FRISO 5P a :k i in dit Blad rgang. Officieel Gedeelte. I itand. d Adverteert in dit blad van Zaterdag 13 Oct 1928 Tweede Blad INGEZONDEN. o. BAKENLICHT. Workum’s haven. REEP REEP 5 weder in eere te her- Opgenomen ie 100 M. if- srtentiön >0 cents, 7 cents, ir plaats- riesland, ieberich- r regel, slangrijk 2.00 M. 2.00 M. 1.80 M. 1.40 M. 2.00 M. 1.80 M. 1.80 M. 1.50 M. 1.95 M. 2.15 M. 1.90 M. 1.50 M. ’hilipina Boer- Sjoerd Ynzes 1. Herv. Gem )ij Dokkum). ik in at Ik ie te le jr i- P 3, g >r ar r- s: rs jn itasie eken er wol i C. et tf- e, a- in et 3r Maart 1915 1.90 M. 1.60 M. 1.45 M. 1.45 M. 1.50 M. 1.70 M. 1.60 M. 1.60 M. 1.70 M. 1.90 M. 2.00 M. 8 October. Bauke Fol- enhof. mdert Singer letske van der i. Arij Gaastra m 24 jr. beiden Dönszelmann i Neeltje Wie- n r- !7 el e- el in 75 114 75 154 8» B Sept. 1928 1.85 M. 1.75 M. 1.65 M. 1.55 M. 1.50 M. 1.35 M. 1.55 M. 1.40 M. 1-70 M. 1.70 M. 1.75 M. Buiten verantwoordelijkheid, der Redactie Behandel ook de kleinste verwon ding zorgvuldig. Verbindt haar direct met een steriel verband (ingeval van nood een schoonge svasschen zakdoek) zoodat zij voor verontreiniging be waard en tegen stooten beschermd is. Doet gij dit niet, dan zal zij U door ontsteking wekenlang hinderen, ter wijl in sommige gevallen ernstige verzwering, bloedvergiftiging en de dood kan volgen. Roep tijdig genees kundige hulp in. GEZONDHEIDSRAAD. niet geopend mogen zijn. Artikel 112. B. en W. zyn bevoegd eene al dan niet voorwaardelijke ontheffing te verleenen van de verbodsbepalingen dezer verordening a. algemeen ten aanzien van alle winkels, voor enkele aan te wijzen dagen of gedeelten van dagen b; ten aanzien van alle winkels op een tentoonstelling, fancyfair of an dere soortgelijke inrichtingen van tfi- deljjken aard voor een door B. en W. te bepalen tijdvak. Van ontheffingen onder a bedoeld wordt door B. en W. openbare ken nisgeving gedaan. Men is verplicht in geval van ziek te alles te doen om te genezen en zoo spoedig mogelijk zijn arbeidsge schiktheid te herkrijgen. Daartoe be hoort het tgdig inroepen van genees kundige hulp. In plaats daarvan zich door ondeskundigen te laten behan delen, is ten zeerste af te keuren, want daardoor wordt niet alleen het leven van den behandelde in gevaar gebracht maar kunnen ook besmet- telijfce ziekten die niet tijdig worden herkend verspreid worden. GEZONDHEIDSRAAD. LIJST van uit Workum vertrok ken en aldaar gevestigde per sonen over September 1928. Ingekomen Peesk de Boer, dienstbode van Langweer naar A 176. Gatze van der Meer, boerenknecht van Koudum D 24 naar D 14. Anneke Bakker, ver pleegster van Amsterdam le Helmer- straat 104 naar G 100. Cornelia Maria Karskens, liefdezuster van Rotterdam Waterloostraat 188a naar E 17. Klaas Pot, kruideniersbediende van Noord- wijk, Voorstraat 52a naar G 126. An neke Hoekstra, dienstbode van Harich 33 naar G 265. Pieter de Jong, boe renarbeider met gezin van Zelhem F 58 naar G 331a. Vertrokken Hendrik van der Goot, boerenkn. van G 321 naar Sneek, Oude Koemarkt 111 p/a K. v. d. Goot. Klaas de Jonge, zonder beroep van C 20 naar Gronin gen, Piet Heinstr. 34a p/a K. Bouwers Haijte Wouda, boerenkn. van G 81 naar Akmarijp 43 p/a D. Kooijstra. Hitje van der Meulen, zonder beroep van G 212 naar Bussum, Parklaan 35 Jetske Dijkstra, dienstbode van G 252 naar Hindeloopen. Schuilenburg, p/a G. van Dijk. Tomaske Teppema, on derwijzeres van E 17 naar Nieuwkoop R.K. Gesticht. Willem Visser, zonder beroep van F 49 naar Harlingen, Zoutsloot 45, p/a S. de Swart. Anne Visser, zonder beroep van G 65 naar Vlissingen, Noordzee Boulevard 72. Eke van der Meer, dienstbode van G 58 naar Sneek, Grootzand 18 p/a Hofstede. Lieuwe Wijn ja, aardewer ker van A 189 naar Oppenhuizen 28 p/a ouders. Johanna Tiesma, zonder beroep van B 54 naar Lemmer, Pol derdijk p a C. Bijlsma. Freerkde Boer, van G 217 naar Amsterdam, Zand- voortsche Laan 127 p a T. Heemskerk Hendrik van Randen, broodventer van C 32 naar Zeedjjk bij Harlingen (Barradeel.) Feikje Nauta, verpleeg ster van D 79 naar Baarn, Ziekenhuis Pieter Vlas, onderwijzer van G 141 naar Slochteren. Hessel van der Zee, bakkersknecht van C 49 naar Koudum Beukenslaan p/a ouders. Pieter Feen- stra, boerenknecht van F 93 naar Franeker. Melkbesluit (Warenwet). De melk, die de melkveehouder verkoopt, aflevert of ten verkoop of ter aflevering in voorraad heeft, moet voldoen aan de volgende eischen;zg moet gewonnen zijn van melkvee, waarvan tijdens het melken de uiers en naaste omgeving daarvan niet ver ontreinigd zijn; op zindelijke wijze gemolken, bewaard en behandeld wor den onmiddellijk na hef melken doel matig gefiltreerd zijn; onmiddellijk na het melken uit den stal verwijderd zijn en in een standvrije omgeving bewaard zijn. GEZONDHEIDSRAAD. Extract Algemeene Politieverorde ning voor de gemeente Workum. Hoofdstuk X. Afdeeling II. Openbare vermakelijkheden. Artikel 102. Het is verboden zonder toestemming van den Burgemeester 1. feesten of vermakelijkheden te geven, waartoe het publiek kosteloos of tegen betaling toegang wordt ver leend 2. tot het houden van de in dit ar tikel bedoelde openbare vermakelijk heden eenig gebouw of eenige plaats af te staan. Onder de in dit artikel bedoelde vermakelijkheden worden verstaan alle tooneelvoorstellingen, muziekuit voeringen, wedstrijden en alle ande re vertooningen en feestelijkheden, die op voor het publiek toegankelijk gestelde plaatsen worden gehouden. Artikel 103. Het is verboden zonder toestemming van den Burgemeester op of langs wegen optochten te houden of daar aan deel te nemen, te goochelen, als orgeldraaier, muzikant of liedjeszan ger op te treden of muziek- of zang uitvoeringen of vertooningen te geven. Artikel 104. Het is verboden zonder toestemming van den Burgemeester a. een openbare muziek-of zanguit voering, een volksfeest of een open bare vermakelijkheid te storen of daarbij hinderlijk te zijn; b. tijdens dat de openbare muziek- of zangnummers worden uitgevoerd, binnen een kring van 40 Meter, ge meten vanaf het punt van uitvoering zonder noodzaak, een en ander ter beoordeeling van de politie, heen en weder te loopen. Ieder is verplicht de bevelen door de politie te geven ter bevordering der stilte binnen de zen kring, onverwijld op te volgen. Afdeeling III Collecte. Artikel 106. Het is verboden in het openbaar anders dan krachtens wettelijke be palingen geoorloofde collecten of in zamelingen van gelden of goederen te houden of daartoe lijsten van in- teekening aan te bieden. Afdeeling IV Winkelsluiting. Artikel 107. Het is verboden een winkel [inbe grepen barbierswinkel en kappers salon] geopend te hebben: a. op Zondagen; b. na des avonds negen uur, behal ve op den dag vóór Hemelvaartsdag op de dagen van 29 November toten met 6 December, op den dag vóór Kerstmis, op den dag vóór Nieuwjaar en op Zaterdagen. Artikel 108. Een winkel wordt als geopend be schouwd zoolang er publiek aanwe zig is of uit den winkel waren aan het publiek worden verkocht of afge leverd. Ónder afleveren is het bezor gen aan huis niet begrepen. Artikel 109. De bepalingen van artikel 107 zijn niet van toepassing op apotheken. Artikel 110. Het op een sluitingsuur in een win kel aanwezige publiek mag nog ge durende een 1/4 uur worden bediend, Gedurende den ty d, waarop winkels niet geopend mogen zijn, mogen daar uit genees- en heelmiddelen en heel- ■fcundige werktuigen worden verkocht en afgeleverd. Artikel 111. Het is verboden, op den weg te venten op de uren, waarop winkels Eenmaal op dit punt een zuiver oordeel verkregen hebbend, komen we aan een volgend punt, namelijk onze verhouding tot de menschen om ons heen. In een of ander opzicht zijn de tallooze besluiten en beslissingen die we dagelijks nemen, van invloed op onze verhouding tot de menschen rondom, en van hen tot ons. Dan rijt zich onverbreekigk aan de plicht tot het nemen van „goede” beslissingen, de eisch tot het nemen van zulke be sluiten, waarbij een strikte in-acht-ne- ming van den „gulden regel” blijkt, welke men kent als het bejegenen van anderen, zooals men zou willen, dat men door hen behandeld zou wor den. „Hoe dikwijls wordt dit niet ver geten door het individu, en wat een verschil zou het maken in de verhou dingen der menschen onder elkaar, indien deze regel steeds in gedach ten gehouden werd. De in-acht-neming van den gulden regel zal maken, dat we elk woord en elke daad wegen en zal het middel zijn, om harmonie te scheppen in onze sociale en zake lijke verhoudingen.” „Indien we on rechtvaardig jegens elkaar handelen, wetende dat het onrechtvaardig is, hoe zouden we ons dan wel voelen als we onszelf in hun positie stelden en beseften, hoe wij ons zouden ge voelen? Indien wg met anderer ge voelens geen rekening houden, hoe zouden we ons dan wel voelen, indien zij het niet met de onze deden Dit is een vraag, die wel de moeite waard is, onszelf te stellen”. Wat geeft dit alles Wat heeft het voor nut? Wat werkt het uit, als die enkeling zoo doet? Dit zg’n vragen, die wel eens in arren moede gesteld worden. En het antwoord daarop moet zijnheel veelOnbewust, al geven velen het niet toe, werkt dit voorbeeld als een bakenlicht voor velen, wgst hen den weg, vormt een bemoedigend, helpend licht in donkeren nacht soms. Heel fijn zei een jong doctorandus van de Harvard Universiteit het in zijn promotie-redeMerkt Wel - juist zooals elk geval van zelf-misleiding elke poging om een handelwgze te verontschuldigen, die beneden het peil van het allerbeste is, leidt tot vertroebeling der visie, zoo leidt elke daad, verricht omdat een duidelijk licht toont, dat het juist was zoo te doen, tot een vergrooting van dat licht, tot een verscherping van het onderscheidingsvermogen tusschen goed en verkeerd, waardoor het ka rakter versterkt wordt. Zoo groeien de menschen opwaarts naar een fijner karakter en leven op een hooger en beter plan. Er zijn vele menschen, van geen bijzondere natuurigke talen ten of krachten, die door de voortdu rende oefening van het geweten, een moreele kracht ontwikkeld hebben, die hen tot leiders heeft gemaakt in hun gemeenschap en zelfs figuren van nationale beteekenis. Het advies van zulke menschen, met hun heldere onbenevelde, moreele visie, wordt gezocht door menschen, die verward staan tegenover persoonlijke en pu blieke aangelegenheden, en hun in vloed wordt grooter, dan die van ve le hunner tijdgenooten, die met veel grooter aangeboren bekwaamheden het licht zagen De mensch, die nooit zijn helderheid van visie laat verwaz'en is zelf veilig, en, al weet hij het niet, is voor anderen een toe vlucht en een bakenlicht Floris C. Omtrent twijfelachtige zaken moesten wij niet vragen „Is het werkelijk verkeerd?” of, „wat steekt er voor kwaad in doch „Ishet werkelijk goed?”, „Wat steekt er voor goed in?” De vraag zoo te stellen geeft dade- Hjk klaarheid in de duistere kwestie en legt de kracht van het bewijs, waar zij thuishoort. Dr. H. H. HORNE. id gaf Dr. i een lezing de Medische n de Doops- stelling nog t, was de op- smen. Nadat r Ds. I. Huls- werd dezen i iets over de rtellen. iet lantaarn- it, was zeer in het licht en welke op sd van den i dienen te r dit schoone g en daarom an dergelijke egeven. Op it met welken erg zgn taak ngen hij zich mogeHjk de r hun ziekten verdient dan niemand mag jn streven te j, hetzij door speelgoed en >oze voorwer- a _soms luxe ars. Het adres gaarne alles bestemder 'icum (N.H.). ^zonderheid t dezer dagen t IJ. Oosten rdbeien van rden geplukt. Reinstra, op nderwgzeres, R. K. Meisjes- 3t Ministerie rwgzeres te De roem van onze aloude haven is iu den loop der tijden wel treurig ondergegaan. Want in een boek uit den tgd der Schieringers en Vetkoo- pers kunnen we zelfs vernemen, dat een Wolricummer” visschersman met zijn schuit „De Zwerver”, een reis gezelschap aan boord hebbende, de haven van Wolricum uit voer. Sic transitEn toch Naar aanleiding van reeds vroeger verschenen artikelen in „Schuttevaer” „Leeuwarder Courant” en „Friso”, meent het bestuur der vereeniging „Plaatselijk Belang” nuttig te kunnen zijn door het publiceeren van de door haar gedane bemoeiingen in deze voor Workum altijd belangrijke zaak. Zooals de heer Tj eerde reeds vast stelde, konhetgroote plan tot haven verbetering „1901” in de hoogere regionen van ons gewest geen genade vinden en was ons eigen bestuur steeds te schriel om de zaak flink aan te pakken. Toch waren in onzen raad wel mannen, die een open oog hadden voor de urgentie van havenverbete ring en aan dezen was het dan ook te danken, dat in 1905 een „permanente havencommissie” werd benoemd, wel ke bestond uit de heeren W. Kroese, P. Gaastra en S. S. Hobma, de laatste tevens voorzitter van onze vereeni ging. Deze commissie had uiteraard niet de bevoegdheid om groote werken uit te voeren, noch kon zg daartoe dringen, maar toch deed zg op haar terrein goed werk. Zoo werden in de jaren 1909—1911 inde zomermaanden steeds met man en macht de ondiepste plaatsen op de „bank” voor den ingang der haven losgewerkt en werden, geholpen door de natuur, groote zandmassa’s met het afstroo- mende water naar zee afgevoerd. De werklijsten en rapporten, uit welke laatste blijkt, dat hier inderdaad zeer nuttig werk werd verricht, zijn nog steeds in het bezit onzer vereeniging. Jammer, dat dit werk niet op groote schaal en grondiger kon geschieden om de financiën. De havenlichten werden toentertgd eveneens in de juiste richting gesteld, wat voor de schipperij een groote verbetering beteekende. Ónze vereeniging, ofschoon over tuigd dat het zoogenaamde „groote plan”, dat een kleine drie t m gouds moest kosten, wel nimmer zou worden uitgevoerd, werd niet moede steeds de aandacht op het groote belang onzer haven te vestigen. Zij drong er op aan, dat een verdere baggering, die toen pl.m. f 4000 zou moeten kosten, zou worden uitgevoerd en dat daarvoor desnoods het opnieuw verzanden door een herfststorm moest worden geriskeerd. Maar, helaas, Staatje van Peilingen: Mei 1901 1.85 M. 1.50 M. 1.25 M. 1.10 M. 1.25 M. 1.35 M. 1.45 M. 1.50 M. 1.60 M. 1.80 M. 1.90 M. 150 M. 200 M. Bocht bij den vuurtoren In het Workumer Zool Deze peilingen van Mei 1901 werden door den Nederlandschen Staat iPÏaatselijk Belang”“uitgevoerd.~ HET BESTUUR VAN „PLAATSELIJK BELANG”. verricht en volledig in kaart gebracht. De beide anderen werden door „Plaatselijk Belang” uitgevoerd. In zee bij de roode ton n Yl r n n w n le paal steenen dam n n n n n r 2e 3e 4e 5e 6e 7e Einde houten havenhoofd 50 M. binnenwaarts zoowel onze raad als hoogere autori teiten waren daarvoor te zuinig. En toch is thans de tijd gekomen, dat alle belanghebbenden zich moeten inspannen om van Workum’s haven te maken wat er van te maken valt. Workum’s haven, die zich meer dan 5 eeuwen zonder noemenswaardig onderhoud heeft gehandhaafd, mag niet ten onder gaan. Zij moet van hare kluisters worden bevrgd en weder komen te pralen met vroegeren luister. Kofschepen uit Zweden en Noorwegen, walvischvaarders uit Groenland, vrachtvaarders uit Ham burg en beurtschepen uit Holland, moeten, zij het in hernieuwden vorm en met meerderen diepgang, weder koers kunnen zetten naar Workum’s haven. Want wanneer straks de afsluitdijk in de Zuiderzee zgn vol tooiing nadert en het peil in 't IJselmeer 40 c.M. lager wordt, dan zal, hoe dan ook, dit probleem moeten worden opgelost, zoo goed als men nu reeds te Makkum met het baggeren der vaargeul door de Waard heeft gedaan. Dat overigens onze haven op diepte wil blijven, in weerwil van géén onderhoud, bewijst het onderstaande staaltje van op verschillende tijdstip pen gehouden peilingen op en in de nabijheid der bank. Voor ingewgden zijn dit zeer leerzame cijfers, die bewg'zen, dat Workum, bij behoorlijk onderhoud, een haven zóu bezitten als geen enkele havenplaats kan aanwijzen. Veiligheid, ten allen tijde toegankelijk, zeer ruime en beschutte ligplaatsen in het zool, korte verbin dingswegen naar het hart van Fries land, en bovendien niet duur, dit zijn alle factoren, die vóór Workum (met Tacozgi de eerste haven in oeroude tijden) pleiten. Waar het dan ook valt te voorzien, dat zich in afzienbaren tijd een druk scheepvaartverkeer via het Ijssel meer naar en van de droog te leggen, Zuiderzee-gronden zal ontwikkelen daar meent ons bestuur, dat op deze hoogst belangrijke zaak niet genoeg aandacht kan worden geschonken. Wij zijn begonnen den roem van Workum’s haven te verkondigen uit den tijd der Schieringers en Vetkoo- pers omstreeks 1420. Wij meenen niet te mogen eindigen zonder een kleinen terugblik in de historie waaruit de belangrijkheid van Workum bigkt, want immers reeds in 1399 was het een van de hoofdzetels der Friesche regeering, had zijn eigen munt en de „Wolricummer” elle was voor Fries land de geldende lengtemaat. De ver nieuwing van dijk en sluis, door Gaspar de Robles onder de regeering van Karei den Vijfden uitgevoerd, deed de bovenbedoelde Walvischvaart op Groenland, en de houtvaart op Zweden, Workum als de haven bij uitnemend heid erkennen. Daarom meent ons bestuur tenslotte, dat alles behoort te worden gedaan om Workum stellen. Elke dag opnieuw biedt voor elk onzer groote mogelijkhedenhonderd kansen, om iets goeds tot stand te brengen. Eiken dag wordt, ongemerkt welhaast, ons oordeel gevraagd, onze beslissing over deze of gene zaakIs het goed, is het verkeerd? Zult ge het doen, of niet? Hoe zal uw ant woord zijn, zal het ja, of zal het neen zijn En wanneer ge ja of neen zegt, waarom was het dan ja en waarom was het neen? Wat was uw maatstaf Wie ernstig het goede wil, zal gaan inzien, dat het niet voldoende is, ge noegen te nemen met een negatief goed, dat in den grond een positief kwaad is. Inderdaad moesten we, wanneer we twijfelen, bg één dier honderd beslissingen, die we dageigks te nemen hebben, niet vragen of het werkeigk verkeerd is, als we het doen of wel, of er kwaad in steekt, doch veel eerder nagaan, wat voor goed erin steekt en of het werkeigk goed is. Dan zal ons heel duideigk den weg getoond worden, dien we hebben in te slaan. ^wg I Y) n n n n n n n n n n n n 3- n 'S, •s- el s b N 05 erg

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1928 | | pagina 5