KINDERRUBRIEK.
r
FEUILLETON.
De tweede Moeder.
urüED DENKEN.
1¥ÖÏÏZON
3
I
geruimd te
i
dus loterij gedreven en wel in
40.
1
HENRY GRÉVILLE.
1
1
1
1
1
r
i
i
s
i
1
1
1
grootsten scheikun-
Cohen.
cents en meer versnoepte, d.w.z. fei-1waken. Ën alleen maar... goed te
En ziehier nu eens, wat drie pu
blicisten over ditzelfde eenvoudige
en toch zoo diepzinnige onderwerp
schreven. Drie gedachten overgoed
denken.
De EersteAlles hangt af van
onze wijze van denken. Het doet er
zeer veel toe, wat een mensch ge-
loott. Het heeft zeer veel te maken
met de atmosfeer van zyn leven...
Alles begint van binnen uit. En dit
houdt (de stilzwijgende verplichting)
in, zich te concentreeren op de dingen
die waar zijn, tegenover de onware
dingenrechtvaardige handelwijze,
tegenover de wreedeeerlijkheid
tegenover dat wat verdorven isrein
heid, tegenover het onreineen dingen
van goeden faam, tegenover schandaal
en laster
De TweedeKarakter is het re
sultaat van bewust streven van dag
tot dag. Dat, wat gij het meest be
geert in de diepten van Uw innerlijk
wezen is het plan, volgens hetwelk
gij het gebouw van uw karakter vormt.
Zet uw verlangens op de dingen die
laag en onwaardig zjjn, en uw ka
rakter wordt een muur van een on
aangename soort. Zet uw verlangens
op de hooge dingen, op de ongeziene
waarden der eeuwigheid, op waarheid
en licht, en rechtvaardigheid, en de
opgebouwde muur van uw karakter
zal lijnen vertoonen, die het oog be
koren van den grooten Bouwmeester
van het heelal. De steenen, die in dien
muur komen, zijn gedachten en woor
den en daden. Zooals een verstandig
en bekwaam bouwer sommige steenen
die hem aangebracht worden, ver
werpt als niet geschikt om een plaats
te hebben in zijn bouwwerk, zoo be
hoorde gij dikwijls menige Igedachte
te verwerpen, die u voorgesteld wordt,
veel van hetgeen u verteld” wordt
niet te herhalen, en (veelldaden
achterwege te laten, welke door de
gedachteloozen en onwaardigen eiken
dag verricht worden. De standaard
der rechtvaardigheid is even onver-
anderlyk als het richtlood. Deugd is
even nauwgezet als de hoek van een
vierkantLaat niemand denken,
dat het er niet op aan komt, wat hy
gelooft, of hoe hij spreekt, of wat hij
doet; want gedachten, woorden en
daden zijn het bouwmateriaal van zijn
karakter.
De DerdeTenslotte berust het
by ons zelf, of we in een mooie we
reld zullen wonen. Het hangt weinig
af van uitwendig aanzicht, weinig
van die omstandigheden buiten onze
persoonlyke contróle Wy hebben
allen menschen ontmoet, wier enkele
aanwezigheid een zegen is; die allen
om hen heen rustig en harmonisch
maken, en in wier bijzyn we ons in
een hoogere, reinere sfeer voelen
Als we het geduld, de zachtheid, de
vriendelijkheid en onuitputtelijke
energie van een ander bewonderen
indien we ons vernieuwd en versterkt
en geïnspireerd door zulk een con
tact gevoelen waarom leven we
dan zelf niet zoo, dat wij dezelfde
vernieuwing en inspiratie aan anderen
brengen kunnen? En dit hoogere le
ven te leven is leven in geluk
Het is het leven van vrede en liefde
en vreugde...
Drie zielen, één gedachte over
ons denken. En de grondtoon dezer
drie is niet anders dangoed denken.
Floris C.
Workum, 1 Juni. Met ingang van
heden is aan onzen stadgenoot, den
heer R. B. de Jong, eervol ontslag
verleend als wegwerker onzer ge
meente.
Reeds eenigen tyd in dienst onzer
gemeente zjjnde, werd hij in 1900 als
vaste gemeente-wegwerker aange
steld. Werkzaam zijnde op de toe
gangswegen van onzen stad, heeft hij
zich in die reeks van jaren vele
vrienden en bekenden gemaakt van
het reizend publiek.
Als plichtsgetrouw ambtenaar heeft
hy gedurende deze jaren zich geheel
gegeven aan zyn arbeid: de verzor
ging en"onderhoud der gemeentewe
gen. En het was voor hem die zich
dhèr bevond meermalen’n nat
pak kleeren^soms^twee^jaldrie per
dag!
Hoevele^kilometers hij’heeft afge
legd is nieste gissen, maar 't is over
bekend ’n rijwieljof ander^vervoer-
middel hield hij er niet op na.
’t Is een voorrecht voor hem, te
kunnen terugzien[op’diejaren, waarin
hQ zoo goedhals geen dag^heeft be
hoeven te verzuimen om gezondheids
redenen. Dit te meer, omdat regen
en wind zyn deel waren.
Of zijn werken op prjjs is gesteld,
laten wij in 't midden, 1 doch thans
heeft hy gemeendgeervoljontslag aan
te vragen. Dat is hem thans verleend.
En in den vervolge zullen velen,
die hem in zijn arbeid kenden, hem
niet meer als vaste gemeentewerkman
op de wegen zien. We zullen hopen,
dat hg lange jaren van zgn welver
diend pensioen mag genieten.
Houdt het gezicht steeds naar
de zon gekeerddan zal de
schaduw achter U vallen.
WHITMAN.
Het is heel makkelijk om suc
ces te behalen. Al wat ge hebt
te doen ishard werken, eerlijk,
spaarzaam, welvoegeigk, vrién
delijk en tevreden te zijn.
BUSH.
Gij hebt niet elke plicht vervuld,
tenzy’ gij die van opgeruimd te
zgn, hebt vervuld. BEXTN.
Lichte, luchte, ongrijpbare, ontast
bare, vluchtige, losse, onzienlijke en
rappe dingen zgn het, onze gedach
ten. Niets kunnen we doen, niets kun
nen we zeggen, niets kunnen we
nalaten, niets kunnen we verrichten,
geen stap, geen beweging, of hebben
die eerstgedacht. Alles wat er
gedaan wordt over de heele wereld,
gebouwd en getimmerd, gehandeld
en geploeterd, gesjacherd en geschre
ven en gezegd en beraamd, het moet
eerstgedacht zijn. Alle handelingen
en daden, alles, alles is eerst... ge
dacht. Daden zijn slechts de uitvloei
sels van onze gedachten, van alles
wat wg denken. En zoo is het met
alle menschen, over de heele wereld.
Maar drommels wat is het dan ont-
zaggely’k belangrijk, wat we denken,
den van de Nute-apaarbank.
Deze contróle heeft plaats gehad op
Dinsdag 1 Mei j.l. Na tal van steek
proeven om de deugdeigkheid der
boekhouding te onderzoeken werden
alle waarden gecontroleerd en in orde
bevonden.
In 1927 werd in 635 keer ingelegd
een totaal van f45501.49 en uitge
haald in 236 keer een bedrag van
f35188.30. Er werden 35 nieuwe spaar
ders geboekt en 24 afgeschreven.
Op 31 Dec. ’27 bestonden de bezit
tingen uit:
Effecten
Hypotheken
Coupons en renten
Kasgeld
dan haar zoon, wiens levenskracht
was versleten door innerigke strgd
en die als vader zooveel had geleden.
De gedachte, dat Yvelinenu weer het
eigendom zou worden van vader en
moeder, vervulde Odile’s hart met
vreugd, maar hoeveel omzichtigheid
was er niet noodig, indien men niet
met één slag alles weer wilde beder
ven En als het jongmensch, dat
Yveline’s hart had veroverd, eens
iemand was, die barer onwaardig
was, wat al zorg en leed stond
dan weer voor de deur! Was 't niet
mogeigk, dat hun plicht als ouders
in botsing kwam met de liefde, die
hun dochter koesterde En als ze de
jonge pas veroverde ziel van zich
vervreemdden, was ’t dan niet te
vreezen, dat ze deze voor altijd zouden
verliezen
De oude Mevrouw Brice brak eens
klaps den loop dier treurige gedachten
bij haar schoondochter af, door te
zeggen„Mgn lieveu laat ik de zorg
over om over al die dingen met mgn
zoon te praten, gy zgt de vleesch
geworden diplomatie in de familie,
i k zou alles bederven
Toen de twee kleinkinderen het
vertrek verlaten hadden, voegde ze
er met een fijne ironie bg„I k zal
Mevrouw de la Rouveraye wel voor
mijn rekening nemen.”
Grootmoeder en kleinkinderen ste
gen al spoedig in den landauer, niet
door Jaffé, maar door een anderen
flinken koetsier geredenYveline had
haar kapsel weer in goede orde
gebracht, Odile had haar een paar
handschoenen gegeven en zóó zag ze
er weer netjes uit. Edmond had zgn
jachtcostuum goed afgeborsteld en
behalve, dat hij er een beetje ernstig
uitzag, want hy zat eigenigk wel wat
verlegen met zgn houding, zou nie
mand gedacht hebben, dat die jongelui
van morgen op de vlucht waren ge-
er de voeten vaa dea koetsier
f164935.—
- 73500.—
- 3591.60
- 2148.05
Totaal f244174.65
tegenover f226929.17 op 1 Jan. ’27.
Aan de inleggers was op 31 Dec.
j.l. verschuldigd
Aan kapitaal op de boekjes f 195411.21
Aan rente - 7388.78
Totaal f202799.99
Het reservefonds is alzoo geklom
men tot f41374.66, dat is 20,4 procent
van de totale schuld aan de inleggers.
Deze eindcy'fers zyn ook goedge
keurd door de accountantsdienst van
het Nederlandsch Spaarbank-bureau
volgens ontvangen rapport d.d. 2 Mei
1928.
Uit bovenstaande bigkt)voldoende
dat" wij belegging van spaargelden
in de Nutsspaarbank te Workum‘ge
rust kunnen aanbevelen.
Aan commissarissen van die instel
ling brengen^wyjdank en hulde voor
hun accuratesse in de administratie
en de solide belegging der hun toe
vertrouwde spaargelden. Verdere
aanbeveling van de 110-jarige instel
ling van het departement Workum
der Mg. tot Nut van ’t Algemeen mag
overbodig geacht worden.
De Commissieleden,
S. GAASTRA.
I. HULSHOFF.
doen. Grootmoeder Brice kon niet zoo
ronduit zeggen, wat ze wel dacht;
want naardien ze nu niet zoo bgzonder
ingenomen was met Mevrouw de la
Rouveraye, vond ze 't wel aardig, dat
deze zoo’n nederlaag had geleden,
maar aan den anderen kant moest
haar trots als grootmoeder het gedrag
van haar kleindochter alles behalve
betameigk vinden. Ze was dus zeer
terughoudend tegenover Yveline, haar
bgna niet aanziende uit vrees, dat ze
zich niet goed zou kunnen houden en
in lachen zou uitbarsten, terwgideze
de slot-scène der comedie vertelde,
maar toch een ernstig gezicht zettend,
toen Yveline zich naar haar kant
wendde.
„Enfin!" zei deze, toen alle ver-
eischte ophelderingen gegeven waren
en men haar raad inwon, „ik geloof,
dat Yveline zoo spoedig mogelijk naar
Rouveraye moet terugkeeren en zoo
nederig mogeigk vergiffenis moet
vragen.”
„O, grootmoeder I maar ik moet
toch met dien man niet trouwen
„Wel neen, zeker niet! maar ik zeg
't nog eenszoo nederig mogelijk
vergiffenis vragen. En omdat je niet
goed alleen kunt gaan, zal ik je
brengen.”
Odile keek haar schoonmoeder een
beetje verbaasd aan, want die voor
slag strookte in 't geheel niet met
haar fier karakter; iets ondeugends
in Mevrouw Brice’s oogen verklaarde
haar het geheim.
„Maar” zei Odile met een glimlach,
dien ze niet kon bedwingen; ik zou
je alleen aanraden om Jaffé maar niet
als koetsier mee te nemen!”
De grootmoeder antwoordde op die
aardigheid met een zoo geestig spot
tenden blik, dat Odile er door getroffen
werd. Welk een jeugd van hoofd en
hart leefde er nog onder die grgze
haren, in die hartstochteigke ziel I van more*
Ze wm ep dit oogenblik teel jonger gaan. Ond<
IN HET LAND DER DWERGEN.
Ik ben in het land van de dwergen
geweest. Hoe ik daar kwam, moetje
my niet vragen. Dat kan ik niet ver
tellen. Ik denk, dat het in den droom
was. Dit weet ik nog wel, dat ik op
een wandeling een klein mannetje
zag. Het kwam me zoowat tot aan
de knie. Wat een leuk mannetje was
dat! En zoo vriendeigk! „Wil je het
dwergenland eens bezien?” zei hy.
„Graag”, zei ik. „Volg mg dan maar.”
Daar gingen we. We kwamen langs
een timmerman. Hij maakte een krui
wagen. Het wieltje leek wel een wortel-
schijfje, en het bakje was zoo groot
als een pennedoosje. Een kuiper
maakte een vat, zoo groot als een
sponsdoos. Ik moest o zoo voorzichtig
loopen, anders trapte ik op de huizen.
Er was ook een riviertje, ’t Leek wel
een goot. Daar voer een scheepje in,
niet veel grooter dan vader’s schoen.
Ook een schooltje zagen we. De kin
deren zongen. Och, zoo zacht, maar
toch heel mooi. Ze hadden zangboekjes
in de hand, zoo klein als een lucifers
doosje. Wat vond ik dat alles leuk.
De vriendeigke geleider bracht me
weer terug naar de poort van Dwer
genland. Ik dankte hem harteigk voor
zgn vriendelijkheid.
IN HET LAND DER REUZEN.
Ik ben in het land van de reuzen
geweest. Hoe ik daar kwam, ik weet
het zelf niet. Misschien wel in den
droom. Plotseling, dat herinner ik
me, stond er een schoen voor me,
zoo groot als een roeibootje. O, o
riep ik luid. Een stem als een storm
zei„wat sta je daar te piepen, klein
manneke!” De reus pakte me op en
stopte me in de borstzak van zijn jas.
Ik zat er tot dieper dan myn middel
in. „Wil je het reuzenland eens be-
kgken?” vroeg de reus. Ik zei heel
verlegen: „Jawel.” Daar stapte hij
heen. We kwamen langs een naai
school. De meisjes hadden naalden,
als poken zoo groot. In een winkel
vroeg een reuzenvrouw om soep-
vleesch. Ze kreeg daarvoor een heele
koe en betaalde met centen, zoo groot
als mgn hand. Een reuzenbakker zag
ik ook aan het werk. In elk brood ging
een vat krenten. Een meisje kwam
van den dokter. Er was zeker een
reus die ziek was. Ze droeg een flesch
pillen, zoo groot als knikkers. Even
keek ik ook in de school van de
reuzenkinderen. Daar lag een spons
doos, zoo groot als een trom. De kin
deren, dacht ik, kleurden de prenten
met bezems. En elke som die ze
maakten, was wel drie meter lang.
Toen de reus mij terug bracht, kwa
men we langs een sloot. Het leek
wel een zee. En vreeseigk, daar
sprong een kikker als een kalf, wel
zoo hoog als een huis.
Naar: T. Leopold en H. Dietz.
Uit: „Krekeltjes in ’t koren”,
(Van Goor Zonen, Gouda.)
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
VERSLAG van de Controle
commissie voor de Nuts
spaarbank te Workum
over 1927,
Op de algemeene ledenvergadering
van het Departement Workum, had
den we het genoegen het volgende
rapport uit te brengen over onze
contróle op de administratie en waar-
Een koopman te Rotterdam had
een 15-jarfg jongmensch in dienst
genomen. Den eersten dag vervalsch-
te de jongen een ontvangstbewijs,
waardoor hy 40 cent wederrechtelijk
ontving. Den tweeden dag stal hg
uit het magazijn een pak veters. Den
derden dag heeft hg een bedrag van
f 45 verduisterd, welk bedrag hg
voor zgn patroon by klanten moest
gaan innen. Thans is hij ontslagen.
Hij is aangehouden en opgesloten.
De speelzucht bij het kiud.
De wethouder van onderwgs te
Vlaardingen heeft aan alle inrichtin
gen van onderwys aldaar een brief
gezonden ter bestrijding van de speel
zucht by het kind. O.m. lezen we
Er bigken sedert geruimen tijd in
den handel te zgn gebracht z.g. geluks-
toffee’s, versnaperingen, die voor één
cent worden verkocht en waarbg de
kans bestaat dat de kooper prijsjes
wint Ofschoon buiten bereik van po
litie en justitie wordt op deze wijze
dus loterij gedreven en wel in den
aller-gevaarigksten vorm. Het betreft
lag het geweer en de hond, die zeer
verbaasd was. dat hg op één dag
zoo dikwgis uit rijden ging.
Een tgd lang bewaarde men het
stilzwggen in den landauer, maar toen
Mevrouw Brice zich eindeigk niet
langer meer kon bedwingen, begon
ze aldus tot haar kleindochter„Wat
heeft je grootmoeder geantwoord,
toen je naar Dennenoord ging?”
„In 't geheel niets, grootmoe!” ant
woordde Yveline, verslagener dan
ooit.
-Een ondeugende glimlach plooide
weer de lippen der oude dame, maar
verdween weer terstond.
„Je weet wel” zei ze, „dat je heel
verkeerd hebt gehandeldHeb je al
bedacht, wat je tot je verontschuldiging
zult zeggen?”
Yveline had er in’t geheel nog niet
aan gedacht. Mevrouw Brice, die zoo
uitvoerig mogelijk over al de zwaarte
van Yveline’s misdrgf uitweidde,
hield een welsprekende preek, die
met de meest gewenschte verslagen
heid werd aangehoord, terwgi de
landauer, statig voortgetrokken in
matigen draf door twee flinke paarden,
zachtkens heen en weer schommelde
op zgn gepatenteerde veeren. Die
terugkeer geleek in niets op de vlucht
van denzelfden morgen en Yveline
kon de gedachte niet van zich zetten,
dat hoe netjes en in de puntjes alles
nu ook toeging, het ritje 's morgens1
vrg wat prettiger was geweest.
„En wat zal jij nu zeggen, Edmond
vroeg Mevrouw Brice, toen ze aan
kwamen. Voor geen geld van de
wereld had ze 't iemand willen zeggen,
maar inwendig had ze ontzagigk veel
plezier in het heele geval.
„Ik zal de waarheid zeggen, groot
moe! Ik zal zeggen, dat ik myn zuster
op den weg ontmoette en dat ik 't
toen noodig vond haar te begeleiden
om ten minste den uiterigken schgn
te reddea. Ik toep, dat grootxaoecter
„Ge raadt toch ook alleszei ze.
„Hij, dien ik lief heb, heeft geen geld,
maar is een beschaafd en geleerd en
goed menschIk weet alleen niet,
of hg mjj bemint!”
Haar hart kromp ineen bg de
gedachte, dat die andere haar niet
beminde; ze voelde een ontzagigke
behoefte om geliefkoosd en vertroost
te worden; de angst, dien ze had, dat
haar vader boos op haar zou wezen
maakte haar nog bedremmelder en
weeker gestemd. Ze wierp op Odile
een steelschen blik, zooals een kind
doet, dat op een ondeugende streek
is betrapt en op onbeschrgfeigk
vleienden toon gaf ze haar hart om
’t nooit terug te nemen I
„Mamazei ze, „zeg aan Pa toch,
dat hg bij mg wat door de vingeren
zietOch, ik heb er zoo’n behoefte
aan, dat men me lief heeft
En ze barstte in tranen uit, maar
die ditmaal niet bitter waren en haar
niet ongelukkig maakten, want op
echt moederigke wgze werden ze
door Odile afgewischt en nu ondervond
ze de blfiken eener zachte, innige,
teedere liefde nooit te voren onder
vonden; want al had grootmoeder
haar ook werkeigk lief gehad, zulk
een liefde had ze haar nooit leeren
kennen.
Spoedig daarna trad Edmond de
kamer binnen met Mevrouw Brice,
die uit zgn mond alles vernomen had,
wat er dien morgen was voorgevallen
zonder te zinspelen op het jeugdig
geheim van Yveline beraadslaagde
men met elkaiur, wat men Verder zou
Een 104-jarige.
Boning Arnold te Bournemouth,
heeft Zaterdag zgn 104den verjaardag
gevierd. Op zijn vorigen verjaardag
heeft hg een partgtje kaatsbal gespeeld
en nog drie jaar geleden deed hg
geregeld hieraan mee.
Zgn oogen zgn nog zoo goed, dat
hg eiken dag zyn krant (maar toch
zeker met een bril) leest en brieven
schrgft. Voorts doet hg by goed weer
nog eiken dag een wandeling. In zgn
jeugd is Arnold zetter geweest, en
hy zegt, dat hg de eerste geweest is,
die de noten van muziek heeft gezet.
Later werd hij te Londen handelaar
in antiek zilver.
Examens.
Het Hoofdbestuur van de Vereeni-
ging „Het Nederlandsche Handels-
lustituut” (secretariaat Dr. Otto Klipp,
Kleverparkweg 142, Haarlem) deelt
ons mede, dat met toestemming van
Z. Excellentie den Minister van On
derwgs, Kunsten en Wetenschappen
de Leeraars-examens in handelscor-
respondentie (Duitsch, Fransch en
Engelsch) ook in de toekomst zullen
worden gehouden en wel twee maal
per jaar in de maanden Juli en De
cember. De a.8. Praktijk-examens in
boekhouden, handelscorrespondente
en stenografie zullen worden afge
nomen op 2, 3 en 4 Juli a.s. Datum
van aangifte voor beide examens tot
en met 20 Juni a.s.
Een heete, droge zomer?
Zij, die hun vacantie nog voor den
boeg hebben, maar met het oog op de
afgeloopen natte weken pessimistisch
gestemd zijn ten aanzien van de dezen
zemer te verwachten weersgesteldheid
en er reeds min of meer oprekenen,
dat ook dit jaar geigk zal zgn aan de
vgf vorige, behoeven, mag men den
Franschen meteoroloog Abbé Gabriel
gelooven, alle hoop nog niet op te
geven. Deze geleerde voorspelt
een heeten en drogen zomer. En
waarop baseert hg deze profetie? Op
het feit, dat de vorige zomer precies
gelijk was aan dien van 1555. Hg ver
wacht, dat de zomer van 1928 nu ook
zal overeenkomen met dien van 1556,
die droog en heet was. Verder kan
men rekenen op hittegolven in Juni,
Juli en Augustus, doch ook op tal
rijke stormen, alsmede op een vroegen
herfst.
Een veelbelovend jongmensch.
Een koopman te Rotterdam had
een 15-j;
L
te de jong*
waardoor hi
de la Rouveraye dat wel zal begrg-
pen.”
„O!” bromde Mevrouw Brice „als
je den uiterigken schnn maar te hulp
roept, wordt je wel’alles vergeven
De ontvangst van Mevrouw de la
Rouveraye was zeer koeltjes; al
streelde 't^lhaar trots,"dat Mevrouw
Brice een stap deed,BdieTveel*op een
nederige verontschuldiging geleek,
toch voelde ze zich diep beleedigd
en ze was er de vrouw niet naar om
zoo iets te vergeven. Yveline, niet
bgzonder aangemoedigd, drukte haar
berouw uit in korte bewoordingen,
waarin wel wat gemeigkheid door
straalde desalniettemin voegde haar
grootmoeder op kalmen toon haar
toe„’t Is goed, ik vergeef u
Edmond werd zoowat op dezelfde
wgze ontvangen en de jongelui kon
den heengaan om aan de oude dames
gelegenheid te geven verder de zaak
te bespreken.
Wat werd er in die gewichtige sa
menkomst zoo al besproken Niemand
is er ooit achter gekomen, want beiden
spraken er nooit over, 't Is wel waar-
schgnigk, dat Mevrouw Brice herin
nerde aan die eerste vrouw van
Richard, die getrouwd was om allerlei
uiterigk beweegredenen, zonder dat
er liefde bg in het spel was geweest
en zonder dat de beide echtgenooten
geheel vrg waren geweest in hun
keus. Misschien was ze onder haar
triomf wel een beetje sarkastisch ge-
geweest, want toen het gesprek ge
ëindigd was, zag Mevrouw de la
Rouveraye er tameigk verhit uit,
evenals iemand die zich hevig heeft
opgewonden; maar wat hiervan ook
moge zgn, al was 't dan ook niet
bgzonder harteigk, toch scheidden de
twee grootmoeders van elkaar op
uiterst beminneigke wgze.
(Wordt vsrvslgd).
hier een speculatie op de speelzuchtIen hoe we denken? Ja zeker, dat is
van het kind, en, naar mij bericht heel belangrgk. Het is hetvoornaam-
werd, zgn er gevallen bekend, datlste van alles en alles, voor iedereen,
één kind op één dag 34 cents en 66lom zyn gedachten zorgvuldig te be-
teigk verdobbelde. denken.
De vraagt rgst: hoe komen kinde
ren aan dat geld en ookwaar loopt
dit onvermgdelijk op uit?
Het antwoord op de eerste vraag
moet luidenvermoedeigk niet eerlijk
en dat op de tweedeop steeds erger
oneerlijkheid. Het komt mij voor dat
ieder, die het belang der kinderen
juist inziet, dit kwaad zoo krachtig
mogelijk moet bestrijden, in de eerste
plaats dus ouders en onderwijzers.
Nederland en de gifgasoorlog.
De N. Rt. Ct. bevat een verslag van
een intervieuw, dat M. Brusse had
met Nederlands
dige, prof. Ernst
Daarbij kwam uiteraard óók ter
sprake de groote rol, die de scheikun
dige in den wereldoorlog gespeeld
heeft en in den oorlog der toekomst
ongetwijfeld weer spelen zal.
Dienomtrent deed prof. Cohen de
volgende belangryke uitspraak:
„’t Is wel jammer, dat de oorlog
de wetenschappeigk menschen in de
chemie voor zóó langen tgd vijandig
tegenover elkander gesteld heeft,
natuurfijk door de groote rol, die juist
de scheikunde vervuld heeft om den
oorlog gaande te houden. Gelukkig
zet nu de toenadering door. Maar 't
is wél walgelijk, wanneer je, met de
ervaringen van den jongsten oorlog,
ziet wat zy nu overal bezig zijn om
nóg vreeseigkers uit de chemie te
halen. De volgende oorlog zal niet
anders dan chemisch zgn misschien
dat het bewustzijn hiervan het
menschdom nog kan tegenhouden om
er aan te beginnen. Stel je voor, dat
de druk op een knop de verwoesting
van een heele stad uit werkt. Overal
werken zij nu aan die chemische
verdelging. Ook in ons land, al is 't
hier wel vooral om 't afweren te
doen. Men heeft mg er ook in willen
betrekken, maar ik wil er niets van
weten I”
1
I
1
I
I
1
I
I
i
1
1
1
f
I
1
1
1
t
1
1
1
1
I
1
1
I
I
I
1
I