burgerlijk Armbestuur. f. idem van den heer A. P. Haijtema houdende aanneming van z(jn benoe ming tot lid van dat bestuur. g. idem van den heer J. Stam, houdende aanneming zijner benoe ming tot bestuurslid van „Volks huisvesting”. h. idem van den heer J. Leeuw houdende aanvaarding van zijne be noeming als gemeente-geneesheer. Al deze stukken worden voor noti ficatie aangenomen. Punt 3. Verzoek van het Hoofd bestuur van de Koninklijke Neder- landsche Politie-hondenvereeniging om financieelen steun. Voor africhting van den raszuiveren hond voor den speur- en veiligheids dienst enz. wordt een subsidie ge vraagd. B. en W., hoewel het nut van deze vereeniging inziende, meenen toch, ondersteuning, zoodat de hoogste toe slag op f2.50 wordt bepaald. Het voorstel Haytema om 3 klassen in het levende roepen wordt onder steund door den heer Sikkes, doch verworpen met 7 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren de Vries, de Roest en Roelofs". Vóór de beide voorstellers en de heeren Posthumus en van der Gaast. De heer de Vries stelt daarop voor een indeeling van 5 klassen te maken f2.50, f2.f 1.50, f 1.en geen toeslag. Dit voorstel wordt ondersteund door den heer Roelofs en verworpen met 6 tegen 5 stemmen. Tegen stemden de heeren Posthumus, Dijkstra, Sikkes, Brandsma, van der Gaast en Haytema. Vóór de beide voorstellers met de heeren Gaastra, Hobma en de Roest. Vervolgens komt nog in stemming een voorstel van den heer Brandsma om alleen de hoogste norm (f2.50) vast te stellen en geen klassen. De regeling kan dan verder aan den hoofdagent van politie worden over gelaten. Dit voorstel wordt met alge- meene stemmen aangenomen. De Voorzitter opent daarna de discussies over het adres inzake de werkloosheid. Spr. zegt, dat verzocht wordt medewerking van gemeente wege bij de bestrijding, doch deze wordt reeds verleend. Laat de Raad nu zijn goeie wil toonen door een Commissie in het leven te roepen. Op voorstel van de heeren Brandsma en de Vries wordt zonder hoofdelijke stemming hiertoe besloten. Het resul taat der stemming is, dat zyn uitge bracht bij de le stemming op den heer Brandsma 3, op de heeren Haytema, van der Gaast en Hobma ieder 2, en op de heeren de Vries en Roelofs ieder 1 stem. Bij de 2e vrye stemming verkrijgt de heer Brandsma 3 en de heer Hobma 8 stemmen, zoodat deze laatste is gekozen. Voor tweede lid der Commissie ver krijgt de heer Brandsma by de eerste vrije stemming 4 stemmen, de heeren Haytema en Roelofs ieder 1 en de heer de Roest 5 stemmen. Bij de 2e vrije stemming wordt benoemd de heer de Roest met 6 stemmen, terwyl 5 stem men zijn uitgebracht op den heer Brandsma. Als derde lid der Commissie wordt bij de eerste stemming benoemd de heer Roelofs met 7 stemmen. Op den heer Brandsma zyn 3 en op den heer Haytema 1 stem uitgebracht. De Voorzitter feliciteert de benoem de leden en hoopt, dat een bevredi gende oplossing zal worden gevonden. Alsnog wordt besloten alle, georga niseerde als ongeorganiseerde arbei ders onder de toeslagregeling van arbeiders te laten vallen. Bij de rondvraag merkt de heer de Roest op, dat hij by de stemming van een lid der schattingscommissie aller minst een partijstemming had ver wacht. Nu dit wel zoo is, had spr. het billijk gevonden, waar de heer Runia sinds 1915 als anti-revolutionnair zitting had, dat thans een vrijzinnig iemand was benoemd. In de commis sie zitten 2 katholieken. Spr. verwacht, dat bij de eerstvolgende verkiezing nu één der katholieken uittreedt. De Voorzitter wil zich over deze kwestie niet uitlaten. Spr. meent ech ter, dat het niet in ’t belang der ge meente is, indien in een dergelijke commissie de politiek wordt binnen gehaald. De heer de Vries wil hierop nog een kleine toelichting geven. In de B. en W.-vergadering is de wensche- lykheid betoogd iemand van dit college deel van de schattingscommissie te doen uitmaken. Toen het ging tusschen de beide wethouders heeft Spr. voor gesteld, omdat er reeds 3 rechtschen in de Commissie zyn gekozen, den heer Gaastra, als vertegenwoordiger van links, tot lid te benoemen. Was deze mededeeling vooraf gedaan dan gelooft spr. niet, dat een partij-stem- ming was gevolgd. De Voorzitter antwoordt, dat in de B. en W.-vergadering is gezegd van deze benoeming geen partij-kwestie te moeten maken. Wel is de wensche- ijkheid uitgesproken om een lid van iet college in deze commissie zitting te doen nemen. Geen der leden vraagt hierop meer het woord, waarna de vergadering door den voorzitter wordt gesloten. voor de vergaderingen van den Raad. Eenigen tyd drietal raadsleden een partieele wijzi ging van dit van 28 April 1915 datee- rend regï 'den het beter ’t geheele regle ment aan een herziening te onder werpen en bieden thans het concept van dit herzien reglement aan. De Voorzitter licht toe, dat hij als leiddraad heeft genomen het standpunt geen overbodige dingen te regelen, doch alleen de noodzakelijke. Er is daardoor nogal het een en ander geschrapt. w Vervolgens wordt overgegaan tot In hun prae-advies geven B. en W. artikelsgewjjze behandeling van het in, dat de heer Bulthuis opnieuw reglement. Behalve een kleine wijzi ging hier en daar werden de eerste 12 artikelen vlug vastgesteld. Artikel 13 gaf nogal eenige stof tot discussie. In dit artikel wordt het interpellatie- recht, de z.g. rondvraag geregeld. De Voorzitter geeft te kennen dat dit artikel regelt wat tot nu toe ont brak, hoewel het steeds werd getole reerd. De laatste alinea maakt over leg mogelijk. De verplichting tot ant woorden in dezelfde vergadering kan niet worden opgelegd. De heer de Roest voelt wel eenig bezwaar tegen de bepaling, dat vooraf aan den Voorzitter kennis moet worden gegeven van het te behande- dan rykswegen zoo spoedig mogelyk op rijkskosten in orde te brengen. B. en W. kunnen zich hiermede volko men vereenigen. Minder kunnen zy dit ten opzichte van dat gedeelte van het rekest waarin wordt gesproken over aanleg van nieuwe wegen. Zij stellen daarom voor alleen aan het eerste gedeelte van het adres adhaesie te betuigen. Zonder discussie of stemming wordt daartoe besloten. Punt 8. Voorstel van B. en W. tot benoeming van a. een technisch leider aan de licht- bedryven b. een kassier-boekhouder van het gasbedrijf c. een idem van het electriciteits- bedrijf. B. en W. stellen voor de personen aan wie, na het aan den directeur Muller verleend ontslag de leiding der lichtbedrijven is opgedragen voor- loopig voor het tydvak 15 November 192715 November 1928 te benoemen. Mocht de regeling goed voldoen dan kan definitieve aanstelling worden overwogen. Zij adviseeren verder het salaris van den technisch leider Stam te be- bepalen op f1900 met vrije woning woning, vuur en licht en bij eventu- eele vaste aanstelling hierbij nog 3 jaarlyksche verhoogingen van f 50 te voegen. Het salaris van den kassier-boek houder van het gasbedryf de Jager vast te stellen op f 800 per jaar en dat van den kassier-boekhouder van het electriciteitsbedrijf van Bruggen op f 300 per jaar. De Voorzitter licht nog toe, dat het fundament voor dit voorstel in de vergadering van B. en W. met de gascommissie is geweest het niet on belangrijke voordeel, dat aldus finan cieel wordt verkregen. Met even- tueele tydelijke hulp wordt nog een besparing van ruim f 1000 verkregen. Spr. vraagt of de Raad met het voor stel accoord kan gaan. Den heer Brandsma verwondert het dat dit voorstel reeds nu wordt gedaan. Spr. wil even motiveeren dat hij het in 't belang der bedry ven acht, dat techniek en administratie in een hand komt. Hierna wordt tot stemming bij be sloten briefjes overgegaan. Het re sultaat der stemming is, dat de drie voorgedragen personen met alge- meene stemmen zijn benoemd. Punt 9. Voorstel van B. en W. tot het beschikbaar stellen voor 1928 van een bedrag voor emigratie naar Canada. De toelichting van B. en W. op dit voorstel vermeldde, dat de regeering evenals vorige jaren voor 1928 een bedrag beschikbaar stelt voor per sonen, die naar Canada willen emi- greeren en niet over de noodige geld middelen beschikken. Deze steun zal worden verleend in den vorm van verlaging der zeepassagekosten. Wordt hiervan gebruik gemaakt, dan zal ook de gemeente een bijdrage moeten verleenen. Daar emigratie indirect verband houdt met bestrijding der werkloosheid, stellen B. en W. voor f 300 op de begroeting, dienst 1928, voor dit doel aan te brengen. Na een kleine toelichting wordt zonder hoofdelyke stemming daartoe besloten. PunU0-. Vo°r8tel van, B: en W- ?“btenaren-reglemSnt in uitzicht steï- dat de gemeente-financien geen sub- *ot wijziging der verordening hou- - dende voor waarden voor de levering van electrischen stroom In de vorige raadsvergadering is be- sloten het enkel tarief per K.W.U. ®n„Lerpac^teu tn §e“eente-eigen- met 5 cent te verlagen en te brengen 1 J“ op 40 cent. De directeur van het Prov. Electri citeitsbedrijf adviseerde ook het dub bel tarief en het vast-recht tarief ieder met 5 cent te verlagen. B. en W. kunnen zich hiermede wel veree nigen en stellen voor alsnog deze wyziging in de verordening aan te brengen. Conform dit voorstel wordt met algemeene stemmen besloten. Punt 11. Voorstel van B. en W. tot wyziging van het reglement van orde voor de vergaderingen van den Raad. Eenigen tyd geleden was door een drietal raadsleden een partieele wijzi ging van dit van 28 April 1915datee- o rend reglement voorgesteld. B. en W. de schattings-commissie. 4 K.M. van deze scholen verwijderd, oordeelden der notulen schiet nog wel eens een vraag te binnen en dan mag die niet gesteld worden. De Voorzitter antwoordt, dat deze regeling is opgenomen om den raads leden tegemoet te komen. Spr. prefe reert persoonlijk de regeling in de gemeente Hemelumer Oldephaert, waar de gestelde vragen in de vol gende vergadering schriftelijk worden beantwoord. De heer Brandsma vindt de rond vraag van belang en die vervalt nu. Spr. vindt de regeling in de gemeente H. O. en N. ook beter dan het nu voorgestelde. De Voorzitter gelooft, dat de heer Brandsma zieb vergist, want het voorgesteld artikel is de rondvraag. De heer Brandsma merkt op, dat de rondvraag dan na de notulen komt, inplaats van by het einde der verga dering. De heer Gaastra wil aan de bezwa ren tegemoet komen door uitzonderin gen op het voorgesteld artikel toe te laten. De Voorzitter antwoordt, dat de heer Gaastra dispensatiebepalingen verfoeit en die krijgt men dan. De heer de Roest handhaaft zijn bezwaar tegen het vooraf kennis geven aan den Voorzitter. Spr. wil, evenals in veel andere gemeenten de rondvraag bij het einde en dan, zoo mogelijk in dezelfde of een andere vergadering. De Voorzitter g< dit laatste niet d< worden vastgelegd. Men kan wel inlichtingen vragen, doch het ligt aan B. en W. wanneer zij die willen beantwoorden, ’tls niet prettig als er dikwijls ii bout portant een antwoord moet worden gegeven. De heer de Vries beveelt de voor gestelde regeling nog eens aan. Als de vraag na het lezen der notulen wordt gesteld dan kunnen de leden en ook B. en W. er tijdens de verga dering nog eens overdenken en kan wellicht in dezelfde vergadering nog een antwoord worden gegeven. Het voorgesteld artikel 13 komt daarop in stemming en wordt ver worpen met 8 tegen 3 stemmen. De heeren de Vries, Gaastra en Hobma verklaaiden zich er voor de andere heeren tegen. Hierna wordt het artikel zoo geredigeerd, dat de rondvraag aan het einde der vergadering blijft bestaan. Bij artikel 14, waarin vermeld is, dat de Raad zich bij onderzoek der begrooting in 3 secties splitst, merkt de heer de Roest op, of het wel goed is dit in het reglement van orde vast te leggen. Spr. zou er by willen voegen „tenzy de Raad anders beslist”. Er kan eens een tyd komen, dat de Raad geen splitsing meer wil. De Voorzitter meent, dat de tegen woordige regeling goed voldoet. Als de Raad dat wil kan het artikel wel geschrapt worden. Met algemeene stemmen wordt be sloten het artikel te handhaven en wordt het geheele reglement verder zonder wijzigingen vastgesteld. Punt 12. Voorstel van B. en W. tot vaststelling van een ziekteregeling voor het personeel in gemeentedienst. Nadat de heeren Brandsma en Haytema een paar inlichtingen heb ben verkregen, waarbij B. en W. de spoedige aanbieding van een volledig len wordt het aangeboden ontwerp onveranderd vastgesteld. Punt 13. Verzoek van B. en W. om machtiging tot het publiek verhuren dommen en het houden van aanbe stedingen in 1928. De heer Hobma zag gaarne, dat voor onderzoek van de aan te besteden werken een commissie in het leven werd geroepen. Den Voorzitter lijkt dit wel geschikt, doch de Raad heeft kort geleden be sloten de voorwaarden en plannen van belangrijke aan te besteden wer ken in z(jn vergadering te doen be handelen. Het voorstel Hobma komt na deze toelichting niet verder in behandeling, waarna de gevraagde machtiging zonder hoofdelyke stemming wordt verleend. Punt 14. Benoeming van een lid in In de vacature ontstaan door het overlijden van den heer Runia worden door B. en W. aanbevolen de heeren no. 1 P. Gaastra en no. 2 H. de Vries Wz. Wordt overgegaan tot stemming by besloten briefjes. De gepensionneerde stads-bode Steginga, die als belang stellende op de tribune aanwezig was, maakt zich met een „niets op tegen Burgemeester” nog even verdienstelijk met het ophalen der briefjes van de vele volgende stemmingen. De uitslag is, dat b(j de eerste vrije stemming zyn uitgebracht op den heer Gaastra 5 stemmen, op den heer de Vries 1 en op den heer Tj. de Zwart eveneens 5. D< zelfde resultaat op, terwijl by hersteu ming de heeren Gaastra en de Zwart ieder 5 stemmen bekomen. Het lot besliste daarop ten gunste van den heer de Zwart, die alzoo is benoemd. Punt 15. Benoeming van een wees- voogd. Door het bovenvermelde over- lyden van den heer Runia is even eens een vacature ontstaan als voogd van het stads-weeshuis. Door het col lege van voogden werden aanbevolen Riemersma, no. 2 J. B. en W. kunnen zich met deze aanbeveling wel vereenigen en heb ben geen aanleiding gevonden deze uit te breiden. De gehouden stemming heeft tot resultaat dat op den heer Riemersma zyn uitgebracht 6 stemmen op den heer Kroyenga twee op den heer D. Gaastra, Hobma, Dykstra, Brandsma^ L. de Jong een, terwyl twee stemmen blanco uit de stembus komen. Benoemd is de heer C. Riemersma. Punt 16. Behandeling van reclames schoolgeld, dienst 1927. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. worden eenige reclames toegestaan en andere afgewezen. Hiermede is de agenda afgehandeld De Voorzitter brengt echter nog twee adressen ter tafel, die hij voorstelt, in verband met de tijdsomstandigheden alsnog in behandeling te nemen. Het zijn 2 adressen van de Chr. Besturen bond inzake de werkloosheid en de gegeven toeslag aan de baanvegers. De Voorzitter licht toe, dat de toe slag aan baanvegers eenige jaren ge leden is besproken. Op de begrooting is hiervoor thans f 300 uitgetrokken. Spr. heeft gemeend ’t verstandigst te doen door de geheele regeling over te laten aan den hoofdagent van politie Deze heeft een toeslag van fl.50 en f 1.— toegekend. Deze regeling kost per dag f30.50. Den Heer de Vries bevreemdt het, dat deze regeling is getroffen, temeer waar in de vergadering van B. en W. is besloten, de eenige jaren geleden getroffen regeling te handhaven. Spr. vindt dat het niet aangaat, dat de toe slag door een ambtenaar eigenmachtig van f 2.— op f 1.50 wordt gebracht. Als de toeslag op f 1.50 wordt gesteld dan heeft een baanveger, als er 6 dagen is gereden precies f9 verdiend. En dat is te weinig. Spr. wijst hierby op verschillende banen, die ouberyd- baar zijn en waar dus van de burgerij niets wordt ontvangen. Door het plaatsen van baanvegers helpt men de werkloosheid mee bestrijden. Spr. vraagt nogmaals hoe het mogelijk is, dat een ambtenaar, die zelf voortdu rend om salarisverhooging vraagt, de loonen van de baanvegers kan ver lagen. De Voorzitter wil ter verontschul diging van den hoofdagent van politie aanvoeren, dat deze de cyters der toegekende loonen niet wist. De ge wraakte regeling is door den hoofd agent met de beste bedoelingen ge troffen, in geen geval om de arbeiders te weinig loon te geven. Spr. wil omtrent deze zaak zyn meening direct niet kenbaar maken. De heer Roelofs is het volkomen eens met den heer de Vries. De meeste arbeiders staan lang op de banen en ontvangen van de burgery niets, zoodat f2.50 nog slechts even voldoende is. Spr. wil ook de oude regeling handhaven. De heer Sikkes gelooft ook wel, dat de hoofdagent den toeslag met de beste bedoelingen heeft geregeld. Deze had met de toegekende som van f 300 te rekenen. Aan de andere kant moet men rekening houden met den toestand der banen. En voor de slechte banen is de toeslag absoluut te laag. De heer de Vries licht nog toe, dat de baanvegers voor enkele jaren in klassen waren ingedeeld. Met deze regeling waren én arbeiders èn Raad ingenomen. Deze basis moet worden gehandhaafdde verdere regeling kan dan aan den hoofdagent worden overgelaten. Spr. merkt op, dat de hoofdagent door enkele baan vegers erop is gewezen, dat de toeslag vroeger hooger was. De Voorzitter zegt, dat in de ver gadering van B. en W. geen cyfers zijn genoemd. Spr. geeft ook toe, dat fl.50 te weinig is. Spr. is overtuigd, dat van der Schaaf de zaak naar zijn beste weten heeft geregeld, doch vraagt of het voor de toekomst niet beter is een commissie uit den Raad voor deze aangelegenheid te benoe men. Spr. weet niet of van der Schaaf nog genegen is de regeling alsnog op zich te nemen. De heer van der Gaast zegt dat het moeilijk is hier iets vast te leggen. Het ijs is b.v. heel slecht of heel goed en dan moet naar omstandigheden toeslag worden uitgekeerd. De heer de Vries wil een toeslag in vijf klassen vast leggen, met als hoog ste norm f2.50 en de verdere regeling aan één persoon en niet aan een com missie overlaten. De heer Sikkes is wel voor een commissie. Deze kan breeder oordee- len dan een persoon. Spr. wil niet tornen aan de vastgelegde basis. De heer Hobma gelooft, dat hier geen lange redenatie noodig is. Het komt er eenvoudig op neer, datfl.50 te weinig is en dus omhoog gebracht moet worden tot f2 of f2.50. De Voorzitter lykt dit idee niet kwaad. De heer Brandsma vraagt of er geen commissie in het leven kan worden e 2e vrye stemming levert het- geroepen bestaande uit de heeren b resultaat op, terwyl by herstem- Wiersma, van der Schaaf en een lid van den Besturenbond. Spr. wil als hoogste norm f2.50 toeslag vaststellen. De heer van der Gaast vindt op een baan als b.v. het groote Vliet een toe slag van f2.50 nog geen bedrag. De heer Haytema kan er zich ook wel mee vereenigen, dat de hoogste toeslag op f2.50 wordt gesteld. Spr. wil dan 3 klassen f 2.50, f 1.50 en geen toeslag. De heer Hobma vindt f2 als hoogste norm voldoende. Dit idee vindt geen adhaesiebetuiging aan een rekest. Minister van Waterstaat aangedrongen het Ryks- ook andere sidie verleening veroorloven, waarom zy voorstellen afwijzend op het ver zoek te beschikken. Bij acclamatie vereenigt de Raad zich hiermede. Punt 4. Verzoek van het Uitvoerend Comité voor het houden van een tweedaagsch muziekfeest te Workum om een bijdrage in het te stichten garantiefonds groot f300. B. en W. stellen voor het gevraagde bedrag toe te kennen, daar zy derge- lyke festiviteiten in het belang der ge meente achten. Met algemeene stemmen neemt de Raad dit voorstel aan. Punt 5. Verzoek van F. G. Kramer, Heidenschap om afstandsvergoeding ingevolge artikel 13 der Lager Onder wijswet 1920. B. en W. zeggen in hun prae-advies, dat 6 kinderen van Kramer de R. K. Scholen in deze gemeente bezoeken. De woning van Kramer is meer dan zoodat hy volgens dit wetsartikel recht heeft op eenige vergoeding. Zij stellen daarom voor deze vergoeding te bepalen op het gewone bedrag t. w. f10 per kind en per jaar. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad aldus. Punt 6. Verzoek van J. Bulthuis alhier oin bnderhandsche inhuring van de middênstandswoning G no. 128. t I Dik Speculaas a 50 cent het pond geregeld verkrijgbaar 1 T__ Jrx _i__Zx u-./rx j_ ii

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1928 | | pagina 5