FRISO
i
r
BRILLEN en PINCE-NEZ
K
D. F. J. HOFSTEDE
Opticien, Grootzand 18, Sneek.
TELEFOON 332.
J. K. de VRIES
van Maandag 2 Jan. ’28
Tweede Blad
1
1
1
9
;eeft te kennen, dat
oor den Raad kan
Aanbevelend,
Inrichting voor alle mogelijke
reparatiën aan
Vlugge afwerking
'w
,4 I
-no. 1 C.
len onderwerp. Tijdens het voorlezen Krotfenga Jr.
aan, dat de heer Bulthuis opnieuw
voor het tijdvak 12 Mei 1928 tot 12
Mei 1929 het door hem bewoonde per
ceel wenscht in te huren op dezelfde
voorwaarden.
Waar by openbare vrij zeker geen
hoogere huursom (f350) kan worden
verkregen, adviseeren zy het verzoek
in te willigen, waartoe de Raad by
acclamatie besluit.
Punt 7. Verzoek van den bond van
bedryfsautohouders in Nederland om
In dit rekest heeft de bond bij den
op een snel tempo van verbetering
der wegen geplaatst op
wegenplan en verzoekt hyi
Verslag van de vergadering van
den Raad der Gemeente
W O R K U M,
op Donderdag 22 December 1927, des
namiddags 6 uur.
Voorzitter de heer A. Wagenaar Az.,
Burgemeester.
Secretaris de heer H. R. van Brug
gen.
Alle leden bleken by ons binnen
komen aanwezig en hadden zich reeds
rondom de groene tafel geschaard,
teneinde de 16 punten der agenda af
te werken om daarmede zeer waar-
schynlyk, hun werkzaamheid in het
jaar 1927 te besluiten. Het beleggen
van deze vergadering scheen nog al
vrij plotseling te zijn opgekomen,
want we misten de gebruikelijke
annonceering der onderwerpen in ons
blad. Ook het kort verslag moest deze
keer achterwege blijven, wegens
plaatsgebrek, ten spijt van uitgever
en schrijver dezes.
Nadat de Voorzitter het formulier
gebed had voorgelezen, werd direct
overgegaan tot
Punt 1. Notulen der vorige verga
deringen.
Geen der leden maakte aanmerking
op de voorgelezen notulen, die on
veranderd werden gearresteerd.
Punt 2. Mededeelingen en Inge
komen Stukken.
De volgende stukken werden in ’t
kort gememoreerd:
a. Goedkeuring van Gedeputeerde
Staten van het raadsbesluit tot wijzi
ging der gemeentebegrooting.
b. idem tot wijziging der verorde
ning op het beheer der gasfabriek.
c. Procesverbaal van de opneming
van kas en boeken bij den gemeente
ontvanger. In kas was f 15089.525,
waarmede de boeken overeenstemden.
d. idem van de opneming der kas
en boeken by het gas- en electrici
ty tsbedryf.
In kas was totaal f 1909.605, waar
mede de boeken overeenstemmen.
e. Schry ven van den heer L. Wie-
linga houdende aanneming van zijn
benoeming tot secretaris-boekhouder
van het Burgerlijk Armbestuur.
f. idem van den heer A. P. Haijtema
houdende aanneming van z(jn benoe
ming tot lid van dat bestuur.
g. idem van den heer J. Stam,
houdende aanneming zijner benoe
ming tot bestuurslid van „Volks
huisvesting”.
h. idem van den heer J. Leeuw
houdende aanvaarding van zijne be
noeming als gemeente-geneesheer.
Al deze stukken worden voor noti
ficatie aangenomen.
Punt 3. Verzoek van het Hoofd
bestuur van de Koninklijke Neder-
landsche Politie-hondenvereeniging
om financieelen steun.
Voor africhting van den raszuiveren
hond voor den speur- en veiligheids
dienst enz. wordt een subsidie ge
vraagd.
B. en W., hoewel het nut van deze
vereeniging inziende, meenen toch,
ondersteuning, zoodat de hoogste toe
slag op f2.50 wordt bepaald.
Het voorstel Haytema om 3 klassen
in het levende roepen wordt onder
steund door den heer Sikkes, doch
verworpen met 7 tegen 4 stemmen.
Tegen stemden de heeren de Vries,
de Roest en Roelofs".
Vóór de beide voorstellers en de
heeren Posthumus en van der Gaast.
De heer de Vries stelt daarop voor
een indeeling van 5 klassen te maken
f2.50, f2.f 1.50, f 1.en geen toeslag.
Dit voorstel wordt ondersteund door
den heer Roelofs en verworpen met
6 tegen 5 stemmen. Tegen stemden
de heeren Posthumus, Dijkstra, Sikkes,
Brandsma, van der Gaast en Haytema.
Vóór de beide voorstellers met de
heeren Gaastra, Hobma en de Roest.
Vervolgens komt nog in stemming
een voorstel van den heer Brandsma
om alleen de hoogste norm (f2.50)
vast te stellen en geen klassen. De
regeling kan dan verder aan den
hoofdagent van politie worden over
gelaten. Dit voorstel wordt met alge-
meene stemmen aangenomen.
De Voorzitter opent daarna de
discussies over het adres inzake de
werkloosheid. Spr. zegt, dat verzocht
wordt medewerking van gemeente
wege bij de bestrijding, doch deze
wordt reeds verleend. Laat de Raad
nu zijn goeie wil toonen door een
Commissie in het leven te roepen. Op
voorstel van de heeren Brandsma en
de Vries wordt zonder hoofdelijke
stemming hiertoe besloten. Het resul
taat der stemming is, dat zyn uitge
bracht bij de le stemming op den heer
Brandsma 3, op de heeren Haytema,
van der Gaast en Hobma ieder 2, en
op de heeren de Vries en Roelofs
ieder 1 stem. Bij de 2e vrye stemming
verkrijgt de heer Brandsma 3 en de
heer Hobma 8 stemmen, zoodat deze
laatste is gekozen.
Voor tweede lid der Commissie ver
krijgt de heer Brandsma by de eerste
vrije stemming 4 stemmen, de heeren
Haytema en Roelofs ieder 1 en de heer
de Roest 5 stemmen. Bij de 2e vrije
stemming wordt benoemd de heer de
Roest met 6 stemmen, terwyl 5 stem
men zijn uitgebracht op den heer
Brandsma.
Als derde lid der Commissie wordt
bij de eerste stemming benoemd de
heer Roelofs met 7 stemmen. Op den
heer Brandsma zyn 3 en op den heer
Haytema 1 stem uitgebracht.
De Voorzitter feliciteert de benoem
de leden en hoopt, dat een bevredi
gende oplossing zal worden gevonden.
Alsnog wordt besloten alle, georga
niseerde als ongeorganiseerde arbei
ders onder de toeslagregeling van
arbeiders te laten vallen.
Bij de rondvraag merkt de heer de
Roest op, dat hij by de stemming van
een lid der schattingscommissie aller
minst een partijstemming had ver
wacht. Nu dit wel zoo is, had spr.
het billijk gevonden, waar de heer
Runia sinds 1915 als anti-revolutionnair
zitting had, dat thans een vrijzinnig
iemand was benoemd. In de commis
sie zitten 2 katholieken. Spr. verwacht,
dat bij de eerstvolgende verkiezing
nu één der katholieken uittreedt.
De Voorzitter wil zich over deze
kwestie niet uitlaten. Spr. meent ech
ter, dat het niet in ’t belang der ge
meente is, indien in een dergelijke
commissie de politiek wordt binnen
gehaald.
De heer de Vries wil hierop nog
een kleine toelichting geven. In de
B. en W.-vergadering is de wensche-
lykheid betoogd iemand van dit college
deel van de schattingscommissie te
doen uitmaken. Toen het ging tusschen
de beide wethouders heeft Spr. voor
gesteld, omdat er reeds 3 rechtschen
in de Commissie zyn gekozen, den
heer Gaastra, als vertegenwoordiger
van links, tot lid te benoemen. Was
deze mededeeling vooraf gedaan dan
gelooft spr. niet, dat een partij-stem-
ming was gevolgd.
De Voorzitter antwoordt, dat in de
B. en W.-vergadering is gezegd van
deze benoeming geen partij-kwestie
te moeten maken. Wel is de wensche-
ijkheid uitgesproken om een lid van
iet college in deze commissie zitting
te doen nemen.
Geen der leden vraagt hierop meer
het woord, waarna de vergadering
door den voorzitter wordt gesloten.
voor de vergaderingen van den Raad.
Eenigen tyd
drietal raadsleden een partieele wijzi
ging van dit van 28 April 1915 datee-
rend regï
'den het beter ’t geheele regle
ment aan een herziening te onder
werpen en bieden thans het concept
van dit herzien reglement aan.
De Voorzitter licht toe, dat hij als
leiddraad heeft genomen het standpunt
geen overbodige dingen te regelen,
doch alleen de noodzakelijke. Er is
daardoor nogal het een en ander
geschrapt.
w Vervolgens wordt overgegaan tot
In hun prae-advies geven B. en W. artikelsgewjjze behandeling van het
in, dat de heer Bulthuis opnieuw reglement. Behalve een kleine wijzi
ging hier en daar werden de eerste
12 artikelen vlug vastgesteld. Artikel
13 gaf nogal eenige stof tot discussie.
In dit artikel wordt het interpellatie-
recht, de z.g. rondvraag geregeld.
De Voorzitter geeft te kennen dat
dit artikel regelt wat tot nu toe ont
brak, hoewel het steeds werd getole
reerd. De laatste alinea maakt over
leg mogelijk. De verplichting tot ant
woorden in dezelfde vergadering kan
niet worden opgelegd.
De heer de Roest voelt wel eenig
bezwaar tegen de bepaling, dat vooraf
aan den Voorzitter kennis moet
worden gegeven van het te behande-
dan rykswegen zoo spoedig mogelyk
op rijkskosten in orde te brengen. B.
en W. kunnen zich hiermede volko
men vereenigen. Minder kunnen zy
dit ten opzichte van dat gedeelte van
het rekest waarin wordt gesproken
over aanleg van nieuwe wegen. Zij
stellen daarom voor alleen aan het
eerste gedeelte van het adres adhaesie
te betuigen.
Zonder discussie of stemming wordt
daartoe besloten.
Punt 8. Voorstel van B. en W. tot
benoeming van
a. een technisch leider aan de licht-
bedryven
b. een kassier-boekhouder van het
gasbedrijf
c. een idem van het electriciteits-
bedrijf.
B. en W. stellen voor de personen
aan wie, na het aan den directeur
Muller verleend ontslag de leiding
der lichtbedrijven is opgedragen voor-
loopig voor het tydvak 15 November
192715 November 1928 te benoemen.
Mocht de regeling goed voldoen dan
kan definitieve aanstelling worden
overwogen.
Zij adviseeren verder het salaris
van den technisch leider Stam te be-
bepalen op f1900 met vrije woning
woning, vuur en licht en bij eventu-
eele vaste aanstelling hierbij nog 3
jaarlyksche verhoogingen van f 50 te
voegen.
Het salaris van den kassier-boek
houder van het gasbedryf de Jager
vast te stellen op f 800 per jaar en
dat van den kassier-boekhouder van
het electriciteitsbedrijf van Bruggen
op f 300 per jaar.
De Voorzitter licht nog toe, dat het
fundament voor dit voorstel in de
vergadering van B. en W. met de
gascommissie is geweest het niet on
belangrijke voordeel, dat aldus finan
cieel wordt verkregen. Met even-
tueele tydelijke hulp wordt nog een
besparing van ruim f 1000 verkregen.
Spr. vraagt of de Raad met het voor
stel accoord kan gaan.
Den heer Brandsma verwondert
het dat dit voorstel reeds nu wordt
gedaan. Spr. wil even motiveeren dat
hij het in 't belang der bedry ven acht,
dat techniek en administratie in een
hand komt.
Hierna wordt tot stemming bij be
sloten briefjes overgegaan. Het re
sultaat der stemming is, dat de drie
voorgedragen personen met alge-
meene stemmen zijn benoemd.
Punt 9. Voorstel van B. en W. tot
het beschikbaar stellen voor 1928 van
een bedrag voor emigratie naar
Canada.
De toelichting van B. en W. op dit
voorstel vermeldde, dat de regeering
evenals vorige jaren voor 1928 een
bedrag beschikbaar stelt voor per
sonen, die naar Canada willen emi-
greeren en niet over de noodige geld
middelen beschikken. Deze steun zal
worden verleend in den vorm van
verlaging der zeepassagekosten.
Wordt hiervan gebruik gemaakt,
dan zal ook de gemeente een bijdrage
moeten verleenen. Daar emigratie
indirect verband houdt met bestrijding
der werkloosheid, stellen B. en W.
voor f 300 op de begroeting, dienst
1928, voor dit doel aan te brengen.
Na een kleine toelichting wordt
zonder hoofdelyke stemming daartoe
besloten.
PunU0-. Vo°r8tel van, B: en W- ?“btenaren-reglemSnt in uitzicht steï-
dat de gemeente-financien geen sub- *ot wijziging der verordening hou-
- dende voor waarden voor de levering
van electrischen stroom
In de vorige raadsvergadering is be-
sloten het enkel tarief per K.W.U. ®n„Lerpac^teu tn §e“eente-eigen-
met 5 cent te verlagen en te brengen 1 J“
op 40 cent.
De directeur van het Prov. Electri
citeitsbedrijf adviseerde ook het dub
bel tarief en het vast-recht tarief
ieder met 5 cent te verlagen. B. en
W. kunnen zich hiermede wel veree
nigen en stellen voor alsnog deze
wyziging in de verordening aan te
brengen.
Conform dit voorstel wordt met
algemeene stemmen besloten.
Punt 11. Voorstel van B. en W. tot
wyziging van het reglement van orde
voor de vergaderingen van den Raad.
Eenigen tyd geleden was door een
drietal raadsleden een partieele wijzi
ging van dit van 28 April 1915datee-
o rend reglement voorgesteld. B. en W. de schattings-commissie.
4 K.M. van deze scholen verwijderd, oordeelden
der notulen schiet nog wel eens een
vraag te binnen en dan mag die niet
gesteld worden.
De Voorzitter antwoordt, dat deze
regeling is opgenomen om den raads
leden tegemoet te komen. Spr. prefe
reert persoonlijk de regeling in de
gemeente Hemelumer Oldephaert,
waar de gestelde vragen in de vol
gende vergadering schriftelijk worden
beantwoord.
De heer Brandsma vindt de rond
vraag van belang en die vervalt nu.
Spr. vindt de regeling in de gemeente
H. O. en N. ook beter dan het nu
voorgestelde.
De Voorzitter gelooft, dat de heer
Brandsma zieb vergist, want het
voorgesteld artikel is de rondvraag.
De heer Brandsma merkt op, dat de
rondvraag dan na de notulen komt,
inplaats van by het einde der verga
dering.
De heer Gaastra wil aan de bezwa
ren tegemoet komen door uitzonderin
gen op het voorgesteld artikel toe te
laten.
De Voorzitter antwoordt, dat de
heer Gaastra dispensatiebepalingen
verfoeit en die krijgt men dan.
De heer de Roest handhaaft zijn
bezwaar tegen het vooraf kennis
geven aan den Voorzitter. Spr. wil,
evenals in veel andere gemeenten de
rondvraag bij het einde en dan, zoo
mogelijk in dezelfde of een andere
vergadering.
De Voorzitter g<
dit laatste niet d<
worden vastgelegd. Men kan wel
inlichtingen vragen, doch het ligt aan
B. en W. wanneer zij die willen
beantwoorden, ’tls niet prettig als er
dikwijls ii bout portant een antwoord
moet worden gegeven.
De heer de Vries beveelt de voor
gestelde regeling nog eens aan. Als
de vraag na het lezen der notulen
wordt gesteld dan kunnen de leden
en ook B. en W. er tijdens de verga
dering nog eens overdenken en kan
wellicht in dezelfde vergadering nog
een antwoord worden gegeven.
Het voorgesteld artikel 13 komt
daarop in stemming en wordt ver
worpen met 8 tegen 3 stemmen. De
heeren de Vries, Gaastra en Hobma
verklaaiden zich er voor de andere
heeren tegen. Hierna wordt het artikel
zoo geredigeerd, dat de rondvraag
aan het einde der vergadering blijft
bestaan.
Bij artikel 14, waarin vermeld is,
dat de Raad zich bij onderzoek der
begrooting in 3 secties splitst, merkt
de heer de Roest op, of het wel goed
is dit in het reglement van orde vast
te leggen. Spr. zou er by willen
voegen „tenzy de Raad anders beslist”.
Er kan eens een tyd komen, dat de
Raad geen splitsing meer wil.
De Voorzitter meent, dat de tegen
woordige regeling goed voldoet. Als
de Raad dat wil kan het artikel wel
geschrapt worden.
Met algemeene stemmen wordt be
sloten het artikel te handhaven en
wordt het geheele reglement verder
zonder wijzigingen vastgesteld.
Punt 12. Voorstel van B. en W. tot
vaststelling van een ziekteregeling
voor het personeel in gemeentedienst.
Nadat de heeren Brandsma en
Haytema een paar inlichtingen heb
ben verkregen, waarbij B. en W. de
spoedige aanbieding van een volledig
len wordt het aangeboden ontwerp
onveranderd vastgesteld.
Punt 13. Verzoek van B. en W. om
machtiging tot het publiek verhuren
dommen en het houden van aanbe
stedingen in 1928.
De heer Hobma zag gaarne, dat
voor onderzoek van de aan te besteden
werken een commissie in het leven
werd geroepen.
Den Voorzitter lijkt dit wel geschikt,
doch de Raad heeft kort geleden be
sloten de voorwaarden en plannen
van belangrijke aan te besteden wer
ken in z(jn vergadering te doen be
handelen.
Het voorstel Hobma komt na deze
toelichting niet verder in behandeling,
waarna de gevraagde machtiging
zonder hoofdelyke stemming wordt
verleend.
Punt 14. Benoeming van een lid in
In de vacature ontstaan door het
overlijden van den heer Runia worden
door B. en W. aanbevolen de heeren
no. 1 P. Gaastra en no. 2 H. de Vries Wz.
Wordt overgegaan tot stemming by
besloten briefjes. De gepensionneerde
stads-bode Steginga, die als belang
stellende op de tribune aanwezig was,
maakt zich met een „niets op tegen
Burgemeester” nog even verdienstelijk
met het ophalen der briefjes van de
vele volgende stemmingen. De uitslag
is, dat b(j de eerste vrije stemming
zyn uitgebracht op den heer Gaastra
5 stemmen, op den heer de Vries 1
en op den heer Tj. de Zwart eveneens
5. D<
zelfde resultaat op, terwijl by hersteu
ming de heeren Gaastra en de Zwart
ieder 5 stemmen bekomen. Het lot
besliste daarop ten gunste van den
heer de Zwart, die alzoo is benoemd.
Punt 15. Benoeming van een wees-
voogd. Door het bovenvermelde over-
lyden van den heer Runia is even
eens een vacature ontstaan als voogd
van het stads-weeshuis. Door het col
lege van voogden werden aanbevolen
Riemersma, no. 2 J.
B. en W. kunnen zich met deze
aanbeveling wel vereenigen en heb
ben geen aanleiding gevonden deze
uit te breiden.
De gehouden stemming heeft tot
resultaat dat op den heer Riemersma
zyn uitgebracht 6 stemmen op den
heer Kroyenga twee op den heer D. Gaastra, Hobma, Dykstra, Brandsma^
L. de Jong een, terwyl twee stemmen
blanco uit de stembus komen.
Benoemd is de heer C. Riemersma.
Punt 16. Behandeling van reclames
schoolgeld, dienst 1927.
Overeenkomstig het voorstel van
B. en W. worden eenige reclames
toegestaan en andere afgewezen.
Hiermede is de agenda afgehandeld
De Voorzitter brengt echter nog twee
adressen ter tafel, die hij voorstelt, in
verband met de tijdsomstandigheden
alsnog in behandeling te nemen. Het
zijn 2 adressen van de Chr. Besturen
bond inzake de werkloosheid en de
gegeven toeslag aan de baanvegers.
De Voorzitter licht toe, dat de toe
slag aan baanvegers eenige jaren ge
leden is besproken. Op de begrooting
is hiervoor thans f 300 uitgetrokken.
Spr. heeft gemeend ’t verstandigst te
doen door de geheele regeling over
te laten aan den hoofdagent van politie
Deze heeft een toeslag van fl.50 en
f 1.— toegekend. Deze regeling kost
per dag f30.50.
Den Heer de Vries bevreemdt het,
dat deze regeling is getroffen, temeer
waar in de vergadering van B. en W.
is besloten, de eenige jaren geleden
getroffen regeling te handhaven. Spr.
vindt dat het niet aangaat, dat de toe
slag door een ambtenaar eigenmachtig
van f 2.— op f 1.50 wordt gebracht.
Als de toeslag op f 1.50 wordt gesteld
dan heeft een baanveger, als er 6
dagen is gereden precies f9 verdiend.
En dat is te weinig. Spr. wijst hierby
op verschillende banen, die ouberyd-
baar zijn en waar dus van de burgerij
niets wordt ontvangen. Door het
plaatsen van baanvegers helpt men
de werkloosheid mee bestrijden. Spr.
vraagt nogmaals hoe het mogelijk is,
dat een ambtenaar, die zelf voortdu
rend om salarisverhooging vraagt, de
loonen van de baanvegers kan ver
lagen.
De Voorzitter wil ter verontschul
diging van den hoofdagent van politie
aanvoeren, dat deze de cyters der
toegekende loonen niet wist. De ge
wraakte regeling is door den hoofd
agent met de beste bedoelingen ge
troffen, in geen geval om de arbeiders
te weinig loon te geven. Spr. wil
omtrent deze zaak zyn meening direct
niet kenbaar maken.
De heer Roelofs is het volkomen
eens met den heer de Vries. De
meeste arbeiders staan lang op de
banen en ontvangen van de burgery
niets, zoodat f2.50 nog slechts even
voldoende is. Spr. wil ook de oude
regeling handhaven.
De heer Sikkes gelooft ook wel, dat
de hoofdagent den toeslag met de
beste bedoelingen heeft geregeld. Deze
had met de toegekende som van f 300 te
rekenen. Aan de andere kant moet
men rekening houden met den toestand
der banen. En voor de slechte banen
is de toeslag absoluut te laag.
De heer de Vries licht nog toe, dat
de baanvegers voor enkele jaren in
klassen waren ingedeeld. Met deze
regeling waren én arbeiders èn Raad
ingenomen. Deze basis moet
worden gehandhaafdde verdere
regeling kan dan aan den hoofdagent
worden overgelaten. Spr. merkt op,
dat de hoofdagent door enkele baan
vegers erop is gewezen, dat de toeslag
vroeger hooger was.
De Voorzitter zegt, dat in de ver
gadering van B. en W. geen cyfers
zijn genoemd. Spr. geeft ook toe, dat
fl.50 te weinig is. Spr. is overtuigd,
dat van der Schaaf de zaak naar zijn
beste weten heeft geregeld, doch
vraagt of het voor de toekomst niet
beter is een commissie uit den Raad
voor deze aangelegenheid te benoe
men. Spr. weet niet of van der Schaaf
nog genegen is de regeling alsnog op
zich te nemen.
De heer van der Gaast zegt dat het
moeilijk is hier iets vast te leggen.
Het ijs is b.v. heel slecht of heel goed
en dan moet naar omstandigheden
toeslag worden uitgekeerd.
De heer de Vries wil een toeslag in
vijf klassen vast leggen, met als hoog
ste norm f2.50 en de verdere regeling
aan één persoon en niet aan een com
missie overlaten.
De heer Sikkes is wel voor een
commissie. Deze kan breeder oordee-
len dan een persoon. Spr. wil niet
tornen aan de vastgelegde basis.
De heer Hobma gelooft, dat hier
geen lange redenatie noodig is. Het
komt er eenvoudig op neer, datfl.50
te weinig is en dus omhoog gebracht
moet worden tot f2 of f2.50.
De Voorzitter lykt dit idee niet
kwaad.
De heer Brandsma vraagt of er geen
commissie in het leven kan worden
e 2e vrye stemming levert het- geroepen bestaande uit de heeren
b resultaat op, terwyl by herstem- Wiersma, van der Schaaf en een lid
van den Besturenbond. Spr. wil als
hoogste norm f2.50 toeslag vaststellen.
De heer van der Gaast vindt op een
baan als b.v. het groote Vliet een toe
slag van f2.50 nog geen bedrag.
De heer Haytema kan er zich ook
wel mee vereenigen, dat de hoogste
toeslag op f2.50 wordt gesteld. Spr.
wil dan 3 klassen f 2.50, f 1.50 en geen
toeslag.
De heer Hobma vindt f2 als hoogste
norm voldoende. Dit idee vindt geen
adhaesiebetuiging aan een rekest.
Minister van Waterstaat aangedrongen
het Ryks-
ook andere
sidie verleening veroorloven, waarom
zy voorstellen afwijzend op het ver
zoek te beschikken. Bij acclamatie
vereenigt de Raad zich hiermede.
Punt 4. Verzoek van het Uitvoerend
Comité voor het houden van een
tweedaagsch muziekfeest te Workum
om een bijdrage in het te stichten
garantiefonds groot f300.
B. en W. stellen voor het gevraagde
bedrag toe te kennen, daar zy derge-
lyke festiviteiten in het belang der ge
meente achten.
Met algemeene stemmen neemt de
Raad dit voorstel aan.
Punt 5. Verzoek van F. G. Kramer,
Heidenschap om afstandsvergoeding
ingevolge artikel 13 der Lager Onder
wijswet 1920.
B. en W. zeggen in hun prae-advies,
dat 6 kinderen van Kramer de R. K.
Scholen in deze gemeente bezoeken.
De woning van Kramer is meer dan
zoodat hy volgens dit wetsartikel
recht heeft op eenige vergoeding. Zij
stellen daarom voor deze vergoeding
te bepalen op het gewone bedrag
t. w. f10 per kind en per jaar.
Zonder hoofdelijke stemming besluit
de Raad aldus.
Punt 6. Verzoek van J. Bulthuis
alhier oin bnderhandsche inhuring van
de middênstandswoning G no. 128.
t
I
Dik Speculaas
a 50 cent het pond
geregeld verkrijgbaar
1
T__ Jrx _i__Zx u-./rx j_ ii