KINDERRUBRIEK. r FEUILLETON. De tweede Moeder. urüED DENKEN. 1¥ÖÏÏZON 3 I geruimd te i dus loterij gedreven en wel in 40. 1 HENRY GRÉVILLE. 1 1 1 1 1 r i i s i 1 1 1 grootsten scheikun- Cohen. cents en meer versnoepte, d.w.z. fei-1waken. Ën alleen maar... goed te En ziehier nu eens, wat drie pu blicisten over ditzelfde eenvoudige en toch zoo diepzinnige onderwerp schreven. Drie gedachten overgoed denken. De EersteAlles hangt af van onze wijze van denken. Het doet er zeer veel toe, wat een mensch ge- loott. Het heeft zeer veel te maken met de atmosfeer van zyn leven... Alles begint van binnen uit. En dit houdt (de stilzwijgende verplichting) in, zich te concentreeren op de dingen die waar zijn, tegenover de onware dingenrechtvaardige handelwijze, tegenover de wreedeeerlijkheid tegenover dat wat verdorven isrein heid, tegenover het onreineen dingen van goeden faam, tegenover schandaal en laster De TweedeKarakter is het re sultaat van bewust streven van dag tot dag. Dat, wat gij het meest be geert in de diepten van Uw innerlijk wezen is het plan, volgens hetwelk gij het gebouw van uw karakter vormt. Zet uw verlangens op de dingen die laag en onwaardig zjjn, en uw ka rakter wordt een muur van een on aangename soort. Zet uw verlangens op de hooge dingen, op de ongeziene waarden der eeuwigheid, op waarheid en licht, en rechtvaardigheid, en de opgebouwde muur van uw karakter zal lijnen vertoonen, die het oog be koren van den grooten Bouwmeester van het heelal. De steenen, die in dien muur komen, zijn gedachten en woor den en daden. Zooals een verstandig en bekwaam bouwer sommige steenen die hem aangebracht worden, ver werpt als niet geschikt om een plaats te hebben in zijn bouwwerk, zoo be hoorde gij dikwijls menige Igedachte te verwerpen, die u voorgesteld wordt, veel van hetgeen u verteld” wordt niet te herhalen, en (veelldaden achterwege te laten, welke door de gedachteloozen en onwaardigen eiken dag verricht worden. De standaard der rechtvaardigheid is even onver- anderlyk als het richtlood. Deugd is even nauwgezet als de hoek van een vierkantLaat niemand denken, dat het er niet op aan komt, wat hy gelooft, of hoe hij spreekt, of wat hij doet; want gedachten, woorden en daden zijn het bouwmateriaal van zijn karakter. De DerdeTenslotte berust het by ons zelf, of we in een mooie we reld zullen wonen. Het hangt weinig af van uitwendig aanzicht, weinig van die omstandigheden buiten onze persoonlyke contróle Wy hebben allen menschen ontmoet, wier enkele aanwezigheid een zegen is; die allen om hen heen rustig en harmonisch maken, en in wier bijzyn we ons in een hoogere, reinere sfeer voelen Als we het geduld, de zachtheid, de vriendelijkheid en onuitputtelijke energie van een ander bewonderen indien we ons vernieuwd en versterkt en geïnspireerd door zulk een con tact gevoelen waarom leven we dan zelf niet zoo, dat wij dezelfde vernieuwing en inspiratie aan anderen brengen kunnen? En dit hoogere le ven te leven is leven in geluk Het is het leven van vrede en liefde en vreugde... Drie zielen, één gedachte over ons denken. En de grondtoon dezer drie is niet anders dangoed denken. Floris C. Workum, 1 Juni. Met ingang van heden is aan onzen stadgenoot, den heer R. B. de Jong, eervol ontslag verleend als wegwerker onzer ge meente. Reeds eenigen tyd in dienst onzer gemeente zjjnde, werd hij in 1900 als vaste gemeente-wegwerker aange steld. Werkzaam zijnde op de toe gangswegen van onzen stad, heeft hij zich in die reeks van jaren vele vrienden en bekenden gemaakt van het reizend publiek. Als plichtsgetrouw ambtenaar heeft hy gedurende deze jaren zich geheel gegeven aan zyn arbeid: de verzor ging en"onderhoud der gemeentewe gen. En het was voor hem die zich dhèr bevond meermalen’n nat pak kleeren^soms^twee^jaldrie per dag! Hoevele^kilometers hij’heeft afge legd is nieste gissen, maar 't is over bekend ’n rijwieljof ander^vervoer- middel hield hij er niet op na. ’t Is een voorrecht voor hem, te kunnen terugzien[op’diejaren, waarin hQ zoo goedhals geen dag^heeft be hoeven te verzuimen om gezondheids redenen. Dit te meer, omdat regen en wind zyn deel waren. Of zijn werken op prjjs is gesteld, laten wij in 't midden, 1 doch thans heeft hy gemeendgeervoljontslag aan te vragen. Dat is hem thans verleend. En in den vervolge zullen velen, die hem in zijn arbeid kenden, hem niet meer als vaste gemeentewerkman op de wegen zien. We zullen hopen, dat hg lange jaren van zgn welver diend pensioen mag genieten. Houdt het gezicht steeds naar de zon gekeerddan zal de schaduw achter U vallen. WHITMAN. Het is heel makkelijk om suc ces te behalen. Al wat ge hebt te doen ishard werken, eerlijk, spaarzaam, welvoegeigk, vrién delijk en tevreden te zijn. BUSH. Gij hebt niet elke plicht vervuld, tenzy’ gij die van opgeruimd te zgn, hebt vervuld. BEXTN. Lichte, luchte, ongrijpbare, ontast bare, vluchtige, losse, onzienlijke en rappe dingen zgn het, onze gedach ten. Niets kunnen we doen, niets kun nen we zeggen, niets kunnen we nalaten, niets kunnen we verrichten, geen stap, geen beweging, of hebben die eerstgedacht. Alles wat er gedaan wordt over de heele wereld, gebouwd en getimmerd, gehandeld en geploeterd, gesjacherd en geschre ven en gezegd en beraamd, het moet eerstgedacht zijn. Alle handelingen en daden, alles, alles is eerst... ge dacht. Daden zijn slechts de uitvloei sels van onze gedachten, van alles wat wg denken. En zoo is het met alle menschen, over de heele wereld. Maar drommels wat is het dan ont- zaggely’k belangrijk, wat we denken, den van de Nute-apaarbank. Deze contróle heeft plaats gehad op Dinsdag 1 Mei j.l. Na tal van steek proeven om de deugdeigkheid der boekhouding te onderzoeken werden alle waarden gecontroleerd en in orde bevonden. In 1927 werd in 635 keer ingelegd een totaal van f45501.49 en uitge haald in 236 keer een bedrag van f35188.30. Er werden 35 nieuwe spaar ders geboekt en 24 afgeschreven. Op 31 Dec. ’27 bestonden de bezit tingen uit: Effecten Hypotheken Coupons en renten Kasgeld dan haar zoon, wiens levenskracht was versleten door innerigke strgd en die als vader zooveel had geleden. De gedachte, dat Yvelinenu weer het eigendom zou worden van vader en moeder, vervulde Odile’s hart met vreugd, maar hoeveel omzichtigheid was er niet noodig, indien men niet met één slag alles weer wilde beder ven En als het jongmensch, dat Yveline’s hart had veroverd, eens iemand was, die barer onwaardig was, wat al zorg en leed stond dan weer voor de deur! Was 't niet mogeigk, dat hun plicht als ouders in botsing kwam met de liefde, die hun dochter koesterde En als ze de jonge pas veroverde ziel van zich vervreemdden, was ’t dan niet te vreezen, dat ze deze voor altijd zouden verliezen De oude Mevrouw Brice brak eens klaps den loop dier treurige gedachten bij haar schoondochter af, door te zeggen„Mgn lieveu laat ik de zorg over om over al die dingen met mgn zoon te praten, gy zgt de vleesch geworden diplomatie in de familie, i k zou alles bederven Toen de twee kleinkinderen het vertrek verlaten hadden, voegde ze er met een fijne ironie bg„I k zal Mevrouw de la Rouveraye wel voor mijn rekening nemen.” Grootmoeder en kleinkinderen ste gen al spoedig in den landauer, niet door Jaffé, maar door een anderen flinken koetsier geredenYveline had haar kapsel weer in goede orde gebracht, Odile had haar een paar handschoenen gegeven en zóó zag ze er weer netjes uit. Edmond had zgn jachtcostuum goed afgeborsteld en behalve, dat hij er een beetje ernstig uitzag, want hy zat eigenigk wel wat verlegen met zgn houding, zou nie mand gedacht hebben, dat die jongelui van morgen op de vlucht waren ge- er de voeten vaa dea koetsier f164935.— - 73500.— - 3591.60 - 2148.05 Totaal f244174.65 tegenover f226929.17 op 1 Jan. ’27. Aan de inleggers was op 31 Dec. j.l. verschuldigd Aan kapitaal op de boekjes f 195411.21 Aan rente - 7388.78 Totaal f202799.99 Het reservefonds is alzoo geklom men tot f41374.66, dat is 20,4 procent van de totale schuld aan de inleggers. Deze eindcy'fers zyn ook goedge keurd door de accountantsdienst van het Nederlandsch Spaarbank-bureau volgens ontvangen rapport d.d. 2 Mei 1928. Uit bovenstaande bigkt)voldoende dat" wij belegging van spaargelden in de Nutsspaarbank te Workum‘ge rust kunnen aanbevelen. Aan commissarissen van die instel ling brengen^wyjdank en hulde voor hun accuratesse in de administratie en de solide belegging der hun toe vertrouwde spaargelden. Verdere aanbeveling van de 110-jarige instel ling van het departement Workum der Mg. tot Nut van ’t Algemeen mag overbodig geacht worden. De Commissieleden, S. GAASTRA. I. HULSHOFF. doen. Grootmoeder Brice kon niet zoo ronduit zeggen, wat ze wel dacht; want naardien ze nu niet zoo bgzonder ingenomen was met Mevrouw de la Rouveraye, vond ze 't wel aardig, dat deze zoo’n nederlaag had geleden, maar aan den anderen kant moest haar trots als grootmoeder het gedrag van haar kleindochter alles behalve betameigk vinden. Ze was dus zeer terughoudend tegenover Yveline, haar bgna niet aanziende uit vrees, dat ze zich niet goed zou kunnen houden en in lachen zou uitbarsten, terwgideze de slot-scène der comedie vertelde, maar toch een ernstig gezicht zettend, toen Yveline zich naar haar kant wendde. „Enfin!" zei deze, toen alle ver- eischte ophelderingen gegeven waren en men haar raad inwon, „ik geloof, dat Yveline zoo spoedig mogelijk naar Rouveraye moet terugkeeren en zoo nederig mogeigk vergiffenis moet vragen.” „O, grootmoeder I maar ik moet toch met dien man niet trouwen „Wel neen, zeker niet! maar ik zeg 't nog eenszoo nederig mogelijk vergiffenis vragen. En omdat je niet goed alleen kunt gaan, zal ik je brengen.” Odile keek haar schoonmoeder een beetje verbaasd aan, want die voor slag strookte in 't geheel niet met haar fier karakter; iets ondeugends in Mevrouw Brice’s oogen verklaarde haar het geheim. „Maar” zei Odile met een glimlach, dien ze niet kon bedwingen; ik zou je alleen aanraden om Jaffé maar niet als koetsier mee te nemen!” De grootmoeder antwoordde op die aardigheid met een zoo geestig spot tenden blik, dat Odile er door getroffen werd. Welk een jeugd van hoofd en hart leefde er nog onder die grgze haren, in die hartstochteigke ziel I van more* Ze wm ep dit oogenblik teel jonger gaan. Ond< IN HET LAND DER DWERGEN. Ik ben in het land van de dwergen geweest. Hoe ik daar kwam, moetje my niet vragen. Dat kan ik niet ver tellen. Ik denk, dat het in den droom was. Dit weet ik nog wel, dat ik op een wandeling een klein mannetje zag. Het kwam me zoowat tot aan de knie. Wat een leuk mannetje was dat! En zoo vriendeigk! „Wil je het dwergenland eens bezien?” zei hy. „Graag”, zei ik. „Volg mg dan maar.” Daar gingen we. We kwamen langs een timmerman. Hij maakte een krui wagen. Het wieltje leek wel een wortel- schijfje, en het bakje was zoo groot als een pennedoosje. Een kuiper maakte een vat, zoo groot als een sponsdoos. Ik moest o zoo voorzichtig loopen, anders trapte ik op de huizen. Er was ook een riviertje, ’t Leek wel een goot. Daar voer een scheepje in, niet veel grooter dan vader’s schoen. Ook een schooltje zagen we. De kin deren zongen. Och, zoo zacht, maar toch heel mooi. Ze hadden zangboekjes in de hand, zoo klein als een lucifers doosje. Wat vond ik dat alles leuk. De vriendeigke geleider bracht me weer terug naar de poort van Dwer genland. Ik dankte hem harteigk voor zgn vriendelijkheid. IN HET LAND DER REUZEN. Ik ben in het land van de reuzen geweest. Hoe ik daar kwam, ik weet het zelf niet. Misschien wel in den droom. Plotseling, dat herinner ik me, stond er een schoen voor me, zoo groot als een roeibootje. O, o riep ik luid. Een stem als een storm zei„wat sta je daar te piepen, klein manneke!” De reus pakte me op en stopte me in de borstzak van zijn jas. Ik zat er tot dieper dan myn middel in. „Wil je het reuzenland eens be- kgken?” vroeg de reus. Ik zei heel verlegen: „Jawel.” Daar stapte hij heen. We kwamen langs een naai school. De meisjes hadden naalden, als poken zoo groot. In een winkel vroeg een reuzenvrouw om soep- vleesch. Ze kreeg daarvoor een heele koe en betaalde met centen, zoo groot als mgn hand. Een reuzenbakker zag ik ook aan het werk. In elk brood ging een vat krenten. Een meisje kwam van den dokter. Er was zeker een reus die ziek was. Ze droeg een flesch pillen, zoo groot als knikkers. Even keek ik ook in de school van de reuzenkinderen. Daar lag een spons doos, zoo groot als een trom. De kin deren, dacht ik, kleurden de prenten met bezems. En elke som die ze maakten, was wel drie meter lang. Toen de reus mij terug bracht, kwa men we langs een sloot. Het leek wel een zee. En vreeseigk, daar sprong een kikker als een kalf, wel zoo hoog als een huis. Naar: T. Leopold en H. Dietz. Uit: „Krekeltjes in ’t koren”, (Van Goor Zonen, Gouda.) Buiten verantwoordelijkheid der Redactie VERSLAG van de Controle commissie voor de Nuts spaarbank te Workum over 1927, Op de algemeene ledenvergadering van het Departement Workum, had den we het genoegen het volgende rapport uit te brengen over onze contróle op de administratie en waar- Een koopman te Rotterdam had een 15-jarfg jongmensch in dienst genomen. Den eersten dag vervalsch- te de jongen een ontvangstbewijs, waardoor hy 40 cent wederrechtelijk ontving. Den tweeden dag stal hg uit het magazijn een pak veters. Den derden dag heeft hg een bedrag van f 45 verduisterd, welk bedrag hg voor zgn patroon by klanten moest gaan innen. Thans is hij ontslagen. Hij is aangehouden en opgesloten. De speelzucht bij het kiud. De wethouder van onderwgs te Vlaardingen heeft aan alle inrichtin gen van onderwys aldaar een brief gezonden ter bestrijding van de speel zucht by het kind. O.m. lezen we Er bigken sedert geruimen tijd in den handel te zgn gebracht z.g. geluks- toffee’s, versnaperingen, die voor één cent worden verkocht en waarbg de kans bestaat dat de kooper prijsjes wint Ofschoon buiten bereik van po litie en justitie wordt op deze wijze dus loterij gedreven en wel in den aller-gevaarigksten vorm. Het betreft lag het geweer en de hond, die zeer verbaasd was. dat hg op één dag zoo dikwgis uit rijden ging. Een tgd lang bewaarde men het stilzwggen in den landauer, maar toen Mevrouw Brice zich eindeigk niet langer meer kon bedwingen, begon ze aldus tot haar kleindochter„Wat heeft je grootmoeder geantwoord, toen je naar Dennenoord ging?” „In 't geheel niets, grootmoe!” ant woordde Yveline, verslagener dan ooit. -Een ondeugende glimlach plooide weer de lippen der oude dame, maar verdween weer terstond. „Je weet wel” zei ze, „dat je heel verkeerd hebt gehandeldHeb je al bedacht, wat je tot je verontschuldiging zult zeggen?” Yveline had er in’t geheel nog niet aan gedacht. Mevrouw Brice, die zoo uitvoerig mogelijk over al de zwaarte van Yveline’s misdrgf uitweidde, hield een welsprekende preek, die met de meest gewenschte verslagen heid werd aangehoord, terwgi de landauer, statig voortgetrokken in matigen draf door twee flinke paarden, zachtkens heen en weer schommelde op zgn gepatenteerde veeren. Die terugkeer geleek in niets op de vlucht van denzelfden morgen en Yveline kon de gedachte niet van zich zetten, dat hoe netjes en in de puntjes alles nu ook toeging, het ritje 's morgens1 vrg wat prettiger was geweest. „En wat zal jij nu zeggen, Edmond vroeg Mevrouw Brice, toen ze aan kwamen. Voor geen geld van de wereld had ze 't iemand willen zeggen, maar inwendig had ze ontzagigk veel plezier in het heele geval. „Ik zal de waarheid zeggen, groot moe! Ik zal zeggen, dat ik myn zuster op den weg ontmoette en dat ik 't toen noodig vond haar te begeleiden om ten minste den uiterigken schgn te reddea. Ik toep, dat grootxaoecter „Ge raadt toch ook alleszei ze. „Hij, dien ik lief heb, heeft geen geld, maar is een beschaafd en geleerd en goed menschIk weet alleen niet, of hg mjj bemint!” Haar hart kromp ineen bg de gedachte, dat die andere haar niet beminde; ze voelde een ontzagigke behoefte om geliefkoosd en vertroost te worden; de angst, dien ze had, dat haar vader boos op haar zou wezen maakte haar nog bedremmelder en weeker gestemd. Ze wierp op Odile een steelschen blik, zooals een kind doet, dat op een ondeugende streek is betrapt en op onbeschrgfeigk vleienden toon gaf ze haar hart om ’t nooit terug te nemen I „Mamazei ze, „zeg aan Pa toch, dat hg bij mg wat door de vingeren zietOch, ik heb er zoo’n behoefte aan, dat men me lief heeft En ze barstte in tranen uit, maar die ditmaal niet bitter waren en haar niet ongelukkig maakten, want op echt moederigke wgze werden ze door Odile afgewischt en nu ondervond ze de blfiken eener zachte, innige, teedere liefde nooit te voren onder vonden; want al had grootmoeder haar ook werkeigk lief gehad, zulk een liefde had ze haar nooit leeren kennen. Spoedig daarna trad Edmond de kamer binnen met Mevrouw Brice, die uit zgn mond alles vernomen had, wat er dien morgen was voorgevallen zonder te zinspelen op het jeugdig geheim van Yveline beraadslaagde men met elkaiur, wat men Verder zou Een 104-jarige. Boning Arnold te Bournemouth, heeft Zaterdag zgn 104den verjaardag gevierd. Op zijn vorigen verjaardag heeft hg een partgtje kaatsbal gespeeld en nog drie jaar geleden deed hg geregeld hieraan mee. Zgn oogen zgn nog zoo goed, dat hg eiken dag zyn krant (maar toch zeker met een bril) leest en brieven schrgft. Voorts doet hg by goed weer nog eiken dag een wandeling. In zgn jeugd is Arnold zetter geweest, en hy zegt, dat hg de eerste geweest is, die de noten van muziek heeft gezet. Later werd hij te Londen handelaar in antiek zilver. Examens. Het Hoofdbestuur van de Vereeni- ging „Het Nederlandsche Handels- lustituut” (secretariaat Dr. Otto Klipp, Kleverparkweg 142, Haarlem) deelt ons mede, dat met toestemming van Z. Excellentie den Minister van On derwgs, Kunsten en Wetenschappen de Leeraars-examens in handelscor- respondentie (Duitsch, Fransch en Engelsch) ook in de toekomst zullen worden gehouden en wel twee maal per jaar in de maanden Juli en De cember. De a.8. Praktijk-examens in boekhouden, handelscorrespondente en stenografie zullen worden afge nomen op 2, 3 en 4 Juli a.s. Datum van aangifte voor beide examens tot en met 20 Juni a.s. Een heete, droge zomer? Zij, die hun vacantie nog voor den boeg hebben, maar met het oog op de afgeloopen natte weken pessimistisch gestemd zijn ten aanzien van de dezen zemer te verwachten weersgesteldheid en er reeds min of meer oprekenen, dat ook dit jaar geigk zal zgn aan de vgf vorige, behoeven, mag men den Franschen meteoroloog Abbé Gabriel gelooven, alle hoop nog niet op te geven. Deze geleerde voorspelt een heeten en drogen zomer. En waarop baseert hg deze profetie? Op het feit, dat de vorige zomer precies gelijk was aan dien van 1555. Hg ver wacht, dat de zomer van 1928 nu ook zal overeenkomen met dien van 1556, die droog en heet was. Verder kan men rekenen op hittegolven in Juni, Juli en Augustus, doch ook op tal rijke stormen, alsmede op een vroegen herfst. Een veelbelovend jongmensch. Een koopman te Rotterdam had een 15-j; L te de jong* waardoor hi de la Rouveraye dat wel zal begrg- pen.” „O!” bromde Mevrouw Brice „als je den uiterigken schnn maar te hulp roept, wordt je wel’alles vergeven De ontvangst van Mevrouw de la Rouveraye was zeer koeltjes; al streelde 't^lhaar trots,"dat Mevrouw Brice een stap deed,BdieTveel*op een nederige verontschuldiging geleek, toch voelde ze zich diep beleedigd en ze was er de vrouw niet naar om zoo iets te vergeven. Yveline, niet bgzonder aangemoedigd, drukte haar berouw uit in korte bewoordingen, waarin wel wat gemeigkheid door straalde desalniettemin voegde haar grootmoeder op kalmen toon haar toe„’t Is goed, ik vergeef u Edmond werd zoowat op dezelfde wgze ontvangen en de jongelui kon den heengaan om aan de oude dames gelegenheid te geven verder de zaak te bespreken. Wat werd er in die gewichtige sa menkomst zoo al besproken Niemand is er ooit achter gekomen, want beiden spraken er nooit over, 't Is wel waar- schgnigk, dat Mevrouw Brice herin nerde aan die eerste vrouw van Richard, die getrouwd was om allerlei uiterigk beweegredenen, zonder dat er liefde bg in het spel was geweest en zonder dat de beide echtgenooten geheel vrg waren geweest in hun keus. Misschien was ze onder haar triomf wel een beetje sarkastisch ge- geweest, want toen het gesprek ge ëindigd was, zag Mevrouw de la Rouveraye er tameigk verhit uit, evenals iemand die zich hevig heeft opgewonden; maar wat hiervan ook moge zgn, al was 't dan ook niet bgzonder harteigk, toch scheidden de twee grootmoeders van elkaar op uiterst beminneigke wgze. (Wordt vsrvslgd). hier een speculatie op de speelzuchtIen hoe we denken? Ja zeker, dat is van het kind, en, naar mij bericht heel belangrgk. Het is hetvoornaam- werd, zgn er gevallen bekend, datlste van alles en alles, voor iedereen, één kind op één dag 34 cents en 66lom zyn gedachten zorgvuldig te be- teigk verdobbelde. denken. De vraagt rgst: hoe komen kinde ren aan dat geld en ookwaar loopt dit onvermgdelijk op uit? Het antwoord op de eerste vraag moet luidenvermoedeigk niet eerlijk en dat op de tweedeop steeds erger oneerlijkheid. Het komt mij voor dat ieder, die het belang der kinderen juist inziet, dit kwaad zoo krachtig mogelijk moet bestrijden, in de eerste plaats dus ouders en onderwijzers. Nederland en de gifgasoorlog. De N. Rt. Ct. bevat een verslag van een intervieuw, dat M. Brusse had met Nederlands dige, prof. Ernst Daarbij kwam uiteraard óók ter sprake de groote rol, die de scheikun dige in den wereldoorlog gespeeld heeft en in den oorlog der toekomst ongetwijfeld weer spelen zal. Dienomtrent deed prof. Cohen de volgende belangryke uitspraak: „’t Is wel jammer, dat de oorlog de wetenschappeigk menschen in de chemie voor zóó langen tgd vijandig tegenover elkander gesteld heeft, natuurfijk door de groote rol, die juist de scheikunde vervuld heeft om den oorlog gaande te houden. Gelukkig zet nu de toenadering door. Maar 't is wél walgelijk, wanneer je, met de ervaringen van den jongsten oorlog, ziet wat zy nu overal bezig zijn om nóg vreeseigkers uit de chemie te halen. De volgende oorlog zal niet anders dan chemisch zgn misschien dat het bewustzijn hiervan het menschdom nog kan tegenhouden om er aan te beginnen. Stel je voor, dat de druk op een knop de verwoesting van een heele stad uit werkt. Overal werken zij nu aan die chemische verdelging. Ook in ons land, al is 't hier wel vooral om 't afweren te doen. Men heeft mg er ook in willen betrekken, maar ik wil er niets van weten I” 1 I 1 I I 1 I I i 1 1 1 f I 1 1 1 t 1 1 1 1 I 1 1 I I I 1 I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1928 | | pagina 4