Nieuws- en Advertentieblad
EEN KORTE DROOM
voor de Gemeenten Workum, Hem. Oldepb. en Noords., Hlndeloopen, Stavoren, enz. enz.
i
collecte.
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1937.
63ste Jaargang
No. 9
Officieel Gedeelte.
AANBESTEDING.
Algemeen weekoverzicht
Adverteert in
FEUILLETON
I
t
- Uitgave van T. GAASTRA Bz. te WORKUM Telefoon No. 45 =^-. -
Friso”.
H
1
Ll
i.
HOOFDSTUK I.
(Wordt vervolgd.)
Annï van Panhuys.
(Nadruk verboden).
misschien is het nog niet te laat en
iets voor haar doen.*1
et kamertje uithaar
kale trappen. Jachtig liep ze de straat
was het politiebureau. Het leek haar
--
Dit blad verschijnt des Za
terdags on koot per kwartaal
50 cents) franco per post
80 cents. Enkele Nos. 5 ets.
Ingezonden stukken Donder
dags voorm. in te zenden. Ad-
vertentlën tot ulterlQk Don
derdagsmorgens 12 uur, uit
gezonderd familieberichten
ll-
P
De prys der Advertentiën
is van 1—5 regels 60 cents,
elke regel meer 7 cents
Grootere letters naar plaats
ruimte. Buiten Friesland,
uitgezonderd Familieberich
ten, 10 cents per regel.
By abonnement belangrijk
lager
Binnenland.
De verkiezingen.
Nu de datum der verkiezingen „zoo
goed als** vastgesteld is, zQn we na
tuurlek allen ineens doordrongen van
het gewicht der komende politieke
gebeurtenissen en begint het aloude
electorale vuur, dat enkele jaren smeu
lende was, weer fel in ons op te gloei
en. Inderdaad is de belangstelling
voor de zaken des openbaren levens,
weer levendig geworden.
Waarschijnlijk zullen de verkiezin
gen op Woensdag 26 Mei worden ge
houden de candidaatstelling zou dan
op 20 April geschieden. Een en ander
staat echter nog niet bepaald vast,
maar is afhankelijk van het arbeids-
tempo der Eerste Kamer, die ra de
afhandeling der begrooting, waarmee
dat deze kennisgeving alleen dient
tot informatie voor het publiek, zoo-
dat daarin geen aanbeveling voor of
instemming met de collecte moet
worden gelezen.
Workum, 25 Februari 1937.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
W. M. OPPEDIJK van VEEN.
De Secretaris,
v. d. GOOT.
van Werkspoor te Amsterdam davert
de klop van den arbeid. Daar sissen
de steekvlammen, kletteren destalen
platen en ijzeren staven, kortom, daar
verkondigt een voor leeken-ooren
helsch lawaai, dat er gearbeid wordt.
Het behoort helaas nog tot de zeld
zaamheden, dat een fabriek thans op
volle capaciteit werkt en dat men
zich daar haasten moet om groote
orders op tijd af te leveren. Maar in
dat gelukkige geval verkeert op het
oogenblik de fabriek van Beynes,
waar met man en macht gearbeid
wordt om de groote order van de
Nederlandsche Spoorwegen, 37 2de-
klasse wagons en 37 derde-klasse
wagons, binnen korten tijd gereed te
hebben.
Bij Allan worden de middenr{jtuigen
voor deze treinstellen gemaakt en by
Werkspoor is een order geplaatst van
53 tweewagentreinen.
Tot eind 1937 vinden alleen te
Haarlem vijfhonderd werklieden ar
beid aan de belangrijke order die
Beynes kreeg.
Ook Zwolle pikt een graantje mee
van de arbeidsdisch, welke door de
Spoorwegen werd aangericht. In de
Centrale Werkplaatsen wordt een
groot aantal locomotieven in een
stroomlijn-jasje gestoken, waardoor
voor geruimen tijd honderd arbeiders
aan den gang kunnen worden gehou
den, voor wie er den laatsten tijd
geen werk meer was.
ze zich thans bezig houdt, een aantal
wetsontwerpen haar revue moet laten
passeeren, alsmede de verschillende
ontwerpen van Grondwetsherziening,
welke door de Tweede Kamer reeds
voorloopig werden aanvaard.
Dan pas kunnen de Kamers worden
ontbonden verklaard.
Er is dus nog heel wat te doen,
vóór we onze stem gaan uitbieugen
op nr. één van lijst
In dit verband willen we er nog
even aan herinneren, dat H.M. de
Koningin in het begin dezer week
van haar buitenlandsche reis is te
ruggekeerd. Het vereenvoudigde con
tact met H.M. zal ongetwijfeld de
vlotheid van afdoening van verschil
lende staatszaken, welke aan de ont
binding der Kamers zQn verbonden,
zeer bevorderen.
Gezonde arbeid voor ongezond
bedrijf.
We hebben nu en dan de aandacht
gevestigd op groote arbeidsobjecten,
welke een aanwijzing waren vaneen
beterende conjunctuur. Dezen keer
willen we wijzen op de intensieve
arbeidsactiviteit, welke wordt ont
wikkeld ten behoeve van een ziek
bedrijf: de spoorwegen. Enfin, het is
óók als een goed teeken te beschouwen
als zelfs de hoop en het vertrouwen
in de toekomst van een zieke weer
verrijst! Met bQ de pakken te gaan
neerzitten, heeft nog nooit iemand
iets gewonnen.
In de werkplaatsen van Beynes te
Haarlem, van Allan te Rotterdam en
Honderden millioenen voor
werkverruiming.
De heer Colfln heeft er van de week
in de Eerste Kamer aan herinnerd,
dat de regeering voor werkverruiming
een aantal milltoenen besteedt, welk
de enorme cijfers, in het Plan van
den Arbeid genoemd, vrQ dicht be
naderen. Aan groote openbare werken
is op het oogenblik voor een kapitaal
van 400 millioen in uitvoering
Ook het potje van het Werkfonds
is weer aangevuld. In 1934 is 60 mil
lioen in dat potje gestopt, in 1936
kreeg het een bQstortlng van 6 3 mil
lioen en thans wordt voorgesteld om
het totaal te brengen op 100 millioen.
Aan het aangevraagde bedrag ligt
niet een bepaald plan van besteding
ten grondslag. Het is niet mogelyk,
reeds by voorbaat aan te geven, voor
hoelang dat nieuwe crediet kan strek
ken. Van belang is intusschen, dat op
het Werkfonds nog slechts b(j uitzon
dering beroep zal behoeven te worden
gedaan voor den wegenbouw, nu ten
laste van de begrooting van het Ver-
kejrsfonds voor 1937 extra 10millioen
is uitgetrokken. Het thans aange
vraagde crediet kan dus in hoofdzaak
worden bestemd voor andere rijks
werken en werken van andere pu
bliekrechtere lichamen.
De vestiging van nieuwe
bedrijven.
Het is een logische gedachte om de
beterende conjunctuur niet te later
bederven door een ongebreidelde toe
name van nieuwe bedrijven, waardoor
zakte tot het erbarmelflk bestaan van
een arme broodschrijver, liet zfjn doch
ter niets na dan een oppervlakkige,
gebrekkige ontwikkeling, veel familie
trots en een paar zilveren couverts
met de negenpuntige kroon. Ik heb
geborduurd voor winkels, heb hand
werkles gegeven en daarna als typiste
gewerkt op tallooze kantoren, waar
ik al heel gauw weer gedaan kreeg
om mijn volstrekte ongeschikthei
voor zakelyk routine-werk. Dat my-
gezondheid hoe langer hoe slechter
werd, was mede oorzaak, dat ik niet
Hink en volhardend kon aanpakken.
Een jaar of zoo geleden was ik mis
schien nog wel te redden gewees
met een kuur, maar denk je misschien
dat ik van geld, byeengebedeld met
straatcollecten, ergens op ’n zaalhac
willen liggen tusschen arbeiders
vrouwen en fabieksmeisjes Ik was,
en ben van meenlng dat ongestoord
doodgaan minder erg is dan dat.
Tenslotte werd ik natuurlijk werkloos
en, och ja, het proces is natuurlijk
wel bespoedigd doordat ik toen niet
zooveel bijzonders meer te eten had
De zilveren couverts met het kroontje,
waarvan vader zich zelfs in zfln som
berste dagen niet wilde ontdoen, zijn
verkocht, en nu voel ik dat het einde
nadert. Een dokter houd ik er niet
op na, maar mijn eigen diagnose is,
dat ’t nog een dag of vier, vjjf kan
duren. Ik bewoon een dakkamertje
in een groot huurhuis (het adres vind
je onderaan mijn brief); daar zal ik
me terugtrekken, en doordat ik met
niemand in huis omga, zullen ze me
heusch zoo gauw niet missen. Ik heb
kunnen ontdekken waar je woont en
zal nu dezen brief met mijn laatste
koperstukje aan een kleinen jongen
van de benedenverdieping geven, met
de opdracht, hem pas over een week
te posten. Dan is alles voorbij, daar
ben ik zeker van.
Jfl, lieve Marina, bent de eenige,
op wier liefdadigheid ik een beroep
doe na mjjn dood, want bjj myn
leven heb ik nooit iemand om steun
gevraagd. Ik zou het verschrikkelijk
vinden, „van de armen1* begraven te
moeten worden, en ik verzoek je
daarom, ter wille van onze vroegere
vriendschap, voor mij de allereen
voudigste begrafenis te willen bekos
tigen, die recht geeft op een graf met
m(jn naam er op. M(]n schamele na
latenschap is daarvoor jouw eigendom.
Verder bezit ik Immers niemand op
de wijde wereld, die me een klein
beetje na staat, Marina.
Ik weet, dat je mfl dezen laatsten
liefdedienst niet zult weigeren en
daarvoor dank ik je.
Hortense Pereny.
Burgemeester en Wethouders van
WORKUM brengen ter algemeene
kennis, dat door hen vergunning is
verleend aan het Leger des Heils tot
het houden eener collecte (Zelfverloo-
chenlngsaanvrage) in deze gemeente
op Woensdag 3 Maart 1937.
Ter voorkoming van misverstand
wordt er de aandacht op gevestigd,
schuddend voor zich uit.
„Maar wie bedoelt u dan, juffrouw
Toldy, over wie hebt u het toch?“
onderbrak de oudere vrouw gretig.
Het begin was goeder was blikbaar
uitzicht op een interessant verhaal
„Over mijn jeugdvriendinnetje, Hor
tense Pereny, eigenlijk heet ze gra
vin Pereny1*, verbeterde Marina zich
zelf, en haar oogen staarden peinzend
voor zich uit, alsof ze daar plotseling
het beeld der ontslapene voor zich
zagen opdoemen.
Er kwam een ongeloovig lachje op
het hoekige gezicht van juffrouw
Kisz. Marina Toldy sprak daar van
een jeugdvriendin, die een echte gra
vin zou moeten zjjn? Onzin, opschep
perij, het portiersdochtertje uit de
voorstad van Pest en een gravin
Plotseling ontmoetten Marina’s blik
ken die van de vrouw en zag ze het
hatelijk trekje van spot en ongeloof
om haar bloedeloozen, verknepen
mond.
Dat ergerde haar.
„Gravin Hortense PereDy1*, herhaal
de ze effen en met nadruk, „ja, zoo
heet het meisje, dat lange jaren mjjn
vriendin is geweest, en al was haar
vader dan ook róg zoo aan lager wal
geraakt: een armzalige verhaaltjes
schrijver die in de huurkazerne, waar
over mQn vader het toezicht had,
onder de pannen woonde, tóch was
bij een echte, onvervalschte graaf?
Zij legde even haar hand op den brief.
„En nu schrijft Hortense Pereny m{j,
dat ze al maanden lang werkloos is
geweest, terwijl ze aan een longziekte
leed, die alleen door uitstekende ver
zorging en volstrekte rust nog te ge
nezen was. Maar ze wenschte nie-
mands hulp in te roepen en niet op
kosten van anderen verpleegd en on
derhouden te worden. Ze heeft zich
letterlijk laten verhongeren, toen ze
niets meer verdienen kon, liever dan
aan iemand haar nood te klagen. Nu
schrijft ze, dat ze zich heeft terugge
trokken om te sterven, en dat ze
reeds dood zal zijn wanneer ik dezen
brief ontvang. Ze vraagt me om haar
begrafenis te willen regelen en laat
me in ruil daarvoor het weinige na,
dat ze nog het hare kon noemen
Marina sprong zoo plotseling op,
dat de stoel met een slag achterover
viel.
„Juffrouw Kisz, u moet dadelijk voor
mij naar de zaak gaan en zeggen dat
ik niet kan komen, ik wil direct naar
haar adres of naar de politie gaan,
kunnen we nog
Ze stormde h<
hooge hakjes kletterden' op de drie
kale trappen. Jachtig liep ze de straat
uit en den hoek om. Daar, vlak bQ,
was het politiebureau. Het leek haar
beter, d&Ar maar meteen heen te gaan,
inplaats van eerst Hortense’s adres
op te zoeken, dat ergens in een ach-
Burgemeester en Wethouders van
WORKUM zullen op Maandag 1 Maart
a.s. aanbesteden
Het maken van een gedeelte
verharde weg over de Kadljk.
Voorwaarden zijn verkrijgbaar ter
Secretarie f 0.10 per exemplaar.
Inlichtingen worden verstrekt door
den gemeente-architect.
Workum, den 25 Februari 1937.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
W. M. OPPEDIJK van VEEN.
De Secretaris,
v. d. GOOT.
Marina Toldy zette voor het smalle,
verweerde spiegeltje van de zit slaap
kamer haar hoed op en zag met vol
doening, welk een verassend contrast
het soepele zwarte vilt met haar rood
gouden krullen vormde. Ook het een
voudige mantelpak van onberispelijke
snit was zwart, en boven den koket-
ten strik van het Schotsche sjaaltje
zag ze de weerkaatsing van haar
smal, interessant gezicht niet re
gelmatig en klasslek-schoon van trek
ken, doch opvallend door z(jn pikante
disharmonie en het perzik-teere door
zichtige teint, dat vrouwen met rossig
haar eigen is. Een gezichtje als een
exotische bloem.
Maar het merkwaardigste aan Ma
rina Toldy waren haar oogen.
Wonderlijke oogen, groot en aman
delvormig; ze scholen tusschen de
dichte zwarte wimpers als groen-
glinsterende bergmeren in een krans
van sombere dennen.
Marina Toldy knikte haar spiegel
beeld glimlachend toe. Ze was tevre
den met haar verschoning.
Als een dame zag ze er uit, als
een deftige dame, en niemand zou op
het eerste gezicht vermoeden, dat ze
maar mannt quin was een levende
modepop, die zich heel den dag mocht
tooien met geleenden pronk een
hardwerkend, doodarm meisje, dat
eiken morgen een paar minuten vóór
acht haar dagtaak moest beginnen in
het duurste en chicste modemagazijn
van Budapest.
Maar wanneer men zóó door de
natuur begunstigd was als z(j, en er
daarbij slag van had, zich goed en
gedistingeerd te kleeden, dan kon
men er ondanks alles uitzien als een
dame, die ’s morgens om tien uur door
de kamenier haar kopje thee op bed
krijgt gebracht.
De gedachte amuseerde Marina, en
ze overpeinsde, of ook voor haar nog
wel eens een t{jd zou kunnen komen,
dat een keurig kamenlertje haar zóó
verwende.
Ze trok een gezicht tegen haar
spiegelbeeld.
Zulke droomen waren enkel te ver
wezenlijken door een rQkhuwelQk
maar wie trouwt er nu tegenwoordig
met een meisje, dat zoo arm is als
•en kerkmuls al heeft ze dan ook
oog zoo’n aardig, apart gezichtje?
terbuurt een heel eind verder moest
zfln.
Een somber, kil vertrek, waarin
twee brommige agenten zaten, die
nauwelijks opkeken toen Marina ge
jaagd binnenkwam. Maar toen ze haar
wat beter hadden opgenomen, en za
gen, hoe knap en gedistingeerd de
bezoekster er uitzag, trokken ze wat
bfl en een glimp van welwillendheid
vloog over hun norsche gezichten.
Maar nog voor Marina hun het doel
van haar komst had kunnen uitleg
gen, ging de deur open en de dienst
doende inspecteur kwam binnen. Hy
wendde zich tot het jonge meisje, dat
gejaagd en opgewonden by de tafel
stond en Informeerde vriendelijk,
waarmee hij haar van dienst kon zijn.
Marina bemerkte, ondanks haar op
winding, dat haar uiterlijk indruk op
hem maakte, en dat uit elk van zijn
woorden en blikken een stille hulde
sprak. Met een vluchtig, snel weer
verdwijnend glimlachje, reikte ze den
inspecteur het schrijven, dat ze nog
geen kwartier geleden ontvangen had.
„Leest u dit eens, inspecteur,ver
zocht ze. „Het leek me het beste,
meteen maar even hier te komen. Er
zal misschien een deur opengebroken
moeten worden en en nu, ik
heb liever iemand by me, als ik daar
op onderzoek uitga1*. Langzaam sloeg
ze haar oogen achter de lange, zijige
wimpers naar hem op, en zag hem
smeekend aan.
Het schoot inspecteur Eötvöï vluch
tig door het hoofd, dat hQ zulke oogen
nog nooit in zijn leven gezien had,
maar toen concentreerde hjj al zijn
aandacht op den brief, dien het meisje
hem reikte. Halfluid las hy
Lieve Marina I
Wjj waren speelkameraadjes in on
ze jeugd, en al heeft de felle wind van
het leven ons later ook uit elkaar ge
jaagd, toch heb ik nog dikwijls moe
ten denken aan de hooge huurkazer
ne in de voorstad, waar w(j woonden
en waar je vader portier was.
Weet je nog, wat ’n prettige spelle
tjes we op de binnenplaats speelden
De nauwe, sombere binnenplaats,
waarop zooveel vuile ramen van ar-
me-menschen-woningen uitzagen, was
ons kinderparadüs. Voorbij, Marina,
voor ons allebei, maar jij bent toch
nog de gelukkigste van ons beiden.
Practisch en zakelijk als je bent, zul
je je leven altQd een dragelQken vorm
weten te geven, terwijl het mijne een
volslagen mislukking is gewordendat
is de bittere bekentenis die ik moet
afleggen, nu ik aan het einde er van
sta. Het is niet lang geweest, mjjn le
ven, maar toch voel ik me, ondanks
mQn jeugd, moe eindeloos, hopeloos
moe. Papa heeft me gevormd naar zijn
eigen voorbeeldtot een onbruikbare
fantaste met onvervulbare droomen
en wenschee. Graaf Pereny, die af-
Marina Toldy keerde zich juist naar
de deur om haar kamertje te ver
laten, toen na een vluchtig klopje een
magere vrouw van middelbaren leef
tijd binnen kwam. Precies het type
van de eerzame, doch humeurige we
duwe, die goedkoope gemeubileerde
kamers verhuurt, met en zonder een
schriel pension.
„Och, juffrouw Toldy, toen ik u
daarstraks het ontbijt bracht, heb ik
heelemaal vergeten, dezen brief mee
te nemen. HQ is gisteravond al met
de laatste post gekomen, maar toen
was u uit.**
Haar gele, beenderige vingers hiel
den het jonge meisje een smalle en
veloppe voor, en als verontschuldi
gend voegde ze er nog bQ: „Ik zou
hem u natuurlijk gisteravond nog wel
gegeven hebben, als u weer niet zoo
vreeselQk laat thuis
Zonder een woord te antwoorden,
scheurde Marina haastig de envelop
pe open en trok er het voddig velle
tje goedkoop papier uit. Snel gleed
haar blik over de regels.
Plotseling stiet ze een gesmoorden
kreet uit toen liet ze zich, als
overweldigd door schrik en verdriet,
op een stoel neervallen. Een paar
dikke tranen liepen langzaam over
haar wangen, die heel bleek gewor
den waren.
„MQn hemel, wat ontzettend, wat
ontzettend Arme Hortense, arm,
arm kind mompelde ze met tril
lende stem voor zich heen.
De oudere vrouw staarde verbluft
naar het opgewonden, ontstelde ge
zichtje van dien kant kende ze haar
huurster nog heelemaal niet. Nooit
had ze gedacht, dat het kokette, le
venslustige ding in staat was tot zoo’n
diepe emotie.
Wat zou er in 's hemelsnaam ge
beurd kunnen zQn?
Haar knokig gezicht met de vale
huid en de fletse oogen leefdegeheel
op in een levendige nieuwsgierigheid.
Eindelijk weer eens een kleine sen
satie in de grauwe sleur van haar
eentonig leventje maar die zou
ze zich dan ook niet laten ontgaan!
„Wat Is er dan toch gebeurd, lieve
juffrouw Toldy waagde ze eindelijk,
toen ze zich onmogelijk langer be
dwingen kon, schuchter te vragen.
„Kan ik misschien iets voor u doen,
ergens mee helpen
Alsof ze uit een boozen droom ont
waakte, schrikte het meisje op en
keek haar met groote, ontstelde oogen
aan.
„Och hemel, juffrouw Kisz, wat is
er toch een ellende in de wereld te
genwoordig I1* barstte zo uit. „Maar
hoe iemand vrijwillig kan verhonge
ren en omkomen van ellende, hoo
iemand kan weigeren, zich door ie
mand to laten helpen, uit pure trots,
of liever hoogmoed Zo zweeg
on staarde mot vochtige oogen hoofd-
ft
i
e
I-
i.
DOOR
I
i